2022_CBS_01066 - Omgevingsvergunning - OMV_2021139681. Magershoek 7. District Antwerpen - Goedkeuring

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-      Op 6 juli 2018 verleende het college een omgevingsvergunning (OMV_2018020216) voor terreinaanleg en een inrichting voor het wegen van containers;

-      Op 26 maart 2018 keurde de gemeenteraad het ontnemen van het statuut van openbare

weg van Magershoek goed.

Inhoud van de aanvraag

De omgevingvergunning voor terreinaanleg en het inrichten voor het wegen van containers (OMV_2018020216), werd slechts deels uitgevoerd door enkel het noordwestelijke deel van het terrein te ontwikkelen. Voor het overige deel is deze vergunning nu vervallen. Voorliggende aanvraag betreft de huidig gebouwde toestand alsook de ontwikkeling van het zuidoostelijke deel van het terrein. De aanvraag omvat volgende werken:

-          Het uitbreiden van de verharding;

-          Het verplaatsen en uitbreiden van de bestaande, reeds vergunde, kantoorunits;

-          Het verplaatsen van een reeds vergunde mazouttank en distributiepomp;

-          Het plaatsen van een container met elektriciteitsmeter;

-          Het verplaatsen van de bestaande, reeds vergunde, weegbruggen;

-          Het plaatsen van terreinafsluiting en schuifpoort;

-          Het plaatsen van lichtmasten;

-          Het inrichten van een parkeerzone voor personenwagens en het plaatsen van een overdekte fietsenstalling;

-          Het plaatsen van publiciteit.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 6 juli 2018 werd door het college een vergunning verleend voor een ingedeelde inrichting of activiteit voor het wegen van containers, voor een termijn van onbepaalde duur.

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat een verplaatsing van de tankpiste en de uitbreiding van een stalplaats voor bedrijfsvoertuigen.

Aangevraagde rubrieken

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en

inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde

industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten. In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een

inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het

moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier geldt hoofdzakelijk het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven en

watergebonden bedrijven en –voor de dokken– Gebied voor Waterweginfrastructuur. De Scheldelaan en Oudedijkweg worden bestemd als Gebied voor Verkeers- en

vervoersinfrastructuur. Parallel langs deze wegen loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,

infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De nieuwe dakoppervlakte van het kantoorgebouw bedraagt 72 m² waardoor de hemelwaterverordening hierop niet van toepassing is. Echter wordt vanuit ecologisch en economisch oogpunt alsnog aangeraden om het hemelwater dat op de dakoppervlakte valt te verzamelen in een hemelwaterput in functie van hergebruik van hemelwater bij het sanitair in de kantoorunits. 

Er wordt een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd op het aspect infiltratie. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is. De aanvrager motiveert de afwijking met het behoud van optimale draagkracht van de ondergrond, de hoge grondwaterstand en de directe nabijheid van de dokken.

De aanvrager voorziet om het oppervlaktewater op te vangen in een ondergronds bufferbekken met een volume van 416 m³ om vervolgens verder vertraagd af te voeren.

De afwijking op de verordening hemelwater kan gunstig worden geadviseerd.

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De regelgeving betreffende de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een verminderde beweeglijkheid is van toepassing op de aanvraag. De publiek toegankelijke

oppervlakte bedraagt minder dan 150 m². Zodoende dient enkel de toegangsdeur en het toegangspad naar deze deur te voldoen aan de gewestelijke verordening toegankelijkheid.

Sectorale wetgeving

MER-screening: Het komt toe aan de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag om te beslissen of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van en als onderdeel van de beslissing over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag.

Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de

zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden

toegevoegd.

