Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021115965 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | Stad Antwerpen (0207500123) met als contactadres Grote Markt 1 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Noordersingel 3 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 25 sectie A nr. 56V9 |
waarvan: |
|
- 20210706-0051 | afdeling 25 sectie A nr. 56V9 (Recyclagepark Borgerhout) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de actualisatie van de vergunning van recyclagepark Borgerhout en een bijstelling |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
De stad Antwerpen beschikt sinds 16 maart 2017 over een milieuvergunning van onbepaalde duur (MLAV1/2016-0375) voor de exploitatie van het containerpark van Borgerhout.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat de actualisatie van de milieuvergunning voor een bestaand recyclagepark te Borgerhout. Het betreft dus een verandering. Tevens wordt een afwijking gevraagd voor het verplicht aanleggen van een meetgoot.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
2.2.1.b) | opslag en sortering van selectief ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, met inbegrip van gevaarlijk afval (recyclagepark); | 1 recyclagepark |
2.2.2.f)1° | opslag en mechanische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen van maximaal 100 ton; | 8,00 ton |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | +67,65 m³/uur |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. | Bij te stellen voorwaarde: Artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II tot het verplicht aanleggen van een meetgoot bij een uurdebiet > 2 m³/u bedrijfsafvalwater
Voorgesteld alternatief/aanvulling: Een controle-inrichting na de koolwaterstofafscheider is aanwezig. Deze bestaat uit een goed bereikbare controleput waar het geloosd bedrijfsafvalwater kan worden gecontroleerd. Het water wordt reeds gemonitord. |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij | 29 september 2021 | 10 november 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 29 september 2021 | 18 november 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 29 september 2021 | 6 oktober 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Oosterweelverbinding-Wijziging, goedgekeurd op 20 maart 2015. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: gebied voor wegeninfrastructuur.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 43 Noordersingel, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 3 augustus 1998. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: groenzone en bedrijvigheidszone.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag omvat geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen. Het bestaande vergunde recyclagepark wordt gesitueerd in een zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut en is bijgevolg functioneel verenigbaar met de omgeving.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Op het recyclagepark worden huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen van inwoners van de stad Antwerpen aanvaard. Meestal gaat het om fracties en/of hoeveelheden die niet met de wekelijkse huisvuilophaalrondes kunnen worden opgehaald.
Ten opzichte van de in 2017 vergunde situatie worden volgende wijzigingen gevraagd:
Meer in detail omvat de aanvraag een actualisatie van:
KGA, frituur- en motorolie worden steeds op aanwijzing achtergelaten en verder gesorteerd door één van de parkbeheerders. Deze afvalstoffen worden in een opslaglokaal (KGA-kluis) en/of in vloeistofdichte recipiënten onder een luifel gestockeerd. Om bodemverontreiniging te voorkomen is de houder voor motorolie uitgerust met een niveaumeting en is deze geplaatst in een oliebestendige inkuiping. Ook voor de opslag van frituuroliën en -vetten gelden dezelfde maatregelen.
De container van 10 m³ voor de inzameling van asbest wordt vervangen door een container van 20 m³. Gebonden asbest mag enkel ingepakt in plastiek aangevoerd worden door de bezoekers en moet in de daartoe voorziene container worden gelegd, niet gegooid. De asbestcontainer is afgedekt met plastiek en staat afzonderlijk op het terrein opgesteld. Er worden driemaandelijks asbestmetingen georganiseerd. Om veelvuldig openen en sluiten van de container te voorkomen (en dus extra stofvorming) wordt de container tijdens de openingsuren opengelaten. Buiten de openingsuren wordt hij steeds afgedekt.
Met “gebonden asbest” wordt “hecht gebonden” asbestafval (asbestcement) bedoeld. Dit moet gescheiden van andere afvalstoffen aangeleverd worden. Het aanvaarden en het omgaan met asbestcement dient in overeenstemming te zijn met de omzendbrief van 18 december 2020 (2020/02020/1) betreffende de wijziging en actualisatie van de omzendbrief van 27 augustus 2008 over inzameling van asbestcement op de recyclageparken in het Vlaams Gewest.
