Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Op 28 januari 2022 verleende het college een advies aan de deputatie gebaseerd op Projectinhoudversie V2. Op 18 maart 2022 werd opnieuw advies gevraagd door de deputatie over de nieuwe projectinhoudversie V6. Er werd gevraagd een advies aan te leveren uiterlijk op 25 maart 2022. Later werd deze datum bijgesteld naar uiterlijk 1 april 2022.
Projectnummer: | OMV_2021164280 |
Gegevens van de aanvrager: | NV Atlas Copco Airpower met als contactadres Boomsesteenweg 957 te 2610 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | NV Atlas Copco Airpower (0403992231) met als contactadres Boomsesteenweg 957 te 2610 Antwerpen |
Ligging van het project: | Boomsesteenweg 957, Folklorelaan 16-18, Kleine Doornstraat, Atomiumlaan, Volkerenlaan zn te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | Aartselaar - afdeling 1 sectie B nrs. 38D, 52D, 53A, 58A, 58B, 59A, sectie C nrs. 16A, 19M |
waarvan: |
|
- 20180312-0081 | Aartselaar - afdeling 1 sectie B nrs. 38D, 52D, 53A, 58A, 58B, 59A, sectie C nrs. 16A, 19M |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het bouwen van een nieuw kantoorgebouw, het plaatsen van enkele verhardingen en de exploitatie van een nieuwe warmtepomp |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 08/04/2021: voorwaardelijke vergunning (OMV_2020166026) voor het plaatsen van een tijdelijke tent voor stockage;
- 03/12/2020: voorwaardelijke vergunning (OMV_2020085273) voor het afbreken van de bestaande luifel, bouwen van een nieuw bedrijfsgebouw, de tijdelijke uitbating van een bronbemaling en het uitbreiden van de vergunning voor de fabricage van compressoren en generatoren;
- 16/04/2020: voorwaardelijke vergunning (OMV_2020016533) voor het regulariseren van het plaatsen van tijdelijke bureelcontainers;
- 30/01/2020: voorwaardelijke vergunning (OMV_2019145690) voor het uitbreiden van bestaande parking met 47 extra parkeerplaatsen;
- 12/12/2019: voorwaardelijke vergunning (OMV_2019100275) voor het aanleggen van een fietspad;
- 29/08/2001: vergunning (20012586) voor het bouwen van burelen in prefab en het uitbreiden en aanpassen van bestaande luifels.
Vergunde/vergund geachte toestand
- geen relevante laatst vergunde toestand.
Huidige toestand
- vaststelling (ID: 11555) van Nijverheidsgebouwen als bouwkundig erfgoed;
- inrichting en bouwvolume:
- het kantoorgebouw C6 met een dakrandhoogte van circa 8,5 m;
- ten oosten van het kantoorgebouw C6 het Labo AIA testbuilding met een dakrandhoogte van circa 10,5 m;
- ten zuiden van kantoorgebouw C6 de verharde parking;
Gewenste toestand
- inrichting en bouwvolume:
- op de plaats van de parking (suprematie parking), een nieuw kantoorgebouw als uitbreiding met een dakrandhoogte van circa 10,5 m;
- het nieuw kantoorgebouw geplaatst tegen het bestaande kantoorgebouw C6, waarbij de bestaande raamopeningen worden dichtgemaakt;
- ten zuiden van het nieuwe gebouw een verharding als evacuatieweg;
- ten oosten van het nieuwe gebouw een klinkerverharding als toegang naar de bestaande koeltorens;
- ten westen van het nieuwe gebouw een voetpad in klinkerverharding als verbinding tussen de evacuatieweg en de parking.
Inhoud van de aanvraag
- het bouwen van een nieuw kantoorgebouw als uitbreiding van het bestaande complex;
- het plaatsen van enkele verhardingen.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Zie 'Voorgeschiedenis' onder 'Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten' in collegebesluit 2022_CBS_00582 als bijlage.
Op 9 februari 2022 werd PIV3 aanvaard door de provincie waarbij een aanpassing gebeurde van rubrieken 16.3.1 en 16.3.2.b en een nota en technische fiche werd opgeladen van de warmtepomp. De overige projectinhoudversies PIV 4-5-6 hadden geen betrekking op de ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Inhoud van de aanvraag
Zie 'Inhoud van de aanvraag' onder 'Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten' in collegebesluit 2022_CBS_00582 als bijlage.
