Terug
Gepubliceerd op 22/08/2022

2022_CBS_06703 - Omgevingsvergunning - OMV_2022076819. Nationalestraat 61. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/08/2022 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2022_CBS_06703 - Omgevingsvergunning - OMV_2022076819. Nationalestraat 61. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_06703 - Omgevingsvergunning - OMV_2022076819. Nationalestraat 61. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022076819

Gegevens van de aanvrager:

de heer Ali Soykenc met als adres Frans Van Hombeeckplein 33 te 2600 Berchem (Antwerpen) en BVBA Dynamica Real Estate met als contactadres Frans Van Hombeeckplein 33 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Nationalestraat 61 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 4 sectie D nr. 1120D

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

wijzigen van de voorgevel en vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis 

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302134;

-          28/01/1977: vergunning (18#58535) voor een gevelverbouwing;

-          26/08/1933: toelating (1933#44544) voor gevelveranderingen;

-          01/03/1929: toelating (1929#32598) voor gevel- en binnenveranderingen;

-          13/10/1879: toelating (1879#1113) voor het bouwen van 2 huizen.

 

Vergunde toestand 

-          functie: meergezinswoning en handelsgelijkvloers:

  • gelijkvloerse verdieping: dienstverlening met een netto vloeroppervlakte van circa 59,5 m²;
  • bovenliggende verdiepingen: wonen, bestaande uit 3 eenslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 57,5 m²;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met zadeldak; 
  • kroonlijsthoogte van circa 15 m en nokhoogte van circa 19 m;
  • het perceel is op de gelijkvloerse verdieping volledig bebouwd;

-          gevelafwerking:

  • winkelpui uit gevelpanelen en etalage;
  • 3 traveeën in rood parement met elementen in beige natuursteen;
  • houten buitenschrijnwerk met smeedijzeren borstwering.

 

Bestaande toestand 

-          functie: extra 4de woongelegenheid op de dakverdieping met een netto vloeroppervlakte van circa 28,5 m²; 

-          gevelafwerking:

  • winkelpui in zwarte gevelpanelen met wit pvc schrijnwerk;
  • wit pvc buitenschrijnwerk met smeedijzeren borstwering;

-          inrichting: dakterras op de vierde verdieping.

 

Nieuwe toestand 

-          functie: meergezinswoning en handelsgelijkvloers:

  • gelijkvloerse verdieping: dienstverlening met een netto vloeroppervlakte van circa 59,5 m²;
  • bovenliggende verdiepingen: wonen, bestaande uit 3 eenslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 57,5 m² en 1 eenslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 28,5 m²;

-          bouwvolume: ongewijzigd;

-          gevelafwerking:

  • winkelpui in zwarte gevelpanelen met wit pvc schrijnwerk;
  • 3 traveeën in rood parement met elementen in beige natuursteen;
  • wit pvc buitenschrijnwerk met smeedijzeren borstwering;
  • lichte gevelbepleistering aan de zij- en achtergevel;

-          inrichting: dakterras op de vierde verdieping.

 

Inhoud van de aanvraag 

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4;

-          inrichten van een dakterras;

-          wijzigen van de voorgevel. 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

5 juli 2022

29 juli 2022

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

5 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

5 juli 2022

25 juli 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

5 juli 2022

8 juli 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

5 juli 2022

4 augustus 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde, overdruk - detailhandel (dh) en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

 

  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

De leefruimte en keuken op de vierde verdieping heeft een oppervlakte van circa 33 m², 14m² hiervan heeft een vrije hoogte van 2,6 m. Dit is onvoldoende.

  • Artikel 22 Minimale oppervlakte van een zelfstandige woning:

Het appartement op de vierde verdieping heeft volgens de toegepaste meetcode een oppervlakte van 28 m². Dit is onvoldoende voor een zelfstandige woonentiteit.

  • Artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

De opengaande delen werden niet aangeduid in de zij- en achtergevel. Elke verblijfsruimte dient minimaal 1 te openen geveldeel te hebben;

De slaapkamer op de vierde verdieping heeft een dakvlakraam met een lichtdoorlatende oppervlakte van circa 0,55 m². Dit dient minimaal 1 m² te zijn.

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

Dakopstand ter hoogte van de linker scheidingsmuur is circa 0,15 m. Dit dient minimaal 0,30 m te zijn ten opzichte van het hoogste dakvlak.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Het verbouwen van een meergezinswoning waarbij het aantal wooneenheden wordt vermeerderd is in principe functioneel inpasbaar. De nieuwe woning wordt afgetoetst aan de bouwcode.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Er zijn geen wijzigingen aan het bouwvolume.

 

Het pand telt drie eenslaapkamerappartementen van 57,5 m² die vergund geacht worden. Deze appartementen zijn ruim en licht genoeg en voorzien van het nodige comfort, hoewel ze geen buitenruimte hebben.

