2022_CBS_05403 - Omgevingsvergunning - OMV_2022037748. Jan Van Rijswijcklaan 104. District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-         23/12/2021: proces-verbaal (11002_2021_15254) werken uitvoeren zonder voorafgaandelijke schriftelijke omgevingsvergunning;

-         28/12/1973: vergunning (18#83274) (18#56118) interne verbouwing en ramen zijgevel;

-         1930: toelating (1930#36595) voor het uitvoeren van interne veranderingswerken;

-         16/09/1910: vergunning (1910#1367) afsluiting voortuin;

-         29/04/1910: vergunning (1910#731) rioleringswerken;

-         30/07/1909: vergunning (1909#1193) bouwen van een woning.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          burgerhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht van J. Blockmans, naar een ontwerp van architect Walter Van Kuyck uit 1909;

-          3 bouwlagen onder een leien mansardedak;

-          getande achterbouw op de rechterperceelsgrens over 3 bouwlagen afgewerkt onder plat dak;

-          lijstgevel in natuursteen op een arduinen plint, met 2 ongelijke traveeën;

-          voortuinzone afgesloten met een smeedijzeren open hekwerk.

Huidige toestand

-          eengezinswoning in eclectische stijl;

-          3 bouwlagen onder een leien mansardedak;

-          getande achterbouw op de rechterperceelsgrens over 3 bouwlagen afgewerkt onder plat dak;

-          een volume-uitbreiding achteraan de gelijkvloerse verdieping onder plat dak tot op een bouwdiepte gelijk aan de getande uitbouw;

-          gewijzigde voorgevel in natuursteen op een arduinen plint, met 2 ongelijke traveeën;

-          de vernieuwde delen van de achtergevel en de scheidingsmuur uitgevoerd in roodbruine gevelsteen;

-          voortuinzone afgesloten met een smeedijzeren open hekwerk.

-          deels verharde achtertuin door terras en zwembad.

Gewenste toestand

-          eengezinswoning in eclectische stijl.

-          de opbouw en afwerking van de voorgevel en het leien mansardedak, blijft ten opzichte van de huidige toestand ongewijzigd;

-          achteraan een getande uitbouw over 3 bouwlagen onder plat dak met houten kroonlijst met deels vernieuwde en herstelde achtergevel;

-          een volume-uitbreiding achteraan de gelijkvloerse verdieping onder plat dak met lichtkoepels tot op een bouwdiepte gelijk aan de getande uitbouw;

-          de vernieuwde delen van de achtergevel en de scheidingsmuur werden uitgevoerd in roodbruine gevelsteen;

-          schrijnwerk en dakrand achtergevel: deels vernieuwd in zwart aluminium, deels hout zwart geschilderde;

-          voortuinzone afgesloten met een smeedijzeren open hekwerk;

-          deels verharde achtertuin door terras en zwembad.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de gelijkvloerse achterbouw;

-          uitbreiden en intern verbouwen van de gelijkvloerse verdieping;

-          verhogen van de scheidingsmuren;

-          inrichten en deels verharden van de achtertuinzone.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

• artikel 21Minimale hoogte van ruimten: de slaapkamer onder het mansardedak, heeft slecht een vrije hoogte van 2,50 m in plaats van 2,60 m;
• artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: de eetruimte heeft door de aanbouw te weinig toetreding van daglicht en zicht. De eetruimte heeft ook geen te openen gevel- of dakdeel, om deze ruimte op natuurlijke wijze te ventileren;
• artikel 27 Open ruimte: §3 de tuinzone heeft een oppervlakte van circa 105 m². De terrassen en het zwembad hebben samen een verharde oppervlakte van circa 64 m².  Er is meer dan 1/3 van de totale tuinoppervlakte verhard.
• artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen: de bouwplannen bevatten geen aanduiding hoe het fecaliën, het afvalwater en het opgevangen regenwater zullen worden afgevoerd naar het openbare rioleringsstelsel onder het openbare domein;
• artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel: de bouwplannen bevatten geen aanduiding hoe het fecaliën, het afvalwater en het opgevangen regenwater zullen worden afgevoerd naar het openbare rioleringsstelsel onder het openbare domein;
• artikel 43 Septische putten: de bouwplannen bevatten geen aanduiding van een reeds aanwezige of nieuw te plaatsen septische put.
   

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag verbouwt en breidt een eengezinswoning uit. De woonfunctie is inpasbaar in de omgeving.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Op het gelijkvloers wordt een perceelsbrede achterbouw voorzien. Zowel in hoogte als in diepte is deze als achterbouw weinig kenmerkend voor de omgeving. Door de volume-uitbreiding wordt ook de scheimuur verhoogd van 2,98 m naar 4,78 m, wat een beduidende impact heeft op de lichttoetreding van de naastgelegen buitenruimte van het buurpand en de aangrenzende verblijfruimten. Het buurpand is wel in de mogelijkheid om achteraan licht in de woning te brengen en de geïmpacteerde buitenruimte is beperkt ten opzichte van de overige tuinzone. 

De tuinzone wordt niet enkel beperkt in oppervlakte door de volumeuitbreiding, deze wordt ook nagenoeg volledig verhard aangelegd. De terrassen en het zwembad hebben samen een verharde oppervlakte van circa 64m². De achtertuin is 105m² groot waardoor deze bijna 2/3 verhard is. Deze ingreep is strijdig met artikel 27 van de bouwcode. In beginsel zegt dit artikel dat achtertuinen zo groen en onverhard mogelijk ingericht moeten worden met een maximale verharding van 1/3 van de oppervlakte. In voorwaarden wordt opgenomen om de verharding te beperken tot 1/3 van de totale tuinoppervlakte. Planken of waterdoorlatende tegels zijn ook verharding.

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De aanvraag heeft betrekking op een pand opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Artikel 5 §1 van de bouwcode zegt daarenboven dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

Het project werd niet voorbesproken en bevat geen informatie over het interieur van het pand.

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies gaat als volgt:

“Burgerhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht van J. Blockmans, naar een ontwerp door architect Walter Van Kuyck uit 1909. Naar type gelijkaardig is de woning Julien Van Kuyck hogerop in de laan, ontworpen door Van Kuyck in 1911. Beide woningen behoren tot het vroege oeuvre van de architect, die in 1901 debuteerde met het neotraditionele “In Het Huwelijksbootje" aan de Grote Markt. In zijn residentiële architectuur van vóór de Eerste wereldoorlog vermengt hij diverse invloeden, vooral van de cottage- en de beaux-artsstijl, soms met een bescheiden art-nouveau-inslag.

Deze rijwoning met een lijstgevel in natuursteen op een arduinen plint, omvat twee ongelijke traveeën en drie bouwlagen onder een leien mansardedak. De gevelcompositie legt de klemtoon op het brede zijrisaliet, dat wordt bekroond door een schouderboogvormig pseudo-fronton met oculus. Pilasters en brede boogvensters met een ondiep balkon markeren daarbij de bovenverdiepingen. Verder wordt de gevel horizontaal geleed door de sokkel met schijnvoegen, en het klassieke hoofdgestel. De ornamentatie bestaat hoofzakelijk uit stafwerkconsoles en cartouchesleutels, aangevuld met balkonborstweringen en een voortuinhek in sierlijk smeedijzer naar 18de-eeuws patroon. Het houten schrijnwerk van de deur en vensters bleef behouden.

Volgens de bouwplannen volgt de plattegrond de klassieke typologie van de burgerwoning, met op de begane grond een doorlopende suite van salon, eetkamer, veranda en terras. Deze wordt geflankeerd door de smalle vestibule en het trappenhuis, terwijl de office en de keuken de achterbouw innemen. Op de eerste verdieping bevinden zich een salon, een slaapkamer en een kantoor; de hogere verdiepingen beperken zich tot een voor- en een achterkamer.

Afweging

Men wenst een aantal zaken die zonder vergunning werden uitgevoerd, te regulariseren.

Het houten schrijnwerk in de voorgevel werd zwart geschilderd, net zoals de kroonlijst. Intern werd een beperkte aanpassing op de eerste verdieping uitgevoerd ter hoogte van de doorgang traphal entresol. De bestaande veranda werd gesloopt en vervangen door een aanbouw die perceelsbreed werd voorzien.

In de tuinzone werden zones verhard, werd een zwemspa voorzien en plantenbakken.

Op basis van de aangeleverde informatie, kan gesteld worden dat de aanbouw vanuit erfgoedoogpunt aanvaardbaar is. Het binnenschrijnwerk van de tuinkamer dat zich tussen keuken en zitruimte bevindt, bleef bewaard, wat vanuit erfgoedoogpunt een meerwaarde betekent aangezien deze voormalige tuinkamer als geheel afleesbaar blijft. Het schrijnwerk is gedetailleerd uitgevoerd en heeft een decoratieve invulling in de vaste delen. Het entresolvolume op de verdiepingen blijft bewaard waardoor de kenmerkende opbouw eveneens afleesbaar blijft.

Vanuit erfgoedoogpunt zullen wij geen uitspraken doen over de tuinaanleg. Deze beoordeling dient gemaakt te worden door de dienst omgeving.

Het schrijnwerk en de kroonlijst in de voorgevel werden zwart geschilderd. Op basis van het fotomateriaal bestaande toestand en nieuwe toestand blijkt dat er wijzigingen aan het schrijnwerk gebeurden. Het is niet duidelijk of het nieuw schrijnwerk betreft of bestaand schrijnwerk met nieuwe beglazing en een bijkomende glaslat. Het gevelbeeld bleef wel bewaard doordat de indeling behouden bleef, wat voor dit pand zeer specifiek is. Voor de kleurstelling van schrijnwerk gaan we uit van een neutrale kleur, zwart is in dat opzicht eveneens aanvaardbaar.

Het bovenstaande advies wordt over het algemeen bijgetreden. Het buitenschrijnwerk is verenigbaar met de erfgoedwaarde van het gebouw waardoor dit stedenbouwkundig ook te motiveren is. Vanuit erfgoedoogpunt kan dan wel de gelijkvloerse uitbreiding gunstig geadviseerd worden, dat doet het niet vanuit ruimtebruik, waardoor deze uitgesloten wordt.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De bouwplannen bevatten onvoldoende informatie over het privaat gescheiden rioolstelsel, de aansluitingen met het openbaar rioolstelsel en de septische put. In voorwaarden wordt opgelegd om te voldoen aan artikel 40, 41 en 43 van de bouwcode.

De slaapkamer onder het mansardedak heeft een vrije hoogte van slechts 2,5 meter. Deze hoogte is onvoldoende voor een verblijfsruimte. Gezien de beperkte afwijking en het feit dat het om een eengezinswoning gaat die over meerdere slaapkamers beschikt, kan een afwijking uitzonderlijk gunstig geadviseerd worden.

Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is als voorwaardelijk gunstig opgeladen in het omgevingsloket, maar het is een gunstig advies zonder voorwaarden. Om die reden kunnen geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De koepel in de achterbouw moet geopend kunnen worden.

3. Het rioleringssysteem dient te voldoen aan artikel 40, 41 en 43 van de bouwcode.

4. De verharding in de tuin (inclusief waterdoorlatende verharding) te beperken tot 1/3 van de oppervlakte, conform artikel 27 van de bouwcode.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten