Terug
Gepubliceerd op 18/07/2022

2022_CBS_06008 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022063973. De Burletlaan 132. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 15/07/2022 - 09:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_06008 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022063973. De Burletlaan 132. District Wilrijk - Goedkeuring 2022_CBS_06008 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022063973. De Burletlaan 132. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2022063973

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Maggy Delen met als adres De Burletlaan 132 te 2610 Antwerpen

Ligging van het project:

De Burletlaan 132 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

sectie A nrs. 39E en afdeling 42 sectie C nrs. 235B4

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          16/05/2008: vergunning (3290#872) voor het verbouwen van een woning;

-          vaststelling (ID: 9301729) van Garden City Elsdonk als bouwkundig erfgoed Vlaanderen.

 

Vergunde toestand

 

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume: 2 bouwlagen onder zadeldak in halfopen bebouwing;

-          inrichting:

  • groene voortuin met verhard pad van circa 1,10 m naar de voordeur,;
  • lage afsluiting van de voortuin;
  • terras van 30 m² in de achtertuin.

 

Gewenste toestand

 

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen onder zadeldak in halfopen bebouwing;
  • slaapkamer onder dakkapel aan de achterzijde boven de kroonlijst;
  • vaste trap van de eerste naar de tweede verdieping;

-          inrichting:

  • verharde parkeerplaats in de voortuin;
  • berging en overdekt terras in de achtertuin op de achterste perceelsgrens.

 

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          verbouwen van een eengezinswoning;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          verharden van de voortuin;

-          aanleggen van parkeerplaats in de voortuin;

-          bouwen van bijgebouwen in de achtertuin.

 

 

Argumentatie

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

2 juni 2022

2 juni 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht:

Parkeren in de voortuin is niet kenmerkend in de tuinwijk. Enkel de opritten naar de garages zijn verhard.

  • Artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:

Het bekleden en bepleisteren van gevels (of in dit gevel geveldelen) is niet toegelaten bij gevels met decoratieve elementen. Het isoleren en bekleden van het gevelveld hoekkettingen in assesteen is niet toegestaan.

  • Artikel 19 Tuinafsluitingen:

De voortuin wordt niet afgesloten met een levendige afsluiting, muurtje of hek van maximaal 1 m hoogte. Zowel niet langs de openbare ruimte als naar de oprit van de rechter gebuur.

  • Artikel 27 Open ruimte:

§2 De verhardingen en bijgebouwen in de achtertuin (78 m²) zijn groter dan 1/3de van de totale achtertuin.

§4 In voortuinen zijn enkel de strikt noodzakelijke verhardingen toegelaten. Er werd een verharding, gebruikt als parkeerplaats voorzien in de voortuin.

  • Artikel 35 Afvoerkanalen en uitlaten van alle gassen:

Er werd een afvoerrooster voorzien in de voorgevel. Er zijn enkel verluchtingsroosters in de achtergevel toegelaten.

 

Sectorale regelgeving

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
 

Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Het verbouwen en uitbreiden van de woning is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan. De woning is functioneel inpasbaar in de Tuinwijk “Garden City Elsdonk”.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De uitbreiding met de dakkapel verbetert de woonkwaliteit van de woning. Het voorstel voorziet geen onaanvaardbare hinder op de omliggende percelen. De typologie van de hoekwoning blijft herkenbaar. Het voorstel is inpasbaar.

 

Er wordt opgemerkt dat het overdekt terras en de tuinberging achteraan het perceel mogelijks niet werden vergund. Deze constructies staan echter op het grondgebied van Edegem.

 

De verharding in de voortuin werd uitgebreid ten opzichte van de vergunning van 2008 en wordt gebruikt als parkeerplaats. Volgens artikel 27 ‘Open ruimte’ van de bouwcode zijn enkel de strikt noodzakelijke verhardingen toegelaten naar een garage/carport en naar een inkomdeur. Er is geen garage of carport aanwezig op het perceel.

Parkeren in de voortuin is niet kenmerkend in de tuinwijk. Er worden enkel opritten en verhardingen voorzien naar de garages.

Er wordt voorgesteld om het uitbreiden van de verharding in de voortuin uit te sluiten uit de vergunning en in voorwaarden op te leggen dat enkel een pad mag worden voorzien naar de voordeur en naast de woning conform de bepalingen van artikel 27 van de bouwcode.

 

Bovendien werden de afsluitingen van de voortuin, zowel ten opzichte van het voetpad als de rechter gebuur gesupprimeerd. Dit doet afbreuk aan het straatbeeld van de tuinwijk.

