Terug
Gepubliceerd op 12/07/2022

2022_CBS_05634 - Omgevingsvergunning - OMV_2022053264. Ter Heydelaan 98. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/07/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_05634 - Omgevingsvergunning - OMV_2022053264. Ter Heydelaan 98. District Deurne - Goedkeuring 2022_CBS_05634 - Omgevingsvergunning - OMV_2022053264. Ter Heydelaan 98. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022053264

Gegevens van de aanvrager:

BVBA Rudinvest met als contactadres BOOMSESTEENWEG 71B te 2630 AARTSELAAR (BELGIE)

Ligging van het project:

Ter Heydelaan 98 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 29 sectie A nr. 573T10

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van vergunningsplichtige handelingen aan een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          17/10/2016: proces-verbaal (11002_2016_2361 – 20152437) voor het vermeerderen van het aantal woongelegenheden zonder voorafgaandelijke schriftelijke stedenbouwkundige vergunning van het college van burgemeester en schepenen;

-          18/06/1990: vergunning (629#918) voor het uitbreiden van een eengezinswoning met een technische verdieping;

-          01/01/1938: toelating (329#15440) voor het bouwen van een magazijn, wc en pomphuis: meergezinswoning met 3 woongelegenheden per verdieping (1938).

 

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

 

-          functie: meergezinswoning met 3 woongelegenheden;

-          bouwvolume:

  • besloten bebouwing van 3 bouwlagen met een plat dak;
  • teruggetrokken daklaag;
  • souterrain.

 

Huidige toestand

 

-          functie: meergezinswoning met 3 woongelegenheden;

-          bouwvolume:

  • veranda tegen de linker perceelsgrens;
  • teruggetrokken daklaag gebruikt als dakterras;
  • opgehoogde scheidingsmuren;

-          gevelafwerking:

  • gevel in geel-bruine paramentsteen;
  • ramen in hout;
  • gevel van de teruggetrokken daklaag in rode paramentsteen;
  • balustrade aan het dakterras.

 

Gewenste toestand

 

-          functie: meergezinswoning met 3 wooneenheden:

  • eenslaapkamerappartement op de gelijkvloerse verdieping met een netto vloeroppervlakte van circa 67 m² met een private buitenruimte.
  • 2 eenslaapkamerappartementen, 1 op de eerste en 1 op de tweede verdieping, met elk een netto vloeroppervlakte van circa 58 m²;

-          bouwvolume:

  • de veranda op het gelijkvloers tegen de linker perceelgrens wordt verwijderd;
  • teruggetrokken daklaag die dienst doet als gemeenschappelijke ruimte (circa 28 m²) met een gemeenschappelijk dakterras van circa 22 m²;
  • opgehoogde scheidingsmuren tot 1,80 m ter hoogte van het dakterras;

-          gevelafwerking:

  • gevel in geel-bruine paramentsteen;
  • ramen in hout;
  • gevel van de teruggetrokken daklaag in rode paramentsteen;
  • balustrade aan het dakterras.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          uitbreiden badkamer gelijkvloers;

-          slopen veranda;

-          aanleggen gemeenschappelijk dakterras;

-          plaatsen balustrade;

-          ophogen scheimuren;

-          inrichten gemeenschappelijke ruimte in de teruggetrokken daklaag;

-          interne constructieve werken.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

19 mei 2022

23 juni 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

19 mei 2022

14 juni 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

19 mei 2022

24 mei 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • Artikel 27 Open ruimte:

In tuinen kleiner dan 60 m² mag maximaal 20 m² verhard zijn. Het is niet duidelijk op de plannen hoeveel verharding in de tuin aanwezig is.

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

De ophoging van beide scheidingsmuren met 1,80 m ter hoogte van het dakterras aan de teruggetrokken daklaag werd en mee opgetekend op de plannen van voorliggende aanvraag in de snede. Deze wijziging wordt echter niet beschreven in de beschrijvende nota als onderdeel van de aanvraag. Dit zijn echter vergunningsplichtige handelingen. Nieuwe scheidingsmuren moeten steeds een minimale dikte van 0,18 m hebben. Scheidingsmuren met een grotere dikte mogen constructieonderdelen dragen voor zover ze de perceelsgrens niet overschrijden en er een minimale dikte van 0,18 m overblijft.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
 

Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Ter Heydelaan.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Het betreft een pand van drie bouwlagen en een teruggetrokken daklaag, met half-verdiepte garage en kelder. Het is het spiegelbeeld van het rechterbuurpand, en is opgevat als een meergezinswoning met een appartement per verdieping, zoals blijkt uit de oorspronkelijke plannen uit 1938. De teruggetrokken daklaag werd in 1990 toegevoegd. Op de plannen van deze vergunning werd vermeld dat het over de uitbreiding van een eengezinswoning ging, vermoedelijk omdat de uitbreiding enkel hoorde bij het bovenste appartement. Uit de bewonerskaarten en de kadastergegevens blijkt echter dat er ook in de periode van 1985 tot 2016 nog meerdere gezinnen in het pand gehuisvest waren. De indeling is hier ook altijd op afgestemd geweest.

 

Op het gelijkvloers is de badkamer iets dieper uitgebouwd dan op de bovenliggende verdiepingen. Dit extra volume is ruimtelijk inpasbaar, en past binnen het gabarit dat kenmerkend is voor de aanpalende panden.

De veranda achteraan wordt afgebroken zodat er een open terras ontstaat, en het raam rechtstreeks licht en lucht kan bieden aan de achterliggende ruimte.

 

Intern worden enkele planaanpassingen doorgevoerd. In de appartementen op de verdiepingen wordt de tweede inkomdeur gesupprimeerd, en de slaapkamer en de zitkamer worden omgewisseld, waardoor de grotere leefruimte aan de voorgevel komt te liggen. Nadeel van deze indeling is dat de verbinding tussen zitkamer en keuken nu via de slaapkamer gaat, logischer zou zijn om de slaapkamer te voorzien op de plaats van de keuken, palend aan de badkamer, en keuken en leefruimte met elkaar te verbinden.

 

De teruggetrokken daklaag wordt in de aanvraag ingevuld als gemeenschappelijke ruimte, met langs de voorzijde een dakterras. Dit komt de kwaliteit van de onderliggende appartementen ten goede, aangezien in de oorspronkelijke situatie enkel het gelijkvloerse appartement over een buitenruimte beschikte. Het dakterras is ruimtelijk inpasbaar.

 

De balustrade aan de voorgevel moet op voldoende afstand geplaatst worden, onder een hoek van 45°. Ook dit wordt opgelegd in de voorwaarden. 

 

Op de plannen wordt niet aangeduid hoe de open ruimte op het perceel is ingevuld. Er wordt opgemerkt dat minimaal 20% van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld onbebouwd moet zijn volgens artikel 27 van de bouwcode. De tuin moet zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht worden en als groene ruimte aangeplant worden. Verhardingen zoals een terras of een tuinhuis zijn in zij- en achtertuinen beperkt toegestaan, met een maximum van 20 m² voor tuinen tot 60 m², en 1/3 van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 m². Er wordt opgelegd in de voorwaarden dat de tuin maximaal onthard en vergroend moet worden, met een maximale verharding van 20 m².

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De bestaande gevel is opgebouwd uit geel-bruine paramentsteen met ramen in hout. Deze blijft ongewijzigd. De gevel van de daklaag is opgetrokken in rode paramentsteen. Deze materialisatie is kenmerkend in het straatbeeld en is aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gebruiksgenot – gezondheid – veiligheid in het algemeen

 

In functie van het dakterras werden de scheimuren opgehoogd tot 1,80 m. Uit de plannen kan niet afgeleid worden hoe deze muren zijn opgebouwd.

 

Conform bouwcode artikel 34 moeten scheimuren uitgevoerd worden in massief, ongeperforeerd materiaal, een brandweerstand hebben van Rf 2 uur en een minimale dikte van 0,18 m. Om te voldoen aan de bepalingen van het burgerlijk wetboek, moeten de scheidingsmuren 1,90 m hoog zijn. Het wordt opgelegd in de voorwaarden dat de scheidingsmuren aan al deze bepalingen moeten voldoen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De nieuwe scheimuren aan het dakterras moeten uitgevoerd worden conform de bepalingen van artikel 34 van de bouwcode, en moeten 1,90 m hoog zijn.

2. De balustrade aan het dakterras moet op voldoende afstand van de voorgevel geplaatst worden, onder een hoek van 45°.

3. De tuin moet maximaal onthard en vergroend worden. De verharding mag maximaal 20 m² bedragen conform artikel 27 van de bouwcode.

4. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 april 2022

Volledig en ontvankelijk

19 mei 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

18 juli 2022

Verslag GOA

28 juni 2022

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De nieuwe scheimuren aan het dakterras moeten uitgevoerd worden conform de bepalingen van artikel 34 van de bouwcode, en moeten 1,90 m hoog zijn.
  1. De balustrade aan het dakterras moet op voldoende afstand van de voorgevel geplaatst worden, onder een hoek van 45°.
  1. De tuin moet maximaal onthard en vergroend worden. De verharding mag maximaal 20 m² bedragen conform artikel 27 van de bouwcode.
  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.