Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022037091 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA Wreckords met als adres Kasteleinsstraat 11 te 9150 Kruibeke |
Ligging van het project: | Lange Lobroekstraat 41-45, Lange Slachterijstraat 9 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 7 sectie G nr. 422S16 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | realiseren van een eengezinswoning boven een bestaande garage |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- het gebouw aan de Lange Lobroekstraat en Mouterijsteeg en het perceel in de Lange Slachterijstraat zijn al van oudsher met elkaar verbonden om de functie van een vleesgroothandel te kunnen vervullen. Het pand in de Lange Slachterijstraat was vooral belangrijk als vluchtweg en doorgang naar de achterliggende magazijnen en koelcellen. Het was de bedoeling dat het oorspronkelijke pand op dit perceel grondig gesaneerd werd door middel van een vergunning afgeleverd in 2000. De vergunning werd nooit uitgevoerd. In 2007 werd een tweede vergunning bekomen voor de sloop en heropbouw van een nieuw pand. Het oorspronkelijke pand werd afgebroken met uitzondering van de gelijkvloerse doorgang naar de Lange Lobroekstraat. De bovenliggende verdiepingen werden niet heropgebouwd. Het pand in de Lange Lobroekstraat valt buiten de scope van deze aanvraag.
- 02/02/2007: vergunning (3151#802) voor aanpassingswerken restaurant-traiteur en nieuwe wooneenheid boven doorgang in de Lange Slachterijstraat 9 – de nieuwe wooneenheid werd nooit uitgevoerd;
- 26/10/2000: vergunning (86#8724714) voor het verbouwen van vleesgroothandel met kantoren en appartementen tot restaurant, kantoren en appartementen en de verbouwing van de wooneenheid boven de doorgang in de Lange Slachterijstraat 9 – de verbouwing van de wooneenheid appartement werd nooit uitgevoerd;
- 17/06/1961: weigering (18#41885) voor het aanbouwen van een slaapkamer op de 2de verdieping bij het huis in de Lange Slachterijstraat 9;
- 03/09/1948: toelating (18#24637) voor verandering aan frigo. Op deze toelating is de doorrij met bovenliggende woning tussen de frigo/vleeshal in de Lange Lobroekstraat en de Lange Slachterijstraat 9 af te lezen;
- 21/01938: toelating (18#9807) voor het bijbouwen van een verdieping op bestaande vrieskamers in de Lange Lobroekstraat 47 – op deze toelating is de doorrij tussen de frigo/vleeshal in de Lange Lobroekstraat en de Lange Slachterijstraat 9 af te lezen;
- 04/09/1931: bouwtoelating (1931#40027) voor gevel en binnenveranderingen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie Lange Lobroekstraat en Mouterijsteeg:
- functie Lange Slachterijstraat:
- bouwvolume Lange Slachterijstraat:
Huidige toestand
Lange Lobroekstraat en Mouterijsteeg:
- functie en bouwvolume maken geen deel uit van de aanvraag;
Lange Slachterijstraat
- functie en bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand
Lange Lobroekstraat en Mouterijsteeg:
- functie en bouwvolume maken geen deel uit van de aanvraag;
- gevelafwerking conform bestaande toestand:
Lange Slachterijstraat
- wooneenheid bovenop een bestaande verbinding en vluchtroute;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een eengezinswoning boven een bestaande garage;
- wijzigen van de gevel, zijde Lange Lobroekstraat en Mouterijsteeg;
- mogelijke wijzigingen aan de functie en het bouwvolume langs zijde Lange Lobroekstraat en Mouterijsteeg maken geen deel uit van de aanvraag.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 11 april 2022 | 9 mei 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 11 april 2022 | 18 april 2022 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 11 april 2022 | 5 mei 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 11 april 2022 | 15 april 2022 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 11 april 2022 | 25 april 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving. Het realiseren van een eengezinswoning is verenigbaar met het woongebied van de wijk Dam.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het perceel is ondiep en volledig bebouwd conform de andere percelen in dit deel van de Lange Slachterijstraat. Op het gelijkvloers blijft de bestaande vergunde doorgang naar het pand in de Lange Lobroekstraat behouden. Bovenop de gelijkvloerse doorgang worden 3 nieuwe bouwlagen gerealiseerd zodat het totaal aantal bouwlagen 4 zal bedragen. De bouwdiepte is conform de bouwdieptes van de omliggende bebouwing. Er worden patio’s en terugsprongen gemaakt om hinder naar (zon)lichttoetreding ten aanzien van de omliggende panden te minimaliseren. Gezien de beperkte oppervlakte van het perceel (40m²), de aanwezige bebouwing op de zijdelingse en achterste perceelsgrens over meerdere bouwlagen én gezien de aanwezige doorgang en de ondergrondse hoogspanningscabine is een ontpitting op maaiveldniveau niet realistisch.
