Terug
Gepubliceerd op 12/07/2022

2022_CBS_05616 - Omgevingsvergunning - OMV_2022051051. Oudekerkstraat 20. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 08/07/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_05616 - Omgevingsvergunning - OMV_2022051051. Oudekerkstraat 20. District Antwerpen - Weigering 2022_CBS_05616 - Omgevingsvergunning - OMV_2022051051. Oudekerkstraat 20. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022051051

Gegevens van de aanvrager:

NV WINVEST I met als adres Jordaenskaai 25 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Oudekerkstraat 20 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1755V3

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

Slopen van een autostalplaats en bouwen van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          21/01/2022: weigering (20212916) voor het slopen van een autobergplaats en bouwen van een meergezinswoning met 5 entiteiten;

-          09/04/1948: toelating (18#24014) voor gevel- en binnenveranderingen.  

 

Vergunde/vergund geachte toestand

-          functie: autobergplaats;

-          bouwvolume:

  • quasi volledig bebouwd perceel;
  • beperkte koer achteraan het perceel;
  • volume van 1 bouwlaag
  • vooraan sheddaken, achteraan een lessenaarsdak;

-          gevelafwerking:

  • parement in klampsteen met houten poort;
  • bovenste deel gevel in simili-bezetting met verglaasde muurafdekking. 

 

Huidige toestand

-          niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw. 

 

Gewenste toestand

-          functie: wonen, meergezinsgebouw met 4 woongelegenheden:

  • 1 eenslaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van 85m²;
  • 3 tweeslaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van 70m²;
  • de gemiddelde netto-vloeroppervlakte van alle wooneenheden bedraagt 74m²;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing van 4 bouwlagen onder een plat dak;
  • bouwdiepte gelijkvloers: 20,6m;
  • bouwdiepte verdiepingen: 15,3m, met uitkragende terrassen tot 16,9m;

-          gevelafwerking:

  • witte bepleistering met onderaan een plint in natuursteen;
  • buitenschrijnwerk in zwartkleurig aluminium;
  • balustrades met verticale spijlen uit zwartkleurig aluminium;
  • kroonlijst in hout.  

-          inrichting:

  • terras met een oppervlakte van 25m² in de tuinzone;
  • septische put met een inhoud van 5000 liter;
  • gescheiden rioleringsstelsel;
  • fietsenstalling en bergingen in de kelder.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de bestaande bebouwing op het perceel;

-          bouwen van een meergezinsgebouw met 4 woongelegenheden;

-          wijzigen van de scheidingsmuren;

-          het realiseren van een perceelsbreed terras in de tuinzone.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

19 mei 2022

20 juni 2022

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

19 mei 2022

1 juni 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

19 mei 2022

14 juni 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

19 mei 2022

20 mei 2022

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

19 mei 2022

25 mei 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:

de nieuwe bouwdiepte wijkt af van het referentiebeeld en dit zowel op de gelijkvloerse verdieping als op de bovenliggende verdiepingen. Op het gelijkvloers is een bouwdiepte van 18m kenmerkend, op de verdiepingen wordt de omgeving gekenmerkt door hoofbouwen met een diepte van 10m, deels aangebouwd tot 16m;

  • artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:

de voorgestelde bouwdieptes van de gelijkvloerse en bovenliggende verdiepingen wijken af van het referentiebeeld;

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer

Elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht. De leefruimte op het gelijkvloers is bijzonder diep (9,44 m) waardoor daglicht niet tot centraal in het leefvertrek kan geraken. Hierdoor ontvangt het keukengedeelte onvoldoende licht en lucht als verblijfsruimte.

  • artikel 26 Afvalverzameling:

het is onduidelijk of de afvalberging in de kelder, voorzien wordt van de nodige verluchting;

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

er dient volgens dit artikel een stalplaats voor 11 fietsen voorzien te worden. De stalplaats wordt voorzien in de kelder en is bereikbaar via een trap met fietsgoot. De route naar de fietsenberging is onvoldoende ruim om op een comfortabele manier de berging te bereiken. Deze is bereikbaar via 2 deuren. De opstelruimte voor en na de trap en de deuren is onvoldoende diep. De trap met fietsgoot is, met een breedte van slechts 0,85 m, te smal. Naast de fietsgoot rest nog 80cm. Deze doorgang is onvoldoende breed om op een comfortabele manier de fietsenstalling te bereiken met de fiets aan de hand;

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

er worden geen autostalplaatsen voorzien;

  • artikel 39 Infiltratie- en buffervoorzieningen:

niet overdekte terrassen grenzend aan een tuin dienen aangelegd te worden in een helling van 1 à 2%, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren. Het is op basis van de plannenset niet duidelijk of het nieuwe terras in de tuin voorzien wordt van een voldoende grote helling.

  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

het funderingsplan bevat geen aanduiding van eventuele mogelijkheden tot toezicht ter hoogte van de rooilijn. Indien de gevellijn en de perceelgrens samenvallen dient op particulier domein een toezichtsmogelijkheid voorzien te worden, bijvoorbeeld  door een afsluitbare opzetbuis (T – stuk) op de afvoerleiding.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voor dit perceel werd recent een vergunningsaanvraag in eerste en tweede aanleg geweigerd. De aanvraag betrof toen een nieuwbouw meergezinswoning met 4 bouwlagen onder een gemansardeerde bouwlaag en een bouwvolume met op het gelijkvloerse een bouwdiepte van 34m en 17m op de verdieping met uitkragende terrassen tot 18,59m. In de nieuwbouw werden 5 wooneenheden ondergebracht. Omwille van het overschrijden van de draagkracht van het perceel en de omgeving en strijdigheid met de harmonieregel werd deze aanvraag tweemaal geweigerd.

 

In huidige aanvraag wenst men een garagebergplaats te slopen en een nieuwbouw meergezinswoning op te richten. De woonfunctie is inpasbaar in de omgeving. Ondanks dat het volume en het programma enigszins getemperd is ten opzichte van vorige aanvraag, blijft ook in deze aanvraag het bouwvolume en het woonprogramma te groot voor het perceel en de context. Daardoor wordt geoordeeld dat ook het voorgestelde in deze aanvraag de draagkracht van het perceel, het bouwblok en de omgeving overschrijdt waardoor voorliggende aanvraag in strijd is met artikel 6 van de bouwcode. Geadviseerd wordt om de aanvraag te weigeren.

Ook al is de aanvrager eigenaar van het gebouw rechts, deze eigendomssituatie verandert niets aan de ruimtelijke beoordeling van de gewenste werken, wijzigingen en handelingen.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De omgeving aan de even zijde van de Oudekerkstraat wordt in hoofdzaak gekenmerkt door gebouwen met 3 bouwlagen onder plat- of zadeldak. Er zijn enkele gebouwen aanwezig met 4 bouwlagen onder platte daken maar deze zijn in de minderheid. Verder in de straat naar links komen overwegend rijwoningen met 2 bouwlagen onder een zadeldak voor. De woongebouwen hebben een typerende voorbouw-entresol opbouw. De hoofdgebouwen hebben een bouwdiepte van circa 10 m met daarachter een entresol of achterbouw met een bouwdiepte tot circa 16 m over 2 bouwlagen die over de helft van de perceelbreedte is gebouwd. De gelijkvloerse bouwdiepte is kenmerkend voorzien op 18 m.

 

In voorliggende aanvraag wenst men een nieuwbouwvolume op te richten met een gelijkvloerse bouwdiepte van 20,6 meter. Door de brandladder aan de linkerzijde is de totale bouwdiepte 21,1 meter. De 1ste, 2de en 3de verdieping zijn perceelsbreed bebouwd en hebben een bouwdiepte van 15,3 met daarachter uitpandige terrassen tot een bouwdiepte van 16,9 m.

 

De voorliggende bouwdieptes en -hoogtes zijn niet verenigbaar met de kenmerkende configuraties van de omgeving en dus strijdig met artikel 6 en 10 van de bouwcode. Een perceelsbrede bouwdiepte van meer dan 15 m op de 1ste, 2de en 3de verdieping is ruimtelijk onaanvaardbaar en niet te motiveren. Kenmerkend voor de omgeving zijn entresols die over de helft van de perceelbreedte zijn bebouwd en maximaal 16 m bedragen. Niet alleen is het voorgestelde bouwvolume afwijkend ten opzichte van het referentiebeeld, ook zorgt de perceelsbrede uitbouw op de 2de en 3de verdieping niet voor een goede aansluiting met de rechterbuur. Samen met de scheidingswand voor de uitkragende terrassen zorgt de nieuwe scheidsmuur voor een onaanvaardbare ophoging met de rechterbuur. De slechte aansluiting is nefast voor de daglichttoetreding en het uitzicht van de rechterbuur.

 

Daarnaast is ook de gelijkvloerse bouwdiepte stedenbouwkundig onaanvaardbaar. Een bouwdiepte van 18 m is aanvaardbaar. De voorgestelde bouwdiepte van maximaal 21,1 m is dieper dan de kenmerkende bouwdiepe in de omgeving. Ook overschrijdt dit de bouwdiepte van de linkerbuur.

De voorgestelde wijzigingen aan het bouwvolume zij niet in overeenstemming met de kenmerkende configuraties in de omgeving. Tenslotte is het voorgestelde aantal bouwlagen niet in harmonie met de omgeving. Bouwvolumes met 4 bouwlagen komen niet voor in de omgeving van de Oudekerkstraat.

 

De beoordeling werd op basis van de aangeleverde informatie gemaakt. Hierbij moet de bedenking gemaakt worden dat de aangeleverde terreinprofielen mogelijks niet correct zijn. Op de plannen, snedes en terreinprofielen is de achterbouw van de linkerbuur ingetekend met een bouwdiepte van 15,26 m op de verdiepingen en circa 18,60 m op het gelijkvloers. Dit komt niet overeen met de beschikbare gegevens. Op de laatste vergunning van de linker aanpaler bedraagt de achterbouw op de verdiepingen ter hoogte van de scheimuur 14,90 m op plan. Deze achterbouw lijkt qua vormgeving nog steeds overeen te komen met de huidige toestand. En bij de voorbesprekingen over dit perceel werd er door een ander architectenbureau een ontwerpvoorstel voorgelegd waarbij de bouwdiepte van de linker buur op de verdiepingen aangeduid staat tot circa 13 m ter hoogte van de scheimuur.
De vermelding op de terreinprofielen dat het gabarit ‘ongewijzigd’ blijft, is derhalve onjuist. De tuinmuur wordt weldegelijk verlaagd.

 

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De voorgevel van de nieuwe meergezinswoning wordt uitgevoerd in witte crepi met een natuurstenen plint en buitenschrijnwerk in antracietkleurige pvc. Er wordt in het gevelontwerp weinig aandacht besteed aan geveldetaillering waardoor de gevel erg contrasteert met de omgeving die gekenmerkt wordt door klassieke lijstgevels of gevels in polychroom metselwerk.

Het gevelvoorstel zorgt voor een vervlakking van het straatbeeld en tast bijgevolg de beeldkwaliteit in de straat aan. Een ambitieuzer gevelontwerp voor een hedendaagse nieuwbouw is vereist. Hierbij dient er voldoende aandacht te gaan naar detaillering en profilering binnen het gevelontwerp door bijvoorbeeld gebruik te maken van gevelsteen als gevelmateriaal. Fijn geprofileerd aluminium of houten buitenschrijnwerk met een lichte kleurstellen kan enorm bijdragen aan de belevingswaarde van een nieuwbouw en aan de beeldkwaliteit van de straat.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat en de oppervlakte van het leefgedeelte in verhouding staat met het aantal slaapkamers (als indicatie van het potentieel aantal bewoners). Dit is niet het geval in het voorliggend project. De leefruimte is eerder klein. Zithoek, eethoek en keuken worden voorzien in 1 ruimte. De organisatie van deze 3 functies in deze ruimte is niet evident. Dit wordt duidelijk door de intekening van het keukenelement. De mogelijkheden voor de plaatsing van een voldoende grootte eettafel en een zithoek zijn moeilijk en bieden weinig ruimtecomfort.

 

De woning op de gelijkvloerse verdieping is qua oppervlakte ruim voor een eenslaapkamerappartement (85m²). Echter kan de planschikking niet gunstig beoordeeld worden. De slaapkamer is gelegen aan de straatzijde, wat het contact tussen de woning en de straat niet bevordert (bouwcode, art. 12). De ruime leefruimte is dan weer bijzonder diep (9,44 m) waardoor daglicht niet tot centraal in het leefvertrek kan geraken. Hierdoor ontvangt het keukengedeelte onvoldoende licht en lucht als verblijfsruimte (bouwcode, art. 24).

De stedelijke woonvisie beoogt om voldoende ruime woningen te voorzien om zo gezinnen in de stad te kunnen huisvesten. Door de ruime gelijkvloerse tuin leent het perceel zich ideaal voor het herbergen van een groot gezin. Middels een duplex kan de gelijkvloerse wooneenheid meer slaapkamers herbergen waardoor deze een aantrekkelijke woning vormt voor een gezin. Hierdoor wordt ook het programma teruggebracht tot 3 woningen wat een aanvaardbaar aantal is in verhouding tot het perceel en binnen de omgeving.

 

De aanvraag dient geweigerd te worden.

 

Het funderingsplan bevat geen vermelding van een mogelijkheid tot toezicht van het rioolstelsel ter hoogte van de rooilijn. De mogelijkheid tot toezicht moet voorzien worden op eigen terrein conform artikel 41 van de bouwcode. Het is niet duidelijk of de afvalberging van verluchting wordt voorzien conform artikel 26 van de bouwcode. Op basis van de beschikbare info is het niet duidelijk of het gelijkvoerse terras wordt aangelegd conform artikel 27 van de bouwcode. Aan deze artikels dient tegemoet gekomen te worden indien een vergunning verleend wordt.

 

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke milieudienst omdat het gebouw een oude garagewerkplaats was. Het advies luidt als volgt:

 

“De aanvraag betreft de sloop van een autostalplaats en het bouwen van een meergezinswoning. In het verleden werd er op het perceel een autoherstelwerkplaats geëxploiteerd met een ondergrondse benzinetank, verdeelpomp en smeerput. In het kader van een overdracht werd een OBO (OVAM nummer 36101) uitgevoerd. De benzinetank en verdeelpomp zijn reeds verwijderd. Uit het OBO blijkt dat er geen duidelijke aanwijzing is dat de verhoogde concentraties een ernstige bodemverontreiniging vormen voor mens of milieu. Een BBO werd niet noodzakelijk geacht.

Sloop

De uitvoerder van de sloopwerken dient de nodige maatregelen te nemen om stofemissies tijdens de afbraak zoveel mogelijk te beperken (Vlarem II hoofdstuk 6.12).

Bemaling

Voor de realisatie van de kelder zal vermoedelijk een bemaling noodzakelijk zijn.

De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken, vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).

Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis en een bemaling dieper dan 4 m–mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten. De inhoud van deze studie wordt bepaald door VMM (Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu 2019 - zie checklist 1 en 2).

De karakteristieken (doorlatendheid en dergelijke) van de ondergrond worden bij voorkeur bepaald door een pompproef.

De initiatiefnemer wordt gewezen op de verplichting volgens de bouwcode van stad Antwerpen om een retourbemaling uit te voeren (artikel 42). Enkel als dit niet kan, om technische redenen of omdat de kwaliteit van het grondwater dit niet toelaat, kan lozing op de riool worden overwogen.

In dat geval moet bij lozing van >10 m³/uur op de openbare riolering toelating van Aquafin verkregen worden.

De aandacht van de initiatiefnemer wordt er eveneens op gevestigd dat de opstart van de bemaling dient aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd (dus als de bemaling lager is dan 30.000 m³ op jaarbasis en minder diep dan 4 m–mv).

Voor toekomstige projecten wordt er aangeraden een bemaling tegelijk met de stedenbouwkundige handelingen aan te vragen zodat men niet voor ongewenste verrassingen komt te staan in verband met kosten, timing en dergelijke.

Exploitatie

Voor de exploitatie van het gebouw dient de eigenaar na te gaan of er indelingsplichtige activiteiten van toepassing zijn aangezien dit niet uit de plannen is af te leiden (airco, warmtepompen, stookinstallaties,…).”

 

Het bovenvermelde advies wordt bijgetreden. Omdat een weigering wordt geadviseerd kunnen de voorwaarden niet opgenomen worden in deze vergunning.

 

 

Mobiliteitsimpact

 

Toetsing parkeerbehoefte

 

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

Hoewel de aanvraag melding maakt van het slopen van een autobergplaats, blijkt het bij navraag bij de dienst Omgevingsvergunningen om een vergunde werkplaats te gaan. Een meergezinswoning met 4 appartementen wordt in de plaats voorzien.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

De parkeerbehoefte is 4 x 1 = 4 parkeerplaatsen.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag die betrekking heeft op een pand met een perceelsbreedte van minder dan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 4.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Dit is echter niet van toepassing omdat er geen wagens op openbaar domein afgewikkeld werden in vorige toestand.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 4 plaatsen.

 

Fietsvoorzieningen

 

Voorliggende aanvraag genereert een fietsparkeerbehoefte van 11 fietsstalplaatsen.

-          1 appartement met 1 slaapkamer = 1 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 2

-          3 appartementen met 2 slaapkamers = 3 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 9

 

Op het plan van de kelderverdieping worden 20 fietsstalplaatsen voorzien. De fietsstalplaats is bereikbaar via 2 deuren en een trap met fietsgoot met een breedte van slechts 0,85 m. Naast de fietsgoot rest nog 80cm.

Deze doorgang is onvoldoende breed om op een comfortabele manier de fietsenstalling te bereiken met de fiets aan de hand. Indien voorliggende aanvraag in aanmerking zou komen voor vergunning dient een doorgang met een minimale breedte van 1 m te worden voorzien.

 

Aan de trap met helling is er onvoldoende plek om een fiets te zetten en de deur naar de berging te openen. De ruimte tussen de trap met fietsgeul en de deur naar de kelder moet minimaal 1,7m bedragen zodat een bewoner makkelijk de deur naar de berging kan openen.

Om de fietsenberging gunstig te kunnen beoordelen dient de circulatie er naartoe aangepast te worden: de trap moet comfortabel bruikbaar zijn en voldoende breed, een steektrap verdient de absolute voorkeur, minstens 1,7 m opstelruimte voorzien aan de trap en de deuren, manoeuvreren (draaien) onmiddellijk voor of na de trap of aan een deur moet vermeden worden, het aantal te openen deuren tot een minimum te beperken.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 april 2022

Volledig en ontvankelijk

19 mei 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

18 juli 2022

Verslag GOA

1 juli 2022

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Er werd 1 bezwaar ingediend, voornamelijk handelend over:

 

  1. Verlagen van de tuinmuur: Het bezwaar tegen het verlagen van de tuinmuur achteraan het perceel met de eigendommen aan de Coebergerstraat. Het verlagen van de tuinmuur zorgt voor inkijk wanneer het appartementsgebouw aan de Oudekerkstraat 20 gerealiseerd wordt.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het verlagen van de tuinmuur is ruimtelijk aanvaardbaar en zal zorgen voor een betere daglichttoetreding naar de buurpanden.

 

  1. Eigendomsrecht: Het bezwaar dat de vergunningaanvrager niet de volledige eigenaar is van de tuinmuur achteraan. Een tuinmuur is steeds een gemeenschappelijke eigendom. Tegen de tuinmuur is aan de zijde van de Coebergerstraat een tuinhuis gebouwd en de bezwaarindiener wenst deze constructie te behouden.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. In beginsel mag de vergunningverlenende overheid geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van aanvragen tot omgevingsvergunning. Anderzijds doet een omgevingsvergunning deze rechten niet teniet, en ontslaat ze de titularis van de vergunning niet om de nodige rechten te bekomen of schade te berokkenen bij omliggende eigendommen. Een omgevingsvergunning verleent geen rechten tot het bebouwen/verbouwen van andermans eigendommen. 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.