Terug
Gepubliceerd op 01/08/2022

2022_CBS_06094 - Omgevingsvergunning - OMV_2022064318. Cederlaan 68. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 29/07/2022 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_06094 - Omgevingsvergunning - OMV_2022064318. Cederlaan 68. District Wilrijk - Goedkeuring 2022_CBS_06094 - Omgevingsvergunning - OMV_2022064318. Cederlaan 68. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022064318

Gegevens van de aanvrager:

de heer Sean Chacham met als adres Kloosterstraat_AN 181 bus 7 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Cederlaan 68 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 42 sectie B nr. 145Y4

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van het wijzigen van de gevel, ophogen en herbekleden van de kroonlijst en herinrichten van een recazaak

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          6/08/2021: proces verbaal (11002_2021_14509_VPV) voor het wijzigen van de voorgevel en het optrekken van de kroonlijst;

-          9/05/2019: gedeeltelijk voorwaardelijke vergunning door deputatie (20183310) voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaand restaurant;

-          21/01/1991: vergunning (199117908) voor de uitbreiding gelijkvloers restaurant.

 

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          een pand van 1 bouwlaag onder plat dak in gesloten bebouwing met als functie restaurant;

-          gevelafwerking:

  • rood/oranje gevelsteen;
  • aluminium zwart buitenschrijnwerk;
  • zonnetent antraciet.

 

Huidige toestand

-          gevelafwerking:

  • groen geschilderde gevelsteen;
  • dak werd geïsoleerd, dakopstand/kroonlijst opgehoogd en herbekleed in hout;
  • zonnetent tegen voorgevel niet uitgevoerd;
  • gevelplint niet uitgevoerd in blauwe steen, maar in donkergroen geschilderde gevelsteen;
  • aanbrengen van nieuwe zaakgebonden publiciteit op de gevel;

-          inrichting:

  • plaatsen van een nieuwe septische put van 5000 liter;
  • plaatsen van toegankelijkheidshellingen op openbaar domein;
  • inrichten van een afvalberging in de kelder;
  • de recazaak werd anders ingericht dan oorspronkelijk voorzien met andere trap en gewijzigde toegangsdeur;
  • de kelderopening werd niet vergroot tot leveranciersopening.

 

Gewenste toestand

-          regularisatie van de bestaande wijzigingen.


Inhoud van de aanvraag

-          regulariseren van het isoleren van het dak en het optrekken van de kroonlijsthoogte;

-          regulariseren van het wijzigen van de gevel;

-          regulariseren van interne constructieve wijzigingen;

-          regulariseren van het plaatsen van een septische put.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

1 juni 2022

27 juni 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties

1 juni 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

1 juni 2022

24 juni 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):

  • artikel 18 en 19: het hoogteverschil tussen binnen en buiten wordt niet overbrugd door een inpandige helling conform artikel 19 van de verordening Toegankelijkheid;
  • artikel 12 en 24: er is geen vrije en vlakke draairuimte ter hoogte van de toegangsdeur die aan de trekzijde van de deur het draaivlak van de deur raakt.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:

        de uitspringende dakrand in natuurkleurig hout is niet in harmonie met de omgeving;

  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:

        de voorgevel is niet afgewerkt in een lichte kleur;

  • artikel 16 Technische uitsprongen:
    het is niet duidelijk of de airco-installatie op het platte dak voorzien is van een omkasting en de bijhorende geluidsproductie beperkt is tot 43 dB aan de perceelgrenzen;
  • artikel 26 Afvalverzameling:
    het is niet duidelijk hoe de afvalberging in de kelder verlucht zal worden;
  • artikel 33 Zaak-gebonden publiciteit:
    op de aangeleverde foto's is er zaakgebonden publiciteit te zien op de gevels die niet werd ingetekend op de plannen;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    het is niet duidelijk of het dak ter hoogte van de scheidingsmuren met de linkeraanpaler beschikt over een dakopstand van minstens 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;
  • artikel 35 Afvoerkanalen en uitlaten van alle gassen:
    het is niet duidelijk of het afvoerkanaal van de dampkap voorzien is in een gemetselde schouw tegen de bestaande scheimuur met de rechterbuur en de uitlaat van de dampkap voorzien is boven de kroonlijsthoogte van de rechterbuur.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag betreft het regulariseren van het wijzigen van de gevel, ophogen en herbekleden van de kroonlijst en herinrichten van een recazaak.

 

Het betreft wijzigingen ten opzichte van de gedeeltelijke voorwaardelijke vergunning (OMV_2018137371) voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaand restaurant in de Cederlaan 68 te Wilrijk. De functie van restaurant betreft dus een vergunde functie en is inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het dak wordt geïsoleerd en voorzien van een nieuwe dichting. De overige wijzigingen bevinden zich binnen het vergunde bouwvolume. De interne herschikking, waarbij onder andere een nieuwe inkomsas, binnentrap en goederenlift voorzien worden en ook de keuken op het gelijkvloers van plaats verandert, komen het gebruikscomfort principieel ten goede. Schaal en ruimtegebruik blijven gerespecteerd.

