Terug
Gepubliceerd op 11/01/2023

2022_CBS_09727 - Omgevingsvergunning - OMV_2022104876. Lundenstraat 80 te 2100 Deurne (Antwerpen) - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 16/12/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_09727 - Omgevingsvergunning - OMV_2022104876. Lundenstraat 80 te 2100 Deurne (Antwerpen) - Weigering 2022_CBS_09727 - Omgevingsvergunning - OMV_2022104876. Lundenstraat 80 te 2100 Deurne (Antwerpen) - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer:OMV_2022104876
Gegevens van de aanvrager:de heer Jasper Willemen met als adres Lundenstraat 80 te 2100 Antwerpen en mevrouw Kristien Maertens met als adres Lundenstraat 80 te 2100 Antwerpen
Ligging van het project:Lundenstraat 80 te 2100 Deurne (Antwerpen) 
Kadastrale percelen:afdeling 30 sectie A nr. 557C32 
Vergunningsplichten:Stedenbouwkundige handelingen
Voorwerp van de aanvraag:Optopping van een ééngezinswoning met gevelwijziging.


Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • 04/09/2015: vergunning (20151376) voor het verbouwen van een ééngezinswoning;
  • 01/01/1941: toelating (329#17164) voor een reclamebord boven ingang;
  • 01/01/1939: toelating (329#17000) voor verbouwingswerken.

Vergunde toestand

  • functie: eengezinswoning;
  • bouwvolume:
    • 3 bouwlagen met plat dak;
    • bouwdiepte van 13,60 m;
    • bouwhoogte van 9,90 m;
  • gevelafwerking:
    • voorgevel in wit geschilderde cementering op een plint in blauwe hardsteen;
    • buitenschrijnwerk in hout;
    • houten poort naar inpandige garage;
  • inrichting: bijgebouw van 1 bouwlaag onder zadeldak tegen de achterste perceelsgrens;
  • voorwaarde uit de vergunning: levendige functie in plaats van de wasplaats/fietsenberging.

Bestaande toestand 

  • in overeenstemming met de vergunde toestand met uitzondering van:
    • het niet naleven van de voorwaarden uit de vergunning;
    • het gewijzigde buitenschrijnwerk in witte aluminium;
    • de grijs geschilderde cementering.

Nieuwe toestand

  • functie: eengezinswoning;
  • bouwvolume:
    • 4 bouwlagen met plat dak waarvan een de bovenste een teruggetrokken bouwlaag is;
    • bouwdiepte van 13,60 m;
    • bouwhoogte van 12,82 m;
  • gevelafwerking
    • lichtgrijze kalei op bestaande cementering voor de onderste 3 verdiepingen;
    • daklaag in houten beplanking grijsblauw gesapt;
    • buitenschrijnwerk in wit aluminium;
    • arduinen plint;
    • houten poort naar inpandige garage;
  • inrichting: bijgebouw van 1 bouwlaag onder zadeldak tegen de achterste perceelsgrens.
  • voorwaarde uit de vergunning: levendige functie in plaats van de wasplaats/fietsenberging.

Inhoud van de aanvraag 

  • uitbreiden van de woning met een daklaag;
  • wijzigen van de voorgevel;
  • wijzigen van de scheimuur met de linker aanpalende;
  • doorvoeren van interne constructieve werken.

Argumentatie

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal- culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)


De aanvraag ligt niet in een verkaveling. 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater). (De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid) 

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.

(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer) 

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

    De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en): 
    • Artikel 6 Harmonie en draagkracht:
      De nieuwe daklaag strekt zich niet uit over de volledige breedte van de woning en wordt teruggetrokken voorzien ten opzichte van de voorgevellijn. Dit is niet in harmonie met de omgeving.
    • Artikel 12 Levendige plint:
      De voorwaarde uit de voorgaande vergunning om aan de voorzijde op het gelijkvloers een levendige functie te voorzien in plaats van de was- en fietsenberging werd niet nageleefd.
    • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
      De slaapkamer in de nieuwe daklaag heeft een hoogte van slechts 2,45 m onder de balken, dit is minder dan de minimaal vereiste 2,60 m voor verblijfsruimten.
    • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: 
      De scheimuur met de linker aanpalende heeft ter hoogte van de nieuwe daklaag niet overal een opstand van ten minste 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak.
    • Artikel 36 Zonnepanelen en zonnecollectoren:

      Volgens het dakenplan worden er zonnepanelen voorzien bovenop het platte dak van de nieuwe daklaag. Aangezien deze niet zijn ingetekend op de snedes is het niet mogelijk om te beoordelen of deze voldoen aan de bepalingen van artikel 36.


