Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022122301 |
Gegevens van de aanvrager: | NV AQUAFIN met als contactadres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar |
Gegevens van de exploitant: | NV AQUAFIN (0440691388) met als contactadres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar |
Ligging van het project: | Vaartkaai te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 40 sectie C nrs. 263V, 263/2B, 269H7, 269K7, 269G7, 274/3, 582L2 en 583V |
waarvan: - 20221003-0054 | afdeling 40 sectie C nrs. 263/2B, 269K7, 583V, 582L2, 269G7, 269H7, 274/3 en 263V (RI3M064 bemaling) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de exploitatie van een bronbemaling voor de aanleg van een riolering |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
Het project omvat een tijdelijke bronbemaling noodzakelijk voor rioleringswerken in de Vaartkaai te Merksem.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) RI3M064 bemaling
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 98,00 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 50,00 m³/uur |
17.3.2.1.1.1° b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 12,00 ton |
53.2.2°b)1° | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan in een beschermd duingebied met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld; | 104.406,00 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
RI3M064 bemaling
parameter | gevraagde norm |
chloride | 900 mg/l |
arseen | 40 µg/l |
cadmium | 0,8 µg/l |
stikstof totaal | 15 mg/l |
Acenaftaleen | 0,54 µg/l |
Anthraceen | 0,10 µg/l |
∑benzo(ghi)peryleen & indendo(1,2,3- cd)pyreen | 0,002 µg/l |
fenantreen | 0,3 µg/l |
fluoranteen | 0,05 µg/l |
Pyreen | 0,36 µg/l |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht
zijnde gewestplan, in het gebied waterweg. Binnen het havengebied werden sommige infrastructuurwerken aangeduid op het gewestplan en andere niet. Het is vrijwel onmogelijk al deze voorzieningen binnen een dergelijk dynamisch gebied op voorhand te plannen. De aanduidingen als industriegebied voor het havengebied moet dan ook toelaten dat steeds alle waterbouwkundige, infrastructuur- en uitrustingswerken mogelijk zijn. Het was echter juridisch onmogelijk dat voor het havengebied een bijzonder planologisch voorschrift werd ingevoerd, qua bodembestemming.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag bevat geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen maar betreft een tijdelijke grondwaterbemaling. De aanvraag is dan ook verenigbaar met de omgeving
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voor de aanleg van een riolering over een lengte van circa 500 meter in de Vaartkaai, tussen de Westkaai en Burgemeester Gabriel Theunisbrug, is er een bemaling nodig om de werken in de sleufuitgraving in den droge te kunnen uitvoeren.
Bemaling
De grondwaterstand werd in peilbuizen opgemeten tussen oktober 2020 en augustus 2021. De hoogste grondwaterstand was overal gelijk aan het maaiveldpeil, met een variatie van circa 75 cm. Het maaiveld varieert tussen +3,50 mTAW en +4,19 mTAW. Het Albertkanaal stroomt ten zuiden van de werken en is hydraulisch afgesloten van het grondwatersysteem.
Als bemalingsconcept wordt uitgegaan van een bemaling met verticale filters tot -4,00 mTAW. De diepste bemaling wordt uitgevoerd tot 3,54 m-mv. De bemaling wordt aangelegd in vijf fasen en zal 51 dagen (aaneensluitend) in beslag nemen:
fase | strengnaam | lengte | periode (dagen) | max debiet (mt) | |
per dag | totaal | ||||
1 | R11-R09 | 120 m | 0-11 | 2.350 m³ | 26.784 m³ |
2 | R09-R08 | 88 m | 11-21 | 1.944 m³ | 19.415 m³ |
3 | R08-R07 | 77 m | 21-30 | 1.836 m³ | 16.500 m³ |
4 | R07-R04 | 77 m | 30-39 | 1.886 m³ | 19.954 m³ |
5 | R04-R01 + D01-D03 + R05-R04 | 130 m | 39-51 | 2.068 m³ | 24.752 m³ |
| totaal | 104.406 m³ |
Bij de berekening wordt uitgegaan van de hoogste grondwaterstand voor de volledige maximale duur van de werken (worstcasescenario). De maximale invloedstraal treedt op in fase 5 en bedraagt circa 650 meter in noordelijke richting.
