Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021171173 |
Gegevens van de aanvrager: | NV WINVEST I met als contactadres Jordaenskaai 25 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Breydelstraat 10-12 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 8 sectie H nrs. 1249A7 en 1249D7 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | samenvoegen van percelen op het gelijkvloers en omvormen van een handelszaak tot 3 wooneenheden |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 4/09/2018: proces-verbaal (11002_2018_7530_VPV) van doorbreking van stakingsbevel vervat in aanvankelijk proces verbaal met nummer AN.66.LB.024936/2016;
- 30/05/2018: proces-verbaal (11002_2018_6746_APO) met vaststelling van 5de doorbreking van het stakingsbevel AN.66.LB.024936/2016;
- 09/11/2017: vergunning (20171404) voor het verbouwen van een meergezinswoning met 3 woongelegenheden en handelsgelijkvloers (de vergunning werd niet uitgevoerd);
- 16/09/2016: weigering (20161349) voor het omvormen van gelijkvloers tot winkel en achterbouw voor voorraadruimte en bureel + steken van andere ramen;
- 25/02/2016: proces-verbaal met stakingsbevel (AN.66.LB.024936/2016) voor het wijzigen van de hoofdfunctie en van het aantal wooneenheden zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning;
- 04/05/2015: proces-verbaal met vaststelling van overtreding (AN/2015/VPV/0351) voor het aanbrengen van een publiciteitsbord zonder voorafgaandelijke omgevingsvergunning;
- 19/07/1935: toelating (18#2884) voor gevel- en binnenveranderingen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gesloten bebouwing van 3 bouwlagen onder zadeldak;
- volledig perceel bebouwd op het gelijkvloers;
- verdiepingen onbekend;
- gesloten bebouwing van 3 bouwlagen onder recht mansardedak;
- gelijkvloers volgebouwd;
- achterbouw van 2 bouwlagen onder plat dak;
- hoofdbouw met bouwdiepte tot circa 11 m;
- gevelafwerking:
- voorgevel in 3 traveeën met ornamenten boven de verdiepingsramen;
- balkon en fronton ter hoogte van het linker raam op de eerste verdieping;
- inrichting:
Huidige toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gesloten bebouwing van 3 bouwlagen onder zadeldak;
- volledig perceel bebouwd op het gelijkvloers;
- 1ste verdieping volledig bebouwd buiten een lichtschacht van 6 m²;
- 2de verdieping met een bouwdiepte van 9,08 m;
- dakverdieping met een bouwdiepte van 9,08 m;
- gesloten bebouwing van 3 bouwlagen onder recht mansardedak;
- gelijkvloers volgebouwd;
- achterbouw van 2 bouwlagen onder plat dak;
- hoofdbouw met bouwdiepte tot circa 11 m;
- gevelafwerking:
- verdieping in beige bepleistering met groen gelakt houten buitenschrijnwerk;
- gelijkvloerse pui in zwart gespikkelde tegels met buitenschrijnwerk in grijze aluminium met onderliggende opvulling in beigekleurige baksteen;
- witte gevelpleister met imitatievoegen waarbij gevelornamentiek werd bedekt met beplating en het fronton werd verwijderd;
- gelijkvloerse gevelopeningen met buitenschrijnwerk in hout en zwarte PVC;
- buitenschrijnwerk op verdieping in witte PVC;
- inrichting:
Gewenste toestand
- samengevoegde percelen op nummers 10 en 12;
- functie:
- 1 met netto-vloeroppervlakte van circa 80 m² met een dakterras van circa 14,7 m²;
- 1 met netto-vloeroppervlakte van circa 64 m² met een inpandig terras van circa 6,2 m²;
- 3 twee-slaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van 54,8 m² met behoud van het terras van 6,4 m²;
- 1 twee-slaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van circa 51 m² met terras van circa 6,4 m²;
- bouwvolume:
- gesloten bebouwing van 3 bouwlagen onder kroonlijst, met een ophoging van 1 bouwlaag en een daklaag:
- volledig perceel bebouwd op het gelijkvloers;
- 1ste verdieping met een bouwdiepte van 12,35 m;
- 2de en 3de verdieping met een bouwdiepte van 9,08 m;
- dakverdieping met een bouwdiepte van 9,08 m;
- gesloten bebouwing van 4 bouwlagen en een daklaag:
- gelijkvloers volgebouwd;
- achterbouw van 2 bouwlagen onder plat dak;
- verdiepingen met een bouwdiepte tot circa 11 m;
- gevelafwerking:
- plint in licht pleisterwerk met antracietkleurig PVC schrijnwerk;
- verdiepingen in beige pleisterwerk met antracietkleurig PVC schrijnwerk;
- tussenverdieping in grijs pleisterwerk met antracietkleurig PVC schrijnwerk;
- daklaag in antracietkleurige beplating;
- licht pleisterwerk met antracietkleurig PVC schrijnwerk;
- daklaag in antracietkleurige beplating;
- inrichting:
- individuele bergingen in de kelder;
- inkomhal en reca op het gelijkvloers;
- 2 duplexappartementen op de verdiepingen;
- nieuwe trappenkernen;
- berging reca in de kelder;
- inkomhal en fietsenstalling voor 10 hangende fietsen op het gelijkvloers;
- reca op het gelijkvloers;
- 4 twee-slaapkamerappartementen op de verdiepingen;
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van 2 woongebouwen tot 5 bouwlagen onder plat dak;
- omvormen van een eengezinswoning met complementaire handelsfunctie tot een meergezinswoning met 2 wooneenheden;
- vermeerderen van het aantal wooneenheden in een meergezinswoning van 3 naar 4;
- samenvoegen van 2 percelen op het gelijkvloers in functie van het uitbreiden van een gelijkvloerse reca-zaak;
- wijzigen van de functie van een bestaande handelszaak in reca;
- constructieve werken;
- wijzigen van de gevels;
- wijzigen van het bouwvolume.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 17 december 2021 | 20 januari 2022 | Ongunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 17 december 2021 | 23 december 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 17 december 2021 | 23 december 2021 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 17 december 2021 | 28 december 2021 |
Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties | 17 december 2021 | Geen tijdig advies ontvangen. |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 17 december 2021 | 17 december 2021 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 17 december 2021 | 21 december 2021 |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 17 december 2021 | 21 december 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- de gevelgeleding is door de uitbreiding niet kenmerkend in de omgeving;
- een afwerking in plaatmateriaal van het dak is niet kenmerkend voor panden met een klassieke gevelopbouw;
- 5 bouwlagen zijn niet kenmerkend voor die panden in de omgeving met een klassieke gevelopbouw;
- een kroonlijsthoogte van 15,35 m is niet kenmerkend in de omgeving;
- het bouwvolume en daarmee ook het programma overschrijden de draagkracht van het perceel;
- 5 bouwlagen zijn niet kenmerkend voor die panden in de omgeving met een klassieke gevelopbouw;
- een kroonlijsthoogte van 15,35 m is niet kenmerkend in de omgeving;
- het behoudt van de verdieping van de achterbouw op nr. 12, in combinatie met de bouwdiepte van de 1ste verdieping op nr. 10 belemmert de bezonning en daglichttoetreding in de leefruimten op de 1ste verdieping op nr. 10;
- de fietsenstallingen in nr. 12 voldoen niet aan de inrichtingsprincipes van dit artikel en zijn niet vlot bereikbaar voor alle soorten fietsen;
- er wordt geen fietsenstalling voorzien in nr. 10;
- het hoogste dak van nr. 10 en het plat dak van de achterbouw van nr. 12 zijn niet voorzien van dakopstanden van 30 cm ter hoogte van de scheidingsmuren ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;
- het is niet duidelijk hoe de zichtbaar blijvende delen van de opgehoogde scheidingsmuren afgewerkt worden;
- er zijn geen toezichtsputten RWA en DWA voorzien op eigen perceel;
- het is niet duidelijk of de verticale hemelwaterafvoeren tot op een hoogte van 1,20 m ten opzichte van het voetpad slagvast voorzien zijn;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De omgeving wordt gekenmerkt door een diversiteit aan functies, overwegend gelijkvloerse handelsruimtes met meergezinswoningen op de verdiepingen. Zowel de appartementen als de commerciële functie zijn functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het uitbreiden van beide panden met een bouwlaag en een daklaag, tot een totale bouwhoogte van vijf bouwlagen, is niet kenmerkend in de straat.