Door het plaatsen van een nieuwe septische put in de tuinzone kan in de kelder een afvalberging worden ingericht op de plaats waar voorheen een bouwkundige septische put zat.

 

Visueel-vormelijke elementen

In navolging van de eerder opgelegde voorwaarden werd de zonnetent tegen de voorgevel verwijderd en de oppervlakte van het keldergat in het openbaar domein teruggebracht tot de oorspronkelijke grootte. Dit kan gunstig worden beoordeeld.

 

De voorgevel werd niet afgewerkt in hout op een natuurstenen plint, maar in een donkergroen geschilderde baksteen. De bestaande betonnen dakrand werd geïsoleerd en uitbekleed in natuurkleurig hout, waardoor deze meer overhangt en beperkt werd opgehoogd. De voorgevelwijzigingen wijken af van artikel 6 en 11 van de bouwcode; vormgeving en kleurstelling zijn niet in onderlinge harmonie en wijken sterk af van het referentiebeeld. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd de houten bakgootbekleding te schilderen in eenzelfde kleur als de gevelsteen of het buitenschrijnwerk, zodoende een minder in het oog springend, onderling harmonisch geheel te bekomen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Op de aangeleverde foto’s is te zien dat het openbaar domein ingericht wordt als horecaterras. Er werd echter geen horecaterras ingetekend op de plannen. Voor het gebruik van het openbaar domein als horecaterras dient een aparte terrastoelating te worden bekomen. Het terras wordt bijgevolg uitgesloten uit de vergunning.

 

Met betrekking tot het opendraaien van de nooddeur over en het plaatsen van een hellingsbaan op het openbaar domein werd volgend advies bekomen bij de dienst stadsontwikkeling/Publieke ruimte:

Deuren mogen niet opendraaien over het openbaar domein. Er mag ook geen hellingbaan voorzien worden op het publiek domein (zoals aanwezig op de foto). Dit dient inpandig opgelost te worden.”

Conform artikel 14 §4 mag een voordeur slechts naar buiten opendraaien indien deze uitsluitend als evacuatiedeur gebruikt wordt. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

Het plaatsen van een hellingsbaan op openbaar domein komt niet voor vergunning in aanmerking en wordt dan ook uitgesloten uit de aanvraag. Het voorzien van een uitpandige hellingsbaan is immers strijdig met artikel 18 en 19 van de verordening Toegankelijkheid, die stelt dat een hoogteverschil van meer dan 2 en minder dan 18 cm minstens overbrugd moet worden door een toegankelijke inpandige helling. Hier wordt niet aan voldaan.

 

De aanvraag wijkt ook af van artikel 12 en 24 van de verordening Toegankelijkheid; er is geen vrije en vlakke draairuimte ter hoogte van de toegangsdeur die aan de trekzijde van de deur het draaivlak van de deur raakt. Hierdoor komt men met een rolstoel vast te zitten in de inkomhal waarbij men de ene deur niet kan sluiten en de andere niet kan openen.

Als voorwaarde voor vergunning wordt dan ook opgelegd de inkomsas zo te voorzien dat de integrale Toegankelijkheid conform artikel 12, 18, 19 en 24 inpandig verzekerd is.

 

De aanvraag wijkt af van artikel 16 van de bouwcode; het is niet duidelijk of de airco-installatie op het platte dak voorzien is van een omkasting en de bijhorende geluidsproductie beperkt is tot 43 dB aan de perceelgrenzen, zoals opgelegd in voorwaarden bij voorgaande vergunning. Deze zaken worden opnieuw opgelegd als voorwaarden voor vergunning.

 

De aanvraag wijkt af van artikel 26 van de bouwcode; het is niet duidelijk hoe de afvalberging in de kelder verlucht zal worden. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.


De aanvraag wijkt af van artikel 33 van de bouwcode; op de aangeleverde foto's is er zaakgebonden publiciteit te zien op de gevels die niet werd ingetekend op de plannen. Deze zaakgebonden publiciteit is evenwel zeer beperkt en op maat van het gebouw. De zaakgebonden publiciteit kan gunstig worden beoordeeld. 

 

De aanvraag wijkt af van artikel 34 van de bouwcode; het is niet duidelijk of het dak ter hoogte van de scheidingsmuren met de linkeraanpaler beschikt over een dakopstand van minstens 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Deze 30 cm kan bekomen worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren of het volledige dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren. Deze opstand is echter niet vereist indien

de dakbekleding onder brandreactie klasse BROOF (t1) valt of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.). Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat het aangevraagde dient te worden uitgevoerd conform één van de bovenstaande mogelijkheden.
Een verhoging van de scheimuur is eveneens een oplossing. Echter dit maakt het voorwerp uit van een nieuwe bevraging van de omwonenden, waarvoor in dat geval een nieuwe omgevingsaanvraag moet worden ingediend.

 

De aanvraag wijkt af van artikel 35 van de bouwcode; het is niet duidelijk of het afvoerkanaal van de dampkap voorzien is in een gemetselde schouw tegen de bestaande scheimuur met de rechterbuur en de uitlaat van de dampkap voorzien is boven de kroonlijsthoogte van de rechterbuur, zoals opgelegd in voorwaarde bij voorgaande vergunning. Dit wordt opnieuw opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

Met betrekking tot het laden en lossen op openbaar domein wordt het voorgaande advies van de dienst mobiliteit hernomen:

Vroeger was er een laad- en loszone voor het restaurant. Deze is enige tijd geleden opgeheven op vraag van het districtsbestuur omdat die niet meer nodig was. Indien deze wel nodig is dient het bedrijf daarvoor een aanvraag te doen en kunnen we voorstellen aan het bestuur de parkeerstrook daarvoor weer vrij te houden. Leveranciers mogen onder geen beding op het voetpad staan om te laden en lossen (zoals in de mobiliteitsnota gesuggereerd wordt).”

Er moet een nieuwe aanvraag gedaan worden in functie van de realisatie van een laad- en loszone. Het laden en lossen op het voetpad zal worden uitgesloten uit de vergunning.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden en uitsluitingen voldoet het aangevraagde aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de Omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. De airco-installatie op het platte dak is te voorzien in een omkasting volgens de principes van artikel 16 §1 van de bouwcode.

3. De houten bakgootbekleding is te schilderen in eenzelfde kleur als de gevelsteen of het buitenschrijnwerk.

4. De geluidssterkte van de airco-installatie moet worden beperkt tot 43dB (A) aan de perceelsgrenzen conform artikel 16 van de bouwcode.

5. Het inkomsas is zo te voorzien dat de integrale toegankelijkheid conform artikel 18, 19 en 24 van de verordening Toegankelijkheid inpandig verzekerd is.

6. De afvalberging in de kelder is te voorzien van een verluchting conform artikel 26 van de bouwcode.

7. De linker deur in de voorgevel mag men enkel gebruiken als nooduitgang bij calamiteiten conform artikel 14 §4 van de bouwcode.

8. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

9. Het afvoerkanaal van de dampkap is te voorzien in een gemetselde schouw tegen de bestaande scheimuur met de rechter gebuur en de uitlaat van de dampkap te voorzien boven de kroonlijsthoogte van de rechter gebuur conform artikel 35 van de bouwcode.

10. Er moet een interne hellingsbaan voorzien worden conform de regelgeving Toegankelijkheid. De externe hellingsbaan wordt uitgesloten uit de vergunning.

11. De inrichting van een laad- en loszone op openbaar domein wordt uitgesloten uit de vergunning.

12. Het inrichten van het openbaar domein als horecaterras wordt uitgesloten uit deze vergunning.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

4 mei 2022

Volledig en ontvankelijk

1 juni 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

31 juli 2022

Verslag GOA

8 juli 2022

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. De airco-installatie op het platte dak is te voorzien in een omkasting volgens de principes van artikel 16 §1 van de bouwcode.

3. De houten bakgootbekleding is te schilderen in eenzelfde kleur als de gevelsteen of het buitenschrijnwerk.

4. De geluidssterkte van de airco-installatie moet worden beperkt tot 43dB (A) aan de perceelsgrenzen conform artikel 16 van de bouwcode.

5. Het inkomsas is zo te voorzien dat de integrale toegankelijkheid conform artikel 18, 19 en 24 van de verordening Toegankelijkheid inpandig verzekerd is.

6. De afvalberging in de kelder is te voorzien van een verluchting conform artikel 26 van de bouwcode.

7. De linker deur in de voorgevel mag men enkel gebruiken als nooduitgang bij calamiteiten conform artikel 14 §4 van de bouwcode.

8. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

9. Het afvoerkanaal van de dampkap is te voorzien in een gemetselde schouw tegen de bestaande scheimuur met de rechter gebuur en de uitlaat van de dampkap te voorzien boven de kroonlijsthoogte van de rechter gebuur conform artikel 35 van de bouwcode.

10. Er moet een interne hellingsbaan voorzien worden conform de regelgeving Toegankelijkheid. De externe hellingsbaan wordt uitgesloten uit de vergunning.

11. De inrichting van een laad- en loszone op openbaar domein wordt uitgesloten uit de vergunning.

12. Het inrichten van het openbaar domein als horecaterras wordt uitgesloten uit deze vergunning.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.