Op datum van 21 april 2021 vroeg VDO ARCHITECTEN om het pand gelegen Oranjestraat 21, district Antwerpen, op te nemen in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning.
De beoordeling gebeurde aan de hand van volgende stukken:
1. Bestaande juridische toestand
Geldende bestemmingsplannen:
Gewestplan:
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Kadastrale gegevens:
Het pand, Oranjestraat 21 district Antwerpen, met kadastrale ligging (afd. 7) sectie G 195 E11 is kadastraal gekend als building met vier woongelegenheden.
Voor dit pand werden de volgende relevante vergunningen / toelatingen verleend:
- Op 24 juni 1925 werd een toelating afgeleverd voor gevel- en binnenveranderingen.
2.Bestaande feitelijke toestand
Omschrijving van de bestaande toestand:
Het pand betreft een rijwoning met drie bouwlagen onder mansardedak en bestaat momenteel uit vier kamers en een gemeenschappelijke badkamer op het gelijkvloers, een appartement op verdieping 1 en een appartement in de achterbouw, een appartement op verdieping 2 en een appartement op verdieping 3.
Overtredingen:
Er werd geen proces-verbaal van overtreding teruggevonden.
Het voorwerp
De aanvraag betreft de vraag tot opname in het vergunningenregister van een constructie met de functie van meergezinswoning en vier woonentiteiten.
De bewijsvoering
Volgens de kadastrale gegevens dateert de ingebruikneming van het gebouw van voor 1900.
Uit de kadastergegevens blijkt dat er, sinds de laatste wijzigingen in 2009, zeven woningen aanwezig zijn en het pand als building vastgesteld is. Uit de bevolkingsgegevens blijkt dat, in de periode tussen 1953 en 1980 quasi constant, drie gezinnen tegelijkertijd waren ingeschreven. In de jaren ’80 daalde het aantal tot twee en in de jaren ’90 tot slechts één gezin.
De aangeleverde foto’s van de gas- en elektriciteitsmeters vormen onvoldoende bewijs voor de aanwezigheid van zeven zelfstandige woningen vóór 9 november 1979.
In het archief werden bouwplannen teruggevonden van 1925. Hieruit blijkt dat de bestaande toestand niet langer volledig overeenkomt met de archiefplannen.
Als eerste valt op dat het volume achteraan het perceel gewijzigd werd. De plannen uit 1925 tonen een constructie bestaande uit één bouwlaag en een zadeldak terwijl er vandaag twee bouwlagen onder een plat dak aanwezig zijn. Het verwijderen van het hellend dak en het omvormen van de daklaag onder een zadeldak tot een volwaardige bouwlaag onder een plat dak, is niet bewezen als gebeurd vóór 9 november 1979. De luchtfoto’s uit 1974 zijn onvoldoende duidelijk waardoor ze niet meegenomen worden als bewijsstuk voor het volume achteraan.
Verder werd het gebruik van de constructie achteraan gewijzigd. Op het gelijkvloers bleef de functie van magazijn intact, terwijl op de eerste verdieping een appartement voorzien werd. Hiervoor werd een nieuwe interne trap geplaatst, werden dakkoepels geplaatst in het platte dak, en werd op de eerste verdieping een raam geplaatst. Ook deze wijzigingen zijn onvoldoende bewezen als zijnde uitgevoerd vóór 9 november 1979.
Het wijzigen van de functie, het uitvoeren van constructieve werken en het wijzigen van gevels, zijn melding/vergunning plichtige wijzigingen en worden uitgesloten van opname in het vergunningenregister, conform de rode aanduidingen op de plannen.
Wat het hoofvolume betreft, werden de terrassen op de verdiepingen, die op de snedetekeningen uit 1925 te zien zijn, bij het hoofdvolume toegevoegd. Deze volume-uitbreiding is niet te dateren als zijnde gebeurd vóór 9 november 1979.
Verder werd in het dak van de mansardedaklaag een dakkoepel geplaatst. Het is onvoldoende bewezen dat de dakkoepel reeds vóór 9 november 1979 aanwezig was.
Het uitbreiden van het hoofdvolume (nieuwe uitsprongen ter hoogte van de voormalige terrassen) en het plaatsen van een dakkoepel zijn meldings- of vergunningplichtige wijzigingen en worden uitgesloten van opname in het vergunningenregister, zoals in het rood gemarkeerd op de plannen.
De uitbouw tegen de rechterperceelsgrens, gelegen tussen het hoofdvolume en het volume achteraan het perceel, onderging ook enkele wijzigingen ten opzichte van de bouwplannen uit het archief. Zo werd een bijkomende bouwlaag toegevoegd onder een plat dak, over de volledige breedte en lengte van de uitbouw. Hierdoor werd het aantal bouwlagen opgetrokken van drie naar vier. Ook de uitsprong achteraan, waarin bergingen en een toilet in onder gebracht zijn, werd over alle verdiepingen opgetrokken tot de nieuwe bouwhoogte van ca. 15,5 m.
