Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022049157 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Elisabeth Coen met als adres Grote Singel 74 te 2900 Schoten |
Ligging van het project: | Godefriduskaai 28 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 2 sectie B nr. 64E2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren van het herindelen van twee appartementen en een functiewijziging van appartement naar kantoor |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 30/04/2020: weigering (20193254) voor het regulariseren van aanpassingen aan vergunde appartementen en plaatsen en verplaatsen van dakvlakvensters;
- 4/02/1993: vergunning (86#8723968) voor een bijkomend parkeerniveau;
- 14/11/1991: vergunning (86#910466) voor verbouwing magazijn tot appartement en kantoor.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- functie: meergezinswoning, met 2 tweeslaapkamerappartementen op de eerste verdieping aan de linkerzijde van het gedeelte van het gebouw met huisnummer 28;
- bouwvolume: 7 bouwlagen onder een hellend dak.
Huidige en gewenste toestand
- functie: meergezinswoning, met in appartement 1 een kantoor en in appartement 2 een eenslaapkamerappartement;
- bouwvolume:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de functie van appartement 1 van wonen naar kantoor;
- uitbreiden van appartement 1;
- verkleinen van appartement 2.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 16 juni 2022 | 8 juli 2022 | Geen advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 16 juni 2022 | 8 juli 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Onroerend Erfgoed | 21 juni 2022 | 18 juli 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Water-link | 16 juni 2022 | 8 juli 2022 | Geen advies |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 16 juni 2022 | 27 juni 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 16 juni 2022 | 17 juni 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 16 juni 2022 | 7 juli 2022 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen) | 16 juni 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Eilandje, goedgekeurd op 1 september 2011. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: overdruk cultureel, historisch en/of esthetische waarde van de bestaande bebouwing, zone voor overdruk reca en detailhandel en zone voor wonen-art. 1-bestaand weefsel.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is gesitueerd in de Godefriduskaai, gelegen in het district Antwerpen. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door meergezinswoningen afgewisseld met kantoren en handel.
Voorliggende aanvraag omvat een functiewijziging van één van de appartementen naar een kantoor. Het beogen van een economische mix van kleinschalige kantoren in het stedelijk weefsel is verenigbaar met de beleidsnota Ruimtelijke Economie.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Er worden geen wijzigingen buiten het bouwvolume voorzien ten opzichte van de vergunde toestand waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik gunstig is.
Wel wordt intern door het vergroten van het kantoor in het voormalige appartement 1 het appartement 2 verkleind naar een eenslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 148 m². De woongelegenheid beschikt nog over voldoende wooncomfort. Het aantal slaapkamers staat in verhouding met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner.
Visueel-vormelijke elementen
Er worden geen wijzigingen aangebracht aan de voorgevel ten opzichte van vergunde toestand waardoor de aanvraag qua visuele-vormelijke elementen inpasbaar is.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. De dienst adviseert gunstig met volgende beoordeling:
“Het pand Godefriduskaai 28 is gelegen in CHE-gebied en opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Bovendien is het pand an sich beschermd als monument en ligt het binnen een beschermd stads-of dorpsgezicht. De aanvraag betreft de regularisatie van de bestaande toestand ‘as build’. De te regulariseren toestand verschilt met de vergunde toestand voornamelijk op vlak van opdeling van de untis en de functie. Deze wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke vergunning hebben geen onaanvaardbare impact op de erfgoedwaarde van het pand. Vanuit oogpunt monumentenzorg is er dan ook geen bezwaar, mits een toelating wordt bekomen van het Agentschap Onroerend Erfgoed.”
De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan het Agentschap Onroerend Erfgoed. Het Agentschap adviseert gunstig onder voorwaarden:
“De regularisatie betreft het verplaatsen van de scheidingswand tussen appartement 1 en appartement 2 en het wijzigen van de functie van appartement 1. Dit heeft geen impact op de erfgoedwaarden. Wel dient op last van de brandweer de gewijzigde scheidingswand 60 minuten brandwerend gemaakt te worden. Voor deze aanpassing dient rekening gehouden te worden met de maximale belasting van de vloer. Als ze aan deze voorwaarden voldoen, doet geen van de gevraagde handelingen afbreuk aan de bescherming. Als ze niet aan de voorwaarden voldoen, dan is ons advies ongunstig.
In ons advies voor vergunningsplichtige werken aan publiek toegankelijke gebouwen maken we altijd een afweging tussen het behoud van de erfgoedwaarden en de toegankelijkheid. In dit dossier komen de werken voor toegankelijkheid voldoende overeen met de erfgoedwaarden.”
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Als voorwaarde wordt opgenomen om een eigen afvalberging met een minimale oppervlakte van 4 m² te voorzien voor de kantoorfunctie, conform artikel 26 van de bouwcode.
Vanuit het oogpunt van comfort en hygiëne voor bewoners en gebruikers van een gebouw waar meerdere gezinnen en functies samen gebruik van maken, is het belangrijk dat men over een eigen, afgescheiden en voldoende verluchte afvalberging beschikt.
De afwijkingen op de bepalingen van de gewestelijke verordening toegankelijkheid kunnen worden toegestaan omdat het hier een monument betreft en het Agentschap voor Onroerend Erfgoed zich hier gunstig over heeft uitgesproken (art.35 Besluit Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid).
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Er wordt 1 appartement van 324 m² verbouwd tot kantoor: 324m² kantoren met parkeernorm 1,1/100 m²: 324 m² x 1,1/100 m² = 3,6. De parkeerbehoefte is 4.
Bijstelling A: RUP Eilandje: In het RUP Eilandje is een maximumnorm van 1 parkeerplaats/100 m² opgenomen: 324m² kantoren met parkeernorm 1/100 m²: 324m² x 1/100m² = 3,2. De werkelijke parkeerbehoefte is 3.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
De 2 achterliggende parkeerplaatsen van het bestaande appartement kunnen gebruikt worden voor de kantoren. Aangezien de plaatsen achter elkaar liggen, is er slechts 1 nuttige parkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
De 2 achterliggende parkeerplaatsen van het bestaande appartement kunnen gebruikt worden voor de kantoren. Aangezien de plaatsen achter elkaar liggen, is er slechts 1 nuttige parkeerplaats.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3 – 1 = 2. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
Voor het kantoor van 324 m² moeten 4 fietsenstallingen extra voorzien worden (324 m² x 1,25/100 m² = 4,05). In het gebouw is een fietsenberging voorzien. Echter is het niet duidelijk of hier voldoende ruimte beschikbaar is. Dit wordt opgenomen in de voorwaarden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. Er moet een afvalberging met een minimale oppervlakte van 4 m² voor de kantoorfunctie worden voorzien, conform artikel 26 van de bouwcode.
4. In de gemeenschappelijke fietsenberging moeten 4 fietsstalplaatsen worden voorzien voor het kantoor, conform de inrichtingsprincipes van artikel 29 van de bouwcode.
5. De voorwaarden opgenomen in het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed dienen strikt te worden nageleefd.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 5 april 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 16 juni 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 15 augustus 2022 |
Verslag GOA | 20 juli 2022 |
naam GOA | Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.