Op 26 april 2018 (jaarnummer 259) keurde de raad voor maatschappelijk welzijn de intentieverklaring tussen de stad Antwerpen, OCMW Antwerpen, ZNA en AG VESPA goed, waarbij de modaliteiten en intenties worden vastgelegd over de projectinhoud, het planproces, de taakverdeling, de planning en de financiële engagementen waarbinnen de projectdefinitie voor de Stuivenbergsite wordt uitgewerkt. Op 14 juni 2018 werd deze intentieovereenkomst tussen de partijen ondertekend.
Op 5 juli 2019 (jaarnummer 5600) nam het college kennis van het herbestemmingsonderzoek van Stramien en Partners en van het syntheserapport van AG Vespa. Het college keurde het overlegmodel tussen ZNA, AG Vespa, het district en stad Antwerpen/OCMW goed bestaande uit een stuurgroep, kerngroep en een stedelijke werkgroep. Het college keurde tevens op 5 juli 2019 (jaarnummer 5600) het participatiemodel en de communicatiestrategie met ZNA goed en gaf opdracht aan AG Vespa, het team Stadsbouwmeester en de dienst Sociale Planning van de bedrijfseenheid Maatschappelijke Veiligheid om het campusmodel uit te werken tot een ontwikkelkader.
Op 19 juni 2020 (jaarnummer 5317) keurde het college de indiening van het voorstel voor de projectsubsidie ‘Stuivenbergsite’ bij het Vlaams Stadsvernieuwingsfonds goed voor de versnelde realisatie van de publieke tuinen via de ontpitting van het ‘jaren ’80-gebouw’.
Op 11 december 2020 (jaarnummer 348) keurde het vast bureau van het OCMW, als eigenaar van de site, het algemeen kader van het stadsproject 'Plan Stuivenberg' goed. Voor de overkoepelende ontmantelingskosten en de vier stedelijke bouwprojecten (kinderopvang, Huis van het Kind, tandartspraktijk, Jeugd) werden budgetten in de begroting voorzien, voor een bedrag van 7.803.500,00 euro bijkomend op het beschikbaar projectbudget.
Op 18 december 2021 besliste de Vlaamse regering om 2.595.000,00 euro toe te kennen aan de stad Antwerpen voor de realisatie van het stadsproject 'Plan Stuivenberg'.
Op 17 december 2021 (jaarnummer 10233) keurde het college de opdracht, de projectomschrijving en de projectvoorbereidende werken (zoals ontwerpen, ramingen, vooronderzoeken) goed voor een maximumbedrag van 2.219.195,61 EUR inclusief btw.
Op 1 juli 2022 (jaarnummer 5441) keurde het college het inrichtingsplan en het schetsontwerp publieke ruimte (tuinen en hekwerk) principieel goed en nam het college kennis van het opgemaakte stappenplan.
1. Inrichtingsplan Stuivenbergsite
Het inrichtingsplan volgt de richtlijnen van het RUP 2060. In dit RUP wordt de Stuivenbergsite apart afgebakend als een zone voor maatschappelijke functies - gemengd project (Ma2). Het RUP schrijft voor dat bij een gefaseerde uitwerking een samenhangend stedenbouwkundig geheel dient te worden nagestreefd waarbij voldoende aandacht wordt besteed aan de onderlinge relaties en verhoudingen tussen de verschillende deelprojecten binnen de projectzone.
Het inrichtingsplan is een verdere verfijning van de visievorming en van het winnend wedstrijdontwerp als uitkomst van de open oproep van de Vlaamse bouwmeester. Het is een vertaling van het onderzoeks- en ontwerpwerk en zal verder worden verfijnd en geactualiseerd bij uitwerking van de deelprojecten en fases. De uitgangspunten en krijtlijnen zijn samengevat.
Visie en ambitie
Zone ZNA/PZ
Mobiliteit
2. Schetsontwerp publieke ruimte (tuinen + hekwerk)
Het schetsontwerp doet uitspraken over de tuinen en het hekwerk. Dit werd in zijn geheel uitgewerkt en zal gefaseerd worden gerealiseerd, afgestemd op de renovatie van de historische gebouwen. Het schetsontwerp doet nog geen uitspraken over de aanpalende straten en potentiële pleinruimte die 24u toegankelijk is. Eerst moet de mobiliteit- en parkeervisie worden goedgekeurd en verankerd in de uitvoering van het project.