Er wordt voorgesteld om in de voorwaarden op te nemen de voortuin af te sluiten conform artikel 19 ‘Tuinafsluitingen’ van de bouwcode.

 

Cultuurhistorische aspecten en visueel-vormelijke elementen

 

De werken zijn gesitueerd in een zone die volgens het gewestplan, bijzondere plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Bovendien is het pand opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er voor het eerst een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.

 

De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

 

Conform artikel 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen.

 

Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg kan als volgt worden samengevat:

 

“De wijk Elsdonk verwijst naar een aanzienlijk bos van de Antwerpse Sint-Michielsabdij dat sinds de vroege 14de eeuw in deze streek gevestigd was en standhield tot de 17de eeuw. Van een zogenaamde "Elsdonkhove" welke uitgroeide tot kasteel op Wilrijks grondgebied, was er voor het eerst sprake in 1376. Op Edegems grondgebied ontstond bij de Struisbeek een neerhoeve. Het gebied werd pas in de vroege 20ste eeuw verkaveld, toen de laatste erfgenaam van het kasteel stierf en de gronden werden overgedragen aan de gemeente. De maatschappij "Garden City du Nouveau Parc d'Anvers" nam in 1913 het initiatief tot verkaveling en kreeg hierbij toestemming om een aantal straten aan te leggen op Wilrijks grondgebied…

Het kasteel werd in 1922 verkocht en in 1928 gesloopt. Het oostelijk deel werd in functie van de huisvestingsnood na de Eerste Wereldoorlog overgedragen aan de Antwerpsche Maatschappij van Goedkoope Woningen die er een tuinwijk zou realiseren.

De Garden City Elsdonk is het tweede huisvestingsproject van de Antwerpsche Maatschappij van Goedkoope Woningen (vanaf 1949 zogenaamd De Goede Woning, sinds 2008 gefusioneerd tot Woonhaven Antwerpen). Deze plaatselijke bouwmaatschappij werd vlak na de oprichting van de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken in 1919 gesticht door werklieden van het gemeentebestuur van Antwerpen, met als doel gezonde woongelegenheden op te richten voor de aangeslotenen…

De Garden City Elsdonk is voor het grootste deel gelegen op het grondgebied van Edegem en deels op grondgebied van Wilrijk, tussen het Fort 5, de nv Gevaert, de Parklaan en de Sterrenlaan. De tuinwijk neemt een terrein in van circa negen hectare, dat deel uitmaakte van het vroegere kasteeldomein. De Antwerpse Maatschappij nam een volledig uitgerust wegennetwerk over, met brede met bomen beplante avenues. Binnen deze structuur plande ze haar prestigieuze tuinwijk in, waarvoor de bouwaanvraag in 1922 werd goedgekeurd. Het oorspronkelijke aanlegplan voorzag 260 woningen en 19 winkelpanden, verdeeld over zes woningtypes (types A tot F) en met in totaal 298 logementen. De woningen werden gerealiseerd in één bouwfase onder leiding van aannemer Huygels (Antwerpen) en waren voltooid omstreeks 1924. De maatschappij stimuleerde van bij aanvang ook de verkoop van woningen.

De tuinwijk werd verder uitgebreid omstreeks het midden van de jaren 1920. Naamloze maatschappij Elsdonk, die vertegenwoordigd werd door hetzelfde bestuur als de Antwerpsche Maatschappij van Goedkoope Woningen, was verantwoordelijk voor de uitbreiding ten oosten van de Parklaan, namelijk de bouwblokken begrensd door deze as, de Leroylaan, de toenmalige Jesperslaan (thans Prins Boudewijnlaan) en De Burletlaan, evenals het bouwblok begrensd door de Zwanenlaan, Meerlenlaan, Woudlaan, Sterrenlaan en Beeckmanslaan…

Garden City Elsdonk vormt een uiterst kenmerkend en goed bewaard voorbeeld van een tuinwijk naar Engels model.