Van de toegevoegde archeologienota met referentienummer https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/20768 werd akte genomen door het

agentschap Onroerend Erfgoed op 15 december 2021. De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Een terrein ten noorden van de Zandvlietsluis is deels ingericht voor logistieke activiteiten. Voornamelijk het noordwestelijk deel van het terrein is ontwikkeld. Voorliggende aanvraag betreft de inrichting van het zuidoostelijk deel van het terrein en het regulariseren en aanpassen van de bestaande en vergunde toestand. Volgende werken worden uitgevoerd:

-      Het uitbreiden van de verharding met asfalt. Het zuidoostelijk deel van het terrein is momenteel aangelegd met steenslag. Hier wordt een asfaltverharding aangelegd met een oppervlakte van circa 10.800 m². Op deze verharding zullen 39 plaatsen ingericht worden voor het stallen van opleggers.

-      De reeds vergunde kantoorcontainers in het noordwesten van het terrein worden verplaatst en uitgebreid. De kantoorcontainers worden beperkt naar het oosten toe opgeschoven en parallel geplaatst aan de interne rijweg, die tevens heringericht wordt. Momenteel bedraagt de grondoppervlakte van de kantoorcontainers 36 m². Deze wordt uitgebreid naar 72 m². Aan de oostzijde van de kantoorcontainers wordt een fietsenstalling geplaatst. Ten oosten daarvan worden vijf parkeerplaatsen voor personenwagens ingericht.

-      De reeds vergunde container met inpandige mazouttank ten zuidwesten van het terrein wordt verplaatst naar het oosten. Deze zal geplaatst worden op een nieuwe betonverharding met een oppervlakte van circa 70 m². Ten noorden hiervan, nabij de toegang tot het terrein werd een container geplaatst met daarin een elektrische installatie. Deze container, met een oppervlakte van circa 12 m², is niet eerder vergund. Met voorliggende aanvraag wenst de aanvrager dit te regulariseren.

-      De twee reeds vergunde weegbruggen worden in de nieuwe situatie beperkt verplaatst in westelijke richting en komen niet naast elkaar te liggen maar geschrankt ten opzichte van elkaar.

-      De verharding wordt voorzien van belijning en betonblokken om het verkeer op het terrein in éénrichting te kunnen laten circuleren. Aan de zuidelijke perceelsgrens wordt tevens terreinafsluiting geplaatst.

-      Op vier plaatsen worden lichtmasten geplaatst met een hoogte van circa 26 meter.

-      Op de twee containers (met de mazoutinstallatie en de elektriciteitsvoorziening) wordt publiciteit aangebracht. Ook dit maakt deel uit van de aanvraag.

De uitbreiding draagt bij tot de verdere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

Visueel-vormelijke elementen

Het kantoorgebouw bestaat uit aaneengeschakelde prefab-units opgebouwd uit geïsoleerde staalplaten met aluminium ramen en deuren. Gelet op de omvang en het gebruik van het

gebouw, alsook op de industriële omgeving, is dit materiaalgebruik aanvaardbaar. Daar er echter dient gestreefd te worden naar een meer duurzame oplossing, worden de units slechts vergund voor een periode van 8 jaar. In het advies van het Havenbedrijf (ref. KR/ID/PA/2021-303) is dit tevens opgenomen als voorwaarde.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Gezien de aard van de aanvraag, werd het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit.

Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van pijpleidingen werd het advies ingewonnen van de betrokken leidingbeheerders.

De voorwaarden uit de ontvangen adviezen zijn gericht op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan deze vergunning worden gehecht.

Shell en BASF hebben geen tijdig advies uitgebracht. De aanvrager is verplicht om voor de start van de werken een klip-klim melding uit te voeren.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag zal geen toename van het vrachtverkeer creëren in functie van de vooropgestelde activiteit, met name het wegen en inspecteren van containers. Het betreft transporten die op de containerterminal binnengebracht worden. Er wordt volgens de nota bij de aanvraag een wachtzone met plaats voor minstens 28 vrachtwagens voorzien. De behandelingscyclus per container is volgens de aanvraag van korte duur. Rekening houdend met de geschatte behandelingsduur van vrachtwagens en containers, lijkt er voldoende wachtzone voorzien te

zijn op eigen terrein. De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat. 