De AEEA wordt ingezameld in 8 houten palletboxen in plaats van in 2 Recupelhuisjes. AEEA is gevaarlijk afval als het gevaarlijke onderdelen en/of mengsels bevat zoals koelgassen, batterijen, PCB houdende condensatoren, onderdelen die kwik bevatten, enzovoort. De ingezamelde AEEA moeten apart van de andere afvalstoffen opgeslagen worden. De ingezamelde AEEA worden op een milieuverantwoorde wijze opgeslagen, rekening houdend met de volgende technische voorschriften (conform artikel 5.2.5.2 van VLAREMA):
Voor de inzameling van snoeihout, gazonmaaisel, tuinafval wordt een extra container van 35 m³ voorzien.
Alle selectief ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen komen in specifiek aangepaste recipiënten terecht. Er is geen opslag rechtstreeks op de grond. Alle containers en andere recipiënten staan op een vloeistofdichte verharding aangesloten op een vetvanger en olie-afscheider.
De exploitant wenst onder rubriek 2.2.1.b in de toekomst volgende afvalstoffen selectief in te zamelen:
Containerpark Borgerhout – OMV_2021115965 – 2021/3632 | ||
Afvalfractie | Vergund | Gewenst |
glas | 4 x 3 m³ | 2 x 3 m³ |
ferro- en non ferro metalen | 35 m³ | 35 m³ |
grof vuil | 30 m³ | 30 m³ |
houtafval | 2 x 30 m³ | 2 x 30 m³ |
PMD | 5 x 1,1 m³ | 3 x 1,1 m³ |
puin- en sloopafval | 2 x 10 m³ | 2 x 10 m³ |
papier | 2 x 40 m³ | 2 x 40 m³ |
textiel | 5 x 0,66 m³ | 5 x 0,66 m³ |
brandbaar grof vuil | 2 x 30 m³ | 3 x 30 m³ |
niet brandbaar grof vuil | 30 m³ | 2 x 30 m³ |
autobanden | 3 x 2 m³ | 5 x 2 m³ |
auto-accu’s | 6 x 650 liter | 1 x 600 liter |
TL lampen | 1 x 1.000 stuks | 2 x 800 stuks |
klein gevaarlijk afval (ASP-containers) | 30 x 800 liter | 30 x 800 liter |
klein gevaarlijk afval (chemokluis) | 18 m³ | 18 m³ |
snoeihout, gazonmaaisel en tuinafval | 40 m³ | 75 m³ |
frituurolie | 2 x 650 liter | 4 x 650 liter |
afvalolie | 1.000 liter | 500 liter |
asbest | 10 m³ | 20 m³ |
batterijen (kleine en middelgrote) | 1 m³ | 660 liter |
AEEA | 2 x 12 m³ | 8 palletboxen |
kringloopgoederen | 1 garage | 1 garage |
piepschuim | 20 m³ | kunststof zakken |
vlak glas | 10 m³ | 2 x 1 m³ |
harde kunststoffen | 20 m³ | 30 m³ |
reservecontainers | 3 x 10 m³ | 3 x 10 m³ |
oude matrassen |
| 35 m³ |
Deze wijziging van de afvalfracties zal (de bronnen van) de risico’s en potentiële hinder van het recyclagepark niet wijzigen, evenmin als de bedrijfsvoering. Er zijn geen klachten over het park gekend bij de toezichthoudende diensten van de stad Antwerpen. OVAM geeft een gunstig advies voor wat de aanpassing van de rubriek 2.2.1.b betreft.
Artikel 4.2.5.1.1§1 van VLAREM II stelt dat bedrijfsafvalwater van inrichtingen die een maximum hoeveelheid bedrijfsafvalwater van meer dan 2 m³ per dag of 50 m³ per maand of 500 m³ per jaar lozen, moet worden geloosd via een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen. Voor debieten groter dan 2 m³/uur of groter dan 20 m³/dag gaat de voorkeur uit naar de plaatsing van een meetgoot.
Bij de berekening van het uurdebiet is rekening gehouden met piekdebieten bij hevige regenbuien. Daar deze hevige regenbuien slechts in beperkte mate voorkomen, vindt de uitbater de plaatsing van een meetgoot een overdreven maatregel. Een controle-inrichting na de koolwaterstofafscheider is aanwezig. Deze bestaat uit een goed bereikbare controleput waar het geloosd bedrijfsafvalwater kan worden gecontroleerd. Het afvalwater wordt reeds gemonitord. VMM geeft gunstig advies voor de bijstelling van deze sectorale voorwaarde. De exploitant hoeft geen meetgoot te plaatsen.
