Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022078776 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | VVZRL MAATSCHAP VANHOUT - VANHOUT BILZEN (0734666023) met als adres Lammerdries 12 te 2440 Geel |
Ligging van het project: | Slachthuislaan 70 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 7 sectie G nrs. 333N2 en 333E3 |
waarvan: |
|
- 20210709-0077 | afdeling 7 sectie G nrs. 333N2 en 333E3 (Bemaling AP Hogeschool) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het bijstellen van voorwaarden voor het exploiteren van een bemaling |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 10 september 2021 verleende het college aan vvzrl Vanhout - Vanhout Bilzen een vergunning voor het exploiteren van een bronbemaling (kenmerk OMV_2021118599). De vergunning werd onder voorwaarden verleend voor een periode van één jaar vanaf de start van de bemaling.
Inhoud van de aanvraag
De exploitant vraagt een aanpassing van de milieuvoorwaarden verbonden aan een reeds vergunde bemaling.
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. |
| Bij te stellen voorwaarde: De exploitant vraagt een bijstelling aan van artikel 4.2.3.1 - lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat.
Voorgesteld alternatief/aanvulling: Volgende aanvullende bijzondere lozingsvoorwaarden worden gevraagd:
|
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 23 juni 2022 | 20 juli 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Slachthuissite, goedgekeurd op 25 februari 2019. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 6. zone voor wonen (wo2) - marbaixwijk, artikel 1. zone voor centrumfuncties (ce1), artikel 2. zone voor centrumfuncties (ce2), artikel 3. zone voor centrumfuncties (ce3), artikel 12. zone voor groen (gr2) - hallenplein, artikel 13. zone voor groen (gr3) - hallentuin en artikel 10. zone voor publiek domein (pu).
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 16 Stedelijk slachthuis en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 26 juni 2001.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) en bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De bemaling is noodzakelijk voor de uitvoering van een stedenbouwkundig vergund project. Voorliggend project heeft hier geen implicaties op.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De exploitant is vergund voor het een grondwaterwinning van 239.000 m³/jaar noodzakelijk voor het realiseren van ondergrondse constructies bij een nieuwe hogeschool op de slachthuissite. Het initieel debiet zou 80 m³/uur bedragen waarna het terugvalt naar een stationair debiet van 64 m³/uur. De bemaling zou 5 maanden in beslag nemen.
Er werd reeds rekening gehouden met een overschrijding van de concentraties van enkele gevaarlijke stoffen in het grondwater. In de vergunning werden volgende lozingsvoorwaarden opgelegd:
nitriet | 2 mg/liter |
nitraat | 6,5 mg/liter |
stikstof totaal | 12,5 mg/liter |
arseen | 50 µg/liter |
Intussen is er een analyse uitgevoerd op het grondwater ter nazicht van de aanwezigheid van PFAS en werden er inderdaad PFAS-componenten aangetroffen. De exploitant wenst voor PFAS en enkele andere vastgestelde parameters bijkomende lozingsvoorwaarden opnemen:
Chloride | 1.625 mg/liter |
Sulfaat | 200 mg/liter |
Geleidbaarheid | 2.000 µS/cm |
PFAS individueel | 100 ng/liter |
PFAS som | 500 ng/liter |
In het licht van de PFAS-problematiek werd ook gezocht naar manieren om de debieten zoveel mogelijk te beperken zodat, zeker in de opstartfase en zolang de zuivering noodzakelijk is, deze lager blijven dan het vergund debiet van 50 m³/uur voor de waterzuivering. Om dit te bewerkstelligen wordt in eerste instantie de bemaling uitgevoerd door middel van bemalingsfilters en zullen de bemalingsbronnen enkel nog gebruikt worden indien de bemaling extra ondersteuning nodig heeft.
De filters zullen geplaatst worden vanuit een voorafgraving tot +3 mTAW en dan 9 m diep aangezet worden zodat de aanzet op -6 mTAW staat. Het startdebiet van de filters is begroot op circa 41,5 m³/uur. Uiteraard zal het cumuldebiet/uur van beide bemalingstypes samen nooit meer kunnen bedragen dan het vergunde totaaldebiet van rubrieken 3.4.2° en 3.6.3.2°. Indien effectief het debiet met deze ingrepen kan beperkt worden tot maximaal 50 m³/uur, zal ook een lager cumuldebiet dan begroot in de initiële studie verpompt moeten worden. De exploitant voorziet drie opeenvolgende actief koolfilters om de PFAS-componenten uit het bemalingswater te halen.
Voor wat de hogere concentratie aan chloride en sulfaat betreft, werd een impactevaluatie uitgevoerd rekening houdend met de kwaliteit van het ontvangende waterlichaam (het Albertkanaal, via het Lobroekdok) en de extra vuilvracht van de lozing. Hierover werd op voorhand overleg gepleegd met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). De VMM adviseert gunstig voor de gevraagde lozingsvoorwaarden.
De gevraagde lozingsvoorwaarden voor PFAS zijn in overeenstemming met het tijdelijk handelingskader voor de beperking van de PFAS-verspreiding.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Er wordt gunstig advies gegeven de bijzondere lozingsvoorwaarden aan te vullen.
Gecoördineerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 80 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 50 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. | 239.000 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
Het bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater en de volgende bijzondere voorwaarde:
Chloride | 1.625 mg/liter |
Sulfaat | 200 mg/liter |
Geleidbaarheid | 2.000 µS/cm |
PFAS individueel | 100 ng/liter |
PFAS som | 500 ng/liter |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 17 juni 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 23 juni 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 22 augustus 2022 |
Verslag GOA | 29 juli 2022 |
naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
6. Het bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater en de volgende bijzondere voorwaarde:
Chloride | 1.625 mg/liter |
Sulfaat | 200 mg/liter |
Geleidbaarheid | 2.000 µS/cm |
PFAS individueel | 100 ng/liter |
PFAS som | 500 ng/liter |
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 80 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 50 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. | 239.000 m³/jaar |
De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
De exploitant dient de startdatum van de bemaling voor de opstart van de bemaling te melden aan de diensten Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be), Milieu-interventie (mi@antwerpen.be) en aan de VMM (grondwater.ant@vmm.be) met vermelding van het projectnummer (OMV_2021118599) samen met de contactgegevens van de werfverantwoordelijke. Het einde van de bemalingswerken wordt eveneens gemeld aan voornoemde diensten.
De exploitant hoeft geen meetgoot (artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem titel II) te plaatsen. Controle van het geloosde bedrijfsafvalwater kan gebeuren via staalname ter hoogte van het lozingspunt of aan de waterzuivering. De exploitant voorziet hiervoor een staalnamekraan.
De exploitant neemt de nodige maatregelen om de loofboom op de site van voldoende water te voorzien. De waterkwaliteit moet hier voorafgaand aan de bemaling worden geanalyseerd in functie van de herbruikbaarheid als watergift voor de boom. Indien dit grondwater niet voldoet aan de gewenste kwaliteit moet een irrigatie met een alternatieve waterbron worden aangelegd alvorens met de eigenlijke bemaling te starten. De bouwput moet langs de boom worden uitgegraven binnen beschoeiingswanden in plaats van in talud.
De exploitant plaatst zettingsbakens bij de meest nabije zettingsgevoelige objecten aan elke zijde van de bemaling. Van zodra de bemaling wordt opgestart, moeten de zettingen opgevolgd worden. De monitoring gebeurt per zettingsbaken minstens met volgende frequentie:
- Voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting).
- Week 1 na opstarten bemaling: vijfmaal per week een zettingsmeting.
- Week 2: om de twee dagen een zettingsmeting.
- Vanaf week 3: 1 keer per week een zettingsmeting.
- De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt t.h.v. een zettingsgevoelige constructie wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.
De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf:
- eerste week en telkens na de instelling van een dieper bemalingspeil de eerste week: 5 maal;
- volgende periode: maandelijks.
Het bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater en de volgende bijzondere voorwaarde:
Chloride | 1.625 mg/liter |
Sulfaat | 200 mg/liter |
Geleidbaarheid | 2.000 µS/cm |
PFAS individueel | 100 ng/iiter |
PFAS som | 500 ng/liter |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van één jaar vanaf de opstart van de bemaling en voor een totaal waterbezwaar van 239.000 m³.