 

Het nieuwe aangevraagde appartement op de zolderverdieping heeft volgens de toegepaste meetcode een oppervlakte van 28 m². Dit is onvoldoende voor een zelfstandige woonentiteit. Volgens artikel 22 van de bouwcode moet een woning ten minste 35 m² groot zijn.

De leefruimte en keuken van dit appartement hebben een oppervlakte van circa 33 m². 14m² hiervan heeft een vrije hoogte van 2,6 m. Dit is onvoldoende volgens artikel 21 van de bouwcode. Bijkomend heeft het deel van de ruimte onder plat dak een hoogte van amper 2,36 m.

De slaapkamer van dit appartement heeft een dakvlakraam met een lichtdoorlatende oppervlakte van circa 0,55 m². Dit moet minimaal 1 m² zijn conform artikel 24 van de bouwcode. De opengaande delen werden niet aangeduid in de zij- en achtergevel. Elke verblijfsruimte dient minimaal één te openen geveldeel te hebben.

 

Het nieuwe appartement heeft dus een te kleine nuttige oppervlakte, is te laag en ontvangt te weinig daglicht. Het beschikt wel over een dakterras. Het pand is niet geschikt om een bijkomende vierde woning in te richten, maar de zolder + dakterras zouden wel ten goede kunnen komen van de bestaande drie appartementen als gemeenschappelijke polyvalente ruimte met gemeenschappelijk terras, of eventueel als uitbreiding dienen voor de woning op de derde verdieping waardoor een mooie duplexwoning met terras zou kunnen gecreëerd worden.

 

Om de hierboven opgesomde redenen wordt de vierde woning wordt uit de vergunning gesloten.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

 

Het pand is gelegen in CHE-gebied en bovendien opgenomen in de inventaris onroerend erfgoed.

 

Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg is ongunstig wat betreft de ramen in aluminium op de verdiepingen en de aansluiting tussen de nieuwe onderpui en de bovengevel:

 

“Men wenst het recent en onvergund geplaatste aluminium schrijnwerk in de bovengevel te regulariseren.

Vanuit oogpunt monumentenzorg is dit niet wenselijk. Schrijnwerk is immers een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel bijdraagt tot de belevingswaarde van de voorgevel. Om geen afbreuk te doen aan de historiciteit pleiten wij in de eerste plaats voor het behoud van het oorspronkelijk schrijnwerk. Authenticiteit is immers een belangrijk uitgangspunt in de monumentenzorg. Om toch aan betere comforteisen tegemoet te komen wordt er vaak wel toegelaten om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning. Pas wanneer behoud niet mogelijk blijkt (aan te tonen aan de hand van een onderbouwd dossier gestoffeerd met foto’s), kan er geopteerd worden voor de vervanging van het schrijnwerk naar oorspronkelijk model, dit zowel wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking. Deze uitgangspunten hanteert de dienst monumentenzorg bij de advisering van bouwaanvragen voor panden gelegen in een beschermd stads- of  dorpsgezicht of panden opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.

Panden uit het einde van de 19de of begin 20ste eeuw waren in oorsprong voorzien van houten, geprofileerd en geschilderd schrijnwerk dat de architecturale uitwerking van deze stijl ondersteunt. De keuze voor een ander materiaal doet afbreuk aan de erfgoedwaarde, zelfs in een kwalitatieve uitvoering die qua vormgeving dicht in de buurt van het oorspronkelijk schrijnwerk komt. Pvc of aluminium zijn immers atypische materialen voor de vroeg 20ste-eeuwse vormentaal en kunnen omwille van de eigenheid van het materiaal nooit de profilering en historische detaillering van het oorspronkelijk houten schrijnwerk evenaren. De intrinsieke waarde van hout als materiaal is dan ook essentieel. De schildering van het hout geeft het schrijnwerk het verfijnde en typische uitzicht. Indien onvergund, dient het huidige schrijnwerk uitgesloten van vergunning en op termijn vervangen door correct geprofileerd geschilderd houten schrijnwerk. Er dienen steeds detailtekeningen aangeleverd te worden van het nieuwe schrijnwerk. Indien gewenst, beschikken wij als dienst monumentenzorg over detailtekeningen van vroeg 19de-eeuwse T-ramen.

Het aluminium schrijnwerk in de achtergevel kan geregulariseerd worden.”

 

Vanuit erfgoedkundig oogpunt worden volgende voorwaarden opgelegd:

 

-          Er wordt onderzocht of de oorspronkelijk blauwe hardstenen lijst op de overgang tussen bovengevel en pui misschien nog bewaard gebleven is onder de bestaande beplating en de stedelijke dient monumentenzorg hiervan op de hoogte te brengen om te evalueren welke optie er dient genomen, bewaren en integreren of een nieuwe lijst aan te brengen waarvan de detaillering eveneens dient teruggekoppeld met de stedelijke dienst Monumentenzorg.