Grondwaterkwaliteit
Om een zicht te krijgen op de kwaliteit van het grondwater werd een indicatief onderzoek uitgevoerd:
Uit twee peilbuizen werden stalen genomen en onderzocht op PFAS en het standaardanalysepakket (SAP). Aan peilbuis P2 werd een verhoogde geleidbaarheid gemeten. Aan peilbuis P3 werd een lichte overschrijding vastgesteld van de milieukwaliteitsnorm grondwater voor tolueen (54 µg/liter) en PFBA (110 ng/liter). Binnen de invloedstraal van de bemaling werden 51 gekende dossiers geïdentificeerd. De invloed op de OVAM-dossiers werd nagegaan door gebruik te maken van ‘particle tracking’ in een grondwatermodel. De gescreende dossiers zijn deze waarbij het grondwater ervan opgepompt wordt of waarvan de stroomsnelheid van het grondwater in de situatie met bemaling verdubbeld ten opzichte van de situatie zonder bemaling (significante invloed). Volgende dossiers zijn relevant:
OVAM nr. | adres | resultaat | parameters |
4655 | Zuidkaai 4 | mogelijk opgepompt | geleidbaarheid, pH, arseen |
6003 | Vaartkaai 28-31 | mogelijk opgepompt | pH, chloriden, stikstof, chloriden, VOCl |
6139 | Vaartkaai 30 | mogelijk opgepompt | minerale olie, anionische detergenten |
10614 | Vaartkaai 29 | mogelijk opgepompt | minerale olie, PAK, Cl-, sulfaat |
12331 | Eugeen Meeusstraat 116- 118 | mogelijk opgepompt | cadmium, koper, lood, zink, nikkel, BTEX |
Aan de hand van de Technische Richtlijn Grondwaterhandelingen van OVAM wordt het verspreidingsrisico van de aanwezige grondwaterverontreinigingen bepaald.
Ovam nr. | resultaat |
4655 | Een verplaatsing van minder dan 1 meter wordt verwacht bij een retardatiefactor van 1. |
6003 | De verontreiniging met chloriden blijft binnen de contour of wordt opgepompt. |
6139 | minerale olie: Bij een retardatiefactor van 1 is er een significante versnelling van het grondwater met een verplaatsing van ongeveer 3m. Wegens de hoge retardatiefactor (100) is de effectieve verplaatsing van de verontreiniging echter niet significant. anionische detergenten: Bij een retardatiefactor van 1 is er een significante versnelling van het grondwater met een verplaatsing van ongeveer 3 m. Wegens de omvang van de contour (55m van N naar Z) is de effectieve verplaatsing van de verontreiniging echter niet significant. |
10614 | minerale olie: Bij een retardatiefactor van 1 is er een significante versnelling van het grondwater met een verplaatsing van ongeveer 3 m. Wegens de hoge retardatiefactor (100) is de effectieve verplaatsing van de verontreiniging echter niet significant. |
12331 | Cd, Cu, Pb, Ni en Zn: Bij een retardatiefactor van 1 is er een beperkte versnelling van het grondwater met een verplaatsing van ongeveer 3 m. Wegens de hoge retardatiefactoren is de effectieve verplaatsing van de verontreiniging echter niet significant. BTEX: Bij een retardatiefactor van 1 is er een beperkte versnelling van het grondwater met een verplaatsing van ongeveer 2 m. Wegens de omvang van de contour (19m van N naar Z) is de effectieve verplaatsing van de verontreiniging echter niet significant. |
Op basis van de gemodelleerde stroombanen wordt er geen significant verspreidingsrisico van de verontreinigingskernen verwacht als gevolg van de bemaling. Op basis van het bemalingsmodel worden in het effluent van de bemaling wel verhoogde concentraties verwacht voor:
Uit de achtergrondwaardenkaart voor arseen blijkt dat er van nature licht verhoogde concentraties (tussen 5 en 10 µg/liter) worden vastgesteld in het grondwater. Er wordt geen significante impact verwacht als gevolg van de lozing ervan. Voor de lozing worden derhalve lozingsnormen gevraagd.
Lozing, monitoring en advies VMM
De exploitant voorziet het grondwater in eerste instantie te lozen in oppervlaktewater (OW), namelijk het Albertkanaal, in beheer door de Vlaamse Waterweg nv, afdeling Regio Oost. Er dient geen nieuwe lozingsconstructie voorzien te worden. Op 22 november 2022 adviseerde de Vlaamse Waterweg dat er geen debietbeperking was en dat gunstig advies gegeven kon worden, rekening houdend met de voorwaarden op te leggen door VMM.
