Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022006718 |
Gegevens van de aanvrager: | AUTOGEMB Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen met als adres Frankrijklei 71/73 te 2000 Antwerpen en mevrouw Ilse Verlegh met als adres Frankrijklei 71/73 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Florastraat 120 en Linnaeusstraat 8-16 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 25 sectie A nr. 17G18 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | heraanleggen van de speelplaats, vellen van bomen en interne verbouwingswerken |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 30/05/1994: vergunning (179#11278 en 179#9900) voor schooluitbreiding;
- 30/07/1990: vergunning (18#76013) voor het uitbreiden school SILO - art. 48 en aanvraag bouwkraan.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: gemeenschapsvoorziening (school);
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- vaststelling (ID:11168) van gemeenteschool als bouwkundig erfgoed;
- de site heeft een onregelmatige driehoek vorm, de school bestaat uit twee hoofdvolumes, de oude voorbouw grenzend aan de Florastraat en een nieuwer volume aan de Linnaeusstraat;
Gewenste toestand conform vergunde toestand uitgezonderd:
- nieuw aangelegde speelplaats waar 3 bomen geveld worden;
- zonnezeil boven speelplaats tussen gebouwen aan Linnaeusstraat en Florastraat;
- gerenoveerde luifel.
Inhoud van de aanvraag
- heraanleggen van de speelplaats;
- uitvoeren van interne verbouwingswerken;
- vellen van 3 bomen;
- renoveren van de luifel;
- voorzien zonnezeil;
- wijzigen achtergevel;
- de voorgevels blijven ongewijzigd.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 17 februari 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 17 februari 2022 | 14 maart 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij | 17 februari 2022 | 17 februari 2022 | Geen bezwaar |
Water-link | 17 februari 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 17 februari 2022 | 2 maart 2022 |
Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu | 17 februari 2022 | 21 februari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 17 februari 2022 | 8 maart 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 17 februari 2022 | 18 maart 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het bouwvolume blijft behouden. Hierbij wordt wel boven de speelplaats een zonnezeil van circa 60 m2 voorzien tussen de gebouwen aan de Florastraat en de Linnaeusstraat op circa 12 m afstand van de hoek tussen deze twee gebouwen. Het zonnezeil is qua schaal en ruimtegebruik aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen - cultuurhistorische aspecten
Aan de achtergevel worden een aantal raamopeningen verlaagd en omgevormd tot deur met rechtstreekse toegang tot de speelplaats.
Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in antraciet aluminium, afgestemd op het toekomstig schrijnwerk van de achtergevel dat geen deel uitmaakt van deze bouwaanvraag.
De bestaande luifel wordt aangepast. De oorspronkelijke kolommen blijven bewaard, net als de geprofileerde balken. Er komt een nieuwe gesloten structuur op deze constructie afgewerkt met een groene strook van circa 50 cm breed ter hoogte van de rand. Op deze manier wordt opnieuw een galerij gemaakt die schaduw biedt.
De aanvraag heeft betrekking op panden opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. Bijgevolg werd er advies gevraagd aan de dienst Onroerend Erfgoed/Monumentenzorg. Het voorstel respecteert de erfgoedwaarde van het pand. Bijgevolg zijn de wijzigingen stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er wordt een afwijking gevraagd op de verordening hemelwater. Er zal een grotere regenwaterput geplaatst worden dan vooropgesteld. Er wordt een hemelwaterput van 20.000 liter voorzien in plaats van de maximale inhoud van 10.000 liter. Het gebruik van regenwater zal gebruikt worden voor verschillende doeleinden. Het spoelen van toiletten en urinoirs met regenwater zal voor voldoende verbruik zorgen om een grotere regenwaterput te verantwoorden. Hierbij komt dat onderhoud van speelplaats en groenaanleg door middel van dienstkranen ook worden aangesloten op de hemelwaterrecuperatie. Indien mogelijk wordt er ook een waterspeelelement aangesloten op dit systeem.