Advies werd gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit waarin zij enkele aanbevelingen formuleren om de veiligheid en het gebruiksgemak voor zowel de gemotoriseerde als de zwakke weggebruiker te verbeteren:

-      Volgens de verantwoordingsnota zullen er maximaal 8 werknemers aanwezig zijn op de site. Bijgevolg bedraagt de werkelijke parkeerbehoefte 8 parkeerplaatsen. Deze 8 parkeerplaatsen voor personenwagens dienen op eigen terrein voorzien te worden. Op het terrein (bijvoorbeeld naast de 5 ingetekende parkeerplaatsen is nog voldoende ruimte om 3 extra autoparkeerplaatsen te voorzien). Dit kan als voorwaarde worden opgelegd.

-      Om het wegennet verderop niet bijkomend te belasten, maakt het verkeer voor deze site best gebruik van het complex 11 – Zandvliet om de snelweg te bereiken. Complex 12 – Lillo kent namelijk al een redelijk hoge verzadigingsgraad.

-      Het deel Scheldelaan heeft geen fietspad tussen de aansluiting Magershoek en het kruispunt Zandvlietweg. Fietsers zijn dus gemengd met het vrachtverkeer. Vooral het mengen van fietsers met inrijdend vrachtverkeer is suboptimaal vanuit veiligheidsstandpunt, omwille van mogelijke wachtrijopbouw. Daarom moet bekeken worden of het mogelijk is het fietspad te laten aantakken vanaf de Zandvlietweg, analoog aan de shortcut voor de brandweer. De rechtstreekse aantakking op het Zandvlietweg die gemarkeerd wordt met fietssymbolen en het vermijden van het risicovolle segment Scheldelaan tussen de Zandvlietweg en Magershoek (waar ook treinsporen in het wegdek liggen) zijn twee belangrijke voordelen. Indien het niet mogelijk blijkt om vanaf de Zandvlietweg een route toegang voor fietsers te voorzien naar de site, moet er op het segment van Magershoek waar volgens het inplantingsplan geen fietsinfrastructuur voorzien is, de aanwezigheid van fietsers duidelijk zichtbaar gemaakt worden. Dit kan door het aanbrengen van fietssuggestiestroken of fietssymbolen. Ook moet er een veilige aansluiting zijn op het fietspad richting kantoorcontainer, dat aan de linkerkant in de rijrichting ligt. Het voorzien van een aansluiting voor fietsers naast de brandweertoegang langs de Zandvlietweg is niet onmiddellijk realiseerbaar omdat dat terrein geen onderdeel uitmaakt van de aanvraag en ook niet in gebruik is door de aanvrager/concessiehouder. Het voorzien van de nodige fietsinfrastructuur en wegmarkeringen langs Magershoek kan wel als voorwaarde worden opgelegd.

-      De parkeervraag mag nooit afgehandeld worden op het openbaar domein. Volgens de aanvrager bieden de 4 wachtstroken voor vrachtwagens voldoende capaciteit. Dit kan alsnog als voorwaarde worden opgelegd om eventuele calamiteiten op te vangen.

-      Fietsers moeten de mogelijkheid hebben hun elektrische fiets op te laden en ze moeten de mogelijkheid hebben te douchen. Dit kan als voorwaarde worden opgelegd

-      Overal op het terrein moeten de looplijnen voor voetgangers gemarkeerd worden en waar mogelijk afgescheiden worden met behulp van jerseys. Dit kan als voorwaarde worden opgelegd

-      Wachtrijen mogen nooit afgehandeld worden op het openbaar domein. Dit kan als voorwaarde worden opgelegd.

Wegens de nabijheid van een gewestweg werd tevens het advies ingewonnen van het Agentschap Wegen en Verkeer. Hun advies is louter gunstig zonder voorwaarden (enkel verwijzing naar de algemene aandachtspunten voor gewestwegen).

