Terug
Gepubliceerd op 11/01/2023

2022_CBS_09729 - Omgevingsvergunning - OMV_2022122301. Vaartkaai te 2170 Merksem (Antwerpen) - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 16/12/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_09729 - Omgevingsvergunning - OMV_2022122301. Vaartkaai te 2170 Merksem (Antwerpen) - Goedkeuring 2022_CBS_09729 - Omgevingsvergunning - OMV_2022122301. Vaartkaai te 2170 Merksem (Antwerpen) - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer:OMV_2022122301
Gegevens van de aanvrager: NV AQUAFIN met als contactadres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar
Gegevens van de exploitant:NV AQUAFIN (0440691388) met als contactadres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar
Ligging van het project:Vaartkaai te 2170 Merksem (Antwerpen)
Kadastrale percelen:afdeling 40 sectie C nrs. 263V, 263/2B, 269H7, 269K7, 269G7, 274/3, 582L2 en 583V

waarvan:

-         20221003-0054

afdeling 40 sectie C nrs. 263/2B, 269K7, 583V, 582L2, 269G7, 269H7, 274/3 en 263V (RI3M064 bemaling)

Vergunningsplichten:Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorwerp van de aanvraag:de exploitatie van een bronbemaling voor de aanleg van een riolering


Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat een tijdelijke bronbemaling noodzakelijk voor rioleringswerken in de Vaartkaai te Merksem.

Aangevraagde rubriek(en)

Aangevraagde rubriek(en) RI3M064 bemaling

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

98,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50,00 m³/uur

17.3.2.1.1.1°

b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

12,00 ton

53.2.2°b)1°bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan in een beschermd duingebied met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld;104.406,00 m³/jaar

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

RI3M064 bemaling

  1. Bij te stellen voorwaarde:
    Artikel 4.2.3.1.3°: Van de gevaarlijke stoffen als bedoeld in bijlage 2C, mogen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1 [...], enkel die stoffen worden geloosd waarvoor in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit emissiegrenswaarden zijn vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in art. 2.3.6.1.

    Voorgesteld alternatief/aanvulling:
  2. parameter

    gevraagde norm

    chloride

    900 mg/l

    arseen

    40 µg/l

    cadmium

    0,8 µg/l

    stikstof totaal

    15 mg/l

    Acenaftaleen

    0,54 µg/l

    Anthraceen

    0,10 µg/l

    ∑benzo(ghi)peryleen & indendo(1,2,3- cd)pyreen

    0,002 µg/l

    fenantreen

    0,3 µg/l

    fluoranteen

    0,05 µg/l

    Pyreen

    0,36 µg/l


  3. Bij te stellen voorwaarde:
    Volgens artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II dient het bedrijfsafvalwater geloosd te worden via debietsmeet- en bemonsteringsapparatuur.

    Voorgesteld alternatief/aanvulling:
    De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald d.m.v. een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II (zie Bijlage R53). Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de meetmethodes voor lozing van afvalwater voorzien volgens artikel 4.2.5.1.1.
    Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, zullen er staalnames gedaan worden via een aftapkraan.

Argumentatie

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht

zijnde gewestplan, in het gebied waterweg. Binnen het havengebied werden sommige infrastructuurwerken aangeduid op het gewestplan en andere niet. Het is vrijwel onmogelijk al deze voorzieningen binnen een dergelijk dynamisch gebied op voorhand te plannen. De aanduidingen als industriegebied voor het havengebied moet dan ook toelaten dat steeds alle waterbouwkundige, infrastructuur- en uitrustingswerken mogelijk zijn. Het was echter juridisch onmogelijk dat voor het havengebied een bijzonder planologisch voorschrift werd ingevoerd, qua bodembestemming.

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag bevat geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen maar betreft een tijdelijke grondwaterbemaling. De aanvraag is dan ook verenigbaar met de omgeving

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Voor de aanleg van een riolering over een lengte van circa 500 meter in de Vaartkaai, tussen de Westkaai en Burgemeester Gabriel Theunisbrug, is er een bemaling nodig om de werken in de sleufuitgraving in den droge te kunnen uitvoeren.

