Terug
Gepubliceerd op 14/02/2022

2022_CBS_01122 - Fietsleasing - Wijziging aanbod medewerkers en fietspolicy - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/02/2022 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Annick De Ridder, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_01122 - Fietsleasing - Wijziging aanbod medewerkers en fietspolicy - Goedkeuring 2022_CBS_01122 - Fietsleasing - Wijziging aanbod medewerkers en fietspolicy - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Regelgeving: bevoegdheid

Op 25 maart 2019 (jaarnummer 154) besliste de gemeenteraad om de bevoegdheid om de rechtspositieregeling en reglementen omtrent personeelsaangelegenheden in uitvoering van de rechtspositieregeling vast te stellen, over te dragen naar het college. De raad voor maatschappelijk welzijn besliste op 25 maart 2019 (jaarnummer 27) hetzelfde voor het vast bureau.

Op 24 mei 2019 (jaarnummer 00205) keurde het vast bureau het principe goed dat wijzigingen aan de rechtspositieregeling (met uitzondering van wijzigingen aan het statuut van maatschappelijk werkers), uitvoeringsbesluiten op de rechtspositieregeling en andere besluiten met betrekking op personeelsbeleid enkel beslist worden door het college.

Argumentatie

De juridische dienst van de RSZ verduidelijkte dat de medewerker zijn keuze voor de inzet van vakantiegeld en eindejaarspremie, moet doorgeven voor het recht ontstaan is.

Met dit aanpassingsbesluit zal de stad haar aanbod van fietsleasing conformeren aan de verduidelijking  van de RSZ. De verrekening met vakantiegeld wordt niet meer voorzien omdat er vanuit juridisch/wetgevend oogpunt nog teveel onzuiverheden bestaan.  De inzet van het brutobedrag van de eindejaartoelage zal pas vanaf het eerstvolgende jaar (volledig) ingezet kunnen worden (dus geen pro-rata-berekening in het startjaar).

 

Wijzigingen aan het ruilaanbod

Als bijdrage voor het gebruik van een leasefiets, zal de medewerker een keuze maken uit het ruilen van:

  • reeds verworven loopbaanspaardagen en/of;
  • jaarlijkse vakantiedagen en/of;
  • een bedrag aan eindejaarstoelage.

Loopbaanspaardagen

Net als in het eerdere aanbod kunnen enkel loopbaanspaardagen (vakantie-uren) ingeruild worden die beschikbaar zijn op het moment van afsluit van de overeenkomst. De medewerker kiest hoeveel loopbaanspaaruren hij inruilt.

Jaarlijkse vakantiedagen

Medewerkers kunnen maximaal zeven jaarlijkse vakantiedagen per jaar gedurende de looptijd van de fietsleasing inruilen. De medewerker kiest hoeveel jaarlijkse vakantiedagen hij inruilt, maar dit aantal dient per leasingjaar gelijk te zijn (uitgezonderd eventueel in het laatste leasingjaar).

Eindejaarspremie

Tenslotte heeft de medewerker ook de mogelijkheid om een geldelijke bijdrage te leveren door middel van het inruilen van een bedrag aan bruto-eindejaarspremie.

Een bijdrage zal steeds verrekend worden op het totaalbedrag aan eindejaarspremie, zolang er een openstaand saldo in functie van de betaling van de fiets is.

Maximale contractwaarde van het leasingcontract

Een medewerker kan een leasingcontract aangaan waarvan de totale contractwaarde het bedrag van 2x de eindejaarspremie niet overschrijdt, nadat de waarde van de gekozen vakantie-uren (jaarlijkse vakantie en loopbaanspaardagen) in mindering worden gebracht.  

Fietspolicy

De rechten en plichten van de medewerker verbonden aan de leasefiets zijn opgenomen in een fietsleasepolicy. De fietsleasepolicy wordt aangepast aan de bijgestuurde werkwijze.

 

Andere leasingvoorwaarden en –engagementen

Andere voorwaarden blijven ongewijzigd conform de collegebeslissing van 30 november 2018 (jaarnummer 10386) en de collegebeslissing van 16 oktober 2020 (jaarnummer 8578) en zijn opgenomen in de fietsleasepolicy.

Juridische grond

Besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020 houdende maatregelen ten gevolge van de pandemie veroorzaakt door COVID-19 en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Aanleiding en context

Op 21 februari 2018 (jaarnummer 77) besliste het manteam om in te zetten op fietsleasing volgens een stelsel van ‘loonruil’ als bijkomende maatregel ter ondersteuning van het woon-werkverkeer.

