Terug
Gepubliceerd op 14/02/2022

2022_CBS_01057 - Omgevingsvergunning - OMV_2021157035. Bisschoppenhoflaan 337-341. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/02/2022 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Annick De Ridder, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_01057 - Omgevingsvergunning - OMV_2021157035. Bisschoppenhoflaan 337-341. District Deurne - Goedkeuring 2022_CBS_01057 - Omgevingsvergunning - OMV_2021157035. Bisschoppenhoflaan 337-341. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021157035

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV IMMPACT ONTWIKKELING (0860682582) met als adres Generaal Lemanstraat 55 bus 1 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Bisschoppenhoflaan 337-341 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 27 sectie A nrs. 162F, 164F en 164G

waarvan:

 

-          20211006-0061

afdeling 27 sectie A nrs. 164F, 164G en 162F (Bemaling Bisschoppenhoflaan)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het exploiteren van een bemaling + bijstelling

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 2 juni 1966 werd een vergunning verleend door de deputatie voor het uitbaten van een servicestation (kenmerk 25/4634). Deze werd in 1967 uitgebreid met een herstelwerkplaats voor autobanden (kenmerk 25/4748). Aan nv Autobanden Dekkers werd op 17 juli 2002 een vergunning voor 20 jaar verleend voor het uitbaten van een bandencentrale (kenmerk AN2002/256).

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat een tijdelijke bronbemaling noodzakelijk voor het bouwen van twee ondergrondse parkeerlagen.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

76,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50,00 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

262.702,00 m³/jaar

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II legt de plaatsing van een meetgoot op (bij voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1 bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen of een andere evenwaardige meetmogelijkheid.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II dient geen venturi-meetgoot of andere evenwaardige meetmogelijkheid voorzien te worden. Er dient evenwel een controleput aanwezig te zijn waarbij een staal van het te lozen bedrijfsafvalwater of effluent kan genomen worden.

2.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.3.1.3° van Vlarem II: van de gevaarlijke stoffen als bedoeld in bijlage 2C, mogen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1. enkel stoffen worden geloosd waarvoor in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit emissiegrenswaarden zijn vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.3.6.1.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

De exploitant vraagt in afwijking op de algemene lozingsvoorwaarden volgende lozingsvoorwaarden:

 

Parameter (µg/l)

gevraagde (µg/l)

minerale olie

500

PAK

10

benzeen

10

tolueen

90

ethylbenzeen

10

xyleen

10

MTBE

100

VOCl (som)

100

tetrachlooretheen

10

trichlooretheen

10

1,1,1-trichloorethaan

200

chloroform

25

1,2-dichlooretheen

50

1,2-dichloorethaan

30

vinylchloride

1

cyanide

70

arseen

50

nikkel

300

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies grondwater Antwerpen

28 december 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

28 december 2021

24 januari 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw

28 december 2021

11 januari 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De voorliggende aanvraag omvat een grondwaterwinning nodig voor de realisatie van een stedenbouwkundig vergund project. Er wordt gunstig advies gegeven.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Op 3 december 2021 verleende het college een vergunning voor de bouw van een meergezinswoning met onder andere twee ondergrondse parkeerlagen en drie liften. Om de parking te kunnen realiseren dient de grondwaterspiegel verlaagd te worden. De bodem van de uitgraving zal zich op 6,3 m van de vloerpas of op -1,86 mTAW bevinden; voor de liftputten wordt 140 cm dieper uitgegraven. Er wordt uitgegaan van een ontwatering tot op -2,36 mTAW voor de vloerplaat en -3,76 mTAW voor de liftputten. De totale bemalingsduur bedraagt maximaal zeven maanden.


Naar aanleiding van de risicoactiviteiten die op de percelen werden uitgeoefend, werd in 2018 een oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek (OBBO) uitgevoerd, waarin twee verontreinigingskernen werden vastgesteld.
Kern 1 bevindt zich ter hoogte van het voormalige tankstation en is een verontreiniging met minerale olie en BTEXN in het grondwater en met xyleen in de grond. Kern 2 betreft een verontreiniging met minerale olie in de grond ter hoogte van het vulpunt van de stookolietank.

