Terug
Gepubliceerd op 01/08/2022

2022_CBS_06076 - Omgevingsvergunning - OMV_2022038439. Godtsstraat 16. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 29/07/2022 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_06076 - Omgevingsvergunning - OMV_2022038439. Godtsstraat 16. District Borgerhout - Goedkeuring 2022_CBS_06076 - Omgevingsvergunning - OMV_2022038439. Godtsstraat 16. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022038439

Gegevens van de aanvrager:

Martine en Wim Truyts - Adriaenssens met als adres Koolstraat 19 te 2140 Antwerpen

Ligging van het project:

Godtsstraat 16 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 24 sectie A nr. 300R6

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en wijzigen van de functie naar een eengezinswoning met complementaire functie

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          16/07/1990: vergunning (179#9542) voor renovatie voorgevel;

-          28/07/1986: vergunning (179#8814) voor inrichten garage aan bergplaats;

-          29/04/1965: vergunning (180#3697) voor verbouwingswerken.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          functie:

  • gelijkvloers en achterbouw bedrijvigheid met op de verdiepingen van de voorbouw een eengezinswoning;

-          bouwvolume straatzijde:

  • gesloten bebouwing met twee bouwlagen onder een zadeldak;

-          bouwvolume achter het hoofdvolume:

  • een atelier met één bouwlaag onder een zadeldak, met een dakkapel aan de linker perceelsgrens en een inrit tegen de linker perceelsgrens;
  • op de eerste verdieping een aanbouw onder een plat dak, centraal geplaatst;
  • ruimte tussen het volume aan de straatzijde en achterzijde is overdekt door een koepel boven de gelijkvloerse bouwlaag;

-          voorgevelafwerking:

  • gevelsteen in wit pleisterwerk;
  • houten buitenschrijnwerk;
  • twee garagepoorten.

-          inrichting:

  • open koer van circa 8,3 m² in het midden tegen rechter perceelsgrens.

Huidige toestand

-          voorgevelafwerking:

  • gevelsteen in bruine kleur;
  • houten buitenschrijnwerk;
  • twee garagepoorten in aluminium, bruin geschilderd;

-          inrichting:

  • volledige bebouwing van het perceel.

Gewenste toestand

-          functie:

  • eengezinswoning in de voorbouw met een atelier en prakrijkruimte in de achterbouw;

-          bouwvolume straatzijde:

  • hoofdvolume met bouwdiepte van circa 8,75 meter;
  • dakkapel aan de voorgevel;
  • aanbouw aan de linker perceelsgrens met een bouwdiepte van circa 8,30 meter op de gelijkvloerse verdieping en een bouwdiepte van circa 4,90 meter op de eerste verdieping onder een plat dak;

-          bouwvolume achteraan het perceel:

  • atelier en praktijkruimte in bestaande achterbouw waarbij de inrit gesupprimeerd wordt;

-          voorgevelafwerking hoofdvolume:

  • gevelbepleistering in witte kleur met gevelplint in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk in aluminium, bronskleurig;

-          gevelafwerking achterbouw:

  • gevelsteen in bruine kleur;
  • buitenschrijnwerk in aluminium, bronskleurig;
  • buitentrap in staal, bronskleurig;

-          inrichting:

  • ontpitting van het binnengebied tussen de woning en de achterbouw;
  • buitentrap naar de eerste verdieping van de achterbouw, in L-vorm aan de rechter perceelsgrens;
  • plaatsen van een septische put met een inhoud van 1500 liter.

Inhoud van de aanvraag

-          supprimeren van de gelijkvloerse functie bedrijvigheid in de voorbouw;

-          toevoegen van een praktijkruimte op de eerste verdieping van de achterbouw;

-          verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          ontpitten van het binnengebied.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

2 juni 2022

10 juni 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

2 juni 2022

13 juni 2022

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

2 juni 2022

22 juni 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):

  • De praktijkruimte is niet toegankelijk.
     