Op 6 juli 2018 (jaarnummer 6318) keurde het college goed om het raamcontract betreffende de fietsleasing te gunnen aan KBC Autolease nv.

Op 30 november 2018 (jaarnummer 10386) keurde het college het principe van de fietsleasing en de fietspolicy goed, waarbij een uitgewerkt aanbod is opgenomen omtrent het aanbieden van leasefietsen voor medewerkers.

Sedertdien heeft de medewerker de vrije keuze om een zelfgekozen fiets te financieren door middel van het inruilen van (combinaties mogelijk):

  • tot 5 jaarlijkse vakantiedagen per jaar;
  • een saldo aan loopbaansparen;
  • een gedeelte van het maandloon, beperkt tot – behoudens bepaalde uitzonderingen – 1 lagere weddetrap binnen de functionele loopbaan waarin de medewerker is aangesteld.

Op 7 december 2018 (jaarnummer 10878) verstuurde het college een collegiale brief aan 3 bevoegde instanties  om een duidelijkere regeling voor lokale besturen te vragen met betrekking tot ruilmogelijkheden van  arbeidsvoorwaarden ter bevordering van fietsmobiliteit bij haar medewerkers:

  • Rechtspositie: brief aan de Vlaams minister voor binnenlands bestuur;
  • Fiscaliteit: brief aan de Federaal minister van Financiën;
  • Sociale zekerheid (RSZ): brief aan de Federaal minister van Sociale Zaken.

In navolging van haar vraag om een duidelijkere regeling te voorzien, ontving de stad een antwoord van de minister van Financiën, bevoegd voor de fiscale behandeling, dd. 23 januari 2020, dat er fiscaal gezien geen bijdragen verschuldigd zijn op zowel het ter beschikkingstellen van een bedrijfsfiets als een verrekening via loon.

Op haar brief aan de minister van Sociale Zaken ontving de stad geen formeel antwoord. Wel werd door de controlediensten van RSZ om toelichting gevraagd. Op basis van de aangeleverde informatie oordeelde de inspectiedienst van RSZ, via schrijven dd. 25 augustus 2020, dat het aanbod van de stad voor haar medewerkers:

  • in strijd is met de Vlaamse rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel;
  • in strijd is met de loonbeschermingswet;
  • er zich een probleem zou stellen met de vaststelling van het ambtenarenpensioen voor vastbenoemde medewerkers.

De Vlaamse Regering tenslotte drukte meermaals de wens uit, in antwoord op parlementaire vragen, om de lokale besturen te ondersteunen bij het uitwerken van aanbod van fietsmobiliteit.

Op 18 september 2020 keurde de Vlaamse regering dan ook de aanpassing van regelgeving goed waarbij “de mogelijkheid voor besturen om personeelsleden op vrijwillige basis vakantiedagen en/of een gedeelte of geheel van hun vakantietoeslag en/of een gedeelte of geheel van hun eindejaarstoelage in te laten ruilen tegen voordelen ter bevordering van de fietsmobiliteit” wordt geboden.

Op 16 oktober 2020 (jaarnummer 8578) keurde het college het aanpassingsbesluit goed om het aanbod van fietsleasing te conformeren aan het principebesluit van de Vlaamse Regering.

Sedertdien kan de medewerker een keuze maken uit het ruilen van:

  • reeds verworven loopbaanspaardagen en/of;
  • jaarlijkse vakantiedagen en/of;
  • een bedrag aan eindejaarstoelage en/of vakantiegeld.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college keurt de aanpassing aan de ruilvoorwaarden voor het aanbod van fietsleasing voor stedelijke medewerkers goed en biedt volgende ruilmogelijkheden:

  • tot 7 jaarlijkse vakantiedagen per jaar (waardering aan bruto-uurloon);
  • een saldo aan loopbaansparen (waardering aan bruto-uurloon);
  • ruilen van eindejaarspremie (bruto-bedragen)

De maximale contractwaarde van een leasingcontract kan niet hoger zijn dan 2 keer het geraamde bedrag aan eindejaarspremie volgens de inschaling en arbeidsregime op het moment van contractname, nadat de waarde van de gekozen vakantie-uren in mindering werden gebracht.

Artikel 2

Het college keurt de gewijzigde fietspolicy goed.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.