Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021180949 |
Gegevens van de aanvrager: | Bayram Kizgin met als contactadres Congresstraat 35 te 1000 Brussel |
Ligging van het project: | Carnotstraat 36A te 2060 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 8 sectie H nr. 1008A2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren functiewijziging van winkel naar kantoor en voorzien van aanpassingen aan de voorgevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 27/07/2021: proces-verbaal (11002_2021_14460) voor het wijzigen van de functie van de gelijkvloers verdieping, het inrichten van de kelder als kantoorruimte en het wijzigen van de voorgevel;
- 02/07/2021: gedeeltelijk voorwaardelijk vergund (20211642) voor het plaatsen van publiciteit;
- 29/10/2020: voorwaardelijk vergund (deputatie) (2020859)
afwijken van voorwaarden van vergunning OMV_2019101685;
- 31/10/2019: voorwaardelijk vergund (20192598) verbouwen naar een handelsgelijkvloers met 2 bovenliggende appartementen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- functie:
- ongewijzigd bouwvolume;
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- functie:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van:
- plaatsen van zaakgebonden publiciteit.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 15 april 2022 | 17 mei 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 15 april 2022 | 26 april 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 15 april 2022 | 26 april 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 15 april 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht. De kantoorruimte achteraan heeft geen raam voor direct zicht, licht en lucht.
Er werden geen fietsenstalplaatsen voorzien voor de kantoorfunctie.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Zoals opgenomen in het advies van de dienst Ondernemen en Stadsmarketing hoort een publiek toegankelijke dienstverlening thuis in het afgebakend kernwinkelgebied Antwerpen-Noord. In de kernwinkelgebieden wordt gestreefd naar een clustering van handel, reca en dienstverlening. De aanvraag is functioneel inpasbaar.
Cultuurhistorische aspecten en visueel-vormelijke elementen
De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.
Art. 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen.
Het advies van de dienst Monumentenzorg luidt als volgt:
“ De aanvraag heeft betrekking op een winkelhuis in neoclassicistische stijl met renaissance-inslag, gebouwd in opdracht van de heer P. Galmart, naar een ontwerp door de architect Edmond J. Tyck uit 1885.
Het betreft een rijwoning van twee traveeën en vier bouwlagen waaronder een entresol, met een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rustte oorspronkelijk op een klassieke houten winkelpui met een gebogen fronton boven het middenportaal. Boven de entresol worden de twee hoofdverdiepingen gemarkeerd door geblokte spaarvelden met Ionische pilasters, composiete hoekpilasters in kolossale orde en een gevelbreed balkon met bewerkte postamenten en een smeedijzeren borstwering.
De middenpenant draagt een cartouche met de initialen P.G van de bouwheer en een mascaron. Verder getoogde vensters in geriemde omlijstingen op de entresol en op de tweede verdieping, aldaar met een balustrade. De eerste verdieping wordt geaccentueerd door rondbogige deurvensters met waterlijsten op imposten, diamantkopsleutels en metopen in de zwikken. Een klassiek hoofdgestel met casementen en een gevelsteen “ANNO 1885” in de fries, en een houten kroonlijst op modillons en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. De kroonlijst wordt onderbroken door een dakvenster in aediculavorm, met een driehoekig fronton op bewerkte pijlers en voluutconsoles. De pui werd doorheen de jaren verschillende malen verbouwd. In 1962 werd de vloer van de entresol verlaagd. Het pand is beeldbepalend voor de Carnotstraat.
De aanvraag omvat de regularisatie van de functiewijziging van het gelijkvloers naar kantoor met sanitaire voorzieningen in de kelder. Verder wordt de winkelpui licht gewijzigd en wordt zaakgebonden reclame aan de gevel geplaatst.
Ten gevolge van verschillende verbouwingen in het interieur, rest daar slechts een zeer beperkte erfgoedwaarde. De aangevraagde ingrepen op het gelijkvloers en in de kelder doen geen verdere afbreuk aan de bewaarde erfgoedwaarde en zijn dan ook aanvaardbaar vanuit oogpunt monumentenzorg.
De gevel ter hoogte van het gelijkvloers en de tussenverdieping onderging meerdere aanpassingen, waardoor de gevelverhoudingen en ook de authenticiteit op deze verdiepingen grotendeels verloren ging. De aanpassingen die worden voorgesteld omvatten het gelijktrekken van de hoogte van de 2 gelijkvloerse gevelopeningen, het supprimeren van de opliggende rolluikkast en het verwijderen van de bestaande houten bekleding. Daarnaast worden de raamopeningen op de tussenverdieping ontdaan van het bovenlicht, waardoor de oorspronkelijke raamverhoudingen terug hersteld worden. Vanuit oogpunt monumentenzorg kan dit als een verbetering van de bestaande toestand worden beschouwd en kunnen deze ingrepen gunstig worden geadviseerd.
Het voorzien van een doorlopende, gevelbrede dorpel onder de ramen van de eerste verdieping zou een verder herstel kunnen betekenen van de oorspronkelijke gevelverhoudingen. Deze nieuwe gevellijst zou als afbakening tussen de historische gevel en de vernieuwde gevelpui bovendien een vrijwaring van de oorspronkelijke geveldelen kunnen verzekeren.”
Gelet op de voorgestelde werken is het voorzien van een gevelbrede dorpel onder de ramen zelf niet haalbaar. In voorwaarden zal wel worden opgelegd een gevelbrede dorpel te voorzien boven de gelijkvloerse gevelpui, zoals in het rood aangeduid op de gevel. Deze dorpel moet minstens 10cm hoog zijn en 5 cm uit het gevelvlak steken. De dorpel is mee wit te schilderen zoals de rest van de gevel.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Door de brede, verdiepingshoge gevelpui is er voldoende daglichttoetreding in de kantoorruimte.
Om deze daglichttoetreding ook te garanderen in de achterste afgesloten werkruimte zal in voorwaarden worden opgelegd dat de wanden van deze ruimten in doorzichtig glas moeten worden voorzien.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Fietsvoorzieningen
Voor het kantoor van 57m² zou 1 fietsenstalling voorzien moeten worden (57m² x 1.25/100m² = 0.7). Gelet op de beperkte oppervlakte van het perceel zou het voorzien van een bijkomende fietsstalplaats ten koste gaan van de bruikbare kantoorruimte. Een afwijking op basis van artikel 3 van de bouwcode kan worden toegestaan.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Een gevelbrede dorpel te voorzien van 10 cm hoogte, boven de gelijkvloerse gevelpui, zoals in het rood aangeduid op de
gevel. De dorpel moet 5 cm uit het gevelvlak steken en wit geschilderd worden zoals de rest van de gevel.
3. De wanden van de afgesloten werkruimten te voorzien in ondoorzichtig glas.
4. Eventuele vergunningsplichtige wijzigingen op de verdiepingen maken geen deel uit van de aanvraag en worden uitgesloten
uit de vergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 18 maart 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 15 april 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 14 juni 2022 |
Verslag GOA | 25 mei 2022 |
naam GOA | Brenda Dierckx |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.