De vloer van het recyclagepark is uitgerust met een betonverharding die afwatert naar de openbare riolering. Voor het lozen van bedrijfsafvalwater wordt een maximaal debiet van 3.300 m³/jaar gevraagd. De verhoging van het debiet voor het lozen van bedrijfsafvalwater (3.300 m³/jaar nu tegenover 3.105,6 m³/jaar in 2017) heeft te maken met de redenering dat hemelwater dat op de verharding terecht komt, mogelijks verontreinigd is en dus als bedrijfsafvalwater aanzien moet worden. Er zijn geen fysieke ingrepen gebeurd. Door de KWS-afscheider is reeds een buffervolume gecreëerd. Dit zal zorgen voor een vertraagde lozing van het afstromend hemelwater zodat de openbare riolering ontlast wordt. Na de KWS-afscheider komt het water terecht in een infiltratiezone. Deze is aangesloten op de riolering.
OVAM geeft een gunstig advies voor deze omgevingsvergunningsaanvraag en geeft onderstaande aandachtspunten mee:
In de basisvergunning met referentie MLAV1/2016-0375 werden reeds volgende bijstellingen op de sectorale voorwaarden van Vlarem II vergund:
Deze reeds vergunde afwijkingen van de sectorale voorwaarden, blijven behouden.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning aan te passen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
2.2.1.b) | opslag en sortering van selectief ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, met inbegrip van gevaarlijk afval (recyclagepark); | 1 recyclagepark |
2.2.2.f)1° | opslag en mechanische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen van maximaal 100 ton; | 8,00 ton |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | +67,65 m³/uur |
Gecoördineerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
2.2.1.b) | opslag en sortering van selectief ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, met inbegrip van gevaarlijk afval (recyclagepark); | 1 recyclagepark |
2.2.2.f)1° | opslag en mechanische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen van maximaal 100 ton; | 8,00 ton |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 68,00 m³/uur |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | In afwijking van artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II dient geen meetgoot geplaatst te worden |
2. | De exploitant volgt de aanbevelingen van OVAM op en implementeert deze in de bedrijfsvoering. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 6 september 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 29 september 2021 |
Start 1e openbaar onderzoek | 8 oktober 2021 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 6 november 2021 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 16 november 2021 |
Start laatste openbaar onderzoek | 9 december 2021 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 7 januari 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 13 maart 2022 |
Verslag GOA | 28 januari 2022 |
naam GOA | Bieke Geypens |
Wijzigingsverzoeken
De aanvrager heeft een of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens een van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvaarde wijzigingen zijn zodanig dat er een nieuw openbaar onderzoek werd gehouden en eventuele adviezen opnieuw werden gevraagd.
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
8 oktober 2021 | 6 november 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
9 december 2021 | 7 januari 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. | In afwijking van artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II dient geen meetgoot geplaatst te worden |
2. | De exploitant volgt de aanbevelingen van OVAM op en implementeert deze in de bedrijfsvoering. |
Brandweervoorwaarden
de standaardbrandweervoorwaarden die aan deze vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
2.2.1.b) | opslag en sortering van selectief ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, met inbegrip van gevaarlijk afval (recyclagepark); | 1 recyclagepark |
2.2.2.f)1° | opslag en mechanische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen van maximaal 100 ton; | 8,00 ton |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 68,00 m³/uur |
De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
1. | In afwijking van artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II dient geen meetgoot geplaatst te worden |
2. | De exploitant volgt de aanbevelingen van OVAM op en implementeert deze in de bedrijfsvoering. |
3. | In afwijking van artikel 5.2.1.2.§3 van Vlarem II mogen er op woensdagen (vanaf 1 maart tot 1 oktober) tot 20u (i.p.v. tot 19u) afvalstoffen worden aangevoerd. |
4. | In afwijking van artikel 5.2.1.5.§2 van Vlarem II mag de bestaande gemeenschappelijke omheining met het RWZI Deurne (aan de Noordzijde) een hoogte hebben van 180 cm (in plaats van ongeveer 200 cm). |
5. | Onverminderd te bepalingen in de stedenbouwkundige vergunning, dient er, in afwijking van artikel 5.2.1.5.§5 van Vlarem II, geen 5 meter breed groenscherm voorzien te worden. De omheining aan de oost-, zuid- en westzijde dient voorzien te zijn van klimop. |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.