Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021179013 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Daniel Dumeez met als adres Wisonweg 318 bus 101 te 2610 Wilrijk |
Ligging van het project: | Wilsonweg 316A en 318 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 42 sectie C nrs. 117R4 en 117W4 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen met wijziging van het aantal woongelegenheden |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 22/04/2005: vergunning (544#29) voor de regularisatie voor het verbouwen van een woning naar twee appartementen en bouwen van een woning;
- 04/01/1965: vergunning (222#612) voor het bouwen van een woning met werkplaats.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
- bouwvolume: besloten bebouwingen van 2 bouwlagen onder zadeldak;
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- in overeenstemming met de laatst vergunde toestand, afgezien van:
Gewenste toestand
- functie:
- regulariseren van de wijzigingen in de bestaande toestand;
- herinrichten van de voortuin:
- het tweede veluxraam in voorste dakdeel 318 wordt alsnog geplaatst.
Inhoud van de aanvraag
- omvormen twee grondgebonden geschakelde woningen naar een woning en een meergezinswoning met 2 woongelegenheden;
- regulariseren van buitenschrijnwerk voorgevel;
- regulariseren van verharding achtertuin;
- wijzigen inrichting voortuin.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met landelijk karakter. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Op 04/01/1965 is er een vergunning verleend voor het bouwen van een eengezinswoning van twee bouwlagen en een hellend dak en achteraan een magazijn. Deze woning was voorzien op het perceel met huisnummer 318 zodat er op het aanpalende perceel ruimte was om het achterliggend magazijn te bereiken.
Op 22/04/2005 is er een vergunning verleend voor het bouwen van een pand van twee bouwlagen en een hellend dak op het perceel met huisnummer 316A. Het nieuwe pand was intern verbonden met het pand op huisnummer 318. De vergunde situatie bevat bijgevolg twee grondgebonden geschakelde woningen, namelijk een wooneenheid op het gelijkvloers van het rechtse pand en een grote wooneenheid op het gelijkvloers van het linkse pand en de bovenliggende verdiepingen van beide panden.
Met voorliggende aanvraag wordt de interne verbinding tussen beide panden gesupprimeerd en het pand met nummer 318 omgevormd tot meergezinswoning met twee woongelegenheden.
De stad telt heel wat grote woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. De grote woongelegenheden, die voorzien zijn voor het huisvesten van een groot gezin, verdwijnen hierdoor.
Daarenboven zijn de panden gelegen in een woongebied met landelijk karakter. Voorgestelde uitwerking met een typologie van een ‘standaard’ gestapelde meergezinswoning houdt hier geen rekening mee.
Ook zijn de panden gelegen op circa 100m van de snelweg waardoor er een zekere geluidshinder is. Voorgestelde typologie van ‘standaard’ gestapelde meergezinswoning is onaangepast aan deze ligging.
Hieruit blijkt dat door de voorgestelde omvorming van de twee grondgebonden geschakelde woningen de densiteit stijgt en tegelijkertijd het woongenot onaanvaardbaar daalt.
Bijgevolg zal het vermeerderen van het aantal wooneenheden en de daarbij voorgestelde wijzigingen worden uitgesloten van vergunning.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag bevat slechts beperkte wijzigingen aan de gevels. Het buitenschrijnwerk in de voorgevel van het rechtse pand is tegenover de vergunde toestand gewijzigd. Dit is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Voorliggende aanvraag voorziet drie parkeerplaatsen in voortuin. De breedte van beide percelen bedraagt circa 18 meter. Door de achterliggende functie van magazijn is er reeds een zone van circa 4,11 meter breed verhard met grind. Op beide percelen is er ook een toegangspad voorzien naar de voordeur van 1,50 en 1,00 meter breed. Hierdoor is er van de circa 18,00 meter nog ongeveer 11,40 meter over om in te richten als groene zone. Door hier nog 3 parkeerplaatsen aan toe te voegen blijft er nog 4,10 meter over, wat minder is dan ¼ van de totale breedte van beide percelen.
In een woongebied met landelijk karakter is dit onaanvaardbaar.
Twee van de drie parkeerplaatsen worden ingetekend op een locatie waar deze geen negatieve invloed op artikel 12 van de bouwcode. Artikel 30 van de bouwcode vraagt om parkeerplaatsen in open lucht zo in te richten dat deze zuinig omgaan met ruimtegebruik, een zekere beeldkwaliteit voorzien en dat de verharding oppervlakte beperkt is. De aanvraag toont aan dat een groene invulling van de restruimte van de voortuin, waarbij er nieuwe hagen en een nieuwe boom voorzien wordt, gewenst is.
Hierdoor is er voor beide wooneenheden een parkeerplaats aanwezig.
Het voorzien van de middelste parkeerplaats zal worden uitgesloten. Deze zone dient met volwaardig groen aangelegd te worden.
Op eerder aangeleverd beeldmateriaal (via mail op 10/05/2021) is vast te stellen dat het dichten van de openingen om het aantal wooneenheden te vermeerderen is gebeurd met snelbouwsteen. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Gelet op de beoordeling waarbij het opdelen wordt uitgesloten is er geen aanleiding om hierop een afwijking toe te laten of hier een voorwaarde over op te nemen.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien het vermeerderen van het aantal wooneenheden wordt uitgesloten. Het aantal wooneenheden blijft hierbij gelijk ten opzichte van de vergunde toestand.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de restruimte van de voortuin te voorzien van volwaardig groen;
2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Uitsluitingen
3. het vermeerderen van het aantal wooneenheden en alle handelingen, werken en wijzigingen in functie hiervan;
4. de middelste parkeerplaats in de voortuin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 23 november 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 21 december 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 19 februari 2022 |
Verslag GOA | 31 januari 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de restruimte van de voortuin te voorzien van volwaardig groen;
2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Uitsluitingen
3. het vermeerderen van het aantal wooneenheden en alle handelingen, werken en wijzigingen in functie hiervan;
4. de middelste parkeerplaats in de voortuin.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.