Aangevraagde rubrieken
Atlas Copco Airpower NV
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
16.3.1° | koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een gezamenlijke hoeveelheid van meer dan 2.000 ton CO2–equivalent; | +9,70 ton CO2–equivalent |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | +24,20 kW |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 28 december 2021 | 24 februari 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 28 december 2021 | 20 januari 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij | 28 december 2021 | 14 januari 2022 | Geen advies |
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie | 28 december 2021 | 4 januari 2022 | Geen bezwaar |
Water-link | 28 december 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 28 december 2021 | 11 januari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 28 december 2021 | 20 januari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 28 december 2021 | 14 januari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 28 december 2021 | 17 januari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 28 december 2021 | 19 januari 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie, (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard, (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 31 bis Nijverheidszone II, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 22 juni 1994. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: plaatsen bestemd voor aaneengesloten bebouwing, plaatsen bestemd voor dagrecreatie, plaatsen bestemd als bufferzone, plaatsen bestemd als bedrijfszone, openbare weg en plaatsen bestemd als reservatiegebied grote ring.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag (het nieuwe kantoorgebouw en heraanleg van de omgeving is in kader van een uitbreiding op het bestaande complex, wat deels in BPA ligt) wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg BPA NR. 31 BIS NIJVERHEIDSZONE II op volgende punten:
- Artikel 2 - PLAATSEN BESTEMD ALS BEDRIJFSZONE
hoofdstuk 2 - Bebouwingsvoorschriften
c. aan eventuele perceelgrenzen, dient de bouwhoogte begrepen te zijn binnen een gabarit van 45°, vertrekkend op 3 m afstand van de perceelsgrens.
De uitbreiding komt buiten dit gabarit.
b. Aan de perceelgrenzen dient een groen zichtscherm te worden aangeplant op een breedte van minimum 3,00 m.
Niet langs alle perceelgrenzen wordt voldaan aan dit artikel.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
§1. Elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht. Indien achter de ramen van het bestaande kantoorgebouw C6 (daar waar wordt uitgebreid) vergunde verblijfsruimten (bv. kantoren) zijn ingericht, dan voldoen deze ruimten niet meer aan de bepalingen van dit artikel;
§2. Elke verblijfsruimte dient minimaal één te openen gevel- of dakdeel te hebben zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden.
De plannen bevatten te weinig informatie om te bepalen of wordt voldaan aan dit artikel, voornamelijk met betrekking tot het bestaande kantoorgebouw C6
§1. Het is verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak.
Het dak van de uitbreiding wordt niet voorzien van een groendak.
Sectorale regelgeving
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat een uitbreiding van een testafdeling van Atlas Copco. Deze afdeling staat specifiek in voor het innovatief onderzoek naar nieuwe en kwaliteitsvolle systemen voor perslucht- en vacuümpompen. Hiervoor wordt er een uitbreiding voorzien van een kantoorachtig gebouw naast het technisch labo waarbij met mobiele testunits gewerkt kan worden.
De locatie is gelegen binnen het industriegebied Geleegweg - Neerland zoals voorzien in de beleidsnota ruimtelijke economie. De ontwikkeling / uitbreiding past binnen de visie van de beleidsnota. Voor het dossier kan gunstig advies gegeven worden.’
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De omgeving kenmerkt zich door grote gebouwen met bovengrondse verharding voor laad- en loszones en parkings, in functie van de organisatie op het terrein. De plannen voorzien een gebouw tot een hoogte van 10,50 meter. Deze hoogte is gelijk aan de hoogte van het bestaand labo. Tussen beide gebouwen, die op een afstand van circa 4,05 meter van elkaar staan, wordt een nieuwe doorgang voorzien. Ter hoogte van de noordgevel sluit het nieuwe gebouw aan op een bestaand kantoorgebouw met een hoogte van 8,50 meter.
Onder het nieuwe gebouw wordt een waterbuffer voorzien. Het opgevangen hemelwater zal gebruikt worden voor het sproeisysteem van de koeltorens.
De aanvraag wijkt af van het geldend BPA. Zo dient de bouwhoogte van nieuwe gebouwen ter hoogte van de perceelgrenzen begrepen te zijn binnen een gabarit van 45°, vertrekkend op 3 m van de perceelgrens. Echter kan vastgesteld worden dat voorgestelde inplanting en bouwhoogte kenmerkend is aan deze zijde van het volledige terrein. Het nieuwe gebouw sluit, zowel qua inplanting als qua bouwhoogte, aan op het bestaande labo.
Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening kan na het voeren van een openbaar onderzoek deze afwijking toegestaan worden.
Verder wijkt het voorstel ter hoogte van het gepland nieuwe gebouw af van het BPA. De voorschriften vragen om hier een groen zichtscherm aan te planten. Tegenover de perceelgrens wordt er vanaf de gevel een afstand van 7,25 meter voorzien. Vanaf de borstwering ter hoogte van de vluchtweg een afstand van 5,74 meter. Hierdoor is er in theorie nog voldoende ruimte om een groen zichtscherm aan te planten zoals gevraagd in het BPA. Dit dient bij een eventuele vergunning in voorwaarde opgenomen te worden.
