Terug
Gepubliceerd op 05/12/2022

2022_CBS_09440 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022123791. Scheldelaan 460. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 02/12/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_09440 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022123791. Scheldelaan 460. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_09440 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022123791. Scheldelaan 460. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2022123791

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

VVZRL Tijdelijke maatschap ARTES ROEGIERS - ARTES DEPRET - AERTSSEN - GHENT DREDGING (0765456890) met als adres Burchtstraat 89 te 9150 Kruibeke

Ligging van het project:

Scheldelaan 460 te 2040 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 18 sectie A nrs. 150C, 387A en 388A

waarvan:

 

-          20200507-0086

afdeling 18 sectie A nrs. 150C, 387A en 388A (Scheldelaan 460, Antwerpen)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Hernieuwing en verandering bemaling

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

28/10/2020: omgevingsvergunning (OMV_2020021903) voor het bouwen van een nieuwe kaaimuur langs het Kanaaldok B2 en Insteekdok 1.

 

Voorgeschiedenis milieu

Op 28 oktober 2020 werd door het departement Omgeving een omgevingsvergunning verleend aan de Haven van Antwerpen-Brugge voor het exploiteren van een tijdelijke bemaling voor de bouw een nieuwe kaaimuur, voor een termijn van 1 jaar vanaf de start van de werken. Op 19 april 2021 heeft TM Artes Roegiers – Aertssen – Ghent Dredging deze omgevingsvergunning overgenomen. Op 1 april 2022 werd de vergunningstermijn verlengd tot 16 februari 2023.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft een verlenging van een tijdelijke bemaling met waterzuivering.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Scheldelaan 460, Antwerpen
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.6.3.3°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur;

-249 m³/uur

53.2.2°b)2°bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;
2.433.000 m³/jaar
(hernieuwing)

53.11.1°

onttrekken van grondwater, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, en met een netto onttrokken debiet van 2.500 m³ per dag of meer.

-5.989 m³/dag

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Scheldelaan 460, Antwerpen

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 2.4.1.1 milieukwaliteitsnormen voor grondwater

De exploitant wenst een aantal lozingsnormen aan te vragen.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling

parameter

lozingsnorm

2-Mercaptobenzothiazol

20 µg/l

Benzothiazolol

20 µg/l

Benzothiazole

30 µg/l

Tri-ethylamine

20 µg/l

Diallaat

1,1 µg/l

Triallaat

1 µg/l

Aniline

15 µg/l

Monochloorbenzeen

6 µg/l

123-Trichloorpropaan

20 µg/l

Alachloor

1,6 µg/l


 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

20 oktober 2022

7 november 2022

Voorwaardelijk gunstig

 


Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan tevens bestemd als Gebied voor waterweginfrastructuur. Dit gebied is bestemd voor waterweginfrastructuur en aanhorigheden. In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of de aanpassing van die waterweginfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn toegelaten:

- alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen, waterwegennetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer;

- het bergen van baggerspecie in onderwatercellen.

Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De ingedeelde inrichting of activiteit vervat in de aanvraag is principieel in strijd met het geldende plan. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bevat in hoofdstuk IV volgende afwijkingsbepalingen die relevant zijn voor de beoordeling van de onderhavige aanvraag: artikel 5.6.7; “Een omgevingsvergunningsaanvraag voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of

activiteit kan gunstig geadviseerd worden en vergund worden, in afwijking van de bepalingen

van een stedenbouwkundig voorschrift, voor zover voldaan is aan de volgende cumulatieve

voorwaarden:

1° de goede ruimtelijke ordening wordt niet geschaad, hetgeen in het bijzonder betekent dat de

ruimtelijke draagkracht van het gebied niet wordt overschreden en dat de vastgestelde verweving

van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in

het gedrang brengt of verstoort;

2° de inrichting of activiteit is stedenbouwkundig vergunbaar in afwijking van de bepalingen van

een stedenbouwkundig voorschrift of, als het gaat om een bestaande inrichting of activiteit, is

hoofdzakelijk vergund.

