Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022040143 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Lieve Van Baelen met als adres Essenstraat 31 te 2060 Antwerpen |
Ligging van het project: | Essenstraat 31 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 7 sectie G nr. 239V6 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren van een dakterras |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 04/12/2020: weigering (OMV_2020071978) voor het regulariseren van het bouwen van een terras op de eerste verdieping en plaatsen van een ondoorzichtig scherm;
- 02/06/2017: proces-verbaal van stillegging (AN.66.LB.070942/2017) voor werken zonder voorafgaandelijke omgevingsvergunning;
- 14/10/2016: weigering (20161342) voor het aanbouwen van een terras;
- 28/03/1988: vergunning (86#87670) voor het verbouwen van een woonhuis;
- 30/05/1913: toelating (1913#3677) voor Binnenveranderingen;
- 23/06/1903: toelating (1903#917) voor het bouwen van een achterhuis en een uitstalraam.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van het bouwen van een dakvloerconstructie op de eerste verdieping tegen de rechterperceelgrens;
- inrichten van de dakvloerconstructie als dakterras;
- plaatsen van een ondoorzichtig scherm op de rechterscheidingsmuur.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: overdruk - bouwblokproject, zone recht van voorkoop - algemene voorschriften en artikel 1 zone voor wonen - (wo).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- 1 Algemene voorschriften
- 2 Bijzondere voorschriften
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
de scheidingsmuur wordt niet opgehoogd met een massief, ongeperforeerd materiaal dat een minimale dikte heeft van 0,18 meter.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
In voorliggende aanvraag wordt de regularisatie gevraagd van een reeds gerealiseerd terras op de eerste verdieping tegen de scheimuur met de rechterbuur. Het terras werd geplaatst boven de aanwezige stadstuin en achteraan voorzien van een plantenbak. Door het realiseren van dit terras wordt ongeveer 60% van de 28,2 m2 grote stadstuin overdekt.
Hierdoor is het gerealiseerde terras niet in overeenstemming met de omgeving en daarom strijdig is met artikel 1.3 van de algemene voorschriften van RUP 2060. Nergens in de omgeving komen “tuinen” voor op de eerste verdieping. Zij zijn allemaal gelegen op maaiveldniveau, zoals ook nodig is om de hoeveelheid verharding in stedelijk gebied tegen te gaan. Dit creëert ook hinder voor de bezonning van de onderliggende buitenruimte. Daarnaast is een bouwdiepte van bijna 19 m op de 1e verdieping niet kenmerkend voor de omgeving. Deze bouwdiepte zorgt ervoor dat de aanvraag in strijd is met artikel 1.2.1 van het RUP. Het fysieke volume van het gebouw wordt uitgebreid door de aanbouw van het terras, maar daarbij wordt de laatste 5 m van het perceel niet gevrijwaard van constructies.
Daarnaast staat de realisatie van het terras haaks op de doelstellingen uit RUP 2060 omtrent open ruimte. Volgens artikel 1.7.1 dient de beplantingen en de niet verharde bodem van de nog maar schaarse aanwezige binnenplaatsen en tuinen zorgvuldig bewaard te blijven. Bij verbouwingen, uitbreiding of toevoeging van bijgebouwen moet het percentage open ruimte/bebouwde ruimte per perceel vergroten of gelijk blijven. Het quasi volledig dichtbouwen van de open ruimte achteraan is niet aanvaardbaar. De omgeving is zeer dicht bebouwd waardoor er een grote nood is aan privaat groen. Dit kan gecreëerd worden door stelselmatig minder diep te bouwen bij verbouwingen van de panden. Deze aanvraag doet net het tegenovergestelde en druist dus in tegen de uitgangspunten van het ruimtelijk uitvoeringsplan 2060.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag voorziet aan het terras op de eerste verdieping een nieuw ondoorzichtig glazen scherm met een hoogte van 2m bovenop de scheimuur met de rechteraanpalende. Dit is in strijd met artikel 34 (stabiliteit en scheidingsmuren) van de bouwcode. Voor enkelvoudige scheidingsmuren geldt dat ze uitgevoerd dienen te worden in massief, ongeperforeerd materiaal en ze steeds een minimale dikte van 0,18 m hebben. Bij de uitbreiding van een bestaande scheidingsmuur, moet het nieuwe gedeelte muur op dezelfde conceptuele wijze worden verder gebouwd als de oorspronkelijke muur, met eventuele differentiatie van de gebruikte materialen.
