Terug
Gepubliceerd op 28/02/2022

2022_DRAN_00026 - Masterplan Scheldeboorden Linkeroever. District Antwerpen - Analyse en visie. Advies - Goedkeuring

districtsraad Antwerpen
ma 21/02/2022 - 20:00 Provinciehuis Antwerpen
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Marita Wuyts, voorzitter districtsraad; Anne Poppe, districtsraadslid; Christophe Wuyts, districtsraadslid; Samuel Markowitz, districtsschepen; Nadine Peeters, districtsraadslid; Paul Cordy, districtsburgemeester; Tom Van den Borne, districtsschepen; Regina Verstraeten, districtsraadslid; Adrjen Boeckmans, districtsraadslid; Fauzaya Talhaoui, districtsraadslid; Maya Detiège, districtsraadslid; Charlien Van Leuffel, districtsschepen; Femke Meeusen, districtsschepen; Annelies Thoelen, districtsraadslid; Ebubekir Dogan, districtsraadslid; Sascha Luyckx, districtsraadslid; Laura Delmas, districtsraadslid; Tannicka Bogaert, districtsraadslid; Babette Dehaen, districtsraadslid; Freek Niesten, districtsraadslid; Annemie Demeyer, districtsraadslid; Cedric Cornelissen, districtsraadslid; Stella Vansummeren, districtsraadslid; Nana Touré, districtsraadslid; Simon Verreet, districtsraadslid; Marie Vrelust, districtsraadslid; Farid Darmach, districtsraadslid; Sah Gulhan, districtsraadslid; Bart Steyaert, districtsraadslid; Lutgardis van Craenenbroeck; Herald Claeys, districtssecretaris; Olivia Alexander, waarnemend districtssecretaris

Afwezig

Morad Ramachi, districtsraadslid; Amber Paris, districtsraadslid

Verontschuldigd

Jan Braeckmans, districtsraadslid

Secretaris

Olivia Alexander, waarnemend districtssecretaris

Voorzitter

Marita Wuyts, voorzitter districtsraad
2022_DRAN_00026 - Masterplan Scheldeboorden Linkeroever. District Antwerpen - Analyse en visie. Advies - Goedkeuring 2022_DRAN_00026 - Masterplan Scheldeboorden Linkeroever. District Antwerpen - Analyse en visie. Advies - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Argumentatie

Het stadsbestuur grijpt de dijkophoging aan om langs de Scheldeoever tegenover de Antwerpse rede een groene promenade te maken.

De opdracht bestaat uit twee luiken:

  • de opmaak van een masterplan, gekoppeld aan een actieplan  en een landschapsontwerp op conceptlijnen;
  • de heraanleg van de publieke ruimte.
      

De analyse beschrijft de site op twee schaalniveaus: in de grotere context en op schaal van de stad. De thema’s die aan bod komen zijn landschap, mobiliteit en het gebruik van de site.

Voor de visie beschrijft de nota drie ambities:

1. Een divers oeverlandschap

De dijk verdeelt het gebied in een binnen- en buitendijks landschap. Het binnendijkse landschap wordt gekenmerkt door een vlak gebied met een wisselend open en gesloten karakter. Door herprofilering van het gebied wordt de diversiteit van het landschap verrijkt. Dat zorgt ook voor een verhoging van de infiltratiecapaciteit en versterking van het blauwgroene netwerk. Bestaande bomen worden zoveel mogelijk behouden. Buitendijks wordt het slikken- en schorrenlandschap zo veel mogelijk behouden en versterkt. Waar mogelijk worden de slikken en schorren uitgebreid.

2. Een continue boord

De ophoging van de Sigmadijk resulteert in een onafgebroken Scheldewandeling van 6 km. Deze wordt aangevuld met een meanderend padensysteem dat het landschap verder organiseert. Samen vormen ze logische verbindingen en laten ze een verscheidenheid aan wandelingen toe doorheen de diverse biotopen. Dankzij de slingerende vorm van het dijkpad kan het water op verschillende manieren worden beleefd.
Een ingenieus mobiliteitsconcept zorgt voor een tweeledig systeem, waarbij het gemotoriseerd verkeer de site vanaf de backstage bereikt en zo de Scheldeboorden aan de zachte weggebruiker geeft. Deze ingrepen dragen bij tot een doorwaadbaar en verbonden landschap.

3. Een levendig park

Leesbare poorten, uitzichtpunten en monumenten langs het water geven oriëntatie aan de plek. De nieuwe landschappelijke structuur introduceert enerzijds meer biodiversiteit en laat anderzijds een meer divers gebruik toe. Dit resulteert in een levendig park waar ook ruimte is voor rust. De interactie tussen de publieke en private ruimte vormt een aandachtspunt.

De sterke identiteit van de groene oever zal, als tegenpool van de versteende kaaien, beide oevers aan weerszijde van de Schelde dichter bij elkaar brengen.

Aanleiding en context

De Vlaamse Waterweg werkt in het kader van het Sigmaplan aan de ophoging van de dijken te Linkeroever. Deze dijkverhoging vormt een opportuniteit om de Scheldeboorden op te waarderen tot een groene promenade. Die zal lopen  van de geplande fiets- en wandelbrug ten zuiden van de stad langs beide oevers tot aan de Oosterweelfietstunnel.

Op 24 april 2020 (jaarnummer 3723) keurde het college de uit te schrijven opdracht, de ambitielijnen en de organisatiestructuur goed voor het project Scheldeboorden Linkeroever.

Op 30 april 2020 (jaarnummer 3861) keurde het college de selectieleidraad goed voor het masterplan en ontwerp publieke ruimte Scheldeboorden Linkeroever.  

Voor de opdracht ‘Scheldeboorden Linkeroever. Opmaak masterplan en ontwerp- en uitvoeringsdossier publieke ruimte’ werd mededingingsprocedure met onderhandeling GAC_2019_01097 uitgeschreven. 

Op 14 augustus 2020 (jaarnummer 6484) keurde het college de selectie van de kandidaten goed, op basis van selectieleidraad GAC_2019_01097.

Op 19 februari 2021 (jaarnummer 1429) werd de opdracht gegund aan Bureau Bas Smets bvba, Madouplein 8 te 1210 sint-Joost-Ten-Node, met ondernemingsnummer 0808.532.315.

Op 21 januari 2022 (jaarnummer 553) keurde het college de fase ‘analyse en visie’ van het masterplan Scheldeboorden Linkeroever goed, maar de historische paragraaf in de bijlage diende herwerkt te worden.

Op 28 januari 2022 (jaarnummer 773) trok het college de beslissing van 21 januari 2022 (jaarnummer 553) in en keurde het de nota analyse- en visie van het masterplan Scheldeboorden Linkeroever goed.

Adviezen

coördinatieoverleg openbaar domein Gunstig onder voorwaarden

Het coördinatieoverleg openbaar domein geeft gunstig advies op de analyse- en visienota op voorwaarden dat:

  • een bomentoets wordt opgestart om de bestaande groenstructuur in beeld te brengen in functie van het behoud en verdere uitbouw van een kwalitatieve groenstructuur;
  • bij de verder verfijning van een toekomstig programma voor deze locatie de basisambitie, zijnde de opwaardering van een natuurlijke groene ruimte, niet uit het oog wordt verloren en voldoende aandacht gaat naar het bewaken van het park als één geheel;
  • de precieze invulling van de groenstructuren verder onderzocht wordt, waarbij de landschapsstructuren “bos en mantelzoom” en het (recreatieve) “oeverlandschap” naar verdere uitwerking meer verweven en vermengd worden, en minder als een rigide lineaire structuur voorzien worden;
  • gezien de aanwezigheid van de Japanse duizendknoop een plan van aanpak en fasering van de werken, voornamelijk in functie van het grondverzet, wordt uitgewerkt in overleg met SB/Groen, om verdere verspreiding ervan te voorkomen;
  • bij de uitwerking van de groenstructuur ter hoogte van het Galgenweel rekening wordt gehouden met het huidige gebruik en programma op het Galgenweel;
  • bijkomend (ontwerpend) onderzoek, wat betreft de basisvisie rond mobiliteit, en voorstellen tot mogelijke mobiliteitswijzigingen in overleg met SW/MOB en KF onderzocht worden;
  • de ambitie voor het Van Eedenplein wordt bijgestuurd, rekening houdend met de verschillende huidige en toekomstig gewenste programma’s voor dit plein;
  • in overleg met TV/sport en jeugd bekeken wordt hoe het aanwezige sport en spel programma geïntegreerd kan worden;
  • onderzocht wordt hoe het padensysteem kan aansluiten op de reeds bestaande trage wegen in de omgeving en aanliggende woonbuurten op Linkeroever;
  • bij de uitwerking van de materialisatie van de diverse wandelpaden rekening wordt gehouden met de toegankelijkheid en waterdoorlatendheid;
  • integratie van de bestaande en nieuwe hekelobjecten worden afgestemd met de betrokken diensten in functie van het toekomstig beheer;
  • het gebruik van standaardmaterialen (uit het standaard palet van de stad Antwerpen) wordt opgenomen in het masterplan en de verdere uitwerking van het ontwerp;
  • voldoende sport- en spelelementen worden voorzien (niet minder dan vandaag aanwezig);
voldoende zitbanken met arm- en rugleuning en voldoende fietsenstallingen verspreid over het gebied voorzien worden.
integrale kwaliteitskamer Advies uitgebracht