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 12 Levendige plint:
    het gelijkvloerse buitenschrijnwerk wordt in de voorgevel voorzien van ‘troebel’ glas waardoor er ter hoogte van het gelijkvloers van het gebouw dat aan de openbare weg grenst geen regelmatig contact tussen de gebruiker(s) van het gebouw en de straat mogelijk is;
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

        elke verblijfsruimte dient minimaal één te openen gevel- of dakdeel te hebben zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden. De keuken heeft geen rechtsreeks te openen geveldeel;

  • artikel 26 Afvalverzameling:

        functies anders dan wonen, dienen een afgescheiden ruimte voor afvalberging te hebben die voorzien wordt van verluchting en minimaal 4 vierkante meter groot is. De praktijkruimte heeft geen aparte afvalberging;

  • artikel 27 Open ruimte:

        de open ruimte heeft een oppervlakte van 56 m² waarbij meer dan 20 m² als stapstenen voorzien wordt;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

        de scheidingsmuren dienen een opstand te hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste dakvlak;

  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:

        gezien de voorziene rioleringswerken dient het regenwater en het afvalwater op eigen terrein te worden gescheiden. Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat.

  • artikel 43 Septische putten:

        de voorziene septische put heeft een inhoud van 1.500 liter. De inhoud dient tot en met 5 gebruikersequivalenten minimaal 2.000 liter te zijn;
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid en Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag beoogt het supprimeren van de functie bedrijvigheid op het gelijkvloers van de voorbouw en het toevoegen van een praktijkruimte op de eerste verdieping in de achterbouw.

De uitbreiding van de bestaande woonfunctie op de verdiepingen van de voorbouw naar het gelijkvloers van de voorbouw is inpasbaar in de omgeving en aanvaardbaar op voorwaarde dat de voorziene inrichting hiervan het functioneren van het atelier niet in het gedrang brengt.

Dit is in voorliggende voorstel echter wel het geval door onder andere de doorrit naar het atelier te supprimeren.

 

Een bijkomende praktijkruimte in een achterbouw is niet uitgesloten mits een aanvaardbare inrichting.

Dit is in voorliggende voorstel echter niet het geval.

 

De doorgang aan de linkerzijde van het perceel wordt gesupprimeerd waardoor de achterbouw niet meer zelfstandig bereikbaar is vanop de straat. In de achterbouw blijft een atelier behouden en wordt een praktijkruimte toegevoegd. Samen hebben deze functies een oppervlakte van circa 125 m2 waardoor er geen sprake is van een functie complementair aan het wonen.

Deze functies dienen autonoom te kunnen functioneren

Daarnaast streeft de stad er ook naar bedrijvigheid in de stad te behouden, zoals een achterliggend magazijn of atelier dat zelfstandig kan functioneren.

 

Het voorzien van een praktijkruimte op de verdieping van een volume in binnengebied voor het ontvangen van individuen of groepen voor consulting én deze klanten uitpandig laten circuleren heeft een onaanvaardbare impact op de privacy van de woning en de aanpalenden.

Klanten dienen via de garage en fietsenberging van de woning binnen te komen om vervolgens te passeren langs de private en enige buitenruimte van de woning.

Daarnaast wordt er geen afvalberging, fietsenstalling en autostalplaats voorzien conform artikel 26, 29 en 30 van de bouwcode.

Het voorzien van een praktijkruimte zoals voorgesteld komt de leefkwaliteit van de woning en de aanpalenden dus niet ten goede en overschrijdt de draagkracht van het perceel.

Bijgevolg wordt het voorzien van een praktijkruimte en de buitencirculatie uitgesloten van de vergunning.

 

Het behouden van een atelier is wel aanvaardbaar, echter staat de oppervlakte van de te behouden achterbouw niet in verhouding tot de oppervlakte van het perceel, de woning en de kenmerkende ‘tuinbergingen’ in de tuin van een woning, om te kunnen spreken van een functie complementair aan het wonen.

Bijgevolg wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd de ruimte aan de rechterzijde niet te voorzien als garage en fietsenberging, maar als doorrit naar de achterliggende functie.