Het ophogen van de scheimuur zou noodzakelijk zijn om de privacy van de rechterbuur te vrijwaren. Echter zou de ophoging van de scheimuur ontoelaatbare hinder creëren qua lichtinval en bezonning naar het naastgelegen perceel.
Omwille van voorafgaande punten en strijdigheden met RUP 2060 wordt de aanvraag ongunstig geadviseerd zoals ook dd. 20161014 én 20221204 is beslist door het college.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de Omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Standpunt college
Het college sluit zich grotendeels aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. De omgevingsambtenaar oordeelt correct dat de dakterrasconstructie in strijd is met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan 2060, dat het niet wenselijk is de gelijkvloerse buitenruimte grotendeels te overdekken en dat het plaatsen van een ondoorzichtig scherm over een lengte van ca. 4 meter en een hoogte tot op 2 meter hoogte ten opzichte van de nieuwe dakterrasvloer niet overeenstemt met artikel 34 van de Antwerpse Bouwcode.
Het college heeft evenwel begrip voor de vraag om buitenruimte te voorzien aansluitend aan de leefruimtes van de woning, die op de eerste verdieping gelegen zijn. Het voorzien van dergelijke buitenruimte kan gunstig beoordeeld worden mits volgende voorwaarden in acht genomen worden:
• Het terras mag maximaal tot 1 meter diepte uit de achtergevel voorzien worden en blijft ten opzichte van de linker perceelsgrens 2 meter teruggetrokken.
• Om de privacy van de rechterbuur te vrijwaren, dient het terras aan de rechterzijde afgeschermd te worden door een lichtdoorlatend, ondoorzichtig scherm met een hoogte van 1,90 meter boven het niveau van de terrasvloer. Het scherm reikt niet verder dan de diepte van het terras en wordt voorzien van een terugslag van 60 cm dwars op de scheidingsmuur, waardoor rechtstreekse inkijk naar de buitenruimte van de rechts aanpalende vermeden wordt.
Op die manier acht het college de vermelde strijdigheden met de bepalingen van het RUP 2060 niet langer van toepassing. De afstand tot de achterste perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter. De gelijkvloerse buitenruimte wordt slechts beperkt overdekt en blijft voldoende gevrijwaard als tuinzone en de gelijkvloerse bergruimte blijft door de beperkte diepte van het terras voldoende natuurlijk licht ontvangen. Aan de linkerzijde behoudt het terras voldoende afstand tot de perceelsgrens, zoals ook vastgelegd in het burgerlijk wetboek. Het plaatsen van het scherm aan de rechterzijde vermijdt privacyhinder ten aanzien van de percelen aan de rechterzijde.
De inrichting van de gelijkvloerse tuinzone wordt in de aanvraag niet verduidelijkt. In voorwaarden wordt opgelegd dat deze dient te voldoend aan de voorschriften van de Antwerpse bouwcode, meer bepaald artikel 27.
Gelet op deze elementen en mits het opleggen van voorwaarden acht het college het mogelijk de vergunning te verlenen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 17 maart 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 11 april 2022 |
Start openbaar onderzoek | 21 april 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 20 mei 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 25 juli 2022 |
Verslag GOA | 4 juli 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
21 april 2022 | 20 mei 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Het terras mag maximaal tot 1 meter diepte uit de achtergevel voorzien worden en blijft ten opzichte van de linker perceelsgrens 2 meter teruggetrokken.
3. Aan de rechterzijde dient het terras door een lichtdoorlatend, ondoorzichtig scherm met een hoogte van 1,90 meter boven het niveau van de terrasvloer afgeschermd te worden. Het scherm reikt niet verder dan de diepte van het terras en wordt op die diepte voorzien van een terugslag van 60 cm, dwars op de scheidingsmuur.
4. De inrichting van de gelijkvloerse tuinzone dient te voldoen aan artikel 27 van de Antwerpse bouwcode.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.