 

Van de verontreinigingen gingen geen humaan-toxicologische, ecotoxicologische of verspreidingsrisico’s uit, zodat de uitvoering van een bodemsaneringsproject niet noodzakelijk was. Er werden wel gebruiksadviezen gekoppeld aan het (toekomstig) gebruik. Voorafgaand aan de eigenlijke constructie- en bemalingswerken zal de aanwezige verontreiniging ontgraven worden. Deze is aanwezig tot op een diepte van 1,3 mTAW. Om de ontgraving mogelijk te maken zal gedurende 30 dagen de grondwatertafel verlaagd worden tot 0,8 mTAW. Hierbij zal een debiet van 21.514 m³ opgepompt worden.


Als bemalingsconcept wordt een gravitaire filterbemaling voorgesteld voor de ondiepe laag (bemalingsdiepte 1,3 mTAW). Rondom de bouwput worden 30 ondiepe filters voorzien. Tijdens het afgraven van de verontreiniging zijn bijkomend lokaal 10 filters nodig met een bemalingsdiepte tussen 1,3 en 0,8 mTAW. Het grondwater dat via de ondiepe filters opgepompt wordt, zou geloosd worden in de riolering na behandeling in een waterzuiveringsinstallatie (WZI), omdat de kans op verontreiniging reëel is.

 

Voor de diepere laag wordt gebruik gemaakt van negen dieptebronnen met een bemalingsdiepte tot -2,36 mTAW rondom de bouwput. Voor de extra verlaging ter hoogte van de liftputten worden per liftput vier extra filters lokaal geplaatst.


Voor de dimensionering van de bemaling worden grondwaterstanden gebruikt die werden opgemeten eind januari 2021 en tijdens het OBBO. Bij de berekeningen wordt uitgegaan van een hoge grondwaterstand van 3,17 mTAW en een lage grondwaterstand van 1,67 mTAW. Rondom de bouwput wordt een Cutter Soil Mix (CSM) wand voorzien tot een diepte van 15 m-mv. De wand heeft een doorlatendheid van 10-7 m/s en een dikte van 0,55 meter en doet dienst als een barrière voor de horizontale grondwaterstroming (semi-gesloten bouwkuip). Tijdens de bemaling voor de ontgraving van de verontreiniging is verondersteld dat de CSM-wand nog niet aanwezig is. Volgende lozingsdebieten worden verwacht:

 

duur (dagen)

effectafstand (-0,05 m)

max m³/dag

totaal m³

ontgraven verontreiniging

30

340

1.068

21.514

kelder

183

500

1.830

204.773

kelder + liftputten

30

500

1.889

39.600

totaal

243

 

 

265.887

 

De som van de debieten in de verschillende fasen bedraagt 265.887 m³, terwijl in de bemalingsstudie en de aanvraag een totaal van 262.702 m³ wordt aangevraagd. In de vergunning wordt het hoogste debiet opgenomen.

 

Het zettingsrisico is ingeschat op basis van de berekende invloedstraal, de grondwaterverlaging en de aanwezigheid van zettingsgevoelige gronden en constructies. Voor de zettingsberekeningen wordt een lage grondwaterstand gebruikt van 1,67 mTAW. Op basis van de maximaal gesimuleerde grondwaterstandsdalingen werd een maximale zetting berekend kleiner dan 20 mm (circa 5 mm).

 

