Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022014510 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Werner Truyts met als adres Borsbeeksesteenweg 102 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Borsbeeksesteenweg 102 te 2100 Deurne-Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 32 sectie B nr. 638H16 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning en oprichten van een tuinberging |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden;
Huidige toestand
- functie en bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie en bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- Verbouwen van een eengezinswoning door middel van:
- het oprichten van een bijgebouw achteraan het perceel;
- het plaatsen van een poort in de tuinmuur op de linkerperceelsgrens.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee niet in overeenstemming. Men wenst namelijk de voorgevel te isoleren en opnieuw te bekleden met steenstrip tot 18cm voorbij de rooilijn.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat verbouwingen aan een bestaande eengezinswoning. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het betreft een eengezinswoning van twee bouwlagen onder een hellend dak. Aan de achterzijde is een achterbouw van twee bouwlagen voorzien tegen de linkse perceelgrens. Op de gelijkvloerse verdieping is de achterbouw perceelbreed uitgevoerd.
Inzake volumetrie betreft de aanvraag aanpassingen aan de achterbouw. Het gelijkvloers wordt gerenoveerd en voorzien van een nieuwe uitbreiding tot een maximale bouwdiepte van 16,81 m. Op de eerste verdieping wordt de bestaande uitbreiding heropgebouwd, de bouwdiepte blijft hier behouden.
Achteraan het perceel wordt een tuinberging voorzien met een oppervlakte van circa 31 m². Deze wordt tegen de bestaande bebouwing en garagebox van de aanpalende percelen ingeplant.
De directe omgeving wordt gekenmerkt door percelen met een diepte van ongeveer 70 m. Er blijft bijgevolg voldoende kwalitatieve tuinzone over. Bovendien verwijzen de voorgestelde bouwdieptes naar bouwdieptes welke in de onmiddellijke omgeving vaker voorkomen. De wijzigingen zijn inzake schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel wordt geïsoleerd en afgewerkt met geelkleurig metselwerk. De gelijkvloerse raamopening wordt vergroot voor meer lichtinval in de interne ruimte. Er wordt aluminium buitenschrijnwerk geplaatst in pastelblauwe kleur.
Het buitenschrijnwerk komt niet overeen met de referenties in de directe omgeving. Dit is in strijd met artikel 6 van de bouwcode. De straat wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door wit, bruin, grijs en donker buitenschrijnwerk. In voorwaarde wordt opgenomen het buitenschrijnwerk in een meer neutrale kleur te voorzien dat aanleunt bij de kleuren in de directe omgeving.
De gevelafwerking is inpasbaar in het straatbeeld en de stedelijke omgeving waar het pand zich bevindt. Het na-isoleren van de gevel is aanvaardbaar. Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd.
De isolatie en afwerking aan de voorgevel heeft een dikte van 18 cm. De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een omgevingsvergunning voor buitengevelisolatie. Men is verplicht om de werken over een dikte van 14 cm uit te voeren. Dit wordt in voorwaarde opgenomen.
De arrière-corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Dit detail eigen aan de stedelijke context dient behouden te blijven.
Aan de achtergevel wordt het gelijkvloers uitgewerkt als een veranda. De geveldelen op de verdieping worden afgewerkt in metselwerk. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in pastelblauw aluminium. Gelet op het feit dat deze delen niet zichtbaar zijn vanop het openbaar domein en de materialen in overeenstemming zijn met de stedelijke context, is de voorgestelde gevelafwerking aan de achterzijde vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag is strijdig met artikel 24 van de bouwcode. De slaapkamers onder het hellend dak voldoen niet aan dit artikel van de bouwcode. Het betreft echter twee grote slaapkamers met voldoende hoge interne hoogte. Het licht en lucht komt door middel van telkens twee velux- ramen in de slaapkamers binnen waardoor kan geoordeeld worden dat de slaapkamers voldoende kwalitatief zijn. Op basis van artikel 3 van de bouwcode kan een afwijking worden toegestaan.
De volumewijziging van de woning en de opbouw van de tuinberging brengen een beperkte wijziging van de scheidingsmuren met zich mee. Gezien de oriëntatie van de woningen blijft de impact van de scheimuurwijzigingen beperkt. De scheidingsmuren dienen conform artikel 34 van de bouwcode te worden uitgevoerd.
