Sinds 2020 merkt de dienst Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/Regie Kinderopvang dat er nog weinig tot geen starters in de kinderopvang meer zijn. Eén belangrijke reden kan de corona-pandemie zijn, een andere de verstrenging in de locatie-adviezen. Om alsnog starters te motiveren in clusters met een kleiner tekort of klein 'overschot' aan kindplaatsen ligt een versoepeling van de beslissingsboom ter goedkeuring voor. Hierdoor zal er meer concurrentie kunnen optreden wat de kwaliteit kan opdrijven én wat ouders potentieel meer keuzevrijheid zal geven.
De nieuwe opbouw van de locatieadviezen houdt rekening met volgende parameters:
Het beoordelingskader lucht en geluidsniveau zoals goedgekeurd door het college op 2 mei 2018 (jaarnummer 4164) wordt eveneens maximaal meegenomen binnen het locatieadvies.
De stad kan ook rekening houden met bijkomende gezondheidselementen bij het formuleren van het locatieadvies. In eerste instantie zal er alvast een negatief advies gegeven worden aan kinderopvangprojecten in wijken Hertogvelden en Moretusbrug (gelet op de nabijheid bij Umicore).
De stad Antwerpen kampt met een tekort aan kinderopvang voor kinderen van 0 tot 3 jaar. Om het aantal kindplaatsen uit te breiden neemt de stad Antwerpen haar regierol op en stimuleert ze de private kinderopvangsector. Deze legislatuur streeft de stad Antwerpen naar 39 plaatsen per 100 kinderen.
Het tekort aan kinderopvang is niet in alle wijken van de stad even groot. Om de tekorten beter in beeld te brengen heeft het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) van de stad Antwerpen het grondgebied van de stad Antwerpen verdeeld in clusters, samengesteld uit één of meerdere wijken. In elke cluster woont een vergelijkbaar aantal kinderen van 0 tot 3 jaar. De norm van 39 plaatsen per 100 kinderen die het stadsbestuur op stadsniveau wil realiseren wordt niet in elke cluster op dezelfde manier toegepast. Er wordt immers rekening gehouden met de werkzaamheidsgraad per wijk van elke cluster. Het tekort aan kinderopvang wordt groter ingeschat als de werkzaamheidsgraad groter is dan het stedelijk gemiddelde en kleiner ingeschat wanneer de werkzaamheidsgraad kleiner is dan het stedelijk gemiddelde. Dit heet de gewogen 39% norm.
Ook de dienst Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/Regie Kinderopvang gebruikt dit clustersysteem en de gewogen 39% norm. En gebruikt dit systeem bij het geven van de opportuniteitsadviezen of locatieadviezen. De stad Antwerpen krijgt immers als lokaal bestuur de opdracht van de Vlaamse overheid om aan organisatoren van kinderopvang zulk advies te geven bij:
een aanzienlijke uitbreiding (meer dan acht plaatsen) van een opvanglocatie.
Dit advies is in eerste instantie gericht op organisatoren van groepsopvang die starten met opvang met een vaste prijs (daar het merendeel van de starters start zonder subsidiëring door de Vlaamse Overheid). De dienst Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/Regie Kinderopvang houdt bij de opmaak van de adviezen voornamelijk rekening met het tekort ten opzichte van de gewogen 39% en de gemiddelde inkomens. Deze parameters worden gevisualiseerd in een beslissingsboom. Deze boom werd goedgekeurd door het college op 28 juni 2019 (jaarnummer 5373). Toen werd er een verstrenging van de locatieadviezen goedgekeurd: vanaf dat de gewogen 39% norm behaald wordt in een cluster geldt er momenteel een negatief advies.
Het college keurt de aanpassing aan de beslissingsboom locatieadviezen kinderopvang goed.