Terug
Gepubliceerd op 05/12/2022

2022_CBS_09464 - Omgevingsvergunning - OMV_2022129326. Putsebaan 131. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 02/12/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_09464 - Omgevingsvergunning - OMV_2022129326. Putsebaan 131. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring 2022_CBS_09464 - Omgevingsvergunning - OMV_2022129326. Putsebaan 131. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022129326

Gegevens van de aanvrager:

de heer Nick De Maeyer met als adres Putsebaan 131 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Putsebaan 131 te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 20 sectie C nr. 520Z42

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden;

 

Geacht vergunde toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 1 bouwlaag met hellend dak; 
  • bouwdiepte van circa 6,8 m en een aanbouw met een bouwdiepte van circa 6 m;
  • kroonlijsthoogte van 3 m en nokhoogte van 6,3 m;
  • bijgebouw met 2 garages omringd door verharding;

-          gevelafwerking:

  • bruine gevelbepleistering met dikke korrel en gevelplint in bruin metselwerk;
  • wit pvc schrijnwerk;
  • zijgevel deels in witte cementering en deels in roodbruin gevelmetselwerk;
  • aan Doggenlaan 2 poorten naar inpandige garage.

 

Bestaande toestand

-          overeenkomstig met de geacht vergunde toestand.

 

Nieuwe toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 1 bouwlaag met hellend dak, uitbouw met plat dak; 
  • bouwdiepte van 17 m;
  • bijgebouw van circa 70 m² met een garage;

-          gevelafwerking:

  • roodbruine steenstrips (na isolatie) en grijs pvc schrijnwerk;
  • bijgebouw roodbruin parement met poort naar inpandige garage in grijs aluminium;
  • tuinafsluiting linkerperceelsgrens in houten panelen;

-          inrichting:

  • naast het bijgebouw een niet-overdekte parkeerplaats.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van een bijgebouw (dubbele garage);

-          oprichten van een bijgebouw (garage);

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-      Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-      Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening voetgangersverkeer.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 12 Levendige plint:

ter hoogte van de open autostaanplaats wordt een poort voorzien met een breedte van 3,50 meter;

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

de dakvlakramen bij de slaapkamers op de verdieping zitten tussen circa 1,6 meter en 2,3 meter boven het loopvlak, hierdoor is het zicht naar buiten toe beperkt;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

de scheimuur van de garage op de rechterperceelsgrens dient een opstand te hebben van minimum 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Daarnaast dient deze muur te worden uitgevoerd in massief, ongeperforeerd materiaal;

  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:

de DWA dient aangesloten te worden achter de septische put, daarna moet deze verzamelleiding aangeboden worden aan de straat. Elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat.
 

Sectorale regelgeving

-      MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-      Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-      Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat een uitgebreide verbouwing van een bestaande eengezinswoning. De functie van eengezinswoning blijft bewaard waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft binnen dit woongebied.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

In bestaande toestand is er achter de hoofdbebouwing aan de straatzijde een volume aanwezig waarbinnen zich 2 garages bevinden. Dit volume wordt in deze aanvraag gesloopt inclusief de omliggende verhardingen en terrassen, alsook het overdekt terras achteraan de woning. Aan de zijde van de Doggenlaan wordt de gevel van de garages deels behouden als tuinafsluiting.

De bestaande woning wordt op het gelijkvloers uitgebreid over de volledige breedte van het perceel tot de maximale diepte van 17 meter. De uitbouw wordt afgewerkt met een plat dak en heeft een kroonlijsthoogte van 3,49 meter gemeten boven de as van de weg Putsebaan. Aan de tuinzijde wordt het nieuwe volume voorzien van ruime glaspartijen.

Ook intern worden er binnen het hoofdvolume een aantal wijzigingen doorgevoerd. Zo wordt er aan de voorzijde aan de Putsebaan een volwaardige inkomzone voorzien. In de ruimtes van de voormalige slaapkamer en leefruimte aan deze straatzijde worden in nieuwe toestand 2 slaapkamers voorzien.

Aan de tuinzijde worden in het uitgebreide volume een leefruimte, eetruimte en keuken ingericht. De tussenliggende, ingesloten ruimtes worden ingericht als traphal en badkamer. In de badkamer tenslotte, wordt een dakkoepel voorzien om ook deze ruimte voldoende te kunnen verlichten en verluchten.

 

Op de verdieping van het bestaande volume wordt het dak geïsoleerd en vernieuwd. De oppervlakte van de bestaande slaapkamers wordt door het aanpassen van de positie van de trap licht gewijzigd, maar de bestaande functie van de slaapkamers wijzigt hierdoor niet.

Wel wordt opgemerkt dat de nieuwe dakvlakramen tussen circa 1,6 meter en 2,3 meter boven het loopvlak geplaatst worden, waardoor het zicht naar buiten toe beperkt wordt. In toepassing van artikel 24 van de bouwcode dient elke verblijfsruimte openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht. Dakvlakramen in schuine daken mogen meegeteld worden indien ze zich tussen 1 en 2 meter boven het loopvlak van de verblijfsruimte bevinden. Het lager plaatsen van de dakvlakramen zal als voorwaarde bij deze vergunning opgenomen worden.

