Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022016673 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Abderrahman Bennamari met als adres Jos Van Eyndestraat 7 bus B2 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Topaasstraat 28 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 22 sectie A nr. 78W4 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 18/12/1928: toelating (961#10326) voor het bouwen van 24 woningen.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- eengezinswoning van 2 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing.
Huidige toestand
- eengezinswoning van 2 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing.
- vaststelling (ID: 102552) van de Tuinwijk Groenenhoek als bouwkundig erfgoed;
- bouwvolume:
- visueel:
- inrichting:
Gewenste toestand
- bouwvolume:
- visueel:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van de gelijkvloerse bouwlaag;
- vervangen van de trap naar eerste verdieping;
- voorzien van een glaspartij in de achtergevel;
- aanleggen van het nieuw plat dak als een groendak;
- vervangen van het buitenschrijnwerk van de voorgevel;
- vergroten van de verharde oppervlakte in de achtertuin;
- regulariseren tuinafsluiting in betonplaten.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 11 april 2022 | 10 mei 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’).
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Het object/ complex is beeldbepalend voor tuinwijk Groenenhoek en meer bepaald voor de noordelijke tuinwijk die haar karakter voornamelijk heeft bewaard ter hoogte van de Topaasstraat. Het behoud van het volume en de buitenarchitectuur wordt vooropgesteld gelet op het behoud van het globale tuinwijklandschap.
De betonnen tuinafsluitingen zijn niet kenmerkend in dit deel van de tuinwijk waar levendige hagen het talrijkst zijn.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag interne wijzigingen aan een grondgebonden eengezinswoning en uitbreiden van de gelijkvloerse verdieping.
De gelijkvloerse aanbouw wordt afgebroken en vervangen door een nieuwe gelijkvloerse aanbouw tot een perceelbrede bouwdiepte van circa 13 meter. Dit is circa 3,3 meter dieper dan het de links aanpalende woning en circa 3,9 meter dieper dan de rechts aanpalende woning. Echter zijn dergelijke bouwdieptes wel veel voorkomend in de rest van deze rij eengezinswoningen (bijvoorbeeld de tweede rechts aanpalende woning en de derde links aanpalende woning). De woning beschikt na uitbreiding nog over een voldoende grote en kwalitatieve tuin. Deze bouwdiepte wordt gunstig geadviseerd.
De verblijfsruimtes rechts en achteraan worden maximaal met elkaar verbonden tot een doorzontypologie en de achtergevel wordt van een groot schuifraam voorzien. Dit komt de ideale daglichttoetreding van de woning ten goede.
Met uitzondering van de beperkte achtergevelisolatie, blijft het bouwvolume van de eerste verdieping ongewijzigd. De verdieping wordt heringericht waarbij er drie slaapkamers, een nachthal en wc ingericht wordt. Deze indeling is voldoende kwalitatief.
Cultuurhistorische aspecten en Visueel-vormelijke elementen
De woning is gelegen in de Tuinwijk Groenenhoek. Gelet op de erfgoedwaarde hiervan werd het advies van de stedelijke dienst monumentenzorg gevraagd. De afweging in het advies luidt alsvolgt: “Men wenst de bestaande uitbouw af te breken en een nieuwe uitbouw te voorzien op de gelijkvloerse verdieping. Intern worden een aantal optimalisaties gedaan zoals het verdraaien van de trap naar de eerste verdieping. De geplande werken aan de achtergevel en binnenin respecteren de architecturale en stedenbouwkundige waarde van de tuinwijk en zijn dan ook aanvaardbaar vanuit oogpunt monumentenzorg.
Het schrijnwerk in de voorgevel wordt vervangen door antraciet PVC schrijnwerk. Initieel waren de gevels voorzien van wit houten schrijnwerk. De ramen werden opgebouwd met 2 of drie vleugels en een vast bovenlicht (gelijkvloers). Ter versterking van de leesbaarheid van de kenmerkende buitenarchitectuur, wordt als voorwaarde opgelegd om het schrijnwerk in de voorgevel integraal te voorzien in een witte kleur. De ramen op het gelijkvloers moeten opgedeeld worden als respectievelijk een twee- en drielicht met een vast bovenlicht (uitgelijnd met bovenlicht inkomdeur).”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het advies van de stedelijke dienst monumentenzorg integraal bijgetreden. Het voorgevelschrijnwerk moet voldoende afgestemd worden met de kenmerkende schrijnwerk van de omliggende woningen uit de Tuinwijk.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het schrijnwerk in de voorgevel te voorzien in een witte kleur.
2. De betonnen tuinafsluitingen worden uitgesloten van vergunning.
3. De gelijkvloerse ramen in de voorgevel te voorzien van een vast bovenlicht, uitgelijnd met het bovenlicht van de inkomdeur.
4. Het rechtse gelijkvloerse raam, onder het bovenlicht, van een drieledige indeling te voorzien, afgelijnd op de drieledigheid van het raam van de eerste verdieping.
5. De verharding in de achtertuin te beperken tot maximaal 1/3de van de tuinzone, conform artikel 27 van de bouwcode en afwaterend naar de tuin aan te leggen.
6. De scheidingsmuur van de aanbouw op eigen perceel van voldoende dikte (18 centimeter) te voorzien, conform artikel 34 van de bouwcode.
7. Na uitvoering van de werken te voldoen de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 4 februari 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 11 april 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 10 juni 2022 |
Verslag GOA | 23 mei 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
1. Daglichttoetreding: De bekommernis dat de aanbouw de ideale daglichttoetreding van de aanpalende woning en tuin hindert;
Beoordeling: Een bouwhoogte van 3,5 meter is kenmerkend voor gelijkvloerse aanbouwen in de omgeving. De gelijkvloerse uitbreiding is niet dusdanig groot dat dit de daglichttoetreding van de aanpalende woningen abnormaal zou hinderen of de leefbaarheid in het gedrang brengt. Het bezwaar is ongegrond.
2. Verzichten: Het bekommernis dat de aanbouw de zijdelingse verzichten vanuit de gelijkvloerse leefruimte hindert;
Beoordeling: De kenmerkende breedte van de percelen in dit deel van de straat betreft bijna 8 meter. Het bezwaar is ongegrond. De gelijkvloerse uitbreiding van de woning is niet dusdanig groot dat de leefkwaliteit van de aanpalende woningen op onaanvaardbare wijze gehinderd zou worden.
3. Omgaan met ruimte: Het aandachtspunt van de bezwaarindiener dat het een spijtige zaak is dat de architecten zoveel leef-en speelruimte binnen creëren en niet creatiever omgaan met de buitenruimte;
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het feit dat er een speelruimte intern voorzien wordt, betekend niet dat de tuin onvoldoende kwalitatief zou zijn.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het schrijnwerk in de voorgevel te voorzien in een witte kleur.
2. De betonnen tuinafsluitingen worden uitgesloten van vergunning.
3. De gelijkvloerse ramen in de voorgevel te voorzien van een vast bovenlicht, uitgelijnd met het bovenlicht van de inkomdeur.
4. Het rechtse gelijkvloerse raam, onder het bovenlicht, van een drieledige indeling te voorzien, afgelijnd op de drieledigheid van het raam van de eerste verdieping.
5. De verharding in de achtertuin te beperken tot maximaal 1/3de van de tuinzone, conform artikel 27 van de bouwcode en afwaterend naar de tuin aan te leggen.
6. De scheidingsmuur van de aanbouw op eigen perceel van voldoende dikte (18 centimeter) te voorzien, conform artikel 34 van de bouwcode.
7. Na uitvoering van de werken te voldoen de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.