De vierde bouwlaag en het optrekken van de uitsprong achteraan tot de vierde bouwlaag, is onvoldoende bewezen als zijnde gebeurd voor 9 november 1979.
Ter hoogte van de eerste verdieping is in de huidige toestand een deur aanwezig richting een terras. Het terras en deze gevelopening horende bij de woongelegenheid op de eerste verdieping van de uitbouw. Er werden onvoldoende bewijzen aangeleverd die de aanwezigheid van dit terras en de bijhorende deur bevestigen vóór 9 november 1979.
Het uitbreiden van de uitbouw (nieuwe bouwlaag en uitsprong tot het vierde niveau) en het toevoegen van een deur en terras ter hoogte van de eerste verdieping zijn meldings- of vergunningplichtige wijzigingen en worden uitgesloten van opname in het vergunningenregister, zoals in het rood gemarkeerd op de plannen.
Op het gelijkvloers werd het gebruik van een apart volume van één bouwlaag tegen de linker-perceelsgrens gewijzigd. De archiefplannen vermelden een bureel terwijl de ruimte in de bestaande toestand gebruikt wordt voor bewoning. Deze functiewijziging tot wonen is onvoldoende bewezen als zijnde gebeurd vóór 9 november 1979.
Verder werd in het platte dak een koepel geplaatst, waarvoor er onvoldoende bewijzen zijn dat dit gebeurde voor 9 november 1979.
Het wijzigen van de functie (van bureel naar woning) en het plaatsen van een koepel in het dak, zijn meldings- of vergunningplichtige wijzigingen en worden uitgesloten van opname in het vergunningenregister, zoals in het rood aangeduid op de plannen.
Tot slot werden ook heel wat wijzigingen aan de voorgevel uitgevoerd.
Ter hoogte van het gelijkvloers werd het buitenschrijnwerk van de voordeur aangepast. De ronde vorm van de ramen werd rechtgetrokken en er werden voorzetrolluiken geplaatst.
Op de eerste verdieping werden de natuurstenen ornamenten boven en onder de linker- en rechterraamopening verwijderd. Bij de uitsprong in het midden werden de omkadering van de ornamenten zo goed als volledig verwijderd en werden er donkerbruine houten gevelplaten geplaatst.
Op niveau twee werden tussen de raamopeningen en de dakgoot alle natuurstenen gevelornamenten verwijderd, net als de steunvoetjes onder de dakgoot.
De mansardedaklaag ten slotte werd quasi volledig gewijzigd. Zo zijn er in de huidige toestand drie raamopeningen aanwezig in plaats van twee, werd de gevelbekleding gewijzigd en werden de ornamenten rondom de ramen en op het dak verwijderd.
Het uitvoeren van voorgevelwijzigingen, is een meldings- of vergunningplichtige wijziging en wordt uitgesloten van opname in het vergunningenregister, zoals in het rood aangeduid op de plannen.
Voorgaande bewijst voldoende dat de constructie, inclusief de functie van meergezinswoning en drie woonentiteiten, dateert van voor de inwerkingtreding van de Wet op Stedenbouw (22 april 1962), met uitzondering van:
Conclusie
Uit de bijgevoegde bewijsmaterialen blijkt dat de constructie, inclusief de functie van meergezinswoning en drie woonentiteiten in aanmerking komen voor opname in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning met uitzondering van:
Iedere constructie waarvan aangetoond is dat ze gebouwd werd voor 22 april 1962 ofwel tussen deze en voor de eerste invoering van het gewestplan (3 oktober 1979, van kracht 9 november 1979), dient te worden opgenomen in het vergunningenregister als “vergund geacht” in toepassing van artikel 5.1.3. §1 en §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
Het college is bevoegd in het kader van de opmaak van het vergunningenregister en de actieve onderzoeksplicht in toepassing van artikel 5.1.3 §1 en §2, en artikel 7.6.2. §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het college neemt kennis van de opname van de constructie Oranjestraat 21, district Antwerpen, inclusief de functie van meergezinswoning en drie woonentiteiten, in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning, met uitsluiting van:
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan het kadaster voor eventuele aanpassing van de kadastrale gegevens. |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan maatschappelijke veiligheid/ stadstoezicht (MV/ST) voor eventueel verder gevolg. |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan maatschappelijke veiligheid/ bestuurlijke handhaving (MV/ BH)voor eventueel verder gevolg. |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen DL/huisnummering voor eventuele aanpassing van de gegevens. |