De stedenbouwkundige handelingen gekoppeld aan de ingedeelde inrichting of activiteit

ressorteren binnen het toepassingsgebied van de afwijkingsbepalingen voor werken en

handelingen van algemeen belang, conform artikel 4.4.7, §2 van de VCRO. Bovendien schaadt de ingedeelde inrichting of activiteit de goede ruimtelijke ordening niet. In het bijzonder wordt de

ruimtelijke draagkracht van het gebied niet door deze ingedeelde inrichting of activiteit

overschreden en wordt de vastgestelde verweving van functies de aanwezige of te realiseren

bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang gebracht of verstoord.

De aanvraag voldoet bijgevolg aan de bepalingen van artikel 5.6.7. van de VCRO.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden eveneens de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en - voor de dokken - Gebied voor waterweginfrastructuur.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De ingedeelde inrichting of activiteit is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

In functie van de bouw van nieuwe kaaimuren in het Kanaaldok B2 en Insteekdok 1 in de Antwerpse haven wordt een tijdelijke bemaling voorzien. De nieuwe kaaimuren worden volgens het huidig concept opgebouwd uit een verankerde stalen combiwand. Deze wand heeft bovenaan een betonnen kesp waar de verankering structureel wordt verbonden met de wand. De constructie van de gewapende betonnen kesp vereist een verlaging van het grondwaterniveau tot onder de onderzijde van de kesp en dus het toepassen van een bemalingssysteem.

 

Aangezien in een bepaalde zone van het projectgebied vervuild grondwater aanwezig is, omvat de aanvraag ook een tijdelijke waterzuiveringsinstallatie. Na zuivering zal het opgepompte en gezuiverde water opnieuw geloosd worden, hetzij via een terugpomping in dezelfde watervoerende laag, hetzij via een lozing in het dokwater.

 

De vergunning werd eerder verleend op naam van het Havenbedrijf Antwerpen voor een termijn van 1 jaar. De ingedeelde inrichting of activiteit werd inmiddels overgenomen door TM Artes Roegiers – Artes Depret – Aertssen – Ghent Dredging. Er werd in april 2022 een verlenging van de vergunning verleend tot 16 februari 2023. Met onderhavige aanvraag wenst men de vergunning opnieuw te verlengen, tot eind 2023.

 

Huidige aanvraag is quasi identiek aan de voorgaande vraag tot verlenging. Ten opzichte van de vergunde situatie is bemalingszone C intussen afgewerkt. Deze aanvraag heeft enkel betrekking op bemalingszone A en B. Het dagdebiet van de bemaling wordt dan ook verminderd tot 6.651 m³/dag. Het lozingsdebiet van het gezuiverde bemalingswater wordt verminderd naar 277 m³/uur.

 

Voor een bespreking van het dossier kan verwezen worden naar het voorwaardelijk gunstig advies van het college van 28 januari 2022, zie bijlage.

 

De voorwaarde die het college formuleerde aangaande PFAS werd opgenomen in het vergunningsbesluit, zij het in iets andere bewoordingen. De voorgestelde bijzondere voorwaarde kan best opnieuw opgenomen worden: ‘Het effluent dient gecontroleerd te worden op PFAS. Bij eventuele vaststellingen van PFAS dient er een lozingsnorm aangevraagd te worden en moet in afwachting daarvan de lozing worden stopgezet.’

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.6.3.3°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur;

-249 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

2.433.000 m³/jaar
(hernieuwing)

53.11.1°

onttrekken van grondwater, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, en met een netto onttrokken debiet van 2.500 m³ per dag of meer.

-5.989 m³/dag

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

Het effluent dient gecontroleerd te worden op PFAS. Bij eventuele vaststellingen van PFAS dient er een lozingsnorm aangevraagd te worden en moet in afwachting daarvan de lozing worden stopgezet.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

26 oktober 2022

Start openbaar onderzoek

28 oktober 2022

Einde openbaar onderzoek

26 november 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

15 december 2022

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

28 oktober 2022

26 november 2022

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Over de aanvraag werd een informatievergadering georganiseerd op 3 november 2022. Het verslag van de informatievergadering werd bezorgd aan de vergunningverlenende overheid.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag onder volgende voorwaarde:

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

Het effluent dient gecontroleerd te worden op PFAS. Bij eventuele vaststellingen van PFAS dient er een lozingsnorm aangevraagd te worden en moet in afwachting daarvan de lozing worden stopgezet.

 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.