Op basis van de maximaal te verwachten waarden in het bemalingswater stelt de exploitant volgende bijzondere lozingsvoorwaarden:
parameter | concentratie in bemalingswater | gevraagde lozingsnorm | indelingscriterium /MKN | advies VMM |
chloriden | 1.161 mg/l | 900 mg/l | 200 mg/l (MKN) | 900 mg/l |
arseen | 29 µg/l | 50 µg/l | 5 µg/l | 50 µg/l |
cadmium | 1,1 µg/l | 0,8 µg/l | 0,8 µg/l | - |
stikstof totaal | 11 mg N/l (ammonium) | 15 mg N/l | 2,5 mg N/l | 15 mg N/l |
acenaftaleen | 0,62 µg/l | 0,54 µg/l | 0,06 µg/l | 0,54 µg/l |
antraceen | 0,05 µg/l | 0,10 µg/l | 0,10 µg/l | - |
∑benzo(ghi)peryle en& indendo(1,2,3- cd)pyreen | 0,012 µg/l & 0,011 µg/l | ∑0,002 µg/l | ∑0,002 µg/l | - |
fenantreen | 0,29 µg/l | 0,3 µg/l | 0,1 µg/l | 0,3 µg/l |
fluoranteen | 0,3 µg/l | 0,05 µg/l | 0,05 µg/l | - |
pyreen | 0,41 | 0,36 µg/l | 0,04 µg/l | 0,36 µg/l |
Verhoogde pH, stikstof, ammonium en chloriden worden verwacht in het effluent van de bemaling ter hoogte van streng R01-R04. Ter hoogte van streng R04-0R8 wordt verontreiniging met arseen, cadmium en PAK verwacht in het bemalingswater.
Volgende monitoring wordt voorzien voor deze bemalingsfasen:
Gezien het diffuus karakter en de grondwateranalyses ter hoogte van de bemonsterde peilbuizen, acht de aanvrager het niet nodig voor alle bemalingsstrengen analyses uit te voeren. In de aanvraag zitten verschillende studies die een grondige onderbouwing zijn van het dossier en waarschijnlijk een goed beeld geven van de (te verwachten) verontreiniging; deze blijven echter grotendeels gebaseerd op desktop-onderzoek. Het risico op onbekende verontreinigingen blijft bestaan. Daarnaast kunnen gekende verontreinigingen zich onder invloed van andere bemalingen, werkzaamheden, tijd en dergelijke ook onverwacht hebben gedragen. Om dit risico te beheersen wordt gevraagd, om naast de voorgestelde monitoring ook bij de start van fase 1, 2 en 4 een analyse te doen op SAP en PFAS om te controleren of de lozingsvoorwaarden nageleefd kunnen worden.
De projectzone valt binnen de no-regretzone van 5 tot 10 km rond 3M. De invloedstraal van de bemaling reikt tot in de no-regretzone van het Lobroekdok. Er is echter geen oppompingsrisico op basis van het bemalingsmodel. Binnen de relevante invloedstraal zijn voormalige PFAS-toepassingen gekend. Op basis hiervan wordt de projectlocatie als PFAS-verdacht beschouwd. Er zijn ter hoogte van de bemalingsstrengen bemonsteringen en analyses uitgevoerd op PFAS, die een lichte overschrijding toonden voor perfluorbutaanzuur (110 ng/liter). Het bemalingswater wordt veiligheidshalve gemonitord op PFAS bij opstart van de bemaling:
In het advies van de VMM worden geen specifieke lozingsvoorwaarden opgenomen. Er wordt van uitgegaan dat het tijdelijke beoordelingskader bij lozing bemalingswater van toepassing is. De huidige rapportagegrens van 100 ng/l per stof geldt hierbij als uitgangspunt. Ook wordt als uitgangspunt een groepsnorm voor
PFAS van 500 ng/l gehanteerd.
Indien de kwaliteit van het effluent niet aan de toetsingsnormen (voorwaarden die zullen opgenomen worden in de vergunning) voldoet, voorziet de exploitant een waterzuivering (WZI). De WZI omvat een KWS-afscheider met coalescentiefilter, influentbuffer, beluchting, zandfilter, ontwateringscontainer, actief kool kolommen, neutralisatiebuffer met pH-correctie, harsfilter arseen en cadmium, harsfilter PFAS en een effluentbuffer. Het ontwerpdebiet van de installatie is beperkt tot 50 m³/uur. Het opgepompte debiet zal beperkt moeten worden. De exploitant berekende dat dit mogelijk zou zijn door het plaatsen van damwanden op een diepte van -11 mTAW. Hierdoor zou het debiet beperkt blijven tot 1.200 m³/dag en 42.673 m³ in totaal.