Voortgaand op de principes uit de projectdefinitie werd een evenwicht gezocht in toegankelijkheid, transparantie en openheid, en meer geborgen zones. Hiervoor werden door het ontwerpteam vijf verschillende zones gedefinieerd (zie "Tuinen"). De middelste binnentuin wordt als private buitenruimte voor de gebruikers van de omliggende gebouwen ingericht.
De padenstructuur doorkruist het gebied van noord naar zuid en van oost naar west, en is op die manier vlot doorwaadbaar.
Aan de buitenzijde van de historische gebouwen verbindt een nieuwe overdekte buitenruimte, de “rue exterieure” alle functies op de site. Deze rue is een interessante aanvulling op de publieke tuinen en biedt een ander soort vertoefplek in open lucht.
Bestaande bomen blijven behouden, met uitzondering van een aantal niet waardevolle bomen in de publieke voortuin. De tuinen worden maximaal vergroend. De beplanting wordt aangepast aan het gebruik van de verschillende zones. Daarbij wordt gekozen voor duurzame, inheemse en sterke (macho) soorten. Water infiltreert ter plaatse, waar nodig worden wadi’s in de groenvoorziening geïntegreerd.
Langs de vier zijden van het terrein worden de toegangspoorten ingewerkt in een naar binnen draaiende pergolastructuur, de berceaux, die aan de straatzijde ook na sluitingstijd toegankelijk blijven. Via participatie worden de functies van de berceaux verder vormgeven. Naast de hoofdtoegangen zijn ook kleinere toegangspoorten voorzien met een draaipoort, die dienst doet als evacuatieweg na sluitingstijd.
In overleg met De Lijn wordt de vormgeving van de bovengrondse toegang tot het nieuwe metrostation Stuivenberg op de hoek van Pothoekstraat en Lange Beeldekensstraat afgestemd op het ontwerp van de berceaux. De omheining van de tuinen wordt achter de metrotoegang achteruit geplaatst zodat er extra ruimte voor voetgangers ontstaat. Dit wordt juridisch verder uitgewerkt via de gemeenteraad, hiervoor bevoegd.
Zone 1 - tuin PZ (semi-publiek)
De tuin van PZ werd recent heringericht en blijft dus zo veel mogelijk behouden. De tuin wordt van de publieke tuinen afgeschermd met een nieuw hekwerk en beplanting om de patiënten van PZ de nodige rust en privacy te bieden. De tuin van PZ is in principe doorwaadbaar voor bezoekers en vice versa. Door het eigen karakter van deze zone te benadrukken en deels af te schermen blijft de rust bewaard.
Zone 2 - medicinale tuin (publiek)
Aangrenzend aan de tuin van PZ wordt een rustige tuinzone ingericht. De nadruk ligt hier op wandelen en rustig verblijven, kijkgroen in plaats van gebruiksgroen, om ook de werking van PZ niet te verstoren.
Zone 3 – stadstuin (publiek)
De stadstuin vormt de grootste zone met open ruimte die vrij kan worden ingevuld: graspleinen als speel-, picknick, of hangplek, met beplanting en spelaanleidingen om een echt tuingevoel te creëren. Het ontwerp is aangepast aan de aanwezige grote bomen, waardoor er meteen van grote groenvolumes en schaduwplekken kan worden geprofiteerd. In de actieve zone aan de oostzijde wordt een alternatief aanbod van sport en spel voorzien. Via participatie wordt dit aanbod concreet vormgegeven.
Zone 4 - verborgen tuin (publiek)
Omdat de ruimte tussen de gebouwen hier beperkt is, wordt de verborgen tuin als principe voorgesteld: een tuin waardoor je moet wandelen om ze helemaal te kunnen ontdekken. De noordelijke binnentuin maakt hier eveneens deel van uit en vormt een natuurlijke luwteplek binnen het projectgebied.
Zone 5 – publieke voortuin (publiek – apart tijdsregime)
De publieke voortuin biedt ruimte aan terrassen en horeca. De zone kan apart worden opengesteld met een ander tijdsregime dan de rest van de tuinen, zodat avondactiviteiten na zonsondergang mogelijk zijn. Onder het plein wordt de ondergrondse parking voorzien. Centraal wordt het plein vergroend met plaats voor een ondiep waterelement.
3. Stappenplan
Het project ‘Plan Stuivenberg’ is een project dat meerdere legislaturen zal doorlopen. Medio 2023 wordt het gebouwencomplex dat momenteel in gebruik is door het algemeen ziekenhuis (AZ) ZNA terug gegeven aan het OCMW. AG Vespa kreeg de opdracht de overdracht en de herontwikkeling te regisseren. Om deze overdracht in goede banen te leiden is een stappenplan opgemaakt. Er is sprake van drie grote fases.