Bemaling

De grondwaterstand werd in peilbuizen opgemeten tussen oktober 2020 en augustus 2021. De hoogste grondwaterstand was overal gelijk aan het maaiveldpeil, met een variatie van circa 75 cm. Het maaiveld varieert tussen +3,50 mTAW en +4,19 mTAW. Het Albertkanaal stroomt ten zuiden van de werken en is hydraulisch afgesloten van het grondwatersysteem.

Als bemalingsconcept wordt uitgegaan van een bemaling met verticale filters tot -4,00 mTAW. De diepste bemaling wordt uitgevoerd tot 3,54 m-mv. De bemaling wordt aangelegd in vijf fasen en zal 51 dagen (aaneensluitend) in beslag nemen:

fase

strengnaam

lengte

periode (dagen)

max debiet (mt)

per dag

totaal

1

R11-R09

120 m

0-11

2.350 m³

26.784 m³

2

R09-R08

88 m

11-21

1.944 m³

19.415 m³

3

R08-R07

77 m

21-30

1.836 m³

16.500 m³

4

R07-R04

77 m

30-39

1.886 m³

19.954 m³

5

R04-R01 + D01-D03 + R05-R04

130 m

39-51

2.068 m³

24.752 m³

 

totaal

104.406 m³


Bij de berekening wordt uitgegaan van de hoogste grondwaterstand voor de volledige maximale duur van de werken (worstcasescenario). De maximale invloedstraal treedt op in fase 5 en bedraagt circa 650 meter in noordelijke richting.

Grondwaterkwaliteit

Om een zicht te krijgen op de kwaliteit van het grondwater werd een indicatief onderzoek uitgevoerd:

  • veldwerk ter hoogte van het traject;
  • OVAM-dossiers binnen de invloedstraal.

Uit twee peilbuizen werden stalen genomen en onderzocht op PFAS en het standaardanalysepakket (SAP). Aan peilbuis P2 werd een verhoogde geleidbaarheid gemeten. Aan peilbuis P3 werd een lichte overschrijding vastgesteld van de milieukwaliteitsnorm grondwater voor tolueen (54 µg/liter) en PFBA (110 ng/liter). Binnen de invloedstraal van de bemaling werden 51 gekende dossiers geïdentificeerd. De invloed op de OVAM-dossiers werd nagegaan door gebruik te maken van ‘particle tracking’ in een grondwatermodel. De gescreende dossiers zijn deze waarbij het grondwater ervan opgepompt wordt of waarvan de stroomsnelheid van het grondwater in de situatie met bemaling verdubbeld ten opzichte van de situatie zonder bemaling (significante invloed). Volgende dossiers zijn relevant:

OVAM

nr.

adres

resultaat

parameters

4655

Zuidkaai 4

mogelijk opgepompt

geleidbaarheid, pH, arseen

6003

Vaartkaai 28-31

mogelijk opgepompt

pH, chloriden, stikstof, chloriden, VOCl

6139

Vaartkaai 30

mogelijk opgepompt

minerale olie, anionische detergenten

10614

Vaartkaai 29

mogelijk opgepompt

minerale olie, PAK, Cl-, sulfaat

12331

Eugeen Meeusstraat 116-

118

mogelijk opgepompt

cadmium, koper, lood, zink, nikkel, BTEX


Aan de hand van de Technische Richtlijn Grondwaterhandelingen van OVAM wordt het verspreidingsrisico van de aanwezige grondwaterverontreinigingen bepaald.

 

Ovam nr.resultaat

4655

Een verplaatsing van minder dan 1 meter wordt verwacht bij een retardatiefactor van 1.

6003

De verontreiniging met chloriden blijft binnen de contour of wordt opgepompt.

6139

minerale olie: Bij een retardatiefactor van 1 is er een significante versnelling van het grondwater met een verplaatsing van ongeveer 3m. Wegens de hoge retardatiefactor (100) is de effectieve verplaatsing van de verontreiniging echter niet significant.

anionische detergenten: Bij een retardatiefactor van 1 is er een significante versnelling van het grondwater met een verplaatsing van ongeveer 3 m. Wegens de omvang van de contour (55m van N naar Z) is de effectieve verplaatsing van de verontreiniging echter niet significant.