Op deze manier kan bedrijvigheid als zelfstandige functie op het perceel behouden blijven.

 

Om een onaanvaardbare inkijk naar de woning te vermijden wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd de linkerzijde van het gelijkvloerse buitenschrijnwerk, zoals in rood aangeduid op de plannen, in een ondoorzichtig materiaal te voorzien.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het hoofdvolume blijft behouden en tegen de linker perceelsgrens wordt een nieuwe aanbouw voorzien tot een gelijkvloerse bouwdiepte van 17 meter en 13,8 meter op de eerste verdieping. Het nieuwe volume grenst aan een bestaande scheids- en tuinmuur zonder deze uit te breiden en is inpasbaar in zijn omgeving.

 

De zone tussen de woning en de achterbouw wordt ontpit.

Deze wijzigingen zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Aan de straatzijde wordt een dakkapel toegevoegd. De bestaande dakkapellen in de Godtsstraat worden op verschillende manieren uitgewerkt. De voorgestelde uitwerking is qua schaal afgestemd op het geheel en zijn omgeving en bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

De wijzigingen aan de rechter tuinmuur worden niet weergegeven in de snedes of het terreinprofiel. Bijgevolg worden alle wijzigingen aan de rechter tuinmuur uitgesloten van de vergunning.

 

Visueel-vormelijke elementen

De bestaande voorgevel uit een bruine gevelsteen wordt voorzien van isolatie en afgewerkt met wit pleisterwerk. Ook de nieuwe dakkapel wordt voorzien van wit pleisterwerk.

Wit pleisterwerk stemt overeen met wat kenmerkend is in de omgeving van de Godtsstraat.

 

Het buitenschrijnwerk wordt overal vervangen door brons aluminium buitenschrijnwerk. Er wordt een plint in blauwe hardsteen voorzien met gelijke hoogte als die van de rechter aanpalende. Ook de raamdorpels aan de voorzijde worden voorzien in blauwe hardsteen.

Deze materiaalkeuzes zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

De afwerking van de achtergevel van de hoofdbouw is analoog aan die van de voorgevel. De nieuwe aanbouw wordt voorzien in natuurkleurig hout. De gevelafwerking van de achterbouw blijft behouden in een bruine gevelsteen.

Deze volwaardige gevels zijn niet storend voor de omgeving en zijn vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.

 

De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet.

Dit zal worden opgelegd in voorwaarden bij het verlenen van de vergunning.

 

Om vervlakking van het straatbeeld tegen te gaan, dient er vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit aandacht besteed te worden aan een aantal ontwerpdetails bij het isoleren van de voorgevel. Concreet dienen de arrière corps en de afmetingen van de raamopeningen behouden te blijven en moeten de raamdorpels en kroonlijst steeds evenveel uit het vernieuwde gevelvlak springen als in de bestaande toestand het geval is.

 

Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.

 

Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein.

 

Wanneer de nieuwe constructie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. Dit kan door de bestaande stoeptegel voor de werken weg te nemen en na de werken terug te plaatsen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert, rekening houdend met de voorwaarden, een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De groepen die, in kader van consulting in de praktijkruimte, zullen worden ontvangen zijn maximaal 5 personen groot. Hiervoor dienen 3 plaatsen te worden voorzien.

Daar deze praktijkruimte zal worden uitgesloten is dit niet meer van toepassing.

 

Ten opzichte van de vergunde situatie zal, rekening houdend met de voorwaarden, 1 parkeerplaats worden verminderd.

Deze wordt bijgerekend bij de parkeerbehoefte.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 1 parkeerplaats.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de Omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 centimeter.

2. De arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie.

3. De bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.

4. De uitstekende kroonlijst te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.

5. De elementen voor nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen.

6. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren.

7. Op het gelijkvloers de ruimte aan de rechterzijde niet te voorzien als garage en fietsenberging, maar als doorrit naar de achterliggende functie.