Het inplantingsplan van de tuinwijk diende rekening te houden met de bestaande situatie van (water)wegen en het tracé van het fort. Ook wilde de huisvestingsmaatschappij het aantal woningen – en aldus de huurgelden – maximaliseren. Hierdoor ontstond een relatief dens bebouwde wijk, waarbij de huizen werden gekoppeld en ingeplant op overwegend diepe, smalle percelen. Deze dichtheid wordt echter gecompenseerd door de aanwezigheid van enkele brede, beboomde lanen (bijvoorbeeld de Parklaan), het voorzien van private, voorheen consequent omhaagde voor- en achtertuinen, de zin voor perspectief en een levendige afwisseling in de straatbeelden door verspringingen van de rooilijn. Ook typisch voor de tuinwijkgedachte is het benutten van tussenruimte in binnengebieden als openbare ruimte, groenzones en speelpleinen…

Ondanks individuele aanpassingen van voortuinstroken, is het eenheidsbeeld van de wijk herkenbaar bewaard. Meerdere straten bewaren eveneens de karaktervolle bestrating met granietkasseien in waaiervorm.

Het pittoreske karakter van de tuinwijk, ontstaan vanuit de inplanting en groenaanleg, wordt versterkt door de architecturale vormgeving van de woninggroepen in cottagestijl. Typisch binnen de tuinwijkgedachte is de koppeling van een beperkt aantal woningtypes tot gevarieerde ensembles, doch meestal symmetrisch. Het streven naar een beperking van de financiële middelen leidde tot serieproductie en een gebruik van lokale materialen. Hierdoor ontstond een architecturale eenheid op vlak van materialiteit. De variatie in detaillering van de types, evenals de private aanleg van de tuinen, verhoogde de individualiteit van de bewoners en de levendigheid van het straatbeeld. Dit werd versterkt door verspringingen van de rooilijn binnen de woninggroepen zelf. Oorspronkelijk hoopte de maatschappij, in lijn met de Engelse tuinwijkgedachte, dat de verscheidenheid in types eveneens zou bijdragen tot een vermenging van sociale klassen, de creatie van een gemeenschapsgevoel en een verhindering van sociale problemen…

De bebouwing in de tuinwijk bestaat overwegend uit bakstenen rijhuizen van twee bouwlagen (types A en B), gevat tussen gelijkaardige hoekhuizen (type C) of monumentalere hoekhuizen van drie bouwlagen (type D), eventueel voorzien van winkels (type F). De oorspronkelijke eenheid in materiaalgebruik, namelijk bakstenen parementen in combinatie met assesteen, verlevendigd op de bovenverdiepingen met gecementeerde en beschilderde gevelvelden, banden en als hoekkettingen en horizontale en verticale banden uitgewerkte assestenen, is verstoord door individuele aanpassingen, doch herkenbaar bewaard. De gevels worden horizontaal geleed door plinten in assesteen en door geaccentueerde bakstenen (pui)lijsten of door bakstenen rollagen. Het oorspronkelijke schrijnwerk met kleine roedeverdeling en beluikte benedenvensters, is quasi volledig vernieuwd.

Type C. De 27 hoekwoningen van dit type worden gekenmerkt door een sterke volumewerking, waarbij de inkom vormgegeven is als een volume van één bouwlaag, waardoor de traphal bijkomend verlicht kon worden. De voorgevel wordt gemarkeerd door een driezijdige erker onder een leien schilddakje. De woning in kwestie behoort tot dit type.

Deze wijk werd binnen de thematische inventarisatie van het sociale woningbouwpatrimonium zeer hoge tot uitzonderlijke erfgoedwaarde toegekend (top van de selectie).

Garden City Elsdonk bezit een hoge stedenbouwkundige en architecturale waarde als voorbeeld van een relatief grote tuinwijk naar Engels model. Bepalende erfgoedelementen op stedenbouwkundig vlak zijn de circulatiepatronen (gevarieerd stratenpatroon met een grote esthetiek en voetgangerswegen tot binnengebieden), de inplanting van de volumes (gekoppelde woningen met variatie in rooilijn), de aandacht voor openbare ruimtes en de private en publieke groenaanleg. Het pittoreske eenheidsbeeld wordt versterkt door de kenmerkende architectuur, namelijk getypeerd door een eenheid in materialiteit, coloriet en stijl, in combinatie met een vormelijke variatie tussen verschillende types op het vlak van volumewerking, detaillering en afwerking. De tuinwijk vormt zo een karakteristiek geheel met een sterk gemeenschapsgevoel en voorzien van voormalige winkelhuizen en in de nabije omgeving andere collectieve voorzieningen. Ondanks renovaties en aanpassingen van parementen en muuropeningen is het oorspronkelijke eenheidsbeeld herkenbaar bewaard.

 

Men wenst het pand te verbouwen en achteraan te voorzien van een dakkapel. 