Een zichtbare en doortastende doorstart deze legislatuur wordt geambieerd en kan in de steigers worden gezet. Dit mits de ontbrekende middelen voor een sluitende financiering kunnen aangereikt worden via de AMJB6 en/of 7.
Technische afkoppeling (2023)
Na overdracht van het ziekenhuis in 2023 dienen technische aanpassingswerken te gebeuren. Dit in functie van onderhoud en beheer en hiermee samenhangend het tijdelijk gebruik van de gebouwen door stedelijke en/of externe partners. De voorkeur gaat bij de selectie van tijdelijke partners naar partners waarvoor een definitieve huisvesting op de site gepland staat (zoals AGSO/HBO5, jeugdwerking, actoren in de sociale economie, commerciële horeca…). Dit vereenvoudigt het beëindigen van de overeenkomsten na afloop van het tijdelijk gebruik. Het tijdelijk gebruik wordt georganiseerd waar ‘fase 2’ ingetekend staat. Het dient verder uitgewerkt in een onderhouds- en beheerkader. De technische afkoppeling is ingepland van juli tot november 2023.
Inrichting tijdelijke tuinen (2023/2024)
Aansluitend aan het tijdelijk gebruik van de gebouwen kunnen ook enkele markante tuinen worden opengesteld voor het publiek vanaf november 2023. Het gebruik van de tuinen kan proefdraaien en de potentie ervan getoond aan een breed publiek. Het beheer hiervan dient uitgewerkt in een onderhouds- en beheerkader en doorgesproken met de tijdelijke partners op de site. De begrenzing en omheining van de zone van het psychiatrisch ziekenhuis inclusief het voorzien van een tijdelijke parkeerzone dient geregeld.
Sloop jaren '80 gebouw (2023/2024)
Met de subsidie van het Vlaams Stadsvernieuwingsfonds zou de sloop van het jaren ’80 gebouw worden doorgevoerd. De sloop van dit blok legt de potenties en de pracht van het 19e-eeuws monumentaal ziekenhuis bloot. Er wordt een grote open ruimte gecreëerd die de schaal van de site waard is. De opmaak van de omgevingsaanvraag voor de sloop en het aanbestedingsdossier staat gepland vanaf het najaar 2022. De uitvoering kan doorgaan van januari tot augustus 2024, mits toereikend budget via AMJB6.
Parking (2024/2025)
Aansluitend op het sloopproject wordt idealiter de ondergrondse parking aangelegd. Dit is naar grondverzet en bouwlogica het meest efficiënt. De bouwputten dienen niet gedicht noch beveiligd. Het vermindert de overlast voor de toekomstige gebruikers van de site èn voor de omgeving door de site niet opnieuw te moeten opengooien. De bestaande bovengrondse parkeerplaatsen kunnen snel worden worden onthard en toegevoegd aan de publieke tuinen. Verder onderzoek naar ontwerp, financiering en beheer volgt de komende weken en maanden met het oog op de AMJB6 of 7.
De opstart van het bouwproject dient verder uitgewerkt te worden tot de voorontwerpfase, conform het collegebesluit van 17 december 2021 met de hiertoe vastgelegde budgetten voor erelonen, studiekosten en begeleidingskosten. Op basis van een beter uitgewerkte raming kan in een volgend collegebesluit in het najaar 2022 de opstart, financiering en doorlooptijd van het bouwproject worden behandeld. Het gaat om de huisvesting van vier stedelijke diensten: een kinderdagverblijf, een huis van het Kind, een jeugdwerking en de HBO5 opleiding verpleegkunde van het AGSO. De nog onbestemde ruimten voor (sociaal) economische activiteiten worden toegewezen aan nog onbekende afnemers 'klant X' genaamd, die via een marktoproep aan boord worden gehaald.
Na oplevering van het bouwproject kan ook de publieke ruimte rondom definitief worden aangelegd. Hiervoor is het schetsontwerp opgemaakt. De uitvoering staat echter gepland en dient begroot in de volgende bestuursperiode.
Het bouwproject fase 2 zal ruimte bieden voor nieuwe stedelijke functies indien deze zich aandienen en voor klant X als nog onbekende partner. Naast ruimte voor (sociaal) economische activiteiten leent gebouw J zich ruimtelijk ook voor een woonproject.
Na de oplevering van het bouwproject fase 2 kan ook de omliggende publieke ruimte fase 2 worden aangelegd. Hiervoor is het schetsontwerp opgemaakt en wordt het voorontwerp uitgewerkt, als eindbeeld om naar toe te werken.