De bovenste bouwlaag springt terug ten opzichte van de voorgevelbouwlijn om een volwaardige buitenruimte te kunnen creëren. Een terugspringende bouwlaag ten opzichte van de voorgevelbouwlijn is niet meteen kenmerkend in de Lange Slachterijstraat maar op dit korte straatdeel zijn de percelen erg ondiep, in tegenstelling tot de percelen van het andere straatdeel die wel mogelijkheden hebben om een private buitenruimte te creëren. Het gebouw met huisnummers 3-5 heeft een gelijkaardige buitenruimte op de voorgevelbouwlijn.
De schaal en het ruimtegebruik van de aanvraag worden gunstig beoordeeld en zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Visueel-vormelijke elementen
De gevel van het pand uit de aanvraag wordt opgetrokken met een grijze gevelsteen en zwart schrijnwerk. De teruggetrokken bouwlaag wordt bekleed met grijs plaatmateriaal omwille van de houtskeletopbouw. De valbeveiliging voor de ramen en de balustrade van het dakterras worden in glas voorzien. Glazen borstweringen worden over het algemeen ongunstig geadviseerd. Spijlenwerk of strekmetaal als borstwering verdienen de voorkeur. De borstweringen in het eerste vergunde bouwveld in het nabije stadsontwikkelingsproject ‘Slachthuissite’ worden eveneens uitgewerkt in staal. In de voorwaarden moet worden opgelegd dat het materiaal van de borstwering van het dakterras en de valbeveiliging in spijlenwerk of strekmetaal uitgevoerd moeten worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gezien de interne verbinding met de Lange Lobroekstraat 41-45, de functie van het gelijkvloers als vluchtweg en het ontbreken van een gemeenschappelijk trappenhuis werd de woning aanzien als een quadriplex appartement. De aanvrager moest hiervoor een afwijking op de basisbrandpreventienormen bekomen alvorens een aanvraag kon ingediend worden. Deze afwijking werd bekomen op 1 februari 2022 en toegevoegd aan de vergunningsaanvraag.
De woning is voldoende ruim. De oppervlakten van de verblijfsruimten staan in een logische verhouding tot elkaar en de woning beschikt eveneens over kwalitatieve buitenruimten.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De aanvraag betreft de bouw van een eengezinswoning boven een bestaande garage. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Er wordt een woning gebouwd op een bestaande garage.
Er is 1 bijkomende wooneenheid. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 waardoor er een parkeerbehoefte van 1 plaats is.
De vergunde situatie die is bijgevoegd in de plannenset vermeldt een garage op het gelijkvloers. Deze functie kan in vraag gesteld worden. Het is echter niet realistisch dat op deze plaats een garage voorzien was, gezien de aanwezigheid van een hoogspanningspost die er al van minstens 1971 gevestigd is (foto in het dossier). De vergunningen van 2000 en 2007 zijn niet uitgevoerd en op de oudere vergunningen is het een doorrij/verbinding. Bovendien mag volgens brandweer op het gelijkvloers geen auto gestald worden gezien de hoogspanningscabine in de kelder. Bijgevolg wordt abstractie gemaakt van deze plaats, die ook niet meer aanwezig is in de nieuwe toestand.
