Op 17 januari 2022 adviseerde de wetenschappelijke adviesraad om, gezien de gevoeligheid van de kwestie met betrekking tot de slachtoffers van het bombardement van Mortsel, nogmaals af te stemmen met de stad Mortsel en met de stakeholders die de herdenkingen aansturen.
Op 22 mei 2022 keurde het college de collegiale brief aan de stad Mortsel goed.
Op 30 mei 2022 antwoordde het Mortselse stadsbestuur dat zij de opname van de slachtoffers uit Mortsel op het namenmonument met dankbaarheid aanvaarden en dat zij hulp aanbieden bij het bijkomend onderzoekswerk.
Het toekomstig namenmonument zal dus de slachtoffers herdenken die in Antwerpen woonden en/of daar stierven als gevolg van oorlogsdaden of oorlogsgebeurtenissen. Antwerpen is te begrijpen als het grondgebied van het toenmalige Groot-Antwerpen, of dus het grondgebied van de huidige districten én Mortsel. De uitbreiding van dit geografisch criterium vermijdt dat de slachtoffers van het Erla-bombardement opgedeeld worden.
Er is nu bijkomend onderzoekswerk nodig maar dit zal de oplevering van het monument niet vertragen omdat de namen van de personen uit Mortsel zullen aangeleverd worden door de stad Mortsel die hiervoor een beroep doet op haar heemkundige kring en de VZW 5 april 1943.
Het stadsarchief dat het onderzoek naar de namen leidt, zal instaan voor een laatste controle en voor een toetsing aan alle inhoudelijke criteria die door het college van burgemeester en schepenen van Antwerpen zijn opgesteld.
Het college neemt kennis van het antwoord van de stad Mortsel.
Het college beslist om het formele geografische criterium voor de afbakening van de slachtoffergroepen uit te breiden met het grondgebied van Mortsel.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
OS | om de communicatie aan te passen aan het nieuwe geografisch criterium |
BZ/SA | om in contact te treden met Mortsel en heemkundige kring aldaar voor verdere opmaak namenlijst |