 

Achteraan het perceel wordt een nieuwe dubbele garage geplaatst. Dit volume, met een voorgevelbreedte van 7 meter, een oppervlakte van +/- 70m² en een kroonlijsthoogte van 3 meter, wordt ingeplant op 3,50 meter van de achterste perceelsgrens en wordt aan de straatzijde voorzien van 1 garagepoort met een breedte van 3 meter. Achter dit volume van de garage wordt bijkomend een open parkeervak voorzien voor een hoger voertuig (camionette). In deze zone wordt een waterdoorlatende verharding in kiezel voorgesteld. Aan de straatzijde wordt dit parkeervak voorzien van een naar binnen draaiende poort met een breedte van 3,50 meter. De aanwezigheid van zowel een volume met een poort als het voorzien van een bijkomende poort op een totale breedte van 10,5 meter wijkt af van artikel 12 van de bouwcode, waarbij een dubbele poort slechts toegelaten kan worden bij een gevelbreedte van 16 meter. In de omgeving van deze woning, en dan met name de omgeving in de Doggenlaan, komen meerdere poorten vaker voor. Bovendien is de garage en het daarachter gelegen parkeervak een vervanging en optimalisering van de 2 gesloopte garages achter de hoofdbebouwing en kunnen daarom aanvaard worden in afwijking van artikel 12 van de bouwcode. Bij de nieuwe garage wordt wel vastgesteld dat de muur ter hoogte van de perceelsgrens geen opstand heeft van 0,3 meter ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak, zoals bepaald in artikel 34 van de bouwcode. Om hieraan tegemoet te komen zal als voorwaarde bij de vergunning opgelegd worden op welke manier de dakafwerking ter hoogte van deze scheidingsmuur zal moeten gebeuren.

 

Mits voldaan wordt aan de voorwaarden, kan het voorstel aanvaard worden.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het hoofdvolume wordt integraal geïsoleerd en opnieuw afgewerkt met rood-bruine steenstrips. De dikte van dit nieuwe afwerkingspakket bedraagt 14 cm.

Om het isoleren van een gevel mogelijk te maken, dient de stoepbreedte na de werken minimaal 1,50 meter te bedragen.

Ter hoogte van de voorgevel aan de Putsebaan kan probleemloos aan deze voorwaarde voldaan worden. Bij nazicht van het inplantingsplan blijkt echter dat aan de zijde van de Doggenlaan er een stoep aanwezig is met een breedte van 0,66 meter. De nadelige impact van een extra afwerkingspakket op de gevel valt hier echter te relativeren, gelet op de reeds zeer beperkte breedte van de stoep. De stoepbreedte hier bestaat uit een 5-tal lagen kasseien die op hetzelfde niveau liggen als de straatafwerking. De overgang tussen de ‘stoep’ en de ‘rijbaan’ vervaagt hierdoor. Om deze redenen kan ook in de Doggenlaan de voorgestelde isolatie en afwerking in steenstrips aanvaard worden.

 

De uitstekende delen van een gevel (plint, raamdorpel, kroonlijst, …) zorgen voor een detaillering van de gevel. Daarnaast hebben deze details ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen, vervuiling, ...

Indien er voor het uitvoeren van de werken een plint aanwezig is, moet deze behouden blijven. Dit kan door de bestaande plint naar voren te plaatsen (en er achter isolatie aan te brengen) of de bestaande plint te vervangen door een nieuwe plint.

Bij materialen die schadegevoelig zijn zoals bijvoorbeeld pleisterwerk of sommige plaatmaterialen, kan het aan te bevelen zijn om een plint te plaatsen, ook al is deze niet aanwezig in de bestaande toestand.

Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie).

Deze elementen moeten te allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst Openbaar domein.

 

Wanneer de nieuwe constructie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. Dit kan door de bestaande stoeptegel voor de werken weg te nemen en na de werken terug te plaatsen.

 

Verder wordt de woning ook voorzien van nieuw schrijnwerk in PVC in de kleur middengrijs. De ingebouwde rolluiken zijn wit, eveneens in PVC.

De scheidingsmuren met de rechts aanpalende worden waar nodig, voorzien van isolatie en afgewerkt met donkergrijze leien.

Alle voorgestelde materialen komen in de omgeving vaker voor en kunnen aanvaard worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Hier dient opgemerkt te worden dat DWA dient aangesloten te worden achter de septische put waarna deze verzamelleiding aangeboden moet worden aan de straat. Elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat zoals bepaald in artikel 40 van de bouwcode. Het aanpassen van de voorziene rioleringsleidingen zal als voorwaarde aan de vergunning gekoppeld worden.

De voorgestelde werken beogen de verbetering van de algemene woon- en leefkwaliteit van het pand en kunnen, mist naleven van de voorwaarde, aanvaard worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

  • Verbouwen en/of uitbreiden van een eengezinswoning

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Voldoen aan artikel 24 van de bouwcode en de dakvlakramen in de slaapkamers op de verdieping lager te plaatsen.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

3. Voldoen aan artikel 40 van de bouwcode en een gescheiden rioolstelsel, dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA), te voorzien en gescheiden aan te bieden aan de straat.

4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

5. De uitstekende delen van de gevel (plint, raamdorpels en -kaders) te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.

6. De elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen.

7. De nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 oktober 2022

Volledig en ontvankelijk

14 oktober 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

13 december 2022

Verslag GOA

24 november 2022

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Voldoen aan artikel 24 van de bouwcode en de dakvlakramen in de slaapkamers op de verdieping lager te plaatsen.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

3. Voldoen aan artikel 40 van de bouwcode en een gescheiden rioolstelsel, dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA), te voorzien en gescheiden aan te bieden aan de straat.

4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

5. De uitstekende delen van de gevel (plint, raamdorpels en -kaders) te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.

6. De elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen.

7. De nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.