De omgeving bestaat uit panden met een klassieke gevelopbouw van drie bouwlagen en een dak of door meer recente panden van vier bouwlagen met een plat dak. Er kan niet verwezen worden naar uitzonderlijke gebouwen zoals het parkeergebouw. Het voorstel is strijdig met de kenmerkende korrel, gevelgeleding en kroonlijsthoogte in de straat.
Ondanks de functiewijziging op het gelijkvloers wordt er geen 20% open ruimte voorzien zoals beschreven in artikel 27 van de Bouwcode. Gelet op hoge bouwdichtheid van het bouwblok is dit niet aanvaardbaar. Het behoud van de verdieping op de achterbouw van nr. 12, in combinatie met de bouwdiepte van 12,35 m op de verdieping van nr. 10 hindert de bezonning en daglichttoeterding in de leefruimten op deze verdieping.
Gelet op bovenstaande wordt geconcludeerd dat het maximale bouwvolume en daardoor ook de draagkracht op de percelen wordt overschreden.
De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Daarom legt artikel 23 van de bouwcode minimum eisen op in geval van opdeling van een eengezinswoning.
Daarnaast is het nodig om in het algemeen in te zetten op voldoende ruime eengezinswoningen. In ieder geval dient elke woning over voldoende natuurlijk licht, lucht en uitzicht te beschikken, alsook over een logische planschikking met een voldoende aantal grote slaapkamers en een kwalitatieve buitenruimte (balkon, terras of tuin). De woongelegenheden van een gebouw, of van een project bestaande uit meerdere gebouwen die vervat zitten in dezelfde vergunningsaanvraag, dienen ook gevarieerd in grootte te zijn. Het geheel van deze criteria maakt dat de woningen in voorliggend project niet kwalitatief kunnen zijn.
Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden. In het voorliggende project worden er immers slaapkamers met een oppervlakte van slechts 6 m² gerealiseerd. Dit is te klein om een kwalitatieve en aangename woonbeleving te garanderen.
Hieruit kunnen we concluderen dat door het omvormen van één grote woongelegenheid op nr. 10 naar twee kleinere entiteiten en het vermeerderen van het aantal woonentiteiten op nr. 12, de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt en tegelijkertijd het woongenot daalt. Verder verhoogt dit de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden. Dit wordt mede worden onderschreven door het ontbreken van vijf autoparkeerplaatsen.
Visueel-vormelijke elementen
Het voorstel doet, door zijn atypische toevoegingen aan de klassieke gevelopbouw, afbreuk aan het straatbeeld. Het voorstel houdt geen rekening met de kenmerkende gevelopbouw en korrel in de straat. Het voorzien van een bouwlaag en een daklaag, boven de kroonlijst op nr. 10 is atypisch voor de klassieke gevelopzet en bijgevolg niet aanvaardbaar. Bovendien doet zowel de materialisatie van de dakverdieping in plaatmateriaal, als de uitwerking als één aangesloten dakverdieping over de twee panden afbreuk aan de geleding van de gevels in de straat.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Naast de vermelde strijdigheden met de bouwcode op vlak van harmonie en draagkracht (artikel 6), inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte (artikel 10), afwerken van gevels en materiaalgebruik (artikel 11), open ruimte (artikel 27), fietsvoorzieningen (artikel 29) en autostalplaatsen (artikel 30) zijn er nog volgende afwijkingen vastgesteld:
- De aanvraag voorziet geen afvalberging voor de reca-functie conform artikel 26. Deze zou kunnen worden voorzien in de kelder.
- Het hoogste dak van nr. 10 en het plat dak van de achterbouw van nr. 12 zijn conform artikel 34 niet voorzien van dakopstanden van 30 cm ter hoogte van de scheidingsmuren ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Het is ook niet duidelijk hoe de zichtbaar blijvende delen van de opgehoogde scheidingsmuren afgewerkt worden.