De kwaliteitskamer apprecieert het concept van het landschapsontwerp, een aantal onderzoeksvragen komen aan bod.
De kwaliteitskamer vindt de getijdenwerking en de ruimte die vrijkomt bij eb zeer interessant en vraagt de mogelijkheden te onderzoeken om het slikken en schorrengebied meer te betrekken in het ontwerp en meer toegankelijk te maken. Dit dient uiteraard ook afgestemd te worden met de waterbeheerder.
Concreet vraagt de kwaliteitskamer om in eerste instantie de eb- en vloedcontour mee te verwerken in de plannen zodat de ruimtelijke toedracht hiervan kan ingeschat worden. Met het oogpunt op het mogelijks toegankelijk maken van bepaalde zones aan de waterzijde dient zowel het aspect mbt veiligheid als het aspect van de natuurbeschermingszones mee opgenomen te worden.


Het vraagstuk aangaande mobiliteit en parkeren is nog niet uitgeklaard. Om de mogelijkheden op het Van Eedenplein te kunnen inschatten dienen de exacte parkeerbehoeftes in kaart gebracht te worden. De benodigde parkeerruimte zal hierin een bepalende rol spelen. Eveneens kan er nagedacht worden over alternatieve parkeermogelijkheden zoals bijvoorbeeld bij plotse pieken in de parkeerdruk ten gevolge van evenementen in en rond de Scheldeboord. De kwaliteitskamer adviseert in deze optiek om de groene tussengebieden (middenbermen) te benutten en de parkeerplaatsen van de brede, groene lanen in de mate van het mogelijke weg te halen.


De Charles De Costerlaan zal in de toekomst geknipt worden waarbij de oude Scheldetunnel (Konijnenpijp) zal fungeren als een lokale verbinding en zo het sluikverkeer doorheen de stad tegen te gaan. De ontwerper heeft dit reeds meegenomen in een eigen mobiliteitsvoorstel waarbij men zou werken met een soort ‘kamstructuur’. Men hanteert hier verschillende gradiënten van bovenlokaal tot lokaal verkeer. De kwaliteitskamer onderschrijft de hoofdopzet van dit idee, al vraagt dit nog verder onderzoek.


Aangaande de uitwerking van de noordelijke fase wenst de kwaliteitskamer te benadrukken dat het belangrijk is om de Thonetlaan te versmallen. Zeker ter hoogte van de jachthaven dient men meer ruimte te voorzien zodat er voor de parkstructuur voldoende continuïteit gegarandeerd wordt.
De huidige infrastructuur is uitgevoerd volgens het plan van Van Averbeke en kent een zekere overmaat.
De ontwerper dient te onderzoeken of, in functie van de continuïteit van het park (voldoende massa), aanpassingen aan de aanwezige infrastructuur vereist zijn (bv. bundelen).


De Thonetlaan vormt een cruciaal onderdeel van het projectgebied, evenals de bestaande logistieke en infrastructurele gebouwen thv Sint Anna strand. De eigenaars van de huidige horecazaken dienen betrokken te worden in het verdere proces.
Aangaande de jachthaven geeft de ontwerper mee dat uit de besprekingen met de jachthaven (clubs) over het al dan niet aanpassen van de locatie van het nieuwe hotel, weinig bereidheid tot gronderuil blijkt. Teneinde een continu park aan de Scheldeboord te kunnen bewerkstelligen, benadrukt de kwaliteitskamer dat de jachthaven een zeer belangrijke schakel is binnen het noordelijk deel. In functie van de continuïteit bestaat er een mogelijkheid tot het ontwikkelen van nieuwe bebouwing zoals het hotel ter hoogte van het huidige miniatuurdok. Bebouwing op de dijk, of aanpalend aan de Schelde is hierbij echter niet wenselijk gezien dit zowel een visuele als fysieke barrière zou vormen. De draagkracht voor deze bebouwing en dit soort grootschalige functies dient hierbij steeds vanuit het landschap aangereikt te worden en niet omgekeerd. De kwaliteitskamer vraagt het ontwerpteam om de gesprekken met de verschillende partners in de jachthaven op een constructieve manier verder te zetten. De kwaliteitskamer stelt voor om het wedstrijdidee, met de inplanting van het hotel ter hoogte van het miniatuurdok, aan te houden en dit uitgangspunt (vorm van ontwerpend onderzoek) mee te nemen in de onderhandelingen.

Wat betreft het Frederik van Eedenplein adviseert de kwaliteitskamer in te zetten op een ‘centrumpark’ aan de Schelde, eerder dan te zoeken naar een front bebouwing als “ontvangstplek”. Er dient gezocht te worden op welke wijze de randen rondom het plein dienen afgebouwd te worden om tot een intiemere plek/plein te komen. De complexiteit op het Van Eedenplein is groot aangezien op deze plek alles samenkomt, gaande van het mobiliteitsverhaal (hub) tot het historische verhaal (Vlaams hoofd). De kwaliteitskamer vraagt om voldoende aandacht te hebben voor al de “lagen” van deze plek. Hierbij kunnen tal van onderzoeksvragen vooropgesteld worden zoals:
- Wat zijn de mogelijkheden om de erfgoedgedachte te integreren? Mogelijke (her)integratie van een constructie in het water (refererend aan het Vlaams hoofd en het voormalige casino tussen de 2 Wereldoorlogen),…
- Wat is de contour van het plein en hoe moet dit morfologisch ingekaderd worden (in functie van intimiteit van de plek)?
- Landschappelijke entree voor Linkeroever? Onderzoek met betrekking tot maatvoering: is het plein langwerpig langsheen de Schelde of neemt dit een andere vorm aan?
- Kan de hele zone tussen de Charles De Costerlaan en de Blancefloerlaan in zijn geheel aanzien worden als een soort toegangspoort tot Linkeroever?
Binnen de ruimere context is de Vlaamse overheid gestart met het connecteren van de achtergelegen groengebieden zoals Middenvijver, Het Rot, Blokkerdijk en Burchtse weel. De kwaliteitskamer vraagt om hier aandacht voor te hebben binnen het masterplan van de Scheldeboorden. Men dient te streven naar een maximale connectie tussen het park Scheldeboorden en de aanpalende groengebieden zoals de Burchtse weel in het Zuiden en het Sint - Annabos in het Noorden.
Conclusie:
- De inventarisatiefase werd door de integrale kwaliteitskamer gunstig onthaald. Naarmate het masterplan en voorontwerp Scheldeboorden Noord opgestart worden, dienen bovenstaande aanbevelingen verder onderzocht te worden. De kwaliteitskamer roept hierbij op tot een open dialoog voor het vervolgtraject.
BESLUIT: GUNSTIG en aanbevelingen verder de onderzoeken.

Beleidsdoelstellingen

5 - Woonstad
2WNS02 - Stadsontwikkeling
2WNS0202 - Projectwerking
2WNS020201 - Projecten opvolgen tot voltooiing

Besluit

De districtsraad Antwerpen keurt eenparig het volgende besluit goed.
De districtsraad antwerpen beslist:

Artikel 1

De districtsraad adviseert de nota ‘analyse en visie’ van het masterplan Scheldeboorden Linkeroever gunstig, onder volgende voorwaarden:

