Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022071549 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer shenghua wu met als adres VIIde-Olympiadelaan 138 te 2020 Antwerpen |
Ligging van het project: | VIIde-Olympiadelaan 136 te 2020 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 9 sectie I nr. 2364H10 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen tot 2 wooneenheden |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- huisnummer 136:
- huisnummer 138:
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
Huidige toestand
- functie:
- bouwvolume:
- voorgevel:
- achtergevel:
Gewenste toestand
- functie:
- voorgevel ongewijzigd;
- achtergevel:
Inhoud van de aanvraag
- opdelen van de woning tot twee woningen;
- uitvoeren van interne constructieve werken;
- het gelijkvloers van 136 en 138 vormt een restaurant en maakt geen deel uit van de aanvraag.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 17 juni 2022 | 4 juli 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 17 juni 2022 | 4 juli 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 17 juni 2022 | 21 juni 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 17 juni 2022 | 29 juni 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Op de ingediende foto's staan verschillende airco's en afzuigingen niet reglementair op het plat dak.
Bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volumeuitbreiding of wijziging van het aantal wooneenheden dient de aanvraag te voldoen aan de parkeernorm. Er wordt geen autostalplaats voorzien.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af op artikel 16, 24, 28, 29, 30 en 35 van de bouwcode. Er kan niet op geldige wijze worden afgeweken van deze artikels. Enkel voor artikel 30 kan er met behulp van artikel 3 van de bouwcode een afwijking worden toegestaan.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het omvormen van een eengezinswoning naar een meergezinswoning met twee woningen. De functie wonen blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd wordt.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De voorziene constructieve werken gebeuren binnen het bestaande volume waardoor het aspect schaal en ruimtegebruik niet beoordeeld wordt.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande voorgevelmaterialen (roodbruine gevelsteen, donkerkleurig houten buitenschrijnwerk) blijven ongewijzigd. De visueel vormelijke elementen zijn blijvend visueel inpasbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag beoogt het opdelen van de woning nummer 136, die zich situeert op de 1ste en 2de verdieping, in twee woningen. Volgens het plan in het archief (18#82785) is het gelijkvloers van nummer 136 samen met nummer 138 een restaurant. Dit gedeelte maakt geen deel uit van de aanvraag.
De voorgestelde opdeling en planschikking zorgt ervoor dat er heel wat strijdigheden zijn met de bouwcode en de goede ruimtelijke ordening waardoor de woningen onvoldoende woonkwaliteit genereren. Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project. Door de woning op te delen in twee woonentiteiten worden er twee kleine tweeslaapkamerappartementen gecreëerd met een oppervlakte van 56 m². Zo beschikken de woningen niet over voldoende vloeroppervlakte in verhouding met het aantal slaapkamers. Zo is de zitruimte en de keuken/eetruimte te klein voor al het nodige meubilair te plaatsen en het aantal bewoners voldoende comfort te bieden om kwalitatief te wonen. Er wordt opgemerkt dat de zitruimte van de woningen, strijdig met artikel 24 van de bouwcode, volledig ingesloten is waardoor deze ruimte niet beschikt over rechtstreeks licht, zicht en lucht. Licht en lucht worden gezien als basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen langer verblijven. Voldoende daglichttoetreding, gecombineerd met uitzicht en voldoende ventilatie van de woning met verse lucht zijn basisvoorwaarden voor de gezondheid van de bewoners en voor een minimum verblijfskwaliteit van elke woning. De ruimte die als buitenruimte geduid wordt is, strijdig met artikel 28 van de bouwcode, amper 0,80m². Op deze oppervlakte kan er met moeite één stoel geplaatst worden. Dit is stedenbouwkundig onaanvaardbaar. Buitenruimten dienen voldoende groot te zijn om effectief als bruikbare kwalitatieve buitenruimte beschouwd te kunnen worden. Volgens de actuele woonkwaliteitsnormen en de ervaringen die we opdeden ten gevolge van de COVID-19 pandemie, is dit totaal onaanvaardbaar en doet dit fundamenteel afbreuk aan het gebruiksgenot en de woonkwaliteit van de bewoners.
Ook een bruikbare ruime, vlot toegankelijke fietsenberging is een niet te onderschatten onderdeel dat mee de woonkwaliteit bepaalt. Dit moedigt bewoners aan om zich met de fiets te verplaatsen en biedt ook de garantie dat de fiets veilig kan gestald worden. Volgens het advies van de stedelijke dienst mobiliteit dienen er 3 fietsstalplaatsen voorzien worden.
In de kelder worden 3 fietsstalplaatsen voorzien. Om de fietsenstalling vlot toegankelijk te maken moet de trap naar de kelder voorzien zijn van een fietsgeul. Ook dient de gang naast de trap minstens 1m breed te zijn. De ruimte voor de trap moet minstens 1,70 meter breed zijn zodat je de fiets goed kan opstellen voor je de trap naar beneden neemt. Achter elke fiets moet een vrije ruimte van 1,70 m zijn en dat is hier niet het geval.
De voorziene fietsenberging voldoet niet aan de eisen om als kwalitatieve bruikbare ruimte te worden gebruikt wat eveneens ten nadele de woonkwaliteit is.
Het geheel van deze criteria maakt dat de woningen in voorliggend project niet kwalitatief kunnen zijn en bijgevolg niet voldoen aan de goede ruimtelijke ordening.
De bestaande woning optimaliseren en voorzien van een kwalitatieve buitenruimte, een fietsenberging, etc…. zou een opportuniteit kunnen zijn om de bestaande woonkwaliteit te verbeteren.
Tot slot wordt er aan de hand van de toegevoegde foto’s bij de aanvraag opgemerkt dat er op het plat dak achteraan verschillende airco’s aanwezig zijn waar deze volgens artikel 16 van de bouwcode op twee meter afstand van de perceelgrenzen moeten geplaatst worden. Ook voor de afvoerkanalen aan de achterzijde van het perceel wordt er opgemerkt dat de plaatsing ervan niet voldoet aan artikel 35 van de bouwcode. Indien er een vergunning zou worden verleend, zou in voorwaarde worden opgenomen dat deze dienen geplaatst te worden conform voormelde artikels.
De vele strijdigheden met de bouwcode en de goede ruimtelijke ordening tonen aan dat de draagkracht op het perceel overschreden wordt.
Gezien de vele strijdigheden met de voorschriften en de goede ruimtelijke ordening dient de aanvraag te worden geweigerd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. De aanvraag betreft het verbouwen tot 2 wooneenheden. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden. Het restaurant op het gelijkvloers blijft maar de bovenliggende ééngezinswoning wordt opgedeeld in 2 appartementen. Er wordt een bijkomende woongelegenheid voorzien. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De werkelijke parkeerbehoefte is 1. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 =1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 19 mei 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 17 juni 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 16 augustus 2022 |
Verslag GOA | 25 juli 2022 |
naam GOA | Brenda Dierckx |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.