-          Het aluminium schrijnwerk in de bovengevel (voorgevel) wordt uitgesloten van vergunning en op termijn te vervangen door correct, geprofileerd geschilderd houten schrijnwerk. Detailtekeningen zijn voor te leggen of indien gewenst te bekomen bij de stedelijke dienst Monumentenzorg.

-          De materialisatie van de deur in de pui is terug te koppelen met de stedelijke dienst Monumentenzorg.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig en moet strikt worden nageleefd.

 

De drie bestaande appartementen en de handelsruimte zijn vergund geacht. Het vierde appartement op de zolderverdieping, voorwerp van de aanvraag, voldoet op verschillende punten niet aan de bouwcode en is bijgevolg onvoldoende kwalitatief.

 

Om in overeenstemming te zijn met artikel 34 van de bouwcode moeten alle dakopstanden minimaal 30 cm boven het hoogste dakvlak uitsteken.

 

Mobiliteitsimpact

 

Toetsing parkeerbehoefte

 

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert, na uitsluiting van de extra woongelegenheid, een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden.

De meergezinswoning met dienstverlening op het gelijkvloers en 3 bovenliggende appartementen wordt verbouwd naar een meergezinswoning met dienstverlening op het gelijkvloers en 4 bovenliggende appartementen.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

 

Aangezien de bijkomende vierde woonentiteit niet voor vergunning in aanmerking komt, is er ook geen bijkomende parkeerbehoefte.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. 

De aanvraag heeft bovendien betrekking op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed of ligt in een beschermd stad- en dorpsgezicht. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan.

 

 

Fietsvoorzieningen

 

Voor het bijkomende appartement moeten er 2 fietsstalplaatsen voorzien worden: 1 appartement met 1 slaapkamer = 1 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 2.

 

Er worden twee fietsstalplaatsen voorzien op het einde van de gang. Achter elke fiets in een fietsstalplaats moet minstens 1,70 m vrije ruimte beschikbaar zijn. Er is ook geen ruimte om je fiets te keren waardoor je met je fiets volledig achteruit door de gang moet.

 

Aangezien de bijkomende vierde woonentiteit niet voor vergunning in aanmerking komt, is er ook geen bijkomende fietsparkeerbehoefte.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Vanuit erfgoedkundig oogpunt worden volgende voorwaarden opgelegd:

-          Er wordt onderzocht of de oorspronkelijk blauwe hardstenen lijst op de overgang tussen bovengevel en pui misschien nog bewaard gebleven is onder de bestaande beplating en de stedelijke dient monumentenzorg hiervan op de hoogte te brengen om te evalueren welke optie er dient genomen, bewaren en integreren of een nieuwe lijst aan te brengen waarvan de detaillering eveneens dient teruggekoppeld met de stedelijke dienst Monumentenzorg.

-          De materialisatie van de deur in de pui is terug te koppelen met de stedelijke dienst Monumentenzorg.

  1. Overeenkomstig artikel 34 van de bouwcode moeten alle dakopstanden minimaal 30 cm boven het hoogste dakvlak uitsteken.
  1. Het aluminium schrijnwerk in de bovengevel (voorgevel) wordt uitgesloten van vergunning en is op termijn te vervangen door correct, geprofileerd geschilderd houten schrijnwerk. Detailtekeningen zijn voor te leggen of indien gewenst te bekomen bij de stedelijke dienst Monumentenzorg.
  1. De nieuwe vierde woongelegenheid op de zolderverdieping wordt uit de vergunning uitgesloten.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 juni 2022

Volledig en ontvankelijk

5 juli 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

3 september 2022

Verslag GOA

9 augustus 2022

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Vanuit erfgoedkundig oogpunt worden volgende voorwaarden opgelegd:

-          Er wordt onderzocht of de oorspronkelijk blauwe hardstenen lijst op de overgang tussen bovengevel en pui misschien nog bewaard gebleven is onder de bestaande beplating en de stedelijke dient monumentenzorg hiervan op de hoogte te brengen om te evalueren welke optie er dient genomen, bewaren en integreren of een nieuwe lijst aan te brengen waarvan de detaillering eveneens dient teruggekoppeld met de stedelijke dienst Monumentenzorg.

-          De materialisatie van de deur in de pui is terug te koppelen met de stedelijke dienst Monumentenzorg.

  1. Overeenkomstig artikel 34 van de bouwcode moeten alle dakopstanden minimaal 30 cm boven het hoogste dakvlak uitsteken.
  1. Het aluminium schrijnwerk in de bovengevel (voorgevel) wordt uitgesloten van vergunning en is op termijn te vervangen door correct, geprofileerd geschilderd houten schrijnwerk. Detailtekeningen zijn voor te leggen of indien gewenst te bekomen bij de stedelijke dienst Monumentenzorg.
  1. De nieuwe vierde woongelegenheid op de zolderverdieping wordt uit de vergunning uitgesloten.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.