  • Bij de werken aan de Scheldeboorden is het uitgangspunt niet alleen het compenseren van de plaatselijke unieke waardevolle natuur maar wordt ook de mogelijkheid om te recupereren onderzocht (cfr gelijkaardige plannen bij de bermen van de autostrade bij de Oosterweelwerken);
  • Voor het binnendijkse cultuurlandschap mag het uitgangspunt geen kaalkap of tabula rasa zijn;
  • Ook landschapselementen zoals de typerende populieren en treurwilgen behouden hun plek;
  • Het wandelpad dient maximaal, zonder obstakels, doorlopend te zijn. Daarvoor wordt expliciet die opdracht gegeven aan de ontwerpers;
  • Een oplossing dient gezocht te worden voor de combinatie voetgangers en fietsers op de nieuwe Scheldedijk, zoeken naar een scheiding tussen functioneel en recreatief fietsen;
  • Er worden mogelijkheden voorzien voor medegebruik of medebeheer door bewoners en verenigingen: een samentuin, voedselbos of andere publieke initiatieven moeten (in de toekomst) een plek kunnen vinden in het geheel;
  • Het recreatieve gebruik niet enkel afstemmen op de huidige clubs, ook de flexibiliteit naar mogelijk toekomstige recreatie willen we vooropstellen;
  •  In afwachting van de bouw van de brug over de Schelde kan de veerdienst veelvuldiger ingezet worden. Ook de uren van de veerdienst kunnen beter afgestemd worden op de reële noden (nu is de laatste overzetmogelijkheid 's avonds veel te vroeg om bijvoorbeeld na een restaurantbezoek nog terug op rechter oever te geraken);
  •  Het verleden kan zich weerspiegelen in een ruimtelijk ontwerp: daarvoor kan bovenop deze invalshoek ook gezocht worden om dit via kunstwerken te realiseren;
  • Voor het hele project wordt onderzocht hoe kunst en cultuur in de openbare ruimte kan worden ingebed (zoals bijvoorbeeld in het geval van de Boeienweide);
  • Vooral het ‘vast houden van water’ in de ondergrond moet hier prioriteit krijgen;
  • Een marktstudie voor St Anneke Plage moet meer inzicht brengen in de aantrekkelijkheid voor de huidige bezoekers, maar dient eveneens in kaart te brengen welk wijzigingen in het recreatieaanbod nodig zijn om nieuwe bezoekers aan te trekken. Uiteraard en zeer belangrijk voor dit alomvattend project: participatie voor alle onderdelen en alle stappen;
  • Op de drukbezochte plaatsen, met name de boeienweide en omgeving, wordt groen niet enkel als natuurlijk landschap voorzien. Hier dient gekozen voor een park van hoge beeldkwaliteit.
  • Het Thonetje krijgt een functie als ruimte voor het verenigingsleven;
  • Er wordt ruimte voor evenementen voorzien die echter uitdrukkelijk rekening houden met de draagkracht van de buurt en omgeving;
  • De ponton voor watertransport integraal toegankelijk is, de hellingen ook bij laag tij voor iedereen bruikbaar zijn, de toegang helder en ruim is voor wandelaars en fietsers en er duidelijke opstelruimte voor fietsen komt;
  • Voor het Frederik Van Eedenplein een apart traject gelopen wordt, inclusief participatie. Het plein krijgt een specifiek programma dat rekening houdt met de behoeften en de draagkracht van de buurt maar dat het plein ook aantrekkelijk maakt voor de gehele stad en bezoekers van Linkeroever. Het programma wordt hierbij gericht op publieke en gemeenschapsvoorzieningen. Als inspirerende suggestie geven we hier een overdekte, permanente voedselmarkthal mee;
  • Het Frederik Van Eedenplein behoudt ook zijn functie als overstapplaats voor het openbaar vervoer. Dit wordt aantrekkelijk en comfortabel vormgegeven;
  • De timing van het geheel is belangrijk en dient strak gehandhaafd te worden. Er wordt deze bestuursperiode reeds begonnen met de aanleg.
  • dat de molen op Sint-Anneke blijft waarbij er naast de haalbaarheidsstudie er ook rekening gehouden wordt met de adviezen van molenaars en met de wens van de bewoners en gebruikers van Sint-Anneke;
  • dat de plannen voor een binnenzwembad onderzocht worden;
  • dat de invulling van de zgn. grote ster niet alleen gebeurt op basis van een markstudie maar ook van een behoeftestudie en een inspraakproces;
  • dat de optie om de aanlegplaats van de veerdienst te verhuizen naar Van Eeden onderzocht wordt;
  • dat de watersport en de bestaande clubs een belangrijke plek houden op en aan de Scheldeboorden.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.

Bijlagen

  • BBS400_220124_analyse en visienota_s-1-30.pdf
  • BBS400_220124_analyse en visienota_s-31.pdf
  • BBS400_220124_analyse en visienota_s-32-40.pdf
  • BBS400_220124_analyse en visienota_s-41.pdf
  • BBS400_220124_analyse en visienota_s-42-75.pdf
  • BBS400_220124_analyse en visienota_s-76-102.pdf