- De aanvraag geeft geen duidelijke weergave van het rioleringsstelsel. In de bouwcode zijn hierover onder artikels 40 en 41 bepalingen opgenomen. Er kan niet worden afgetoetst of de aanvraag heraan voldoet. In ieder geval is het noodzakelijk dat elke gebouw wordt voorzien van zijn eigen rioleringsstelsel.
- De aanvraag voorziet conform artikel 43 geen septische put in elk van de gebouwen ondanks het afvoerstelsel wordt aangepast.
- Het is niet duidelijk of de afvoeren van de keuken in de reca-zaak conform artikel 44 op vetafscheiders zijn aangesloten.
In de gelijkvloerse reca-ruimte worden enkele afwijkingen op de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid vastgesteld voor de niveauverschillen, de trappen, de deuren en het sanitair. Met het oog op een vlotte toegankelijkheid voor mindervaliden is het belangrijk aan deze wetgeving te voldoen.
Voor de exploitatie van de appartementen dient de eigenaar na te gaan of er indelingsplichtige activiteiten van toepassing zijn aangezien dit niet uit de plannen is af te leiden (airco, warmtepompen, stookinstallaties,…). Bijkomend kunnen er voor de reca nog andere indelingsplichtige activiteiten aanwezig zijn (lozing huishoudelijk afvalwater, koelinstallaties,…).
Omwille van het belang van de brandveiligheid komt de aanvraag niet voor vergunning in aanmerking na een ongunstig advies van de brandweer.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.
In de laatst vergunde toestand is er een eengezinswoning met reca op het gelijkvloers, en een meergezinswoning met 3 appartementen met een garage op het gelijkvloers.
Beide percelen worden samengevoegd en op het gelijkvloers wordt de recazaak uitgebreid. De wooneenheden worden vermeerderd van 4 naar 6.
1 bijkomend appartementen < 60 m² met parkeernorm 1,05: 1 x 1,05 = 1,05; 1 bijkomend appartementen tussen 60 m² en 90m² met parkeernorm 1,2: 1 x 1,2 = 1,2. Voor de uitbreiding van het aantal wooneenheden is de parkeerbehoefte 2 (1,05 + 1,2 = 2,25).
Voor de reca op het gelijkvloers moeten in het centrum van de stad geen eigen parkeerplaatsen voorzien worden. Door de functiewijziging verdwijnen wel de vergunde parkeerplaatsen voor de 3 bovenliggende appartementen. Deze parkeerplaatsen dienen bij de parkeerbehoefte te worden bijgeteld.
De werkelijke parkeerbehoefte is 5.
|
De plannen voorzien geen nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
De 3 vergunde parkeerplaatsen verdwijnen door de functiewijziging op het gelijkvloers.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Voorliggende aanvraag heeft betrekking op panden met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 5.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5 – 0 = 5. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Door dergelijk programma te voorzien waarbij de bestaande parkeerplaatsen verdwijnen en alle parkeerplaatsen worden afgewenteld op het openbaar domein, wordt de draagkracht van het perceel en de omgeving overschreden.
Fietsvoorzieningen
De aanvraag voorziet het stallen van de fietsen in de inkomhal van nr. 12 door middel van een ophangsysteem voor alle fietsen. Gelet op de opstelling en de wijze van stallen in afwijking op artikel 29 van de bouwcode, wordt geoordeeld dat deze indeling de vlotte toegang tot de appartementen zal verhinderen. Bovendien kunnen niet alle fietsen gestald worden in het voorgestelde ophangsysteem. De dienst Mobiliteit adviseert minimum de helft van de fietsenstallingen te voorzien als een gewoon enkel systeem. Voorgestelde indeling van de inkomhal kan bijgevolg niet toegestaan worden.
Er worden bovendien geen fietsenstalplaatsen voorzien in nr. 10.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en het ongunstig advies van de brandweer.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 17 november 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 17 december 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 14 februari 2022 |
Verslag GOA | 27 januari 2022 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.