Artikel 56§3 van het Decreet Lokaal Bestuur geeft aan dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor: 1° de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.
Met de collegebeslissing van 12 mei 2017 (jaarnummer 4463) werden de bevoegdheden van de districtscolleges gecoördineerd. Artikel 11 bepaalt dat het districtscollege bevoegd is voor lokale straten en pleinen. In het gemeenteraadsbesluit van 31 mei 2021 (jaarnummer 309) werden de bovenlokale straten en pleinen vastgelegd.
Ontwikkelingen (nieuw openbaar domein) en mobiliteit en verkeersmaatregelen blijven een bevoegdheid van het college.
Op 25 november 2019 (jaarnummer 652) keurde de gemeenteraad de beheersovereenkomst 2019-2024 tussen de stad Antwerpen en AG Vespa goed. Artikel 6 - 4.4 bepaalt dat AG Vespa publiek domein kan (laten) realiseren. De opdracht aan AG Vespa betreft het plaatsen en uitvoeren van de overheidsopdrachten in eigen naam en voor rekening van de stad Antwerpen. De beleidsbeslissing omtrent het realiseren van het publiek domein ligt bij de stad Antwerpen. De stad Antwerpen legt hierbij tevens het projectbudget vast.
Het projectgebied omvat nieuw publiek toegankelijke tuinen omsloten door oud en nieuw te plaatsen hekwerk, op de terreinen van het OCMW Antwerpen, dat bevoegdheid is van het college.
Daarnaast omvat het projectgebied lokaal openbaar domein, dat bevoegdheid is van het district Antwerpen. Het gaat om de pleinruimte buiten het hekwerk dat 24 u publiek toegankelijk is en om de aanpalende straten Lange Beeldekensstraat, Pesthofstraat en Boerhaavestraat. Dit lokaal openbaar domein is geen onderwerp van het schetsontwerp.
Op 30 januari 2022 werd een publieksmoment georganiseerd in buurthuis SAAMO De Wijk waar 72 personen aan deelnamen. Tijdens verschillende sessies werd het wedstrijdontwerp toegelicht, waarbij de deelnemers hun input gaven op het wedstrijdontwerp en vragen konden stellen. De resultaten van deze workshops werden verwerkt in het schetsontwerp.
Ter voorbereiding van de opmaak van een voorontwerp voor het hekwerk en de tuinen wordt in de periode eind augustus – september inspraak georganiseerd via wandelingen op het terrein en een digitale bevraging.
In november 2022 kan opnieuw een breed publieksmoment doorgaan, bij voorkeur op de site, om de voortgang van het totaalproject te tonen en feedback aan buurtbewoners te vragen.
In het collegebesluit 2021_CBS_10233 zijn projectvoorbereidende werken (zoals ontwerpen, ramingen en onderzoeken) voor een maximumbedrag van 2.219.195,61 EUR inclusief btw vastgelegd. In dit besluit staan ook de beschikbare kredieten van 2.595.614,00 euro (ontpitting site) en 2.500.000,00 euro (openbaar domein). Voor de uitvoering van de eerste stappen van het stappenplan en meer bepaald de technische afkoppeling en de sloop van het jaren ’80 gebouw dienen er nog bijkomende middelen gezocht worden in de aanpassing van het meerjarenplan 6. Indien de middelen voorhanden zijn, volgt een nieuw collegebesluit om de kredieten vast te leggen en het uitvoeringsdossier te starten. Bij elke aanpassing van het meerjarenplan zal steeds moeten bekeken worden in welke mate de voorziene middelen voldoende zijn. Kredieten m.b.t. 2026-2031 zullen deel uitmaken van de besprekingen in het kader van de opmaak van het MJP 2026-2031 door de volgende legislatuur en zijn dus momenteel, door deze principebeslissing, niet verworven.
Het coördinatieoverleg openbaar domein geeft gunstig advies op het schetsontwerp publieke ruimte – tuinen voor Stuivenberg op voorwaarden dat:
De districtsraad Antwerpen keurt het volgende besluit eenparig goed.
De districtsraad neemt kennis van het inrichtingsplan Stuivenbergsite.
De districtsraad adviseert het schetsontwerp publieke ruimte met betrekking tot de tuinen en het hekwerk gunstig, op voorwaarde dat:
De districtsraad neemt kennis van het stappenplan voor de startfase (2023/2024/2025): technische afkoppeling, inrichting tijdelijke tuinen, sloop van het jaren '80 gebouw en realisatie ondergrondse parking.