Visueel-vormelijke elementen
Het nieuwe gebouw wordt voorzien in zilvergrijze stalen bardages gedragen door een verdiepingshoge plint in grijze betonpanelen en zwart buitenschrijnwerk. Voorgestelde materialen zijn kenmerkend binnen de industriële context van het gebouw en bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen beoordelen of alle ruimtes waar personen te werk gesteld worden voldoende kwalitatief zijn. Zo is het niet duidelijk of er voldoende verlucht kan worden in het nieuwe gebouw. Het bestaande kantoorgebouw verliest een volledige lange gevel waardoor dit een grote impact heeft op de toetreding van daglicht, zicht en lucht. De kwaliteit in beide gebouwen dient te allen tijde gewaarborgd te worden. In projectinhoudversie 6 wordt de ventilatie van het nieuwe en het bestaande kantoorgebouw aan de hand van een toelichting verduidelijkt. Hoewel dit geen oplossing biedt aan licht en zicht, kan gesteld worden dat de kantoren duidelijk wel voldoende geventileerd zullen worden, en aangezien de aard van de arbeid die in deze labo/werkplaatsomgeving minder nut heeft van zicht en daglicht, kan een afwijking op artikel 24 van de bouwcode toegestaan worden.
In diezelfde projectinhoudversie werd ook informatie aangeleverd die zou moeten tegemoetkomen aan de voorwaarden opgelegd in het voorwaardelijk gunstig advies van Waterlink/Aquafin. Gezien de erg korte adviestermijn, bestond de mogelijkheid niet om ook Waterlink/Aquafin om een beoordeling te vragen. Het voldoen aan hun advies zal bijgevolg als voorwaarde opgelegd worden.
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Het nieuwe platte dak wordt niet voorzien van een groendak. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen. Dit dient bij een eventuele vergunning in voorwaarde opgenomen te worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 54 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.
Op een deel van de parking wordt een bijkomend kantoorgebouw van 893 m² BVO bijgebouwd tegen bestaande gebouw C6 aan. Bij het lezen van de beschrijvende nota en het zien van de plannen gaat het hier niet over een klassiek kantoorgebouw. Het zijn hoofdzakelijk laboruimtes en magazijn voor onderzoek en ontwikkeling waar ingenieurs werken. Atlas Copco oordeelt daarom dat dit niet bij productie hoort en rekent het tot kantoor. Alhoewel Atlas Copco dit berekent als extra kantoor zouden wij hier eerder het parkeerkengetal voor bedrijfsverzamelgebouw op toepassen.
Voor de uitbreiding van kantoorruimte is er een parkeerbehoefte van 893 m²/100 m² x 1,45 = 13,8 afgerond 14 parkeerplaatsen. We beoordelen echter dat het gaat over eerder gemengde werkplaats/bedrijfsverzamelgebouw en dan is de behoefte 893 m²/100 m² x 1,35 = 12,1 afgerond 12 parkeerplaatsen. Er verdwijnen door de verbouwing 42 parkeerplaatsen. Het nieuwe gebouw wordt op een deel van de parking gebouwd. Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte.
De parkeerbehoefte voor het nieuwe kantoorgebouw is (12 + 42 =) 54 parkeerplaatsen.
De werkelijke parkeerbehoefte is 54 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 0 bijkomende nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. In de parkeerboekhouding wordt gewezen naar een toekomstige omgevingsvergunningsaanvraag voor de bouw van een parkeergebouw. De uitbreiding die daar voorzien wordt kan het tekort (met deze aanvraag gaat het op dit moment om een tekort van 35 parkeerplaatsen) worden opgevangen. Na alle geplande werken zou er een overschot zijn van 61 plaatsen.
Informatief: parkeerboekhouding dd 24/03/2022 in bijlage.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 54.
Deze zullen in de toekomst voorzien worden.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 54 – 54 = 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 54 – 0 = 54. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte van de aanvrager wordt bijgehouden door middel van een parkeerboekhouding die opgevolgd wordt door de stedelijke dienst Mobiliteit. Zo wordt erover gewaakt dat steeds correct wordt omgesprongen met het aantal parkeerplaatsen om de behoefte af te dekken. Daarom kan een tijdelijke afwijking toegestaan worden onder voorwaarde dat het tekort effectief aangezuiverd wordt. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte in mindering gebracht worden voor 54 parkeerplaatsen.
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 54 – 54 = 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voor het advies over de ingedeelde inrichting of activiteiten kan grotendeels verwezen worden naar het advies opgenomen onder 'Omgevingstoets’ in het collegebesluit 2022_CBS_00582.
