Terug
Gepubliceerd op 11/01/2023

2022_CBS_09829 - Omgevingsvergunning - OMV_2022134507 Herentalsebaan 68 te 2100 Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 16/12/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_09829 - Omgevingsvergunning - OMV_2022134507 Herentalsebaan 68 te 2100 Deurne - Goedkeuring 2022_CBS_09829 - Omgevingsvergunning - OMV_2022134507 Herentalsebaan 68 te 2100 Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer: 

OMV_2022134507 

Gegevens van de aanvrager: 

BV Milestone Projects met als adres Bredestraat_AN 19 te 2000 Antwerpen 

Gegevens van de exploitant: 

BV Milestone Projects met als adres Bredestraat_AN 19 te 2000 Antwerpen 

 

Ligging van het project: 

Herentalsebaan 68 te 2100 Deurne (Antwerpen) 

Kadastrale percelen: 

Afdeling 32 sectie B nr. 1017Y22 

Vergunningsplichten: 

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten 

Voorwerp van de aanvraag: 

Verbouwen en optoppen van een meergezinswoning 


Omschrijving stedenbouwkundige handelingen  

Relevante voorgeschiedenis 

  • 25/06/1990: vergunning (629#882) voor uitbreidingswerken aan bestaande drukkerij; 
  • 23/03/1934: toelating (329#10570) voor het bouwen van een benzinetank; 
  • 27/10/1933: toelating (329#10358) voor het bouwen van een garage; 
  • 1/01/1923: toelating (329#422) voor het bouwen van twee huizen met magazijn. 

Geacht vergunde toestand 

  • functie: gemengd gebouw: 
    • gelijkvloers en achterbouw: dienstverlening; 
    • verdiepingen: wonen met 2 woongelegenheden; 
  • bouwvolume:  
    • 3 bouwlagen met plat dak;  
    • kroonlijsthoogte van 10,36 m vooraan;  
    • achterbouw van 2 bouwlagen met plat dak; 
    • kroonlijsthoogte achterbouw van 6,99 m; 
    • bouwdiepte hoofdgebouw van circa 12 m op de verdiepingen; 
    • uitbreiding verdiepingen aan de linkerzijde tot een bouwdiepte van circa 16 m; 
  • gevelafwerking:  
    • witte sierpleister; 
    • plint en dorpels in arduin; 
    • buitenschrijnwerk gelijkvloers in wit geschilderd hout en op de verdiepingen in wit pvc; 
    • dubbele poort aan de rechterzijde naar de achterliggende werkplaats en magazijn; 
  • inrichting: volledige perceel bebouwd op het gelijkvloers. 

Bestaande toestand 

  • Conform geacht vergunde toestand. 

Nieuwe toestand 

  • functie: gemengd gebouw: 
    • voorzijde gelijkvloers: gemeenschappelijke kantoorruimte, inkom naar de appartementen en fietsenstalling;  
    • achterbouw ongewijzigd: dienstverlening; 
    • verdiepingen: wonen met 3 woongelegenheden: 
      • 2 eenslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 64?m²; 
      • 1 eenslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 50 m²; 
  • bouwvolume:  
    • extra bouwlaag op het hoofdvolume; 
    • kroonlijsthoogte van 13,40?m; 
    • dakterras op de eerste en derde verdieping; 
    • terras aan de zijgevel van de uitbreiding op de tweede verdieping; 
  • gevelafwerking:  
    • nieuwe bouwlaag in zwart geprofileerde aluminium panelen; 
    • het buitenschrijnwerk van de nieuwe bouwlaag wordt uitgevoerd in zwarte PVC. 

Inhoud van de aanvraag 

  • vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 3; 
  • uitbreiden van het volume met extra bouwlaag;  
  • wijzigen van de voorgevel;  
  • wijzigen van de scheimuren;  
  • doorvoeren van interne constructieve werken. 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt: 

Adviezen 

Externe adviezen  

Adviesinstantie 

Datum advies gevraagd 

Datum advies ontvangen 

Advies 

Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV – District Antwerpen 

28 oktober 2022 

23 november 2022 

Voorwaardelijk gunstig 

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht – Hulpverleningszone 1 (Antwerpen) 

Brandweerzone Antwerpen BZA 

28 oktober 2022 

28 november 2022 

Voorwaardelijk gunstig 

 

Interne adviezen  

Adviesinstantie 

Datum advies gevraagd 

Datum advies 

Ondernemen en Stadsmarketing/Klantencontacten en Dienstverlening/Loket Thema Wonen – huisnummering 

28 oktober 2022 

29 oktober 2022 

Stadsontwikkeling/Omgeving/Vergunningen Milieu 

28 oktober 2022 

7 november 2022 


Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen  

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem. 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). 

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria: 

  • de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten; 
  • de eigen aard van het betrokken gebied; 
  • de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein. 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.) 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling. 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. 


Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen 

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5?juli?2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater) 

    De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.  
  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid) 

    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag. 

Algemene bouwverordeningen 

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer) 

    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag. 


Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen 

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’) 

  • De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op de volgende punten: 
    • Artikel 6 Harmonie en draagkracht:  
      De afwerking van de nieuwe bouwlagen is niet in harmonie met de omgeving. 
    • Artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:
      Omwille van de stedelijke opwarming is een gevelafwerking met zwarte aluminium panelen niet wenselijk. Deze afwerking wordt ook als niet esthetisch verantwoord gezien. 
    • Artikel 34: stabiliteit en scheidingsmuren: 
      Er wordt geen dakopstand van minimaal 0,30 m voorzien op de bovenste bouwlaag ten opzichte van de aanpalers. 

Sectorale regelgeving 

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid. 

    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. 

    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 
  • Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
    (De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”) 

    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021. 
  • Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.  

    (De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en     uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
    Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag. 


Omgevingstoets  

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Functionele inpasbaarheid 

Het bestaande pand betreft een gemengd gebouw dat bestaat uit een werkplaats met bijhorende functies en twee woongelegenheden op de verdiepingen in het hoofdgebouw. 

De bestaande dienstverlening ter hoogte van de gelijkvloerse verdieping blijft behouden. Verder wordt in het hoofdgebouw een bijkomende woongelegenheid voorzien, waardoor het aantal woongelegenheden op het perceel gewijzigd wordt van twee naar drie. 

Voorliggende aanvraag omvat vervolgens geen functiewijziging. De bestaande functies blijven behouden en komen hiermee overeen met de kenmerkende functies in de straat. 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid 

Het perceel is in de huidige toestand volledig bebouwd. Het hoofdgebouw aan de straat bestaat uit drie bouwlagen onder een plat dak. Achteraan het perceel is de bebouwing twee bouwlagen hoog. 

Inzake volumetrie betreft de aanvraag het uitbreiden van het hoofdvolume met een bijkomende bouwlaag. De bebouwing van twee bouwlagen achteraan het perceel blijft behouden. 

De uitbreiding van het hoofdvolume met één bijkomende laag is in harmonie met de direct aanpalende panden, die worden gekenmerkt door volumes van voornamelijk drie of vier lagen onder plat dak. 

Visueel-vormelijke elementen 

De materialisatie aan de bestaande voorgevel wordt behouden, alsook de bestaande kroonlijst. De nieuwe bouwlaag wordt in een ander materiaal afgewerkt, namelijk zwarte geprofileerde aluminium panelen. De voorgestelde materialisatie is volgens artikels 6 en 11 van de bouwcode niet in harmonie met de kenmerkende materialisatie voor bouwlagen boven een kroonlijst. Deze lagen zijn overwegend afgewerkt met een dakmateriaal zoals leien. Het afwerken van de voorgevel van de daklaag in een dakmateriaal zoals leien wordt opgelegd als voorwaarden bij de vergunning.  

De achtergevel in wit pleisterwerk en zwart pvc schrijnwerk is hedendaags en stedenbouwkundig inpasbaar. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen 

De aanvraag is strijdig met artikel 34 van de bouwcode door een te lage opstand van de scheimuren. Hiervan kan niet afgeweken worden. Om brandoverslag te voorkomen wordt als voorwaarde bij de vergunning een niet-brandbare strook opgelegd. 

Aan de achtergevel ter hoogte van de verdiepingen wordt telkens een terras voorzien. Ter hoogte van het terras op de bovenste verdieping worden de scheidingsmuren ter hoogte van de linker en rechter aanpalende verhoogd. Ter hoogte van de linker aanpalende is dit toelaatbaar aangezien deze ophoging geen bijkomende onaanvaardbare hinder creëert. Ter hoogte van de rechter aanpaler is een ophoging van de scheimuur niet toelaatbaar wegens bijkomende onaanvaardbare hinder ten opzichte van de aanpalende. Daarom wordt in voorwaarden bij de vergunning opgelegd om het terras te voorzien binnen maximum contouren volgens de regels van het burgerlijk wetboek waarbij geen scheimuurophoging aan de rechterzijde nodig is. 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoen de appartementen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte) 

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen. 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. 

Gezien er 1 wooneenheid bij komt bij een woonproject < 5 wooneenheden is de parkeerbehoefte 1 per wooneenheid. De werkelijke parkeerbehoefte is 1  

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.  

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. Echter bevindt zich in de bestaande situatie al een poort naar de achtergelegen werkplaats. Deze poort blijft behouden en doet in de nieuwe toestand dienst als toegangspoort naar de onderdoorgang. Via deze onderdoorgang zijn de appartementen toegankelijk en kunnen de fietsen gestald worden. Het voorzien van een bijkomende poort of een parkeerplaats op eigen terrein is vervolgens niet mogelijk.  

Het (bijgestelde) aantal ontbrekendautostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1. 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1. 

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.  

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.  

 

Fietsenvoorzieningen 

Er worden 7 fietsparkeerplaatsen bijgevoegd op het gelijkvloers waar er momenteel een kleine kantoorruimte was. Deze fietsparkeerplaatsen zijn afsluitbaar en overdekt. In het advies van de brandweer wordt opgemerkt dat de fietsenstalling niet gecompartimenteerd is van de evacuatieweg. Daarom wordt in voorwaarden opgelegd om de fietsenstalling te compartimenteren zoals opgelegd in het brandweeradvies. 

Advies aan het college  

Advies over de stedenbouwkundige handelingen 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden. 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden   

  1. De daklaag dient afgewerkt te worden in een dakmateriaal zoals leien. 
  2. Het terras achteraan de derde verdieping dient zich te beperken tot de maximum contouren volgens de regels van het burgerlijk wetboek waarbij geen scheimuurophoging met de rechter aanpalende wordt voorzien. 
  3. De fietsenstalling dient gecompartimenteerd te worden van de evacuatieweg conform de bepalingen in het brandweeradvies. 
  4. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven. 
  5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. 
  6. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.  

Fasering

Procedurestap 

Datum 

Indiening aanvraag 

12 oktober 2022 

Volledig en ontvankelijk 

28 oktober 2022 

Start openbaar onderzoek 

GEEN 

Einde openbaar onderzoek 

GEEN 

Gemeenteraad voor wegenwerken 

GEEN 

Uiterste beslissingsdatum 

27 december 2022 

Verslag GOA 

9 december 2022 

naam GOA 

Katrine Leemans 


Bevraging aanpalenden 

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten 

Schriftelijke bezwaar-schriften 

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften 

Petitie-lijsten 

Digitale bezwaar-schriften 

0 

0 

0 

0 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie. 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:? 

Algemene voorwaarden 

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken. 

Stedenbouwkundige voorwaarden 

  1. De daklaag dient afgewerkt te worden in een dakmateriaal zoals leien. 
  2. Het terras achteraan de derde verdieping dient zich te beperken tot de maximum contouren volgens de regels van het burgerlijk wetboek waarbij geen scheimuurophoging met de rechter aanpalende wordt voorzien. 
  3. De fietsenstalling dient gecompartimenteerd te worden van de evacuatieweg conform de bepalingen in het brandweeradvies. 
  4. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven. 
  5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. 
  6. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand. 

Brandweervoorwaarden 

De brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/CVB/2022/G.01061.A1.0008 zijn van toepassing.

Artikel 3

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur. 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.