Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022026227 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA MY-PEN met als adres Kampioenenstraat 5 te 9160 Lokeren |
Ligging van het project: | Smallandlaan 3C te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 37 sectie A nr. 410X |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een werkplaats |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 31/07/2002: vergunning (1006#18992) voor het bouwen van een loods.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- loods van 1 bouwlaag onder zadeldak in open bebouwing met een bouwdiepte van circa 97 m en een breedte van circa 29,5 m verdeeld in 2 units;
- gevels afgewerkt met grijze staalplaten, plint in grijs beton, buitenschrijnwerk in blauw aluminium, goten en aflopen in grijs polyester en dakbedekking in grijs pvc.
Huidige toestand
- achterste unit (unit 2) opgedeeld in twee delen om zo tot een totaal te komen van 3 units;
- bijkomende verharding aangelegd ten zuiden van de middelste unit om de aansluiting te maken met de verharding aan de zuidelijke zijde van de groenstrook met een oppervlakte van circa 113 m².
Gewenste toestand
- inrichten van een inkom met sanitair en een showroom in de zuidoostelijke hoek van het gelijkvloers van de middelste unit;
- inrichten van een kantoor op de eerste verdieping met aansluitend een werkplaats die toegankelijk is via een nieuwe trap vanuit de gelijkvloerse werkplaats;
- deel van de linkerzijgevel voorzien van nieuw buitenschrijnwerk in blauw aluminium over een breedte van circa 4,75 m en een hoogte van circa 6,4 m;
- nieuwe nooduitgang links van het nieuwe buitenschrijnwerk;
- regulariseren van de bijkomende verhardingen;
- oprichten van een luifel met een breedte van circa 6 m, een lengte van circa 22,6 m en een hoogte van circa 3,5 m op circa 3 m van de zuidelijke perceelsgrens;
- inrichten van de verharding tussen de nieuwe luifel en de brandweg tot 8 autoparkeerplaatsen.
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen van een werkplaats;
- regulariseren van de bestaande bijkomende verhardingen;
- oprichten van een luifel;
- inrichten van 8 autoparkeerplaatsen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 20 april 2022 | 3 mei 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
De Vlaamse Waterweg nv/ De Vlaamse Waterweg nv - afdeling Zeeschelde-Zeekanaal | 20 april 2022 | 17 mei 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 20 april 2022 | 28 april 2022 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 20 april 2022 | 6 mei 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 20 april 2022 | 24 mei 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard, (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project ligt in een overstromingsgevoelig gebied, er werd advies gevraagd aan de waterbeheerder, het advies is voorwaardelijk gunstig.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van volgende bepalingen van de bouwcode:
Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer (art.24):
- Iedere verblijfsruimte moet rechtstreekse toegang hebben tot natuurlijke verlichting en verluchting. Dit is niet het geval voor de werkplaats en de kantoorruimte met keuken op de eerste verdieping. Licht en lucht worden gezien als basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen langer verblijven. Voldoende daglichttoetreding, gecombineerd met voldoende ventilatie van de verblijfsruimten zijn basisvoorwaarden voor de gezondheid van de gebruikers. Er kan voldaan worden aan dit artikel door de plaatsing van dakkoepels boven deze ruimte met een totale oppervlakte conform de bepalingen van dit artikel. Dit wordt dan ook opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Open ruimte (art.27):
- In de vergunde toestand was de verharding reeds meer dan toegelaten volgens artikel 27 van de bouwcode. Deze aanvraag voorziet bijkomende verharding. De verharding wordt in deze aanvraag verder uitgebreid. Deze aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de Vlaamse Waterweg. Mits opvolgen van de voorwaarde kon de aanvraag gunstig worden geadviseerd. Gelet op de bestemming van de aanvraag en het voorwaardelijk gunstig advies van de Vlaamse waterweg kan de bijkomende verharding gunstig worden geadviseerd. Er zal wel in voorwaarde worden opgenomen dat de bijkomende verharde oppervlakte moet uitgevoerd worden in waterdoorlatende verharding.
Groendaken (art.38):
- Iedere nieuwe dakconstructie groter dan 20m² moet voorzien worden van een groendak. De aanvraag voldoet hier niet aan. Er is geen gegronde aanleiding om af te wijken van dit geldende voorschrift. Dit wordt dan ook opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag werd gunstig geadviseerd door de stedelijke dienst Business en innovatie:
“De aanvraag omvat een gedeeltelijke verbouwing van een magazijn en een aanpassing van de buitenopslag en parking. In het project zit ook een kleine professionele showroom maar dit valt niet onder de kleinhandelsvergunningreglementering. In functie van de eigen werking en het laden/lossen wordt een beperkte infrastructuur voorzien op eigen terrein. De site is gelegen binnen de kmo zone Polderstad zoals voorzien in de beleidsnota ruimtelijke economie. De voorgestelde werken passen binnen de visie van de beleidsnota
Voor het dossier kan gunstig advies gegeven worden.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan er aangesloten worden bij het gegeven advies. De aanvraag is functioneel inpasbaar.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet interne wijziging in plot 2 en het plaatsen van 8 bijkomende parkeerplaatsen met een achterliggende overdekte stockageplaats. Verder in het verslag onder mobiliteitsimpact, wordt door de stedelijke dienst mobiliteit aangehaald dat de parkeerplaatsen onvoldoende bereikbaar zijn. De rijbaan moet voor een kwalitatief gebruik minimaal 6 meter bedragen. Om een kwalitatief gebruik van deze ruimte te garanderen, wordt in voorwaarde opgenomen dat de parkeerplaatsen en overdekte stockageplaats 1 meter dichter geplaatst moet worden bij de linker perceelsgrens.
Mits naleven van de eerder gestelde voorwaarde is de aanvraag ruimtelijke inpasbaar in deze omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door brandweer. De voorgestelde voorwaarde worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de Vlaamse waterweg. De voorgestelde voorwaarde worden mee opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.
“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Een bestaande werkplaats wordt omgebouwd tot een werkplaats met een deel showroom. Op een vide komt er ruimte bij voor een kantoor en vergaderruimte. In totaal is dit ongeveer 170m² extra werkplaatsruimte. De parkeerbehoefte daarvoor is 170m²²/100m² x 1,35 = 2,30 afgerond 2 parkeerplaatsen. Aan de linkerzijde van het gebouw wordt een luifel geplaatst waaronder ze buitenstockage gaan organiseren. Deze oppervlakte is niet heel groot en hiervoor wordt geen parkeerbehoefte opgelegd. De werkelijke parkeerbehoefte is 2 parkeerplaatsen.”
|
De plannen voorzien in 8 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er worden naast de rijbaan rond het gebouw 8 plaatsen ingetekend. Deze plaatsen voldoen op dit moment niet. De plaatsen zijn ingetekend op 2,60m op 5,50m. Duidelijk dat ze plaatsen wensen voor eerder ook camionettes. Achter de parkeerplaatsen is de rijbaan maar 5,00m breed. Voor gewone personenwagens moet dit al 6,00m zijn. Het is dus nodig dat de parkeerplaatsen naar achter geschoven worden dat er minstens 6,00m ruimte is om af te draaien. Ook dienen ze verplaatst te worden voor het laden en lossen of 1 plaats minder worden voorzien (zie hieronder bij laden en lossen). Er wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt aangesloten bij het gegeven advies. Zoals eerder vermeld in het verslag moet de overdekte stockageplaats met naastgelegen parkeerplaatsen 1 meter dichter naar de perceelsgrens geplaatst worden en moet er 1 voorbehouden worden voor laden en lossen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 7 + 1 plaats voorbehouden voor laden en lossen.
Dit aantal is toereikend.
|
Er wordt opgemerkt dat de vergunde 24 parkeerplaatsen achteraan op het perceel niet mee worden opgetekend in de nieuwe toestand van de aanvraag. Aangezien er meerdere activiteiten plaats vinden op het terrein dan louter plot 2 van de aanvraag, is er geen gegronde aanleiding om deze parkeerplaatsen te supprimeren. Bijgevolg wordt in voorwaarde opgenomen dat de vergunde achterliggende parkeerplaatsen behouden dienen te blijven.
Laden en lossen:
“Op plan staat onder de luifel een zone voor laden en lossen aangeduid. Uit de bijkomende informatie blijkt dat dit een zone is voor opslag van goederen, niet om te laden en lossen. Laden en lossen zou plaatsvinden op een van de parkeerplaatsen. De goederen worden met transpallet naar binnen gebracht wanneer de materialen nodig zijn. Wanneer alle parkeerplaatsen zouden zijn ingenomen is het niet mogelijk om met een transpallet naar de werkplaats te gaan. Aan beide zijden van de parkeerplaatsen zijn strookjes van 90 cm ingetekend. Ofwel worden deze samengenomen door de parkeerplaatsen op te schuiven, ofwel wordt er één van de parkeerplaatsen voorbehouden voor laad- en losactiviteiten. De voorkeur gaat uit naar het voorbehouden van een plaats voor laden en lossen waardoor er ook zekerheid is dat er plaats is om dat te doen en er ook voldoende ruimte is om met goederen naar de werkplaats te gaan zonder kans dat geparkeerde wagens beschadigd worden.”
Het verleende advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. In voorwaarde wordt opgenomen dat 1 van de 8 nieuwe parkeerplaatsen voorbehouden moet blijven voor laden en lossen.
Ontsluiting/bereikbaarheid:
“De verharde ruimte links van het gebouw is te bereiken via de linkse inrit (in bestaande toestand. Op de vergunde plannen staat dit deel niet mee op). Het is niet duidelijk of deze zone ook parking is of waartoe deze dient. Ze moet in ieder geval bereikbaar gemaakt worden.”
Het verleende advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. De voorgestelde voorwaard worden mee opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Fietsvoorzieningen:
“Er is een uitbreiding met ongeveer 170m². Daarvoor is er een fietsparkeerbehoefte van 170m²/100m² x 0,60 = 1 fietsstalplaats. Deze is bij voorkeur inpandig (overdekt en veilig)”
Het verleende advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. De voorgestelde voorwaard worden mee opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Mits naleven van de gestelde voorwaarde wordt er voldaan aan het mobiliteitsluik van de aanvraag.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Het bijgevoegd advies van de Vlaamse Waterweg moet strikt nageleefd worden vanaf aanvang de werkzaamheden.
3. Er moeten één of meerdere opengaande dakkoepels geplaatst worden ter hoogte van de werkplaats en de kantoorruimte met keuken op de eerste verdieping. Deze dakkoepels moet een minimale gezamenlijke licht doorlatende oppervlakte hebben van 10% van de netto-vloeroppervlakte van deze ruimtes, conform art. 24 van de bouwcode.
4. De bijkomende verharding moet uitgevoerd worden in waterdoorlatende verharding.
5. De nieuwe luifel moet uitgevoerd worden met een groendak, conform artikel 38 van de bouwcode.
6. De vergunde 24 parkeerplaatsen, welke achteraan op het perceel gelegen zijn, moeten behouden blijven.
7. De overdekte stockageplaats met naast gelegen 8 parkeerplaatsen moeten 1 meter dichter voorzien worden bij de linker perceelsgrens.
8. 1 van de 8 nieuwe parkeerplaatsen naast de stockageplaats moet voorbehouden blijven voor het laden en lossen.
9. Er moet minimaal 1 inpandige fietsenstalling voorzien worden conform de inrichtingsprincipes van de bouwcode.
10. De zone A410y moet via waterdoorlatende verharding bereikbaar blijven.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 23 februari 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 20 april 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 19 juni 2022 |
Verslag GOA | 25 mei 2022 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Het bijgevoegd advies van de Vlaamse Waterweg moet strikt nageleefd worden vanaf aanvang de werkzaamheden.
3. Er moeten één of meerdere opengaande dakkoepels geplaatst worden ter hoogte van de werkplaats en de kantoorruimte met keuken op de eerste verdieping. Deze dakkoepels moet een minimale gezamenlijke licht doorlatende oppervlakte hebben van 10% van de netto-vloeroppervlakte van deze ruimtes, conform art. 24 van de bouwcode.
4. De bijkomende verharding moet uitgevoerd worden in waterdoorlatende verharding.
5. De nieuwe luifel moet uitgevoerd worden met een groendak, conform artikel 38 van de bouwcode.
6. De vergunde 24 parkeerplaatsen, welke achteraan op het perceel gelegen zijn, moeten behouden blijven.
7. De overdekte stockageplaats met naast gelegen 8 parkeerplaatsen moeten 1 meter dichter voorzien worden bij de linker perceelsgrens.
8. 1 van de 8 nieuwe parkeerplaatsen naast de stockageplaats moet voorbehouden blijven voor het laden en lossen.
9. Er moet minimaal 1 inpandige fietsenstalling voorzien worden conform de inrichtingsprincipes van de bouwcode.
10. De zone A410y moet via waterdoorlatende verharding bereikbaar blijven.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.