Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022129420 |
Gegevens van de aanvrager: | De heer Filip Deckx met als adres Bergstraat 4 te 2360 Oud-Turnhout |
Gegevens van de exploitant: | De heer Filip Deckx met als adres Bergstraat 4 te 2360 Oud-Turnhout |
Ligging van het project: | Dolfijnstraat 22 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | Afdeling 6 sectie F nr. 1285A4 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | Verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Vergunde toestand
Bestaande toestand
Nieuwe toestand
Inhoud van de aanvraag
Adviezen
Er werden geen externe adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.
Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestemming van eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag voorziet naast interne werkzaamheden die een beter ruimtegebruik beogen, ook een grondige renovatie van de achterliggende aanbouw.
De nieuwe interne ruimteverdeling volgt grotendeels de indeling van de bestaande woning met gemeenschappelijke leefruimtes op het gelijkvloers en slaapkamers op de bovenliggende verdiepingen.
Mede door het na-isoleren van de achtergevel en een kwalitatievere dakopbouw komt de dakrandhoogte van 3,70 m op 3,85 m te liggen. Ook de dakrand van het entresol-volume verhoogt hierdoor en komt van 5,84 m op 5,98 m te liggen. Deze verhogingen zijn zeer beperkt en vormen geen nadeel naar bezonning op de buurpercelen toe.
Ook het hellend dak wordt ontmanteld, versterkt en geïsoleerd herbouwd. De bestaande nokhoogte van 10,60 m blijft ongewijzigd.
Een ruime dakkapel aan de achterzijde van het dak voorziet slaapkamer 2 van de nodige zichten en daglicht.
De wijzigingen achteraan en de uitbreiding ter hoogte van het dak optimaliseren het ruimtegebruik zonder hinder te veroorzaken voor de omgeving. Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk inpasbaar
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Vermits de werken gesitueerd zijn in een zone met culturele, historische en/of esthetische waarde en het pand bovendien is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“Men wenst de eengezinswoning te verbouwen.
De gelijkvloerse voorgevel wordt hersteld naar historisch model, met twee gevelopeningen, ook het pleisterwerk tussen de gevelopeningen wordt hernomen. Er wordt nieuw correct geprofileerd houten schrijnwerk geplaatst. Ook de voordeur wordt vernieuwd. Detailtekeningen van het buitenschrijnwerk en voordeur dienen voorafgaand aan de uitvoering voorgelegd te worden voor verder advies.
De achtergevel wordt geïsoleerd.
Intern worden er beperkte wijzigingen doorgevoerd, de kamerstructuur blijft afleesbaar.
Op basis van de aangeleverde informatie is het niet duidelijk of de schouwomkasting op de eerste verdieping behoudenswaardig is, deze informatie dient aangeleverd te worden voorafgaand aan de ontmanteling.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de aandachtspunten van de stedelijke dienst Monumentenzorg integraal bijgetreden en zal in de voorwaarden opgenomen worden dat detailplannen van het nieuwe houten buitenschrijnwerk voorafgaand aan de uitvoering voor verder advies aan de stedelijke dienst Monumentenzorg voorgelegd moeten worden.
Bijkomend wordt als voorwaarde opgenomen dat voorafgaand aan de ontmanteling van de schouwomkasting er meer informatie hieromtrent moet aangeleverd worden.
Naast de wijzigingen aan de voorgevel wordt ook het schrijnwerk in de achtergevel vervangen. In tegenstelling tot de historische voorgevel wordt hier voor aluminium buitenschrijnwerk gekozen. De achtergevel zelf wordt afgewerkt in pleisterwerk in een grijze tint. De dakafwerking wordt uitgevoerd in blauw gesmoorde stormpannen en de nieuwe dakkapel uitgewerkt in donker getint aluminium plooiwerk. Boven de gelijkvloerse raampartij aan de keuken wordt nog een geringe luifel met figuurglas voorzien.
De voorgestelde materialisatie van de achtergevel is inpasbaar in de stedelijke context.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Waar voorheen een enkele deur toegang tot de koer verleende wordt nu een quasi volledig beglaasde en opendraaiende gelijkvloerse achtergevel voorzien waardoor het contact vanuit de leefruimtes met de tuinzone en het gebruiksgenot van de tuin gemaximaliseerd wordt. Ook het verwijderen van de diverse bergruimtes in de bestaande tuinzone wordt gewaardeerd. Hierdoor ontstaat namelijk een buitenruimte van circa 25 m² die ingericht wordt met circa 10 m² groenborder en circa 15 m² terras.
In de slaapkamer aan de straatzijde worden twee nieuwe dakvlakramen voorzien waarvan de onderzijde zich op een hoogte van twee meter boven het vloeroppervlak bevindt. Conform artikel 24 uit de bouwcode mogen dakvlakramen in schuine daken enkel meegeteld worden indien ze zich tussen één en twee meter boven het loopvlak van de verblijfsruimte bevinden. Het hoog doorlopend gevelvlak maakt het ook niet mogelijk om deze lager te voorzien.
Ondanks de positie van de dakvlakramen bieden de dakvlakramen voldoende lichtinval maar ontbreekt het de kamer nog steeds aan zichten. Gezien dit de derde slaapkamer betreft en de andere slaapkamers wel voorzien zijn van raampartijen die naast voldoende lichttoetreding ook zichten bieden, kan hiervoor uitzonderlijk een afwijking toegestaan worden.
Omdat er onvoldoende dakopstand voorzien wordt ter hoogte van het nieuwe dak zoals vereist in artikel 34 van de bouwcode, worden voorwaarden opgelegd naar de brandweerstand ervan.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 30/09/2022 |
Volledig en ontvankelijk | 26/10/2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 23/02/2023 |
Verslag GOA | 19/12/2022 |
naam GOA | Katrine Leemans |
Het college sluit zich integraal aan bij:
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden :
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.