OVAM-dossiers

Naast de verontreiniging van de bodem en het grondwater ter hoogte van het projectgebied, bevinden er zich binnen de invloedstraal van de bemalingen een groot aantal verontreinigingskernen. De dossiers binnen de invloedstraal (vermeerderd met 20%) werden bekeken in het kader van de opmaak van de bemalingsstudie. De meest mobiele verontreinigingen (MTBE en vinylchloride) kunnen zich in de bovenste lagen gedurende de looptijd van de bemaling maximaal over een afstand van respectievelijk 0,55 m en 0,49 m verspreiden. De kans dat verontreinigd ondiep grondwater vanaf naburige percelen wordt aangetrokken is gering. De berekening voor de diepere afzettingen resulteert in een effectieve grondwaterstromingssnelheid van 110 m/jaar. MTBE en vinylchloride kunnen zich in de 213 dagen durende bemaling respectievelijk 55 m en 49 m verspreiden. Hiermee rekening houdend zijn er zeven relevante bodemdossiers die door de deskundige nader bekeken werden. Algemeen wordt geconcludeerd dat het grondwater van de plaatselijke bemaling bij het verwijderen van de verontreiniging, gezuiverd moet worden voor lozing. Op de naburige percelen is het grondwater vervuild met minerale olie, BTEX, MTBE en VOCl’s. Deze kunnen de kwaliteit van het opgepompte grondwater beïnvloeden, waardoor het opgevolgd moet worden. De dieptebronnen en de ondiepe filters zullen afzonderlijk gemonitord worden op kwaliteit, zodanig dat de noodzaak voor waterzuivering per streng afzonderlijk geëvalueerd kan worden.

De uitgravingswerken, het grondverzet en de bemaling in functie van de verwijdering van de verontreinigde grond en het verontreinigde grondwater dienen begeleid te worden door een erkend bodemsaneringsdeskundige. De deskundige dient eveneens een inschatting en beoordeling te maken van de mogelijke risico’s van blootstelling aan de verontreiniging als gevolg van het gewijzigde terreingebruik of de gewijzigde bestemming (wonen).

 

Lozen van bedrijfsafvalwater
Rekening houdend met de potentieel aanwezige restverontreiniging in het grondwater kan het grondwater niet geretourneerd worden. Er ontbreekt bovendien ruimte op de projectlocatie om dit te organiseren. Het bemalingswater zal geloosd worden in de openbare riolering van de Bisschoppenhoflaan, die afwatert naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie Deurne.

De exploitant vraagt volgende lozingen:

-          lozen van bedrijfsafvalwater met een debiet van maximaal 76 m³/uur of/en

-          lozen van bedrijfsafvalwater met een debiet van maximaal 50 m³/uur via een WZI.

Het grondwater opgepompt tijdens de verwijdering van de verontreiniging wordt behandeld in een WZI bestaande uit een buffer, een olie-waterafscheider, zandfiltratie, actief koolfiltratie en een ionenwisselaar. Na de ontgraving wordt de bronbemaling opgesplitst in diverse strengen van onttrekkingsfilters. Het bemalingswater zal per streng afzonderlijk gemonitord worden en dus ook per streng aangesloten kunnen worden op de WZI wanneer de lozingsnormen overschreden dreigen te worden. De exploitant vraagt hiervoor volgende bijzondere lozingsnormen:

 

parameter (µg/l)

gevraagde (µg/l)

opmerking

minerale olie

500

 

PAK

10

 

benzeen

10

standaardnorm bodemsanering

tolueen

90

standaardnorm bodemsanering, = IC

ethylbenzeen

10

standaardnorm bodemsanering, 2x IC

xyleen

10

standaardnorm bodemsanering, 2,5x IC

MTBE

100

standaardnorm bodemsanering

VOCl (som)

100

standaardnorm bodemsanering

tetrachlooretheen

10

PGS, =IC

trichlooretheen

10

PGS, =IC

1,1,1-trichloorethaan

200

standaardnorm bodemsanering, 10x IC

chloroform

25

standaardnorm bodemsanering, 10x IC

1,2-dichlooretheen

50

standaardnorm bodemsanering, 5x IC

1,2-dichloorethaan

30

standaardnorm bodemsanering, 3x IC

vinylchloride

1

standaardnorm bodemsanering,

cyanide

70

 

arseen

50

=10x IC

nikkel

300

=10x IC

 

Advies VMM
De VMM geeft gunstig advies voor de gevraagde lozingsdebieten en -voorwaarden en op de gevraagde afwijking op artikel 4.2.5.1.1 van Vlarem II. Een advies over de grondwaterwinning werd niet ontvangen.