8. De linkerzijde van het gelijkvloerse buitenschrijnwerk van de achterbouw, zoals in rood aangeduid op de plannen, in een ondoorzichtig materiaal te voorzien.

9. Maximaal 20 m² van de tuin verhard te voorzien.

10. Geen afsluiting te voorzien tussen bureau en keuken.

11. Het glas in het buitenschrijnwerk van het gelijkvloers bureau aan de straatzijde te voorzien van doorzichtig glas.

12. Het gedeelte van de scheidingsmuur dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

13. Een rioolstelsel te voorzien conform artikel 40 van de bouwcode.

14. Een septische put te voorzien conform artikel 43 van de bouwcode.

15. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

16. De wijziging van de zolder van de achterbouw naar een praktijkruimte en alle werken, wijzigingen of handelingen in functie hiervan worden uitgesloten van vergunning.

17. Het wijzigen van de rechter tuinmuur worden uitgesloten van vergunning.

18. De nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.

 

Standpunt college

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. Het atelier achteraan het perceel heeft in nieuwe toestand een oppervlakte van ca. 54,5 m². Gelet op de uitsluiting van de praktijkruimte blijft de ruimte onder het dak van de achterbouw zolderruimte. Gelet op de oppervlakte van het atelier is deze functie te beschouwen als nevenfunctie, complementair aan de woonfunctie.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt correct dat het atelier vlot bereikbaar moet blijven. Door het supprimeren van de doorrit ter linkerzijde dient deze aan de rechterzijde voorzien te worden, zoals in voorwaarde wordt opgelegd. Echter adviseert de omgevingsambtenaar om de garage/autostaanplaats (en fietsenberging) van vergunning uit te sluiten. Op deze plaats was voorheen een garage/autostaanplaats vergund. De ruimte blijft ook in nieuwe toestand voldoende ruim om als garage/autostaanplaats te fungeren in functie van de woning en haar complementaire functie. Het college acht het daarom niet nodig de garage/autostaanplaats van vergunning uit te sluiten.

Bijgevolg is de parkeerbehoefte van de aanvraag, gelet op de uitsluiting van de bijkomende praktijkruimte, ongewijzigd. Aangezien de reeds vergunde functies, weliswaar in gewijzigde toestand, behouden blijven, is het op basis van deze aanvraag evenmin vereist om fietsstalplaatsen te voorzien, zoals ook blijkt uit het advies van de stedelijke dienst mobiliteit.

Het besluit wordt in die zin aangepast.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

15 maart 2022

Volledig en ontvankelijk

2 juni 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

1 augustus 2022

Verslag GOA

8 juli 2022

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 centimeter.

2. De arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie.

3. De bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.

4. De uitstekende kroonlijst te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.

5. De elementen voor nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen.

6. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren.

7. Op het gelijkvloers de ruimte aan de rechterzijde als doorrit naar de achterliggende functie. Aan straatzijde kan de ruimte ter rechterzijde bijkomend blijven fungeren als autostaanplaats voor de woonfunctie en haar nevenfunctie.

8. De linkerzijde van het gelijkvloerse buitenschrijnwerk van de achterbouw, zoals in rood aangeduid op de plannen, in een ondoorzichtig materiaal te voorzien.

9. Maximaal 20 m2 van de tuin verhard te voorzien.

10. Geen afsluiting te voorzien tussen bureau en keuken.

11. Het glas in het buitenschrijnwerk van het gelijkvloers bureau aan de straatzijde te voorzien van doorzichtig glas.

12. Het gedeelte van de scheidingsmuur dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

13. Een rioolstelsel te voorzien conform artikel 40 van de bouwcode.

14. Een septische put te voorzien conform artikel 43 van de bouwcode.

15. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

16. De wijziging van de zolder van de achterbouw naar een praktijkruimte en alle werken, wijzigingen of handelingen in functie hiervan worden uitgesloten van vergunning.

17. Het wijzigen van de rechter tuinmuur worden uitgesloten van vergunning.

18. De nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.