Het zuiveren van stikstof (N) en chloriden (Cl-) is technisch en economisch moeilijk haalbaar voor een tijdelijke lozingssituatie. Daarom voorziet de exploitant dat bij overschrijding van deze parameters overgeschakeld wordt naar een lozing in de openbare riolering (OR), aangesloten op de RWZI van Merksem.
Dit resulteert samenvattend in vier mogelijke lozingssituaties:
LP | situatie | debiet | rubriek |
1. | geen overschrijdingen van toetsingsnormen OW: - lozing in Albertkanaal. | 98 m³/uur – 104.406 m³ | 3.4.3 |
2. | overschrijdingen van toetsingsnormen OW, exclusief N en Cl-:
| 50 m³/uur – 42.673 m³ | 3.4.2 - 3.6.3.2 |
3. | overschrijdingen van toetsingsnormen OW enkel voor N en Cl- : - lozing in OR. | 50 m³/uur - 42.673 m³ | 3.4.2 |
4. | overschrijdingen van toetsingsnormen OW voor N en Cl- en andere parameters:
| 50 m³/uur - 42.673 m³ | 3.4.2 - 3.6.3.2 |
De VMM, afdeling lucht en afvalwater geeft op 25 november 2022 een voorwaardelijk gunstig advies over de beschreven lozingssituatie. De voorwaarden opgenomen in het advies worden opgenomen in het besluit.
Hinder
Het projectgebied in Antwerpen is gelegen in industriegebied. Het machinaal plaatsen en verwijderen van de filters is een kortstondig werk (enkele dagen). Openbare werken van deze omvang genereren inherent tijdelijke hinder naar de omgeving. Via het Minder Hinderprogramma wordt een duidelijke communicatie met omwonenden en bedrijven nagestreefd, toegang tot de percelen maximaal gegarandeerd, transparantie naar fasering geboden, en dergelijke. De werken zijn tijdelijk van aard en in de onmiddellijke omgeving van het traject zijn geen woongelegenheden.
Afwijking
De exploitant vraagt een afwijking op artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II dat oplegt een meetgoot te voorzien bij het lozen van meer dan 2 m³/uur bedrijfsafvalwater. Het betreft hier een tijdelijke lozing, waardoor het installeren van een meetgoot in verhouding een overdreven maatregel is. Het opgepompte debiet kan gelijkgesteld worden aan het geloosde debiet en wordt bepaald door middel van een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Er kan afgeweken worden van artikel 4.2.5.1.1§1 op voorwaarde dat voor elk lozingspunt het debiet gemeten wordt conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II en er telkens een staalnamepunt voorzien wordt waar eenvoudig een representatief staal genomen kan worden van het geloosde afvalwater.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden, wordt voor de activiteiten die plaatsvinden op het grondgebied van stad Antwerpen, voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 98,00 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 50,00 m³/uur |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 12,00 ton |
53.2.2°b)1° | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan in een beschermd duingebied met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld; | 104.406,00 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
parameter | lozingsvoorwaarde |
arseen | 50 µg/liter |
stikstof totaal | 15 mg N/liter |
chloriden | 900 mg/liter |
parameter | Lozingsvoorwaarde |
arseen | 50 µg/liter |
chloriden | 900 mg/liter |
acenaftaleen | 0,54 µg/liter |
fenantreen | 0,3 µg/liter |
pyreen | 0,36 µg/liter |
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 5 oktober 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 21 oktober 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 20 december 2022 |
Verslag GOA | 1 december 2022 |
naam GOA | Bieke Geypens |
Bevraging aanpalenden
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
De Vlaamse Waterweg nv/ De Vlaamse Waterweg nv - afdeling Albertkanaal | 21 oktober 2022 | 22 november 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies grondwater Antwerpen | 21 oktober 2022 | 23 november 2022 | Geen advies |
Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 21 oktober 2022 | 19 november 2022 | Ongunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 21 oktober 2022 | 25 november 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
parameter | lozingsvoorwaarde |
arseen | 50 µg/liter |
stikstof totaal | 15 mg N/liter |
chloriden | 900 mg/liter |
parameter | Lozingsvoorwaarde |
arseen | 50 µg/liter |
chloriden | 900 mg/liter |
acenaftaleen | 0,54 µg/liter |
fenantreen | 0,3 µg/liter |
pyreen | 0,36 µg/liter |
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2 | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 98 m³/uur |
3.6.3.2 | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 50 m³/uur |
17.3.2.1.1.1.b | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 12 ton |
53.2.2.b.1 | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan in een beschermd duingebied met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld; | 104.406 m³/jaar |
De vergunning wordt verleend voor een periode van 3 maanden vanaf de start van de werken.