10614

minerale olie: Bij een retardatiefactor van 1 is er een significante versnelling van het grondwater met een verplaatsing van ongeveer 3 m. Wegens de hoge retardatiefactor (100) is de effectieve verplaatsing van de verontreiniging echter niet significant.

12331

Cd, Cu, Pb, Ni en Zn: Bij een retardatiefactor van 1 is er een beperkte versnelling van het grondwater met een verplaatsing van ongeveer 3 m. Wegens de hoge retardatiefactoren is de effectieve verplaatsing van de verontreiniging echter niet significant.

BTEX: Bij een retardatiefactor van 1 is er een beperkte versnelling van het grondwater met een verplaatsing van ongeveer 2 m. Wegens de omvang van de contour (19m van N naar Z) is de effectieve verplaatsing van de verontreiniging echter niet significant.


Op basis van de gemodelleerde stroombanen wordt er geen significant verspreidingsrisico van de verontreinigingskernen verwacht als gevolg van de bemaling. Op basis van het bemalingsmodel worden in het effluent van de bemaling wel verhoogde concentraties verwacht voor:

  • pH, stikstof (Kjeldahl), ammonium/ammoniak en chloriden (afkomstig van dossier 6003);
  • PAK (afkomstig van dossier 10614).

Uit de achtergrondwaardenkaart voor arseen blijkt dat er van nature licht verhoogde concentraties (tussen 5 en 10 µg/liter) worden vastgesteld in het grondwater. Er wordt geen significante impact verwacht als gevolg van de lozing ervan. Voor de lozing worden derhalve lozingsnormen gevraagd.

Lozing, monitoring en advies VMM

De exploitant voorziet het grondwater in eerste instantie te lozen in oppervlaktewater (OW), namelijk het Albertkanaal, in beheer door de Vlaamse Waterweg nv, afdeling Regio Oost. Er dient geen nieuwe lozingsconstructie voorzien te worden. Op 22 november 2022 adviseerde de Vlaamse Waterweg dat er geen debietbeperking was en dat gunstig advies gegeven kon worden, rekening houdend met de voorwaarden op te leggen door VMM.

Op basis van de maximaal te verwachten waarden in het bemalingswater stelt de exploitant volgende bijzondere lozingsvoorwaarden: 


parameter
concentratie in bemalingswatergevraagde lozingsnorm

indelingscriterium

/MKN

advies VMM
chloriden1.161 mg/l900 mg/l200 mg/l (MKN)900 mg/l

arseen

29 µg/l

50 µg/l

5 µg/l

50 µg/l

cadmium

1,1 µg/l

0,8 µg/l

0,8 µg/l

-

stikstof totaal

11 mg N/l (ammonium)

15 mg N/l

2,5 mg N/l

15 mg N/l

acenaftaleen

0,62 µg/l

0,54 µg/l

0,06 µg/l

0,54 µg/l

antraceen

0,05 µg/l

0,10 µg/l

0,10 µg/l

-

∑benzo(ghi)peryle

en& indendo(1,2,3- cd)pyreen

0,012 µg/l &

0,011 µg/l

∑0,002 µg/l

∑0,002 µg/l

-

fenantreen

0,29 µg/l

0,3 µg/l

0,1 µg/l

0,3 µg/l

fluoranteen

0,3 µg/l

0,05 µg/l

0,05 µg/l

-

pyreen

0,41

0,36 µg/l

0,04 µg/l

0,36 µg/l


Verhoogde pH, stikstof, ammonium en chloriden worden verwacht in het effluent van de bemaling ter hoogte van streng R01-R04. Ter hoogte van streng R04-0R8 wordt verontreiniging met arseen, cadmium en PAK verwacht in het bemalingswater.