De scheimuur van de tuinberging heeft tevens geen opstand van minstens 0,30 m. Dit is in strijd met artikel 34 van de bouwcode. In dit kader is ook een bezwaar ontvangen. In voorwaarde wordt opgenomen het plat dak van de tuinberging te verlagen om een opstand van minstens 0,30 m te bekomen.
Verder heeft de tuinberging een dakoppervlakte groter dan 20 m². Conform artikel 38 van de bouwcode is het verplicht deze aan te leggen als een groendak. Dit wordt in voorwaarde opgenomen.
Mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden, is de aanvraag in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het buitenschrijnwerk in een meer neutrale kleur te voorzien dat aanleunt bij de kleuren in de directe omgeving;
2. de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 cm;
3. de arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie;
4. de nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein zodanig dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden, los van herstelwerken aan de nieuwe constructie;
5. het plat dak van de tuinberging te verlagen, zodat een opstand van minstens 0,30 m ter hoogte van de perceelgrens bekomen wordt, conform artikel 34 van de bouwcode;
6. de scheidingsmuren conform artikel 34 van de bouwcode uit te voeren;
7. de tuinberging te voorzien van een groendak;
8. de toegang voor personen naar de tuinzone achteraan het perceel te voorzien en te beperken tot een maximale breedte van 1 m;
9. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 18 maart 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 15 april 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 14 juni 2022 |
Verslag GOA | 25 mei 2022 |
naam GOA | Brenda Dierckx |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
1. Tuinberging:
Het bezwaar dat de scheidingsmuur van de tuinberging niet voldoet aan artikel 34 van de bouwcode, aangezien de muur in snelbouwsteen is opgetrokken en het feit dat de tuinberging momenteel een woonfunctie heeft.
Beoordeling:
Het bezwaar is deels gegrond.
Het betreft een enkelvoudige muur dat volledig op eigen perceel voorzien wordt. Bijgevolg is er de mogelijkheid voor bezwaarindiener om deze te ontdubbelen. Dit maakt niet weg dat aan artikel 34 van de bouwcode moet voldaan worden. Dit wil zeggen dat een opstand van 0,30 m moet voorzien worden. Dit kan door het plat dak van de tuinberging te verlagen. Dit wordt in voorwaarde opgenomen. Snelbouwsteen is een mogelijk materiaal voor de opbouw van de berging. Betreffende de functie van het bijgebouw, wordt op de plannen ‘tuinberging’ aangegeven. Het bijgebouw dient dan ook als tuinberging te fungeren;
2. Toegangspoort tuin:
Het bezwaar tegen het voorzien van een nieuwe poort naar de tuinzone achteraan het perceel via het naastgelegen perceel (met garageboxen). De huidige tuinmuur werd door de aanvrager reeds verwijderd zonder toestemming en de tuin wordt gebruikt voor het stallen van caravans en auto’s. Het huidige gebruik van de tuin als parking zorgt echter voor de nodige overlast. We beseffen dat het voorzien van de toegang in de tuinmuur een burgerrechtelijke aangelegenheid is. Echter geeft de aanwezigheid van de poort in de tuinmuur aanleiding tot het gebruik van de tuin als (auto)stalplaats, dit is geen speculatie gezien dit nu reeds het geval is.
Beoordeling:
Het bezwaar is gegrond.
Het is inderdaad zo dat het voorzien van de toegang een burgerrechtelijke aangelegenheid is. Het gebruik van de tuinzone is echter van stedenbouwkundige aard. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het stallen van auto’s in de tuinzone onaanvaardbaar. Een toegang voor personen achteraan het perceel is mogelijk, de toegang dient maximaal 1 m breed te zijn. Dit wordt in voorwaarde opgenomen;
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het buitenschrijnwerk in een meer neutrale kleur te voorzien dat aanleunt bij de kleuren in de directe omgeving;
2. de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 cm;
3. de arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie;
4. de nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein zodanig dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden, los van herstelwerken aan de nieuwe constructie;
5. het plat dak van de tuinberging te verlagen, zodat een opstand van minstens 0,30 m ter hoogte van de perceelgrens bekomen wordt, conform artikel 34 van de bouwcode.
6. de scheidingsmuren conform artikel 34 van de bouwcode uit te voeren;
7. de tuinberging te voorzien van een groendak;
8. de toegang voor personen naar de tuinzone achteraan het perceel te voorzien en te beperken tot een maximale breedte van 1 m;
9. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.