Het pand nummer 132, is één van de 27 hoekpanden ondergebracht in categorie C. De woning hoewel sober en in de loop der tijd versoberd ondersteunt het pand de uitstraling van de sociale woonwijk. Ze draagt bij aan de architecturale context door haar vormgeving en materiaalgebruik. Ze draagt bij aan de stedenbouwkundige context door haar vorm, inplanting, homogeniteit of dynamiek in het straatbeeld en haar contextwaarde. Ze is waardevol als element van een geheel. Daarbij geldt de historiek van het geheel als motivering voor de waarde van de relicten die ertoe behoren. De architectuur van het oorspronkelijk ontwerp werd door aanpassingen aangetast maar ondersteunt nog steeds de context van de wijk. 

 

De ingrepen zijn aanvaardbaar vanuit oogpunt monumentenzorg. De interne ingrepen zijn beperkt. De dakkapel achteraan is niet zichtbaar vanop straat waardoor deze geen afbreuk doet aan de beeldwaarde en de uniformiteit van het geheel.

Zeer recent (2020) werd ter hoogte van de voorgevel (1VD) het gecementeerde en beschilderde gevelveld, verlevendigd met hoekkettingen in assesteen, geïsoleerd en bepleisterd waardoor de kenmerkende assesteen vandaag niet meer zichtbaar is. Deze ingreep zorgt voor een verarming van de beeldwaarde van het pand en het uniform karakter van het geheel, mede gerealiseerd door de materialisatie en kleurstelling van de individuele onderdelen, en dient bijgevolg uitgesloten van vergunning. 

Het oorspronkelijke schrijnwerk met kleine roedeverdeling werd in 2009 vervangen door witte pvc wat eveneens afbreuk doet aan het beeldbepalend karakter. Bij een toekomstige vervanging van het schrijnwerk in de voorgevel is het aangewezen om opnieuw te opteren voor houten schrijnwerk naar oorspronkelijk model. Detailtekeningen voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg ter bespreking.”

 

Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg kan worden gevolgd. Er wordt voorgesteld het isoleren en bekleden van het gevelveld met hoekkettingen in assesteen in de voorgevel uit te sluiten uit de vergunning. Deze ingreep betekent een verarming van het uniforme karakter van de wijk. Bovendien levert het isoleren van slechts een beperkt deel van de voorgevel, geen of weinig energetisch voordeel.

Er wordt voorgesteld in voorwaarden op te nemen dat bij het vervangen van het buitenschrijnwerk in de voorgevel, opnieuw houten schrijnwerk naar oorspronkelijk model te voorzien en detailtekeningen voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Het afvoerrooster in de voorgevel is strijdig met artikel 35 Afvoerkanalen en uitlaten van alle gassen van de bouwcode.

Er wordt voorgesteld dit uit te sluiten uit de vergunning.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies van het college

 

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot Omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

            1. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen te voorzien in de voortuin naar de inkomdeur en naast de woning conform artikel 27 ‘Open ruimte’ van de bouwcode.

  1. De voortuin af te sluiten conform artikel 19 ‘Tuinafsluitingen’ van de bouwcode.
  1. Bij het vervangen van het buitenschrijnwerk in de voorgevel, opnieuw houten schrijnwerk naar oorspronkelijk model te voorzien en detailtekeningen voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Het uitbreiden van de verharding in de voortuin en de aanleg van een parkeerplaats hier uit te sluiten uit de vergunning.
  1. Het isoleren en bekleden van het gevelveld met hoekkettingen in assesteen in de voorgevel uit te sluiten uit de vergunning.
  1. Het afvoerrooster in de voorgevel uit te sluiten uit de vergunning.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

23 mei 2022

Start openbaar onderzoek

14 juni 2022

Einde openbaar onderzoek

13 juli 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

12 juli 2022

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

14 juni 2022

13 juli 2022

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

 

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen te voorzien in de voortuin naar de inkomdeur en naast de woning conform artikel 27 ‘Open ruimte’ van de bouwcode.

  1. De voortuin af te sluiten conform artikel 19 ‘Tuinafsluitingen’ van de bouwcode.
  1. Bij het vervangen van het buitenschrijnwerk in de voorgevel, opnieuw houten schrijnwerk naar oorspronkelijk model te voorzien en detailtekeningen voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Het uitbreiden van de verharding in de voortuin en de aanleg van een parkeerplaats hier uit te sluiten uit de vergunning.
  1. Het isoleren en bekleden van het gevelveld met hoekkettingen in assesteen in de voorgevel uit te sluiten uit de vergunning.
  1. Het afvoerrooster in de voorgevel uit te sluiten uit de vergunning.

 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.