Volgende monitoring wordt voorzien voor deze bemalingsfasen:

  • de bemaling wordt ingeschakeld voor bemonstering en analyse op deze parameters;
  • vervolgens 3x per week gedurende week 1;
  • vervolgens wekelijks.

Gezien het diffuus karakter en de grondwateranalyses ter hoogte van de bemonsterde peilbuizen, acht de aanvrager het niet nodig voor alle bemalingsstrengen analyses uit te voeren. In de aanvraag zitten verschillende studies die een grondige onderbouwing zijn van het dossier en waarschijnlijk een goed beeld geven van de (te verwachten) verontreiniging; deze blijven echter grotendeels gebaseerd op desktop-onderzoek. Het risico op onbekende verontreinigingen blijft bestaan. Daarnaast kunnen gekende verontreinigingen zich onder invloed van andere bemalingen, werkzaamheden, tijd en dergelijke ook onverwacht hebben gedragen. Om dit risico te beheersen wordt gevraagd, om naast de voorgestelde monitoring ook bij de start van fase 1, 2 en 4 een analyse te doen op SAP en PFAS om te controleren of de lozingsvoorwaarden nageleefd kunnen worden.

De projectzone valt binnen de no-regretzone van 5 tot 10 km rond 3M. De invloedstraal van de bemaling reikt tot in de no-regretzone van het Lobroekdok. Er is echter geen oppompingsrisico op basis van het bemalingsmodel. Binnen de relevante invloedstraal zijn voormalige PFAS-toepassingen gekend. Op basis hiervan wordt de projectlocatie als PFAS-verdacht beschouwd. Er zijn ter hoogte van de bemalingsstrengen bemonsteringen en analyses uitgevoerd op PFAS, die een lichte overschrijding toonden voor perfluorbutaanzuur (110 ng/liter). Het bemalingswater wordt veiligheidshalve gemonitord op PFAS bij opstart van de bemaling:

  • bij opstart van de eerste bemalingsstreng;
  • één week na de opstart.

In het advies van de VMM worden geen specifieke lozingsvoorwaarden opgenomen. Er wordt van uitgegaan dat het tijdelijke beoordelingskader bij lozing bemalingswater van toepassing is. De huidige rapportagegrens van 100 ng/l per stof geldt hierbij als uitgangspunt. Ook wordt als uitgangspunt een groepsnorm voor

PFAS van 500 ng/l gehanteerd.

Indien de kwaliteit van het effluent niet aan de toetsingsnormen (voorwaarden die zullen opgenomen worden in de vergunning) voldoet, voorziet de exploitant een waterzuivering (WZI). De WZI omvat een KWS-afscheider met coalescentiefilter, influentbuffer, beluchting, zandfilter, ontwateringscontainer, actief kool kolommen, neutralisatiebuffer met pH-correctie, harsfilter arseen en cadmium, harsfilter PFAS en een effluentbuffer. Het ontwerpdebiet van de installatie is beperkt tot 50 m³/uur. Het opgepompte debiet zal beperkt moeten worden. De exploitant berekende dat dit mogelijk zou zijn door het plaatsen van damwanden op een diepte van -11 mTAW. Hierdoor zou het debiet beperkt blijven tot 1.200 m³/dag en 42.673 m³ in totaal.

Het zuiveren van stikstof (N) en chloriden (Cl-) is technisch en economisch moeilijk haalbaar voor een tijdelijke lozingssituatie. Daarom voorziet de exploitant dat bij overschrijding van deze parameters overgeschakeld wordt naar een lozing in de openbare riolering (OR), aangesloten op de RWZI van Merksem.

Dit resulteert samenvattend in vier mogelijke lozingssituaties:

LP

situatie

debiet

rubriek

1.

geen overschrijdingen van toetsingsnormen OW:

-     lozing in Albertkanaal.

98 m³/uur – 104.406 m³

3.4.3

2.

overschrijdingen van toetsingsnormen OW, exclusief N en Cl-:

  • WZI;
  • lozing in Albertkanaal.

50 m³/uur – 42.673 m³

3.4.2 - 3.6.3.2

3.

overschrijdingen van toetsingsnormen OW enkel voor N en Cl- :

-     lozing in OR.