Sectorale regelgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 
  • Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
    (De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021. 
  • Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
    (De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
    Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De Lundenstraat wordt gekenmerkt door één- en meergezinswoningen in gesloten bebouwing. De bestemming van de woning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.


Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De woning wordt uitgebreid met een extra bouwlaag met plat dak. Het nieuwe volume wordt bovenop het bestaande platte dak van de woning geplaatst, tussen twee hoger opgetrokken eengezinswoningen. Het wordt 1,90 m teruggetrokken ten opzichte van de voorgevel, en 3,60 m ten opzichte van de achtergevel. Achteraan wordt er een dakterras voorzien van ongeveer 3 m op 2,30 m, met aansluitend een stalen bloembak. Het volume sluit aan bij het linker buurpand, maar laat aan de rechterzijde een opening van ongeveer 2 m. De nieuwe daklaag strekt zich dus niet uit over de volledige breedte van het perceel.

Hoewel een uitbreiding met een extra bouwlaag in principe ruimtelijk inpasbaar is, is voorliggend voorstel niet kenmerkend en niet in harmonie met de omgeving, zowel door de beperkte breedte en de opening die vrij wordt gelaten tussen de daklaag en de rechter aanpalende, als door het feit dat het een teruggetrokken daklaag betreft. Deze uitbreiding kan daarom niet toegestaan worden.

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel blijft behouden in de huidige toestand. De gevels van de nieuwe daklaag worden afgewerkt in houten latwerk, gesapt in een blauw-grijze kleur. De ramen worden voorzien in wit aluminium. Het dakterras wordt uitgevoerd in een houten beplanking en omzoomd door een stalen borstwering, gelakt in dezelfde blauw-grijze tint als het hoofdvolume.

Een gevelafwerking in houten latten is niet kenmerkend in de omgeving.

Hinderaspecten – gebruiksgenot – wooncomfort – veiligheid in het algemeen

De bestaande woning wordt uitgebreid met een nieuwe daklaag, waarin zich een dressing en een slaapkamer bevinden. Er wordt een nieuwe trap voorzien die de verbinding maakt tussen de tweede en de derde verdieping. Verder blijft de indeling van de woning ongewijzigd ten opzichte van de verbouwing waarvoor in 2015 een vergunning werd afgeleverd.

Er wordt opgemerkt dat bij deze vergunning (20151376) een voorwaarde werd opgelegd in verband met een levendige plint: “de fietsenberging / wasplaats / douche iets dieper in het pand te voorzien en een meer levendige functie zoals bv. een speelkamer, bureel, atelier / hobbyruimte te voorzien in de voormalige werkkamer op de begane grond”. Deze voorwaarde werd volgens de aangeleverde plannen niet uitgevoerd, maar maakt wel integraal deel uit van de verleende vergunning, en moet dus nageleefd worden.

Volgens artikel 21 van de bouwcode moet de minimale vrije hoogte van verblijfsruimtes 2,60 m zijn. De slaapkamer in de nieuwe daklaag heeft een hoogte van slechts 2,45 m onder de balken. Tussen de balken wordt er wel 2,60 m gemeten.

De scheimuur met de linker aanpalende heeft ter hoogte van de nieuwe daklaag niet overal een opstand van ten minste 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak, zoals wordt opgelegd in artikel 34 van de bouwcode. Omwille van de risico’s voor brandoverslag moeten scheimuren steeds voldoen aan alle bepalingen uit artikel 34 van de bouwcode.

Volgens artikel 38 van de bouwcode is het verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als groendak, indien deze daken een helling hebben van minder dan 15° en een oppervlakte hebben van ten minste 20 m². Het dak van de nieuwe bouwlaag heeft een oppervlakte groter dan 20 m² en moet dus in principe aangelegd worden als groendak, tenzij op het dak energieopwekkende systemen, zoals zonnepanelen of -collectoren, geplaatst worden. Dan vervalt de verplichting om een groendak te plaatsen voor de oppervlakte die deze voorzieningen innemen op het dak. Volgens het dakenplan is er een zone voorzien voor PV-panelen op het platte dak van de daklaag. Aangezien deze niet of niet gedetailleerd genoeg zijn ingetekend op de plannen of de snedes, is het niet mogelijk om te beoordelen of deze voldoen aan de bepalingen van artikel 36 van de bouwcode.


Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

Omwille van bovenstaande afwijkingen van stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening, dient de aanvraag geweigerd te worden.


Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

24 augustus 2022

Volledig en ontvankelijk

19 oktober 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

18 december 2022

Verslag GOA

1 december 2022

naam GOA

Katrine Leemans

 

Bevraging aanpalenden

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

  

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.