De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag. De potentiële parkeerplaats moet ingericht worden als doorgang. Deze moet vrij blijven als vluchtweg en mag niet gebruikt worden als parkeerplaats.
|
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan echter afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in bovenstaande tabel, indien realisatie van de parkeerplaatsen niet mogelijk is. Dit geldt tevens voor eengezinswoningen die boven winkelpanden ingericht worden. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.
|
Fietsvoorzieningen
Voor de woning met 2 slaapkamers moeten 3 fietsenstallingen voorzien worden.
Deze worden ingericht op het gelijkvloers, die enkel als vluchtweg en fietsenstalling gebruikt mag worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De borstwering van het dakterras en de valbeveiliging moet in spijlenwerk of strekmetaal uitgewerkt worden.
3. De hoogspanningscabine moet tijdens de werken ten allen tijde veilig toegankelijk blijven.
4. Er mag niet geraakt worden aan de fundering, de muren en het dak van het hoogspanningscabinelokaal.
5. De aannemer dient de nodige aandacht te besteden aan de waterdichtheid van het hoogspanningscabinelokaal en de aanwezigheid van de laag- en middenspanningskabels. Indien er zich vochtproblemen voordoen tijdens of na de werken veroorzaakt door de werken, zal de aannemer deze op zijn kosten herstellen in samenspraak met Fluvius Antwerpen.
6. De aannemer moet vóór aanvang van de werken de liggingsplans van de aanwezige leidingen bij Fluvius opvragen zodat deze kabels tijdens de werken niet beschadigd worden.
7. De aanvrager moet vóór aanvang van de werken met Fluvius Antwerpen contact op te nemen. Het advies moet aan de voorwaarden bij de vergunning worden gekoppeld.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 15 maart 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 11 april 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 10 juni 2022 |
Verslag GOA | 25 mei 2022 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
2 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Er werden 2 bezwaarschriften ingediend. De bezwaren laten zich als volgt samenvatten
Beoordeling:
De bezorgdheden van de indiener rond het behoud van een veilige toegang tot de hoogspanningscabine is een uitvoeringstechnische aangelegenheid die los staat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Desalniettemin dient de algemene veiligheid van personen, de technische installatie en de directe omgeving in acht genomen te worden. Het aangeleverde advies wordt dan ook door middel van voorwaarden in de vergunning opgenomen. Het bezwaar is gegrond.
Beoordeling:
Het bezwaar is onduidelijk omdat het niet aangeeft welk deel van de scheimuur verlaagd wordt. Uit de plannen blijkt dat het gabariet van de scheimuur met het rechterbuurpand achteraan het perceel op 8,93 m blijft en bijgevolg niet gewijzigd wordt.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
De bezorgdheden van de bezwaarindiener rond de al dan niet aanwezigheid van goede en voldoende geluidsisolatie is een uitvoeringstechnische aangelegenheid die los staat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer/aannemer zich te ontzien van burgerrechtelijke plichten.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
2. De borstwering van het dakterras en de valbeveiliging moet in spijlenwerk of strekmetaal uitgewerkt worden.
3. De hoogspanningscabine moet tijdens de werken ten allen tijde veilig toegankelijk blijven.
4. Er mag niet geraakt worden aan de fundering, de muren en het dak van het hoogspanningscabinelokaal.
5. De aannemer dient de nodige aandacht te besteden aan de waterdichtheid van het hoogspanningscabinelokaal en de aanwezigheid van de laag- en middenspanningskabels. Indien er zich vochtproblemen voordoen tijdens of na de werken veroorzaakt door de werken, zal de aannemer deze op zijn kosten herstellen in samenspraak met Fluvius Antwerpen.
6. De aannemer moet vóór aanvang van de werken de liggingsplans van de aanwezige leidingen bij Fluvius opvragen zodat deze kabels tijdens de werken niet beschadigd worden.
7. De aanvrager moet vóór aanvang van de werken met Fluvius Antwerpen contact op te nemen. Het advies moet aan de voorwaarden bij de vergunning worden gekoppeld.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.