50 m³/uur - 42.673 m³

3.4.2

4.

overschrijdingen van toetsingsnormen OW voor N en Cl- en andere parameters:

  • WZI;
  • lozing in OR.

50 m³/uur - 42.673 m³

3.4.2 - 3.6.3.2

De VMM, afdeling lucht en afvalwater geeft op 25 november 2022 een voorwaardelijk gunstig advies over de beschreven lozingssituatie. De voorwaarden opgenomen in het advies worden opgenomen in het besluit.

Hinder

Het projectgebied in Antwerpen is gelegen in industriegebied. Het machinaal plaatsen en verwijderen van de filters is een kortstondig werk (enkele dagen). Openbare werken van deze omvang genereren inherent tijdelijke hinder naar de omgeving. Via het Minder Hinderprogramma wordt een duidelijke communicatie met omwonenden en bedrijven nagestreefd, toegang tot de percelen maximaal gegarandeerd, transparantie naar fasering geboden, en dergelijke. De werken zijn tijdelijk van aard en in de onmiddellijke omgeving van het traject zijn geen woongelegenheden.

Afwijking

De exploitant vraagt een afwijking op artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II dat oplegt een meetgoot te voorzien bij het lozen van meer dan 2 m³/uur bedrijfsafvalwater. Het betreft hier een tijdelijke lozing, waardoor het installeren van een meetgoot in verhouding een overdreven maatregel is. Het opgepompte debiet kan gelijkgesteld worden aan het geloosde debiet en wordt bepaald door middel van een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Er kan afgeweken worden van artikel 4.2.5.1.1§1 op voorwaarde dat voor elk lozingspunt het debiet gemeten wordt conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II en er telkens een staalnamepunt voorzien wordt waar eenvoudig een representatief staal genomen kan worden van het geloosde afvalwater.

Advies aan het college

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden, wordt voor de activiteiten die plaatsvinden op het grondgebied van stad Antwerpen, voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

98,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50,00 m³/uur

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

12,00 ton

53.2.2°b)1°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan in een beschermd duingebied met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld;

104.406,00 m³/jaar


Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

  1. Voor lozing in de oppervlaktewater moet voldaan worden aan de algemene lozingsvoorwaarden en aanvullende bijzondere lozingsvoorwaarden:

    parameter

    lozingsvoorwaarde

    arseen

    50 µg/liter

    stikstof totaal

    15 mg N/liter

    chloriden

    900 mg/liter

  2. Voor lozing in de openbare riolering, aangesloten op de RWZI Merksem,  moet voldaan worden aan de algemene lozingsvoorwaarden en aanvullende bijzondere lozingsvoorwaarden:

    parameter

    Lozingsvoorwaarde

    arseen

    50 µg/liter

    chloriden

    900 mg/liter

    acenaftaleen

    0,54 µg/liter

    fenantreen

    0,3 µg/liter

    pyreen

    0,36 µg/liter

  3. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1.§1 dient geen meetgoot voorzien te worden op voorwaarde dat de bepaling van hoofdstuk 5.53 van Vlarem II nageleefd worden.
  4. Ten minste volgende monitoring wordt voorzien:
    • Voor de bemaling ter hoogte van streng R01-R04:
      • de bemaling wordt ingeschakeld voor bemonstering en analyse op de parameters pH, stikstof, ammonium en chloriden;
      • vervolgens 3x per week gedurende week 1;
      • vervolgens wekelijks.
    • Voor de bemaling ter hoogte van streng R04-08:
      • de bemaling wordt ingeschakeld voor bemonstering en analyse op de parameters arseen, PAK en cadmium;
      • vervolgens 3x per week gedurende week 1;
      • vervolgens wekelijks.
    • Voor de bemalingen ter hoogte van R11-R09, R09-R08 en R07-R04:
      • de bemaling wordt ingeschakeld voor bemonstering en analyse op het SAP en PFAS.
  5. De startdatum van de bemaling en de contactgegevens van de werfverantwoordelijke worden gemeld aan het college (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer OMV_2022122301).
  6. De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf:
      • in de eerste week van elke bemalingsfase (nieuw bemalingspeil): vijfmaal;
      • voor de overige periode: wekelijks.
  7. Het grondwaterpeil dient opgevolgd te worden in minstens één peilbuis ter hoogte van elke bouwput met minstens één filter in elke laag waaruit gepompt wordt. Het grondwaterpeil wordt opgemeten en genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgende frequentie:
    • voor de opstart van de bemaling: éénmaal;
    • in de eerste week van elke bemalingsfase: vijfmaal;
    • voor de overige periode: wekelijks.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