Tegemoetkomend aan de bemerking in het vorige advies werd het vermogen van de nieuwe warmtepompen teruggebracht van 100 kW naar 24,2 kW en werd gedetailleerde technische informatie bijgevoegd. Als koelmiddel zal R32 met een GWP van 675 gebruikt worden (14,3 kg). Het totale aantal ton CO2-equivalenten stijgt met 9,7 ton in plaats van de aanvankelijke toename met 60 ton CO2-equivalenten. De warmtepomp is voorzien van een geluidsmantel en geïsoleerde compressorbehuizing. Daarnaast werd meegegeven dat er wel degelijk zonnepanelen voorzien worden om in een deel van de stroomvoorziening van de warmtepomp te voorzien.
Conclusie
Mits de algemene en sectorale milieuvoorwaarden nageleefd worden, worden de risico’s voor mens en milieu niet verhoogd. Er wordt gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.
Advies van het college
Op basis van PIV6 kan een voorwaardelijk gunstig advies gegeven worden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De voorwaarden uit het advies van Waterlink/Aquafin zijn strikt na te leven.
3. Het nieuwe platte dak moet als groendak aangelegd worden.
4. Er moet een groen zichtscherm aangeplant worden conform de bepalingen van het BPA.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
16.3.1° | koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een gezamenlijke hoeveelheid van meer dan 2.000 ton CO2–equivalent; | +9,70 ton CO2–equivalent |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | +24,20 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 18 maart 2022 |
Start openbaar onderzoek | 24 december 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 22 januari 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 1 april 2022 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. De opsomming en beoordeling van de opmerkingen en bezwaarschriften werd reeds uitgevoerd in het collegeadvies van 28 januari 2022.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
24 december 2021 | 22 januari 2022 | 0 | 0 | 0 | 1 |
Bespreking van de bezwaren
Het bezwaar is ongegrond.
Op een deel van de parking wordt een bijkomend kantoorgebouw van 893 m² BVO bijgebouwd tegen bestaande gebouw C6 aan. Bij het lezen van de beschrijvende nota en het zien van de plannen gaat het hier niet over een klassiek kantoorgebouw. Het zijn hoofdzakelijk laboruimtes en magazijn voor onderzoek en ontwikkeling waar ingenieurs werken. Atlas Copco oordeelt daarom dat dit niet bij productie hoort en rekent het tot kantoor. Alhoewel Atlas Copco dit berekent als extra kantoor zouden wij hier eerder het parkeerkengetal voor bedrijfsverzamelgebouw op toepassen.
Voor de uitbreiding van kantoorruimte is er een parkeerbehoefte van 893 m²/100 m² x 1,45 = 13,8 afgerond 14 parkeerplaatsen. We beoordelen echter dat het gaat over eerder gemengde werkplaats/bedrijfsverzamelgebouw en dan is de behoefte 893 m²/100 m² x 1,35 = 12,1 afgerond 12 parkeerplaatsen.
Er verdwijnen door de verbouwing 42 parkeerplaatsen. Het nieuwe gebouw wordt op een deel van de parking gebouwd. Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte.
De parkeerbehoefte voor het nieuwe kantoorgebouw is (12 + 42 =) 54 parkeerplaatsen.
De werkelijke (bijkomende) parkeerbehoefte is 54 parkeerplaatsen.
Het klopt dat de aanvraag niet voorziet in deze behoefte.
Het bezwaar is gegrond.
Beoordeling:
De locatie waar de testen uitgevoerd worden blijft ongewijzigd in het labo-AIA testgebouw. Uit het bezwaar blijkt niet dat er heden klachten zijn van geluidsoverlast van dit testcentrum. Alle testen vinden inpandig plaats waardoor de verspreiding van geluid beperkt wordt. De dichtstbijgelegen woning bevindt zich op circa 200 meter van het testcentrum. Het project gaat over de bouw van een werkplaats. Hier worden geen activiteiten voorzien met een grote geluidsproductie. Het risico op geluidshinder is zeer klein. De exploitant dient zich bovendien te allen tijde te houden aan de milieukwaliteitsnormen voor geluid opgenomen in Vlarem II.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
Het project gaat over de bouw van een werkplaats, niet over het testcentrum zelf. Dat blijft ongewijzigd. Desalniettemin is het waarschijnlijk dat ook gascompressoren in het testcentrum getest zullen worden en dat deze testopstelling voorbereid zal worden in de nieuwe werkplaats. Echter is er geen aanleiding dit op één of andere manier te verbieden of te beperken. De activiteiten vinden plaats in een gecontroleerde omgeving en worden uitgevoerd door gespecialiseerd personeel. De brandweer geeft een voorwaardelijk gunstig advies.
Het bezwaar is ongegrond.
Het bezwaar is gegrond.
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De voorwaarden uit het advies van Waterlink/Aquafin zijn strikt na te leven.
3. Het nieuwe platte dak moet als groendak aangelegd worden.
4. Er moet een groen zichtscherm aangeplant worden conform de bepalingen van het BPA.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |