Terug
Gepubliceerd op 08/08/2022

2022_CBS_06375 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022055122. Rostockweg 6. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/08/2022 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_06375 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022055122. Rostockweg 6. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_06375 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022055122. Rostockweg 6. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2022055122

Gegevens van de aanvrager:

NV ANTWERP BULK TERMINAL met als adres Nieuwe Westweg 14 te 2040 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV ANTWERP BULK TERMINAL (0447721712) met als adres Nieuwe Westweg 14 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Rostockweg 6 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 15 sectie B nrs. 95D, sectie C nrs. 233V, 237C en 250H

waarvan:

 

-          20170801-0016

afdeling 15 sectie C nrs. 237C, sectie B nrs. 95D, sectie C nrs. 233V en 250H (SEA-INVEST ABT K316-330)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Bouwen WZI en opslag van houtchips;

Op- en overslagbedrijf: verandering door wijziging en uitbreiding

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          9/09/2021: vergunning (OMV_2021029083) voor een op- en overslagbedrijf: verandering door wijziging en uitbreiding van een tankpark;

-          29/06/2007: vergunning (HV/2006/B/0177) voor de oprichting van vijf bulkloodsen, een tankinstallatie voor overslag van slurry, bureelgebouw en magazijn, twee weegbruggen

 

Inhoud van de aanvraag

-          Grond gewoonlijk gebruiken voor opslag van grondstoffen;

-          Plaatsen van wanden voor het creëren van opslagboxen;

-          Plaatsen van een waterzuiveringsinstallatie.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

In 2007 nam Antwerp Bulk Terminal nv (ABT) de milieuvergunningen op naam van Antwerp Fruit Terminal nv ter hoogte van de Rostockweg 6 gedeeltelijk over. Vervolgens werd de milieuvergunning door ABT uitgebreid tot een klasse 1 ingedeelde inrichting of activiteit. In 2009 werd het tankenpark op kaai 318 overgedragen aan Sea Tank waardoor ABT een klasse 2 ingedeelde inrichting of activiteit werd. Het college van burgemeester en schepenen verleende nadien nog diverse milieuvergunningen. De milieuvergunning van ABT is geldig tot 21 januari 2025.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak een uitbreiding met de opslag van houtchips en gevaarlijke producten en een aanpassing van de lozingssituatie.

 

Aangevraagde rubriek(en)
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.1°b)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater met één of meer gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

-50,38 m³/uur

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

600,00 m³/jaar

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

-11,10 m³/uur

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

+640,00 liter

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

12,32 kW

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+11,46 kW

17.3.2.2.1°

ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton;

100,00 kg

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

+29,60 ton

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

+2,30 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

3,43 ton

17.3.8.1°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton;

0,10 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

+506,90 liter

43.1.2°a)

stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b);

+180,00 kW

48.1.2.

doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen.

+16.000,00 ton

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden


1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

de installatie van een meetgoot

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

er wordt een staalnamepunt met debietsmeter als controle-inrichting voorzien.

 

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

22 juni 2022

20 juli 2022

Gunstig

Water-link

24 juni 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het 6e Havendok en het Leopolddok – Gebied voor waterweginfrastructuur. Ten oosten en ten zuiden van de aanvraag lopen twee overdrukken met als aanduiding Hoogspanningsleiding en Leidingstraat. De Noorderlaan in het oosten heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De aanvrager geeft aan dat de gewestelijke hemelwaterverordening niet van toepassing is daar het hemelwater als potentieel verontreinigd hemelwater moet beschouwd worden.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Op een terrein gelegen ten zuiden van het 6e Havendok en gekenmerkt als op- en overslagterminal, worden volgende stedenbouwkundige handelingen aangevraagd:

 

-          Het plaatsen van betonnen stapelblokken om opslagruimte af te bakenen;

-          Het gewoonlijk gebruik van een terrein voor opslag van grondstoffen;

-          Het bouwen van een waterzuiveringsinstallatie.

 

Aan de noordzijde van een loods in het oosten van het terrein en op het middenplein tussen een tankpark en een loods worden in totaal 3 zones afgebakend met stapelblokken waarbinnen de opslag van houtchips zal gebeuren. De opslagzones in het oosten van het terrein hebben een oppervlakte van respectievelijk circa 500 m² en circa 390 m². De stapelblokken worden 4 meter hoog gestapeld, de houtchips worden maximaal 5,5 meter hoog opgeslagen.

De zone op het middenplein heeft een oppervlakte van 1200 m². De stapelblokken worden hier tevens 4 meter hoog gestapeld maar de houtchips worden maximaal 10 meter hoog opgeslagen.

 

Op een braakliggende zone ten westen van een bestaande loods en ten oosten van het middenplein wordt een waterzuiveringsinstallatie geplaatst. Deze installatie, met een totale oppervlakte van circa 660 m², bestaat uit verschillende tanks, een lamellenseparator, een pompput en een machinekamer.

 

Opgemerkt wordt dat voorliggende aanvraag interferreert met handelingen die reeds vergund zijn op 9 september 2021. Op het huidige inplantingsplan wordt hier echter geen melding van gemaakt. Enkel de houder van het bouwrecht kan dan ook uitvoering geven aan de omgevingsvergunning.

 

De nieuwe constructies dragen bij tot de verdere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de Brandweerzone Antwerpen. Op moment van opmaak van dit verslag was het advies nog niet uitgebracht. Ook het college hecht belang aan dit advies.

 

Wegens de nabijheid van een waterleiding werd advies gevraagd aan Water-link. Zij hebben echter geen tijdig advies uitgebracht. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een klip-klim melding uit te voeren.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Uit de aanvraag blijkt dat de aanvoer van houtchips volledig zal gebeuren via vrachtwagens. Men verwacht 2800 vrachtwagens per jaar. De afvoer zal gebeuren via het water. Gezien de situering binnen het havengebied en de spreiding van de transporten op jaarbasis, kan gesteld worden dat het mobiliteitseffect beperkt zal zijn.

 


Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

ABT baat aan de Rostockweg een op- en overslagbedrijf uit voor droge bulkgoederen. Minerale producten, houtpellets, betoniet, koaline, … worden in grote loodsen opgeslagen. Elk van deze loodsen heeft een totale oppervlakte van ongeveer 10.000 m². Op de site wordt ook kaoline gedroogd en gebroken.

 

Met onderhavige aanvraag vraagt men een vergunning voor de buitenopslag van 16.000 ton natuurlijke houtchips. De houtchips worden tijdelijk gestockeerd op de site met het oog op export, rekening houdend met wijzigingen binnen het economisch landschap, o.a. gezien de energiecrisis. Men vraagt de opslag aan onder rubriek 48, doorvoeropslagplaats voor niet-IMDG goederen.

 

Zoals vermeld wordt in het subadvies van de Haven van Antwerpen-Brugge van 20 juli 2022 moet een doorvoeropslagplaats voldoen aan de algemene veiligheidseisen gesteld door de havenkapitein. De algemene en bijzondere voorwaarden zijn te vinden onder ‘Hoofdstuk 11. Behandeling en opslag andere goederen' in de Havenpolitieverordening en de Havenonderrichtingen.

 

De opslag van gevaarlijke producten wordt uitgebreid met 2 vaste houders van 10.000 liter voor de opslag van natronloog en PAC, in functie van de waterzuivering. De tanks zijn voorzien van lekdetectie en overvulbeveiliging. Verder worden er bijkomende producten in verplaatsbare recipiënten opgeslagen (diverse gevaarseigenschappen) en breidt de opslag van brandbare vloeistoffen uit met 640 liter. In het aanvraagdossier wordt aangegeven dat er voldaan wordt aan de vereisten van VLAREM II naar inkuiping. De vergunde opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten mag uit de vergunning geschrapt worden.

 

Men is vergund voor de lozing van bedrijfsafvalwater met een debiet van 110,5 m³/uur. Het betreft potentieel verontreinigd hemelwater (opslag goederen in openlucht, op voorkaai en restproducten van het laden en lossen). In het verleden werd niet de volledige oppervlakte in rekening gebracht. Bij de berekening van het debiet wordt ook rekening gehouden met de cijfers van de VMM, in functie van piekdebieten. Het potentieel verontreinigd hemelwater zal gezuiverd worden in een waterzuiveringsinstallatie, waarna het geloosd wordt in de dokken met een debiet van maximaal 40 m³/uur. Het potentieel verontreinigd hemelwater afkomstig van de tankpiste zal, na passage via een KWS-afscheider, eveneens geloosd worden in de dokken, via een ander lozingspunt, met een debiet van maximaal 0,716 m³/uur.

 

Het aanvraagdossier omvat een verzoek tot bijstelling aangaande artikel 4.2.5.1.1 van VLAREM II dat een meetgoot verplicht. Men voorziet wel een staalnamepunt met debietsmeter als controle-inrichting.

De gevraagde bijstelling kan toegestaan worden aangezien het debiet louter afhankelijk is van de regenval (piekdebieten).

 

Verder heeft het voorwerp van de aanvraag nog betrekking op toestellen zoals batterijladers (12,3 kW), compressoren, airco’s en gelijkaardige toestellen (+11,46 kW) en een stookinstallatie (aanpassing vergund vermogen van 140 kW naar reëel vermogen van 320 kW).

 

De opgeslagen stoffen (doorvoer) worden steeds op een vloeistofdichte vloer opgeslagen. In het aanvraagdossier wordt aangegeven dat er daardoor geen impact is naar bodem of grondwater. Bij de op- en overslag kunnen diffuse emissies ontstaan. Er wordt toepassing gemaakt van werkinstructies en procedures om deze emissies te beperken. Er is ook een sproei-installatie aanwezig. Het stofrapport uit 2016 is nog van toepassing.

 

In het aanvraagdossier is een groene voortoets opgenomen. Men geeft aan dat er geen betekenisvolle negatieve effecten verwacht worden ten aanzien van habitatrichtlijngebieden en er geen vermijdbare en onherstelbare schade zal optreden ter hoogte van VEN-gebieden.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning voor zover het advies van de Brandweerzone Antwerpen gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.1°b)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater met één of meer gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

-50,38 m³/uur

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

600,00 m³/jaar

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

-11,10 m³/uur

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

+640,00 liter

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

12,32 kW

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+11,46 kW

17.3.2.2.1°

ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton;

100,00 kg

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

+29,60 ton

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

+2,30 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

3,43 ton

17.3.8.1°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton;

0,10 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

+506,90 liter

43.1.2°a)

stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b);

+180,00 kW

48.1.2.

doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen.

+16.000,00 ton

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

20 juni 2022

Start openbaar onderzoek

29 juni 2022

Einde openbaar onderzoek

28 juli 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

9 augustus 2022

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

29 juni 2022

28 juli 2022

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning voor zover het advies van de Brandweerzone Antwerpen gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

 


Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.