Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021174584 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Ahmed Ait met als adres Langeslachterijstraat 33 te 2060 Antwerpen |
Ligging van het project: | Maantjessteenweg zn te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 40 sectie C nr. 123P17 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een eengezinswoning. |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 25/09/2020: stedenbouwkundig attest (202017) voor het bouwen van een woning.
Vergunde/vergund geachte toestand
- Er werd geen vergunde toestand terug gevonden.
Huidige toestand
- braakliggend terrein aan de straatkant;
- langwerpig tuinhuis van 4,20 m op 13,20 m.
Gewenste toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting tuin:
Inhoud van de aanvraag
handelingen noodzakelijk om de gewenste toestand te bekomen:
- oprichten van een eengezinswoning;
- verbouwen van een bijgebouw in de tuin.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 16 december 2021 | 27 december 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 16 december 2021 | 23 december 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
er ontbreken faciliteiten om de fietsen te stallen of aan op te hangen;
de recreatieruimte en tuinberging achteraan op het perceel heeft geen dakopstand van 30 cm;
het dak van de recreatieruimte en tuinberging heeft een dakoppervlakte van meer dan 20 m² m en is niet aangelegd als groendak;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat de nieuwbouw van een eengezinswoning. De nieuwe functie van eengezinswoning is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Maantjessteenweg.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De afwijkingen op artikels 6 en 10 zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.
De bouwhoogte van circa 12,50 m is niet in harmonie de bouwhoogte in de Maantjessteenweg.
Echter is de Maantjessteenweg voldoende breed en het bouwblok voldoende diep om een schaalvergroting toe te laten. Het gabarit – 3 bouwlagen met een daklaag– is stedenbouwkundig aanvaardbaar in de omgeving.
Verder past de aanvraag – met zijn afmetingen – in de bestaande straatwand en het toekomstig gabarit van de woningen uit zijn omgeving. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving.
De aanvraag maakt deel uit van een aaneengesloten bebouwing, bestaande uit voornamelijk 3 à 4 bouwlagen met een plat dak. De linker aanpalende betreft een uitzondering en bestaat uit 2 bouwlagen met een zadeldak. De gelijkvloerse bouwdiepte aan de rechterzijde bedraagt circa 17,7 m. De rechter aanpalende bestaat uit 3 bouwlagen met een plat dak en de gelijkvloerse bouwdiepte bedraagt 14,8 m.
Het terras en het verhogen van de scheidsmuren voorbij de 13 m op de eerste verdieping wordt uit de vergunning uitgesloten.
Achteraan op de eerste verdieping wordt een terras voorzien. Om dit terras te realiseren wordt omwille van de wetgeving op lichten en zichten de scheidsmuren opgetrokken. Echter komt hierdoor het volume van de woning voorbij de toelaatbare bouwdiepte van 13 m. Tevens zorgt dit voor een scheidsmuur van 5,6 m hoog op een diepte van 13 m. Deze hoogte zorgt voor hinder naar de aanpalende en is onaanvaardbaar op een dergelijke diepte.
Achteraan op het perceel wordt een bestaande berging omgevormd tot een recreatieruimte voor de kinderen. Het volume kan als niet storend worden ervaren in de omgeving en is bijgevolg aanvaardbaar.
De achtertuin heeft een totale oppervlakte van circa 538 m². Volgens artikel 27 van de bouwcode mag er maximum 1/3 verhard worden voor tuinen groter dan 60 m². Dit stemt overeen met 179 m² toelaatbare verharding.
Het terras, de recreatieruimte met tuinberging en de tweede tuinberging hebben een verhard oppervlakte van circa 86 m² en is dus stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
Naar voorwaarden wordt meegenomen om de gevel af te werken in een licht grijs genuanceerde gevelsteen, conform artikel 6 en 11 van de bouwcode.
De gebruikte materialen, de textuur en de kleuren doen steeds een duidelijke uitspraak over de architectuur van een gebouw en bepalen in belangrijke mate de beeldkwaliteit van het gebouw en de samenhang van het gebouw met zijn omgeving. Omwille van de stedelijke opwarming en de beeldkwaliteit is een lichte kleurstelling wenselijk.
Een donker genuanceerde gevelsteen is niet in harmonie met de omgeving en heeft een lage energetische reflectiefactor.
Verder worden de gevels afgewerkt met antraciet grijs aluminium buitenschrijnwerk en dorpels in blauwe hardsteen. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.
De verticale raamverdeling in de voorgevel weerspiegelt de achterliggende functies. Hierdoor is er een duidelijke uitspraak over de architectuur van de woning en de beeldkwaliteit van het gebouw is in samenhang met zijn omgeving. De gevelopbouw is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Naar voorwaarden wordt meegenomen om infiltratievoorziening met een oppervlakte van 5,27 m² te plaatsen, conform de verordening hemelwater.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater en artikel 39 van de bouwcode. De zone voor infiltratievoorziening is opgetekend op plan, enkel zijn de dimensies niet gespecifieerd.
De bestaande berging achteraan op het perceel wordt deels ingericht als recreatieruimte voor de kinderen. Dit is stedenbouwkundig aanvaardbaar gezien er wordt voldaan aan de minimale plafondhoogte en er voldoende lichtinval is.
Echter kan deze ruimte enkel worden gebruik als recreatieruimte en niet voor bewoning of huisvesting van een persoon. Wonen in tweede lijn en in een binnengebied is hier niet kenmerkend en stedenbouwkundig niet aanvaardbaar. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
Om brandoverslag te voorkomen dient conform aan artikel 34 van de bouwcode een opstand van 30 cm te worden voorzien op scheidsmuren van de recreatieruimte en tuinberging achteraan op het perceel. Een andere mogelijkheid is omwille van de brandveiligheid het dak te bekleden met niet brandbaar materiaal. Dit wordt opgenomen in de voorwaarden.
Naar voorwaarden wordt meegenomen om het dak van de recreatieruimte en tuinberging achteraan op het perceel aan te leggen als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode.
Het is verplicht om nieuwe daken van vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak, indien deze daken een helling hebben van minder dan 15° en een oppervlakte hebben van ten minste 20 m².
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
Gezien er 1 woning gebouwd zal worden, is de parkeerbehoefte 1 .
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 .
‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. ’
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0 .
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan echter afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in bovenstaande tabel, indien realisatie van de parkeerplaatsen niet mogelijk is. Dit geldt tevens voor eengezinswoningen die boven winkelpanden ingericht worden. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
De fietsparkeerbehoefte is: per slaapkamer en 1 extra: 5 slaapkamers +1 = 6 fietsstalplaatsen .
Op de plannen zijn er geen fietsstalplaatsen voorzien. Er is een berging voorzien waar ook fietsen in gestald kunnen worden, maar de afmetingen stemmen niet overeen met de voorschriften uit de bouwcode en er is niet aangegeven dat de fietsen opgehangen zouden kunnen worden.In voorwaarden wordt meegenomen om in de berging faciliteiten te voorzien om fietsen aan op te hangen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de voorgevel is af te werken in een lichte grijs genuanceerde gevelsteen in plaats van een donkere gevelsteen, conform artikel 6 en 11 van de bouwcode;
2. men moet een infiltratievoorziening met een oppervlakte van 5,27 m² te plaatsen, conform de verordening hemelwater;
3. in de fietsenberging zijn faciliteiten te voorzien om fietsen aan op te hangen, conform artikel 29 van de bouwcode;
4. het volume achteraan op het perceel kan men enkel gebruiken als recreatieruimte en tuinberging. Hier kan geen bijkomende wooneenheid worden voorzien;
5. het dak, gelegen naast het gedeelte van de scheidingsmuren van de recreatieruimte en tuinberging die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
het dak van de recreatieruimte en tuinberging achteraan op het perceel is aan te leggen als een groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
7. Uitsluitingen
het terras en het verhogen van de scheidingsmuren voorbij de 13 m worden uitgesloten uit de vergunning. Dit wordt in rood aangeduid op de plannen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 21 november 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 16 december 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 14 februari 2022 |
Verslag GOA | 26 januari 2022 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de voorgevel is af te werken in een lichte grijs genuanceerde gevelsteen in plaats van een donkere gevelsteen, conform artikel 6 en 11 van de bouwcode;
2. men moet een infiltratievoorziening met een oppervlakte van 5,27 m² te plaatsen, conform de verordening hemelwater;
3. in de fietsenberging zijn faciliteiten te voorzien om fietsen aan op te hangen, conform artikel 29 van de bouwcode;
4. het volume achteraan op het perceel kan men enkel gebruiken als recreatieruimte en tuinberging. Hier kan geen bijkomende wooneenheid worden voorzien;
5. het dak, gelegen naast het gedeelte van de scheidingsmuren van de recreatieruimte en tuinberging die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
het dak van de recreatieruimte en tuinberging achteraan op het perceel is aan te leggen als een groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
7. Uitsluitingen
het terras en het verhogen van de scheidingsmuren voorbij de 13 m worden uitgesloten uit de vergunning. Dit wordt in rood aangeduid op de plannen.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.