5 oktober 2022

Volledig en ontvankelijk

21 oktober 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

20 december 2022

Verslag GOA

1 december 2022

naam GOA

Bieke Geypens

 

Bevraging aanpalenden

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

De Vlaamse Waterweg nv/ De Vlaamse Waterweg nv - afdeling Albertkanaal

21 oktober 2022

22 november 2022

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies grondwater Antwerpen

21 oktober 2022

23 november 2022

Geen advies

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

21 oktober 2022

19 november 2022

Ongunstig

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

21 oktober 2022

25 november 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden: 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Bijzondere milieuvoorwaarden

  1. Voor lozing in de oppervlaktewater moet voldaan worden aan de algemene lozingsvoorwaarden en aanvullende bijzondere lozingsvoorwaarden:

    parameter

    lozingsvoorwaarde

    arseen

    50 µg/liter

    stikstof totaal

    15 mg N/liter

    chloriden

    900 mg/liter

  2. Voor lozing in de openbare riolering, aangesloten op de RWZI Merksem, moet voldaan worden aan de algemene lozingsvoorwaarden en aanvullende bijzondere lozingsvoorwaarden:
    parameterLozingsvoorwaarde

    arseen

    50 µg/liter

    chloriden

    900 mg/liter

    acenaftaleen

    0,54 µg/liter

    fenantreen

    0,3 µg/liter

    pyreen

    0,36 µg/liter

  3. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1.§1 dient geen meetgoot voorzien te worden op voorwaarde dat de bepaling van hoofdstuk 5.53 van Vlarem II nageleefd worden.
  4. Tenminste volgende monitoring wordt voorzien:
    • Voor de bemaling ter hoogte van streng R01-R04:
      • de bemaling wordt ingeschakeld voor bemonstering en analyse op de parameters pH, stikstof, ammonium en chloriden;
      • vervolgens 3x per week gedurende week 1;
      • vervolgens wekelijks.
    • Voor de bemaling ter hoogte van streng R04-08:
      • de bemaling wordt ingeschakeld voor bemonstering en analyse op de parameters arseen, PAK en cadmium;
      • vervolgens 3x per week gedurende week 1;
      • vervolgens wekelijks.
    • Voor de bemalingen ter hoogte van R11-R09, R09-R08 en R07-R04:
      • de bemaling wordt ingeschakeld voor bemonstering en analyse op het SAP en PFAS.
  5. De startdatum van de bemaling en de contactgegevens van de werfverantwoordelijke worden gemeld aan het college (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer OMV_2022122301).
  6. De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf:
    • in de eerste week van elke bemalingsfase (nieuw bemalingspeil): vijfmaal;
    • voor de overige periode: wekelijks.
  7. Het grondwaterpeil dient opgevolgd te worden in minstens één peilbuis ter hoogte van elke bouwput met minstens één filter in elke laag waaruit gepompt wordt. Het grondwaterpeil wordt opgemeten en genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgende frequentie:
    • voor de opstart van de bemaling: éénmaal;
    • in de eerste week van elke bemalingsfase: vijfmaal;
    • voor de overige periode: wekelijks.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

98 m³/uur

3.6.3.2

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50 m³/uur

17.3.2.1.1.1.b

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

12 ton

53.2.2.b.1

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan in een beschermd duingebied met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld;

104.406 m³/jaar

Artikel 4

De vergunning wordt verleend voor een periode van 3 maanden vanaf de start van de werken.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.