Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022051830 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Inge Verhoeven met als adres Kruishofstraat 315 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Sint-Bavostraat 85 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 42 sectie B nr. 50C2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 25/10/2003: vergunning (222#10699) voor de heraanleg van een garage wegens grondige beschadiging van het huidige bouwwerk.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed (ID 103663) als een neoclassicistische stadswoning.
Gewenste toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- Verbouwen van een eengezinswoning door middel van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Onroerend Erfgoed | 30 mei 2022 | 30 mei 2022 | Geen advies |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning | 30 mei 2022 | 13 juni 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 30 mei 2022 | 5 augustus 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 1-2 Sint-Bavostraat-Dr Donnyplein en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 23 februari 1993. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone a voor woningen en zone e voor woningen.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De plannen voorzien een beperkte uitbreiding achteraan de woning. De overige werken situeren zich binnen het bestaande volume in functie van een beter intern ruimtegebruik. In het dak worden nieuwe dakvlakramen voorzien. Er wordt geoordeeld dat de draagkracht van het perceel, noch de omgeving wordt overschreden.
Volgens de aangeleverde plannen is de garage anders uitgevoerd dan vergund in 2003. Op het inplantingsplan staat deze los van de perceelgrens ingetekend. Aangeleverd beeldmateriaal toont echter wel een uitvoering conform de vergunde toestand. Gelet op deze onduidelijkheden zullen alle handelingen, werken en wijzigingen buiten de handelingen, werken en wijzigingen aan de woning, rekening houdend met de voorwaarden, worden uitgesloten.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag heeft betrekking op een pand gelegen in de perimeter rond het beschermde dorpsgezicht en is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. Omwille van deze redenen is er advies gevraagd aan de stedelijke dienst monumentenzorg.
De afweging in dit advies luidt alsvolgt: ‘Men wenst het pand aan te passen aan de hedendaagse noden. De kamerstructuur in het hoofdvolume blijft behouden. Over behoud van de historische interieurafwerking werd geen informatie opgenomen in de beschrijvende nota noch op plan.
Achteraan wordt een beperkte gelijkvloerse toevoeging voorzien. De muur tussen de keuken en eetruimte wordt verwijderd, de afleesbaarheid van de ruimtes blijft wel behouden door het hoogteverschil tussen beide. Het buitenschrijnwerk wordt vervangen door slanke zwarte aluminium profielen.
Volgens de beschrijvende nota wordt het huis langs de binnenzijde geïsoleerd. Dit is niet weergegeven op plan en lijkt moeilijk te combineren met behoud van de wandafwerking, moulures en schouwen. Op plan wordt de rechtse zijgevel wel langs de buitenzijde geïsoleerd en afgewerkt met een gladde cementering in lichtgrijze kleur.
De kamerstructuur en afleesbaarheid van de verschillende ruimtes blijft behouden. De beperkte aanpassingen die gebeuren zijn aanvaardbaar.
Buitenschrijnwerk is een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel de belevingswaarde van de voorgevel en van het straatbeeld ondersteunt. Het oorspronkelijk schrijnwerk van een pand getuigt van het vakmanschap van schrijnwerkers en bepaalt in sterke mate mee de eigenheid van het gebouw. Het maakt integrerend deel uit van de architecturale expressie van het gebouw en draagt in belangrijke mate bij aan zijn erfgoedwaarde. Om geen afbreuk te doen aan de historiciteit pleiten wij in de eerste plaats voor het behoud van het oorspronkelijk schrijnwerk. Authenticiteit is immers een belangrijk uitgangspunt in de monumentenzorg. Het vervangen van het schrijnwerk kan enkel in het geval dat het bestaande schrijnwerk in zeer slechte staat is. Bij vervanging van het schrijnwerk in de voorgevel gaan we uit van behoud van het uitzicht en moet er nieuw houten schrijnwerk voorzien worden met dezelfde detaillering, indeling en uitzicht als het oorspronkelijke schrijnwerk. Detailtekeningen moeten voorgelegd worden voor verder advies. Voor de voordeur gaan we uit van behoud en plaatselijk herstel waar nodig.
Het afwerken van de zijgevel met isolatie en gladde lichtgrijze cementering is vanuit erfgoedoogpunt aanvaardbaar. Van belang is wel de aansluiting op de voorgevel. Er werd geen detail toegevoegd, we vragen om dit detail van de aansluiting voor te leggen voor verder advies.
Het voorzien van binnenisolatie aan voor- en achtergevel dient eveneens verder onderzocht te worden, gelet op de aanwezige historische interieurafwerking. De achtergevel is niet in die mate uitzonderlijk uitgewerkt of gedetailleerd dat deze niet langs de buitenzijde geïsoleerd kan worden. Het plaatsen van binnenisolatie moet verder onderzocht worden en in samenspraak met de dienst monumentenzorg gebeuren, gelet op de erfgoedwaarde van het interieur.’
De voorwaarden uit het advies zullen overgenomen worden.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag voorziet het vernieuwen van het buitenschrijnwerk in de voorgevel en het isoleren van de zichtbare zijgevel. Gelet op het advies van de stedelijke dienst monumentenzorg kan het vervangen van het buitenschrijnwerk niet gunstig beoordeeld worden. De voorgestelde materialisatie voor de zijgevel is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Het schrijnwerk in de voorgevel te voorzien in hout met correcte historische profilering. Detailtekeningen van dit schrijnwerk voor te leggen aan de dienst monumentenzorg.
3. De voordeur te behouden.
4. Het detail van de aansluiting van de isolatie en cementering ter hoogte van de zijgevel op de voorgevel voor te leggen aan de dienst monumentenzorg.
5. Het plaatsen van binnenisolatie in samenspraak met de dienst monumentenzorg te onderzoeken.
6. Alle handelingen, werken en wijzigingen buiten de handelingen, werken en wijzigingen buiten de handelingen, werken en wijzigingen aan de woning, rekening houdend met de voorwaarden, worden uitgesloten.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 7 april 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 30 mei 2022 |
Start openbaar onderzoek | 5 juni 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 4 juli 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 12 september 2022 |
Verslag GOA | 8 augustus 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
5 juni 2022 | 4 juli 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Het schrijnwerk in de voorgevel te voorzien in hout met correcte historische profilering. Detailtekeningen van dit schrijnwerk voor te leggen aan de dienst monumentenzorg.
3. De voordeur te behouden.
4. Het detail van de aansluiting van de isolatie en cementering ter hoogte van de zijgevel op de voorgevel voor te leggen aan de dienst monumentenzorg.
5. Het plaatsen van binnenisolatie in samenspraak met de dienst monumentenzorg te onderzoeken.
6. Alle handelingen, werken en wijzigingen buiten de handelingen, werken en wijzigingen buiten de handelingen, werken en wijzigingen aan de woning, rekening houdend met de voorwaarden, worden uitgesloten.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.