Bijgevolg is de voorgestelde afwijking aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De speelplaats wordt opnieuw aangelegd. Hierbij wordt de volledig oppervlakte verhard voorzien. Het is belangrijk voldoende voorzieningen te treffen in functie van een aanvaardbare ‘groen/blauw’ balans. Bijgevolg wordt dit als voorwaarde bij de vergunning opgelegd.
Gezien er drie bomen worden geveld werd er advies gevraagd aan de dienst Groen en Begraafplaatsen. Zij adviseren gunstig op voorwaarde dat de bomen vervangen worden door twee bomen van eerste grootte. De heraanplanting dient te gebeuren conform het verleend advies door deze dienst. Daarnaast moeten de resterende bomen op termijn vervangen worden door bomen die wel kunnen uitgroeien en niet om de twee jaar terug gesnoeid moeten worden.
Er is een hoogteverschil van 40 cm op de speelplaats. Als voorwaarde wordt bij de vergunning opgelegd de centrale zone, die nu op -0,40 m hoogte wordt voorzien, minder diep uit te voeren zodat het verschil overbrugt kan worden door middel van een helling van maximaal 4%.
Er is een hoogteverschil van 12 cm tussen de refter en de speelplaats. Als voorwaarde wordt bij de vergunning opgelegd een drempel van maximaal 2 cm te voorzien of een helling van maximaal 8,3 % te voorzien conform de verordening toegankelijkheid.
Het dakterras op de eerste verdieping ter hoogte van de achterste perceelgrenzen van de Terlostraat en de Linnaeusstraat werd reeds vergund in 1994. Door de aanvrager werd dit verkeerdelijk opgetekend ter regularisatie. Bijgevolg is de inrichting van het dak aanvaardbaar.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Voldoende voorzieningen te treffen in functie van een aanvaardbare ‘groen/blauw’ balans.
2. De te vellen bomen te vervangen door twee bomen van eerste grootte, met een plantmaat van minstens 14/16 cm, en voor het volgende groeiseizoen, rekening houdend met volgende voorwaarden:
- De bomen moeten kunnen uitgroeien tot volwaardige bomen en mogen niet geknot worden.
- De nieuwe aanplant moeten een standplaatsverbetering hebben.
- In het verslag van Krinkels wordt er gesproken over een zeer slechte groeiplaats, zowel op vlak van bodemverdichting als chemische samenstelling. In de heraanleg wordt er niets gesproken over een standplaatsverbetering voor de bomen. Als de standplaats niet wordt verbeterd kunnen zowel de nieuwe als de bestaande bomen niet volwaardig groeien. Het effect van ontharden heeft meer nut als de bodem daaronder geschikt is voor wateropname.
- Voor de heraanplant is een standplaatsverbetering voor de nieuwe bomen noodzakelijk. De standplaatsverbetering moet er kunnen voor zorgen dat de twee bomen kunnen uitgroeien met een kroonprojectie van 50 m².
- Voor de standplaats verbetering kan de bodem worden uitgewisseld of kan de bestaande grond verbeterd worden.
- Bij het uitwisselen van de bodem kan er gewerkt worden met teelaarde en een open plantvak, bomenzand met een drukverdelende laag, of een boombunker met bomengrond. Voor alle groeimediums moet er per boom minimum 50 m³ worden voorzien. De groeimediums mogen niet in een dikkere laag gelegd worden van 1,2 m en de indringingsweerstand mag over de gehele diepte niet meer bedragen dan 1,8 MPa.
- Bij het verbeteren van de bestaande grond moet de bodem gunstig zijn om wortelgroei toe te laten voor minstens 50 m³. De bodem moet verbeterd worden tot 1,2 m diepte en de indringingsweerstand mag over de gehele diepte niet meer bedragen dan 1,8 MPa.
- Een regenwaterinfiltratieplan kan geïntegreerd worden in de nieuwe groeiplaatsen zodat de bomen meer kansen krijgen.
- Voor verder advies en uitwerking van de groeiplaatsverbetering raad stad Antwerpen om contact op te nemen met een gecertificeerd boomdeskundige (ETT). Info: https://www.bomenbeterbeheren.org/etw-ett/
- De resterende bomen moeten op termijn vervangen worden door bomen die wel kunnen uitgroeien en niet om de twee jaar terug gesnoeid moeten worden.
3. De centrale zone op de speelplaats, die nu op -0,40 m hoogte wordt voorzien, minder diep uit te voeren zodat het verschil overbrugt kan worden door middel van een helling van maximaal 4%, conform de verordening toegankelijkheid.
4. Het niveauverschil tussen de refter en de speelplaats te overbruggen door een drempel van maximaal 2 cm te voorzien of een helling van maximaal 8,3 % te voorzien conform de verordening toegankelijkheid.
5. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 19 januari 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 17 februari 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 18 april 2022 |
Verslag GOA | 28 maart 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Voldoende voorzieningen te treffen in functie van een aanvaardbare ‘groen/blauw’ balans.
2. De te vellen bomen te vervangen door twee bomen van eerste grootte, met een plantmaat van minstens 14/16 cm, en voor het volgende groeiseizoen, rekening houdend met volgende voorwaarden:
- De bomen moeten kunnen uitgroeien tot volwaardige bomen en mogen niet geknot worden.
- De nieuwe aanplant moeten een standplaatsverbetering hebben.
- In het verslag van Krinkels wordt er gesproken over een zeer slechte groeiplaats, zowel op vlak van bodemverdichting als chemische samenstelling. In de heraanleg wordt er niets gesproken over een standplaatsverbetering voor de bomen. Als de standplaats niet wordt verbeterd kunnen zowel de nieuwe als de bestaande bomen niet volwaardig groeien. Het effect van ontharden heeft meer nut als de bodem daaronder geschikt is voor wateropname.
- Voor de heraanplant is een standplaatsverbetering voor de nieuwe bomen noodzakelijk. De standplaatsverbetering moet er kunnen voor zorgen dat de twee bomen kunnen uitgroeien met een kroonprojectie van 50 m².
- Voor de standplaats verbetering kan de bodem worden uitgewisseld of kan de bestaande grond verbeterd worden.
- Bij het uitwisselen van de bodem kan er gewerkt worden met teelaarde en een open plantvak, bomenzand met een drukverdelende laag, of een boombunker met bomengrond. Voor alle groeimediums moet er per boom minimum 50 m³ worden voorzien. De groeimediums mogen niet in een dikkere laag gelegd worden van 1,2 m en de indringingsweerstand mag over de gehele diepte niet meer bedragen dan 1,8 MPa.
- Bij het verbeteren van de bestaande grond moet de bodem gunstig zijn om wortelgroei toe te laten voor minstens 50 m³. De bodem moet verbeterd worden tot 1,2 m diepte en de indringingsweerstand mag over de gehele diepte niet meer bedragen dan 1,8 MPa.
- Een regenwaterinfiltratieplan kan geïntegreerd worden in de nieuwe groeiplaatsen zodat de bomen meer kansen krijgen.
- Voor verder advies en uitwerking van de groeiplaatsverbetering raad stad Antwerpen om contact op te nemen met een gecertificeerd boomdeskundige (ETT). Info: https://www.bomenbeterbeheren.org/etw-ett/
- De resterende bomen moeten op termijn vervangen worden door bomen die wel kunnen uitgroeien en niet om de twee jaar terug gesnoeid moeten worden.
3. De centrale zone op de speelplaats, die nu op -0,40 m hoogte wordt voorzien, minder diep uit te voeren zodat het verschil overbrugt kan worden door middel van een helling van maximaal 4%, conform de verordening toegankelijkheid.
4. Het niveauverschil tussen de refter en de speelplaats te overbruggen door een drempel van maximaal 2 cm te voorzien of een helling van maximaal 8,3 % te voorzien conform de verordening toegankelijkheid.
5. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.