Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021162379 |
Gegevens van de aanvrager: | Christine VERMARIEN met als adres Wollegrasstraat 7 te 2040 Antwerpen en Luc AUDIENS met als adres Wollegrasstraat 7 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Schouwvegerstraat ZN te 2040 Berendrecht (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 19 sectie B nrs. 0 en 626L2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 25/06/2015: verkavelingsvergunning (2014101) voor het verkavelen van een perceel in 5 loten;
- 23/03/2018: vergunning (20173477) voor het bouwen van een eengezinswoning op lot 3.
Vergunde en huidige toestand
- braakliggend terrein met aan de straatzijde enkele tijdelijke parkeerplaatsen op asfalt.
Gewenste toestand
- functie: eengezinswoning met 1 slaapkamer;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een eengezinswoning op lot 2 van een vergunde verkaveling;
- aanleggen van verhardingen in de voor-, zij- en achtertuin.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 18 november 2021 | 5 januari 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 18 november 2021 | 24 november 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt in de verkaveling 2014101, goedgekeurd op 25 juni 2015, meer bepaald in lot(en) 2.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het gewestplan en van de geldende verkavelingsvergunning.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet in het optrekken van een nieuwe eengezinswoning binnen de contouren van een goedgekeurde verkaveling voor woningbouw. Er is in deze dan ook sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De woning wordt ontworpen als een L-vormig volume. De voorgevelbreedte bedraagt 11,40 m. Aan de linkerzijde wordt het volume over een breedte van 6,30 m doorgetrokken tot een totale bouwdiepte van 17 m. Aan de rechterzijde bedraagt de bouwdiepte 8,50 m. Als kroonlijsthoogtes worden plaatselijk 3 m en plaatselijk 3,50 m aangehouden. De nokhoogte bedraagt maximaal 6,50 m.
Het voorgestelde volume past zich perfect in binnen de voorschriften van de, voor dit perceel, geldende verkaveling.
Er wordt vastgesteld dat de aanvraag afwijkt van artikel 12 van de bouwcode. Naast de garage en de inkomdeur worden in de voorgevel slechts twee kleinere raamopeningen voorzien waarachter zich een slaapkamer situeert, waardoor de woning op het gelijkvloers aan de voorzijde niet over een levendige functie beschikt. De aanzienlijke diepte van de voortuinzone van 8 m maakt dat er voorbijgegaan kan worden aan het uitgangspunt van dit artikel, namelijk sociaal contact met de straat, en een afwijking hierop kan worden toegestaan.
Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte materialen, roodbruin genuanceerde gevelsteen in combinatie met zwart schrijnwerk en antracietkleurige dakpannen zijn conform de binnen de verkavelingsvoorschriften toegelaten materialen.
Hinderaspecten – gebruiksgenot – gezondheid – veiligheid in het algemeen
Voor de voortuin wordt in de aanvraag geen afsluiting voorzien. In toepassing van artikel 19 van de bouwcode moet de voortuin afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 m. Tot de voortuinafsluiting behoren zowel de afsluiting langs openbare ruimte als afsluitingen tussen voortuinen onderling. Het voorzien van een afsluiting die aan dit artikel voldoet zal in de voorwaarden bij de vergunning opgenomen worden.
Verder wordt vastgesteld dat de ruimtes op de verdieping, onder het zadeldak een geringe hoogte hebben en dat die ruimtes slechts beperkt licht kunnen ontvangen via een aantal kleinere dakvensters. De ruimtes onder het zadeldak kunnen daardoor niet voldoen aan de bepalingen van artikels 21 en 24 van de bouwcode. Door dit gebrek aan voldoende hoogte (artikel 21) en de onvoldoende lichtinval en minimale luchttoevoer (artikel 24), kunnen de ruimtes onder het zadeldak niet als verblijfsruimte gebruikt worden omdat ze onvoldoende verblijfskwaliteit bieden. Enkel de aangeduide functie van ‘zolder/bergzolder’ kan hier als functie toegelaten worden en zal opgelegd worden in de voorwaarden bij de vergunning.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
Voor projecten tot en met 5 wooneenheden is de werkelijk berekende parkeerbehoefte 1 plaats per eenheid. Gelet op het feit dat er hier sprake is van louter het optrekken van 1 eengezinswoning, is de parkeerbehoefte hier dus 1 parkeerplaats.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. conform artikel 19 van de bouwcode de voortuin af te sluiten door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 m. Tot de voortuinafsluiting behoren zowel de afsluiting langs openbare ruimte als afsluitingen tussen voortuinen onderling;
2. de ruimtes onder het zadeldak, aangeduid als ‘zolder/bergzolder’ niet te gebruiken als verblijfsruimtes;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
4. te voldoen aan de gestelde voorwaarden in het advies van Aquafin NV;
5. conform het advies van de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing/Klantencontacten en Dienstverlening/Loket Thema Wonen – huisnummering het huisnummer 10D te gebruiken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 22 oktober 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 18 november 2021 |
Start openbaar onderzoek | 29 november 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 28 december 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 3 maart 2022 |
Verslag GOA | 4 februari 2022 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
29 november 2021 | 28 december 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. conform artikel 19 van de bouwcode de voortuin af te sluiten door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 m. Tot de voortuinafsluiting behoren zowel de afsluiting langs openbare ruimte als afsluitingen tussen voortuinen onderling;
2. de ruimtes onder het zadeldak, aangeduid als ‘zolder/bergzolder’ niet te gebruiken als verblijfsruimtes;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
4. te voldoen aan de gestelde voorwaarden in het advies van Aquafin NV;
5. conform het advies van de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing/Klantencontacten en Dienstverlening/Loket Thema Wonen – huisnummering het huisnummer 10D te gebruiken.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.