Terug
Gepubliceerd op 05/12/2022

2022_CBS_09456 - Omgevingsvergunning - OMV_2022099321. Van Aerdtstraat 40. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 02/12/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_09456 - Omgevingsvergunning - OMV_2022099321. Van Aerdtstraat 40. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_09456 - Omgevingsvergunning - OMV_2022099321. Van Aerdtstraat 40. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022099321

Gegevens van de aanvrager:

NV Feka met als contactadres Vosstraat 10 te 9170 Sint-Gillis-Waas

Ligging van het project:

Van Aerdtstraat 40 te 2060 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 7 sectie G nr. 1299F3

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

herbouwen van een ééngezinswoning met gevelwijziging

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

- 23/06/2022: bespreking ontwerp op de kwaliteitskamer architectuur;

- 07/03/1930: toelating (1930#36057) voor binnenveranderingen.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie: woning;

-          bouwvolume:

  • hoekpand in besloten bebouwing;
  • perceel volledig volgebouwd op het gelijkvloers.

 

Bestaande toestand

-          functie:

  • ééngezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen onder zadeldak; 
  • insprong aan de voorgevel aan de rechterperceelgrens vanaf de eerste verdieping;
  • hoogte 14,67 m;

-          gevelafwerking:

  • lijstgevel in gele baksteen en horizontale belijningen met tal van andere accenten in witte, rode en grijze parementsteen;
  • plint en dorpels in blauwe hardsteen;
  • schrijnwerk en kantelpoort in bruin hout.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • ééngezinswoning met 3 slaapkamers;

-          bouwvolume:

  • 4 bouwlagen met plat dak, waarvan de bovenste bouwlaag uitgewerkt als daklaag; 
  • volbouwen van de insprong vanaf de eerste verdieping tot en met de derde verdieping;
  • hoogte 14,84 m;
  • dakterras op de derde verdieping aan de rechterperceelgrens;

-          gevelafwerking:

  • lijstgevel in gele baksteen en horizontale belijningen met tal van andere accenten in witte, rode en grijze parementsteen;
  • nieuwe daklaag en aanpassingen bij gevelopeningen in keramische gevelafwerking in genuanceerd gebroken wit;
  • kroonlijst in gebroken wit plaatmateriaal;
  • plint en dorpels in blauwe hardsteen;
  • nieuw buitenschrijnwerk in gebroken wit aluminium;
  • hekwerk in wit staal (inkomhal);

-          inrichting:

  • verdiepte inkom (fietsberging) achter hekwerk rechts op het gelijkvloers;
  • nieuwe septische put van 2000 liter en regenwaterput van 5000 liter in de kelder.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de gebouwconstructie met uitzondering van de gevels;

-          herbouwen van een eengezinswoning;

-          wijzigen van de straatgevels;

-          wijzigen van de scheimuren; 

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

26 augustus 2022

12 september 2022

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning

26 augustus 2022

9 september 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone recht van voorkoop - algemene voorschriften en artikel 1 zone voor wonen - (wo).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.


Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:
    het talrijkst als dakvorm op de panden met voorliggende architectuur, naast een schuin dak, is een mansardedak. het dak is niet voorzien als mansardedak (recht in plaats van licht hellend) en niet afgewerkt in een meer kenmerkende dakafwerking zoals zink of leien;
  • artikel 14 Insprongen en openingen aan voorgevels:

de insprong op het gelijkvloers moet verlicht worden;

  • artikel 16 Technische uitsprongen:
    het klimaatbeheersingstoestel is tegen de linkerscheidingsmuur geplaatst op het dakterras op de derde verdieping;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft geen opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden;
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    de toezichtsputten RWA en DWA moeten minstens 0,2 m en maximaal 0,5 m uiteen liggen.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving. Voorliggend volume is niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen

Gezien de afwijkende afwerking van de daklaag werd het project voorgelegd aan de Kwaliteitskamer. Ze formuleerden een voorwaardelijk gunstig advies met onderstaande motivering: “Het project omvat de verbouwing van een pand gelegen op de hoek van de van Aerdstraat met de Pretstraat. Het pand wordt ingericht als eengezinswoning. De uitwerking van de dakopbouw (in rode betegeling) en de kroonlijst (in witte betegeling) ligt momenteel voor ter advies. De kwaliteitskamer apprecieert de mooie planindeling en de ambitie om een aangename eengezinswoning op deze plaats te creëren. Wat de uitwerking van het dak en de kroonlijst (met tegels) betreft stelt de kwaliteitskamer de helling van de dakopbouw en de materiaalkeuze in vraag. De rode en de witte tegels zijn eerder atypisch in het gevelbeeld en zorgen voor een formalistisch beeld. De voorkeur van de kwaliteitskamer voor het dakvolume gaat uit naar een licht hellend mansardedak in plaats van een volledige rechte daklaag. Verder adviseert de kwaliteitskamer om het dakvolume te materialiseren met meer klassieke materialen zoals een leien/zinken dakafwerking, een houten/zinken kroonlijst en een zinken dakgoot. De tegelafwerking van de gevel is wel aanvaardbaar. De kleur echter kan mogelijk meer aansluiten bij de gevel en iets discreter ingezet worden (bv. witte tegel).

Conclusie:

- licht hellend mansardedak in plaats van een volledig rechte daklaag

- materialisatie klassieker en discreter inzetten”

 

In voorliggende aanvraag werd enkel het advies van de witte tegelafwerking van de gevel opgevolgd. De daklaag wordt recht voorgesteld met een afwerking in witte tegels met een kroonlijst in plaatmateriaal.

In voorwaarde wordt opgelegd een licht hellend mansardedak in zink te voorzien met een houten/zinken kroonlijst en een zinken dakgoot conform het advies van de Kwaliteitskamer.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Uitgezonderd een aantal strijdigheden met de bepalingen van de bouwcode, die in voorwaarde worden opgelegd, voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot.

De geplande werken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

2. een licht hellend mansardedak in zink te voorzien met een houten/zinken kroonlijst en een zinken dakgoot;

3. de insprong op het gelijkvloers te verlichten conform artikel 14 van de bouwcode;

4. het klimaatbeheersingstoestel te plaatsen conform artikel 16 van de bouwcode;

5. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:

-          een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand; 

6. de toezichtsputten RWA en DWA uit te voeren conform artikel 41 van de bouwcode.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 augustus 2022

Volledig en ontvankelijk

26 augustus 2022

Start openbaar onderzoek

6 september 2022

Einde openbaar onderzoek

5 oktober 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

9 december 2022

Verslag GOA

21 november 2022

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

6 september 2022

5 oktober 2022

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

2. een licht hellend mansardedak in zink te voorzien met een houten/zinken kroonlijst en een zinken dakgoot;

3. de insprong op het gelijkvloers te verlichten conform artikel 14 van de bouwcode;

4. het klimaatbeheersingstoestel te plaatsen conform artikel 16 van de bouwcode;

5. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:

-          een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

6. de toezichtsputten RWA en DWA uit te voeren conform artikel 41 van de bouwcode.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.