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 CertiWeight is gespecialiseerd in het wegen van containers.

Het terrein zal worden heringericht waarbij er 1 extra parkeerplaats gecreëerd wordt voor het stallen van bedrijfsvoertuigen. Het hemelwater dat op de stalplaats valt, passeert een KWS-afscheider met coalescentiefilter alvorens het geloosd wordt op oppervlaktewater.

Verder zal de vergunde tankpiste, bestaande uit een bovengrondse, dubbelwandige opslagtank voor 0,85 ton mazout met 1 verdeelslang, verplaatst worden van het westelijk gedeelte van de site naar het oostelijke deel. Het lozingspunt van het potentieel verontreinigd hemelwater dat op de tankpiste valt, blijft wel op dezelfde plaats. De nieuwe tankpiste zal voorzien worden van een ondoordringbare bekleding met een centrale afvoer die naar een KWS-afscheider met coalescentiefilter wordt geleid alvorens te lozen in oppervlaktewater. De KWS-afscheider wordt tevens voorzien van een kraan die bij calamiteiten afgesloten kan worden zodat er zich geen verontreiniging kan verspreiden naar de omgeving.

Conform het Omgevingsvergunningsbesluit dient de beslissing de geactualiseerde vergunningsvoorwaarden te vermelden. In het besluit met als kenmerk OMV2018020216 werden onderstaande bijzondere milieuvoorwaarden opgenomen. Deze kunnen behouden blijven.

1. de gevraagde bijstelling van de sectorale voorwaarde van artikel 4.2.5.1.1,§1 van titel II van het VLAREM inzake de plaatsing van een meetgoot wordt verleend. De kwaliteit van het lozingswater wordt bemonsterd in een controleput.

2. de KWS-afscheider moeten voldoende groot gedimensioneerd zijn en voorzien zijn van een automatische afsluiter (of equivalent systeem) en een coalescentiefilter.

3. de KWS-afscheider moet regelmatig gereinigd worden. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen moeten worden opgehaald door een daartoe erkende inzamelaar/handelaar/ makelaar en afgevoerd worden naar een vergunde verwerker. De overeenstemmende attesten worden bijgehouden en ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.

4. de exploitant inspecteert minstens om de 3 maanden de KWS-afscheider en houdt een logboek bij van de inspecties. De exploitant kan ook een alarmsysteem voorzien om de goede werking van de KWS-afscheider op te volgen.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. er moeten parkeerplaatsen voorzien worden voor minstens acht personenwagens

2. De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op

de openbare weg ontstaat.

3. Fietsers moeten de mogelijkheid hebben om te douchen en hun elektrische fiets op te laden.

4. de aanwezigheid van fietsers op het segment van Magershoek waar momenteel geen fietsinfrastructuur aanwezig is, dient zichtbaar gemaakt worden door middel van fietssuggestiestroken of fietssymbolen

5. Op het terrein moeten de looplijnen voor voetgangers gemarkeerd worden en waar mogelijk afgescheiden worden met behulp van jerseys

6. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Petrochemical Pipeline Services.

7. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Air Liquide.

8. De normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke stedenbouwkundige

verordening inzake toegankelijkheid (vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering

van 5 juni 2009, Belgisch Staatsblad 2 september 2009, meermaals gewijzigd)

nageleefd dienen te worden, conform artikel 11 van deze gewestelijke verordening; dit betreft in het bijzonder de toegangsdeur en het toegangspad naar deze deur

9. De kantoorcontainers worden voor maximaal 8 jaar toegestaan.

10. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden in het advies van het Havenbedrijf (ref. KR/ID/PA/2021-303).

Brandweervoorwaarden

Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie.

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De gevraagde wijzigingen in de vergunning verhogen het risico op hinder voor de omgeving of vervuiling van het milieu niet. De vergunning kan dan ook aangepast worden met de gevraagde wijzigingen.

Geadviseerde rubrieken

Gecoördineerde rubrieken

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten