Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022013289 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV NAVITEC MARINE SERVICES (0418981503) met als contactadres Emdenweg 17 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Emdenweg 17 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 14 sectie B nrs. 41P8, 41D9 en 41F9 |
waarvan: |
|
- 20191109-0009 | afdeling 14 sectie B nrs. 41D9, 41F9 en 41P8 (Navitec MS) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | hervergunning en wijzigen exploitatie |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
Op 10 april 2020 verleende het college een omgevingsvergunning (OMV_2020004557) voor het bouwen van een kantoorgebouw en verandering van de exploitatie.
Voorgeschiedenis milieu
Op 27 juni 2002 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning verleend aan de nv Navitec Marine Services voor het exploiteren van een ingedeelde inrichting of activiteit voor metaalbewerking. Op 10 april 2020 werd er nog een vergunning verleend door het college voor een verandering vermits deze heden de vergunningverlenende overheid is.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft in hoofdzaak de hernieuwing van de vergunning.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
6.5.1° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; | 2 verdeelslangen |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 1x 250 kVA |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 23 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | -8,00 kW
|
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; | 3.000,00 liter |
17.1.2.2.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot 3.000 liter; | 2.950,00 liter |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 6,88 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 600,00 liter |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; | 191,14 kW |
29.5.7.2°a)1) | ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55° C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 60,00 liter |
46.1°a) | wasserijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. | 99,75 kW |
CLP-tabel
In bijlage.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 22 maart 2022 | 28 april 2022 | Gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmingen en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De kantoren, vergaderruimtes, een keuken voor personeel, sanitair en het magazijn zijn reeds vergund in dossier OMV_2020004557.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Leopolddok en het 4de Havendok – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Wilmarsdonksteenweg heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Voor de spoorweg op circa 370 meter ten noordoosten van de aanvraag geldt het bestemmingsvoorschrift Gebied voor spoorinfrastructuur.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De ingedeelde inrichting of activiteit is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Navitec Marine Services is een bedrijf dat gespecialiseerd is in het uitvoeren van herstellingen aan boord van schepen. De lopende vergunning eindigt op 27 juni 2022. Voorliggend dossier betreft dan ook enerzijds een hernieuwing van de vergunning en anderzijds een beperkte actualisatie.
Strikt genomen werd het dossier niet binnen de vereiste termijn ingediend. Deze vertraging is echter te wijten aan onzekerheid omtrent de mogelijkheid tot verdere exploitatie/behoud van concessie op het huidige adres. Inmiddels verkreeg men zekerheid tot behoud van de concessie en werd de aanvraag tot hervergunning ingediend.
De bedrijfsgebouwen bestaan uit enkele ateliers en opslagruimtes en een nieuw kantoorgebouw.
Diverse metaalbewerkingstoestellen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 191,14 kW zijn over de verschillende werkplaatsen verdeeld. Voor het ontvetten van metalen is er een kuistafel met een spoelvat van 60 liter inhoud niet-gechloreerde ontvetter voorzien.
Vermits er slechts 11 airco’s geïnstalleerd worden in plaats van de vergunde 12 toestellen vermindert het totale vergunde vermogen van rubriek 16.3.2 met 8 kW en zal dit nog 100,60 kW bedragen.
De gebruikte koelvloeistof in de airconditioning-units betreft R32, een toegelaten koelmiddel.
De exploitant is ertoe gehouden om alle relevante documenten zoals de instructiekaarten en het logboek ter inzage te houden van de toezichthoudende overheid.
Er zijn op de site 4 opslagtanks aanwezig:
- een enkelwandige bovengrondse ingekuipte opslagtank van 2.500 liter met gasolie, voorzien van een verdeelslang;
- een enkelwandige bovengrondse ingekuipte opslagtank van 2.500 liter met rode gasolie, voorzien van een verdeelslang;
- een bovengrondse dubbelwandige opslagtank van 3.000 liter met gasolie voor de verwarming;
- ter hoogte van de parking buiten is er een ondergrondse opslagtank van 2.950 liter met propaangas geïnstalleerd.
Het aanvraagdossier bevat recente keuringsattesten van de 3 gasolietanks die elk voorzien werden van een groen label. De exploitant is ertoe gehouden om alle relevante documenten zoals het attest van goedkeuring en de resultaten van de verplichte periodieke onderzoeken ter inzage te houden van de toezichthoudende overheid.
De totale hoeveelheid aan opslag van gevaarlijke stoffen ingedeeld in rubriek 17.3.2.1.1.1 bedraagt 6,88 ton. De opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen bedraagt 600 liter. Deze producten worden boven lekbakken opgeslagen. Het gebruik van de brandstofverdeelinstallaties gebeurt op een vloeistofdichte vloer binnen het bedrijfsgebouw.
Er wordt 3.000 liter aan gassen in verplaatsbare recipiënten opgeslagen: 950 liter zuurstof, 112 liter stikstof, 500 liter arcal, 200 liter propaan, 664 liter flamal en 574 liter lege gasflessen.
In het aanvraagdossier wordt gesteld dat het bestaande veiligheidsscherm zal aangepast worden in hoogte, conform de voorschriften in VLAREM II. De exploitant wordt gewezen op de geldende opslag- en afstandsregels van VLAREM II. Het veiligheidsscherm dient niet alleen aanwezig te zijn in functie van de afstandsregel ten opzichte van de limieten eigendom, maar ook om te voldoen aan de afstandsregels voor de gassen onderling en eventueel de afstand ten opzichte van het atelier verspaning (indien zonder open vuur verbod).
Het bedrijf beschikt over 3 wasmachines en 2 droogkasten die worden gebruikt om de kledij van de eigen werknemers te wassen en drogen. De totale geïnstalleerde drijfkracht van deze toestellen bedraagt 99,75 kW.
Er wordt geoordeeld dat het waswater kan beschouwd worden als huishoudelijk afvalwater.
Het huishoudelijk afvalwater, tevens afkomstig van de sanitaire voorzieningen heeft een debiet van minder dan 600 m³/jaar en is dus niet ingedeeld.
Huishoudelijk afvalwater moet conform artikel 4.2.8.1.1.§2 van VLAREM II gezuiverd worden via een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) alvorens het te lozen op oppervlaktewater. De plaatsing van deze IBA, ter hoogte van het nieuwe kantoorgebouw, werd reeds opgelegd in de vorige vergunning daterend van 10 april 2020, maar werd nog steeds niet geplaatst aangezien het nieuwe kantoorgebouw nog niet gebouwd werd. In voorliggend dossier wordt gesteld dat op heden nog steeds geen IBA in het oude gebouw geplaatst werd, maar dat de septische put zal vervangen worden door een IBA. Het bewijs van plaatsing van de IBA’s zal worden opgelegd als een bijzondere milieuvoorwaarde.
In de hoogspanningsruimte is een transformator met een individueel nominaal vermogen van 250 kVA geplaatst. Deze is oliegekoeld en voorzien van een inkuiping.
Gemiddeld zijn er 10 transportbewegingen per dag door de bestelwagens van Navitec Marine Services zelf. Externe leveringen zijn beperkt tot drie maal per week.
Er wordt geen mobiliteitshinder verwacht.
Er wordt in het dossier gesteld dat mogelijke geluidshinder enkel intern kan voorkomen (omwille van het gebruik van bepaalde machines) en dat er naar de buitenwereld toe geen geluidshinder vanwege de activiteiten van Navitec Marine Services NV voorkomt.
Het risico op geluidshinder kan tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt.
Op 25 maart 2020 verleende de hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies. De voorgestelde brandweervoorwaarden kunnen behouden blijven en dienen opgevolgd te worden.
Conform het Omgevingsvergunningsbesluit dient de beslissing de geactualiseerde vergunningsvoorwaarden te vermelden. In het besluit met als kenmerk OMV2020004557 werd volgende bijzondere milieuvoorwaarde opgenomen: ‘Uiterlijk drie maanden na finalisatie van het nieuwe kantoorgebouw bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2020004557. Uiterlijk zes maanden na finalisatie van het nieuwe kantoorgebouw wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2020004557. Zolang er geen IBA geplaatst is, worden de bewijzen van ophaling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid’.
Deze bijzondere voorwaarde kan aangevuld worden met de plaatsing van een IBA in het oude gebouw, ter vervanging van de septische put (zie hoger).
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag heeft geen betrekking op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening is bijgevolg niet vereist.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
6.5.1° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; | 2 verdeelslangen |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 1x 250 kVA |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 23 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | -8,00 kW
|
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; | 3.000,00 liter |
17.1.2.2.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot 3.000 liter; | 2.950,00 liter |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 6,88 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 600,00 liter |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; | 191,14 kW |
29.5.7.2°a)1) | ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55° C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 60,00 liter |
46.1°a) | wasserijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. | 99,75 kW |
Gecoördineerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
6.5.1° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; | 2 verdeelslangen |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 1x 250 kVA |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 23 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 100,60 kW |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; | 3.000,00 liter |
17.1.2.2.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot 3.000 liter; | 2.950,00 liter |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 6,88 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 600,00 liter |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; | 191,14 kW |
29.5.7.2°a)1) | ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55° C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 60,00 liter |
46.1°a) | wasserijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. | 99,75 kW |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | Uiterlijk drie maanden na finalisatie van het nieuwe kantoorgebouw bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022013289. Uiterlijk zes maanden na finalisatie van het nieuwe kantoorgebouw wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022013289. |
2. | Uiterlijk 3 maanden na verlening van de vergunning bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA (ter vervanging van de septische put in het oude gebouw) aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022013289. Uiterlijk zes maanden na verlening van de vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA t(er vervanging van de septische put in het oude gebouw) bezorgd aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022013289. |
3. | Zolang de IBA’s niet geplaatst zijn, worden de bewijzen van ophaling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 3 maart 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 21 maart 2022 |
Start openbaar onderzoek | 30 maart 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 28 april 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 4 juli 2022 |
Verslag GOA | 24 mei 2022 |
naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
30 maart 2022 | 28 april 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Brandweervoorwaarden
er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. | Uiterlijk drie maanden na finalisatie van het nieuwe kantoorgebouw bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022013289. Uiterlijk zes maanden na finalisatie van het nieuwe kantoorgebouw wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022013289. |
2. | Uiterlijk 3 maanden na verlening van de vergunning bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA (ter vervanging van de septische put in het oude gebouw) aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022013289. Uiterlijk zes maanden na verlening van de vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA t(er vervanging van de septische put in het oude gebouw) bezorgd aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022013289. |
3. | Zolang de IBA’s niet geplaatst zijn, worden de bewijzen van ophaling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid. |
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
6.5.1° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; | 2 verdeelslangen |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 1x 250 kVA |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 23 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 100,60 kW |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; | 3.000,00 liter |
17.1.2.2.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot 3.000 liter; | 2.950,00 liter |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 6,88 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 600,00 liter |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; | 191,14 kW |
29.5.7.2°a)1) | ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55° C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 60,00 liter |
46.1°a) | wasserijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. | 99,75 kW |
De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
1. | Uiterlijk drie maanden na finalisatie van het nieuwe kantoorgebouw bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022013289. Uiterlijk zes maanden na finalisatie van het nieuwe kantoorgebouw wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022013289. |
2. | Uiterlijk 3 maanden na verlening van de vergunning bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA (ter vervanging van de septische put in het oude gebouw) aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022013289. Uiterlijk zes maanden na verlening van de vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA t(er vervanging van de septische put in het oude gebouw) bezorgd aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022013289. |
3. | Zolang de IBA’s niet geplaatst zijn, worden de bewijzen van ophaling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid. |
Het college wijst er op dat de omgevingsvergunning ingaat op 3 juni 2022 voor een termijn van onbepaalde duur.