De aanvrager geeft aan het bemalingswater te monitoren maar er wordt in het dossier geen voorstel gedaan over frequentie, parameters of rapportage. Hierover wordt een bijzondere voorwaarde opgenomen in het besluit. De voorgestelde lozingsvoorwaarden zijn aanvaardbaar gelet op het tijdelijk karakter en de latere behandeling in de RWZI van Deurne. Voor vinylchloride, tetra- en trichlooretheen zijn de gevraagde lozingsvoorwaarden gelijk of kleiner dan het IC en zijn dus geen afwijkingen nodig.

 

Het bemalingswater en het effluent van de WZI zullen geloosd worden in de riolering van de Bisschoppenhoflaan. Het stationair debiet zal het overgrote deel van de bemalingstermijn hoger zijn dan 10 m³/uur. Voor de start van de bemaling dient de exploitant een uitdrukkelijke schriftelijke toestemming te bekomen van Aquafin om bemalingswater te lozen in de openbare riolering.

 

Afwijking

De exploitant vraagt een afwijking op artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II dat oplegt een meetgoot te voorzien bij het lozen van meer dan 2 m³/uur bedrijfsafvalwater. Het betreft hier echter een tijdelijke lozing, waardoor het installeren van een meetgoot in verhouding een overdreven maatregel is. Het opgepompte debiet kan gelijkgesteld worden aan het geloosde debiet en wordt bepaald door middel van een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Er kan afgeweken worden van artikel 4.2.5.1.1§1 op voorwaarde dat voor elk lozingspunt het debiet gemeten wordt conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II en er telkens een staalnamepunt voorzien wordt waar eenvoudig een representatief staal genomen kan worden van het geloosde afvalwater.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden, kan de exploitatie plaatsvinden met een aanvaardbaar risico voor mens en milieu. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van 7 maanden vanaf de start van de bemaling.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

76,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50,00 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

265.887,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

Twee weken vóór opstart van de bemaling worden de startdatum van de bemaling en de contactgegevens van de werfverantwoordelijke gemeld aan de dienst Omgeving (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieutoezicht (mi@antwerpen.be) van stad Antwerpen, met vermelding van het projectnummer OMV_2021157035.

2.

Het grondwaterpeil dient opgevolgd te worden in minstens één peilbuis ter hoogte van de bouwput met minstens één filter in elke laag waaruit gepompt wordt. Het grondwaterpeil wordt opgemeten en genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgende frequentie:

  • voor de opstart van de bemaling: éénmaal;
  • in de eerste week van elke bemalingsfase: vijfmaal;
  • voor de overige periode: maandelijks.

3.

Voor de start van de bemaling dient de exploitant een uitdrukkelijke schriftelijke toestemming te bekomen van Aquafin om bemalingswater te lozen in de openbare riolering.

4.

De stand van elke debietmeter wordt minstens wekelijks genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf.

5.

De kwaliteit van het bemalingswater (of het effluent van de waterzuivering indien van toepassing) moet worden opgevolgd. Op het moment dat de bemaling wordt opgestart (na circa 30 minuten), dient er een staal genomen te worden van het bemalingswater. Na de eerste staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. De te analyseren parameters zijn die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 1 april 2020) en de PFAS-parameters opgenomen in WAC_IV_A_025. Na toetsing van de analyseresultaten aan de algemene lozingsnormen (IC) en de bijzondere lozingsnormen toegestaan in dit besluit, wordt indien nodig een waterzuiveringsinstallatie voorzien die alle garanties biedt dat de lozingsnormen steeds gehaald zullen worden. De analyse wordt na de opstart van de bemaling herhaald na één week en daarna driewekelijks. De meetresultaten en de informatie over de waterzuivering wanneer deze nodig zou zijn, worden overgemaakt aan milieuvergunningen@antwerpen.be, met vermelding van het projectnummer OMV_2021157035.

6.

Volgende bijzondere lozingsvoorwaarden worden toegestaan:

parameter (µg/l)

lozingsvoorwaarde (µg/l)

minerale olie

500

PAK

10

benzeen

10

tolueen

90

ethylbenzeen

10

xyleen

10

MTBE

100

VOCl (som)

100

1,1,1-trichloorethaan

200

chloroform

25

1,2-dichlooretheen

50

1,2-dichloorethaan

30

cyanide

70

arseen

50

nikkel

300

7.

De uitgravingswerken, het grondverzet en de bemaling in functie van de verwijdering van de verontreinigde grond en het verontreinigde grondwater dienen begeleid te worden door een erkend bodemsaneringsdeskundige. De deskundige maakt eveneens een inschatting en beoordeling van de mogelijke risico’s van blootstelling aan de verontreiniging als gevolg van het gewijzigde terreingebruik of de gewijzigde bestemming.

8.

Er kan afgeweken worden van artikel 4.2.5.1.1§1 op voorwaarde dat voor elk lozingspunt het debiet gemeten wordt conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II en er telkens een staalnamepunt voorzien wordt waar eenvoudig een representatief staal genomen kan worden van het geloosde afvalwater.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 november 2021

Volledig en ontvankelijk

28 december 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

19 februari 2022

Verslag GOA

4 februari 2022

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

Twee weken vóór opstart van de bemaling worden de startdatum van de bemaling en de contactgegevens van de werfverantwoordelijke gemeld aan de dienst Omgeving (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieutoezicht (mi@antwerpen.be) van stad Antwerpen, met vermelding van het projectnummer OMV_2021157035.

2.

Het grondwaterpeil dient opgevolgd te worden in minstens één peilbuis ter hoogte van de bouwput met minstens één filter in elke laag waaruit gepompt wordt. Het grondwaterpeil wordt opgemeten en genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgende frequentie:

  • voor de opstart van de bemaling: éénmaal;
  • in de eerste week van elke bemalingsfase: vijfmaal;
  • voor de overige periode: maandelijks.

3.

Voor de start van de bemaling dient de exploitant een uitdrukkelijke schriftelijke toestemming te bekomen van Aquafin om bemalingswater te lozen in de openbare riolering.

4.

De stand van elke debietmeter wordt minstens wekelijks genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf.

5.

De kwaliteit van het bemalingswater (of het effluent van de waterzuivering indien van toepassing) moet worden opgevolgd. Op het moment dat de bemaling wordt opgestart (na circa 30 minuten), dient er een staal genomen te worden van het bemalingswater. Na de eerste staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. De te analyseren parameters zijn die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 1 april 2020) en de PFAS-parameters opgenomen in WAC_IV_A_025. Na toetsing van de analyseresultaten aan de algemene lozingsnormen (IC) en de bijzondere lozingsnormen toegestaan in dit besluit, wordt indien nodig een waterzuiveringsinstallatie voorzien die alle garanties biedt dat de lozingsnormen steeds gehaald zullen worden. De analyse wordt na de opstart van de bemaling herhaald na één week en daarna driewekelijks. De meetresultaten en de informatie over de waterzuivering wanneer deze nodig zou zijn, worden overgemaakt aan milieuvergunningen@antwerpen.be, met vermelding van het projectnummer OMV_2021157035.

6.

Volgende bijzondere lozingsvoorwaarden worden toegestaan:

parameter (µg/l)

lozingsvoorwaarde (µg/l)

minerale olie

500

PAK

10

benzeen

10

tolueen

90

ethylbenzeen

10

xyleen

10

MTBE

100

VOCl (som)

100

1,1,1-trichloorethaan

200

chloroform

25

1,2-dichlooretheen

50

1,2-dichloorethaan

30

cyanide

70

arseen

50

nikkel

300

7.

De uitgravingswerken, het grondverzet en de bemaling in functie van de verwijdering van de verontreinigde grond en het verontreinigde grondwater dienen begeleid te worden door een erkend bodemsaneringsdeskundige. De deskundige maakt eveneens een inschatting en beoordeling van de mogelijke risico’s van blootstelling aan de verontreiniging als gevolg van het gewijzigde terreingebruik of de gewijzigde bestemming.

8.

Er kan afgeweken worden van artikel 4.2.5.1.1§1 op voorwaarde dat voor elk lozingspunt het debiet gemeten wordt conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II en er telkens een staalnamepunt voorzien wordt waar eenvoudig een representatief staal genomen kan worden van het geloosde afvalwater.

 

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

76,00 m³/uur 

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50,00 m³/uur 

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

265.887,00 m³/jaar 

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van 7 maanden vanaf de start van de bemaling.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.