Terug
Gepubliceerd op 11/01/2023

2022_CBS_09833 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2022129368. Leo Bosschartlaan 20, District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 16/12/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_09833 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2022129368. Leo Bosschartlaan 20, District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_09833 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2022129368. Leo Bosschartlaan 20, District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

  • een openbaar onderzoek te houden;
  • advies uit te brengen.
Projectnummer:
OMV_2022129368
Gegevens van de aanvrager:
Smulders Projects Belgium
Gegevens van de exploitant:
0865525060 met als contactadres Leo Bosschartlaan 20 te Hoboken -  District Antwerpen
Ligging van het project:
Leo Bosschartlaan 20 te Hoboken - District (Antwerpen)
Kadastrale percelen:
37afdeling Antwerpen / 2de afdeling Hoboken, sectie C, nrs. 3S, 3K, 3V, 3W
Vergunningsplichten:
Stedenbouwkundig handelingen
Voorwerp van de aanvraag:
Verbouwen en/of uitbreiden zonder functiewijziging en zonder wijziging van aantal woongelegenheden


Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis 

  • 19/11/2020: vergunning (20202658) voor de verandering door wijziging en uitbreiding van een metaalconstructiebedrijf;
  • 20/09/2019: vergunning (20192095) voor het uitbreiden van een kantoorgebouw;
  • 25/04/2019: vergunning (201942) voor het plaatsen en exploiteren van een WKK installatie, verlengen van een geluidsmuur en regulariseren van een technische installatie;
  • 21/06/2018: vergunning (2018601) voor verandering door wijziging en uitbreiding van een metaalconstructiebedrijf;
  • 28/04/2017: vergunning (2017237) voor de uitbreiding van een bestaande industriehal (blauwe loods) en afbraak van een bestaande garage;
  • 04/03/2016: vergunning (20152913) voor de uitbreiding van een bestaande industriehal.

Vergunde toestand 

  • Industriehal op een industrieterrein;
  • Vrijstaand volume onder licht hellend dak.

Bestaande toestand

  • Toegevoegd volume ingericht met gelijkvloers magazijn en bovenliggende kantoorruimtes;
  • 3 bouwlagen onder plat dak doorheen de gevel, deels in en deels buiten de industriehal.

Nieuwe toestand

  • Behoud van de bestaande toestand;
  • Toevoeging van een quasi identiek volume naast en aansluitend op de bestaande kantoorunit;
  • Inrichting extra kantoorruimtes;
  • Nieuwe externe trapconstructie;
  • Gevelbekleding in staal met grijs, aluminium buitenschrijnwerk.

Inhoud van de aanvraag

  • uitbreiden van het volume; 
  • inrichten van kantoorfunctie.

Argumentatie

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen  

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via  https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
    De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
    • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten: de tweede verdieping van de te regulariseren kantoorunit heeft een hoogte van slechts 2m35 in plaats van de minimaal vereiste 2m60.
    • Artikel 24 Minimale lichtinval en luchttoevoer: de vergaderruimtes +1.02 en +2.03 ontvangt geen rechtstreekse lichtinval en luchttoevoer.
    • Artikel 38 Groendaken: geen enkel van beide, externe dakgedeeltes wordt als groendak voorzien.

Sectorale regelgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
  • Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
    (De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
    De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
  • Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
    (De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
    Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Minimale hoogte van ruimten (art.21):

  • Conform de bepalingen van de bouwcode moet iedere ruimte waar gebruikers voor langer tijd verblijven over een voldoende interne binnenhoogte beschikken. De voorschriften van de bouwcode leggen voor verblijfsruimtes een binnenhoogte op van minmaal 2,6 meter. Er wordt opgemerkt dat de kantoorruimte van het te regulariseren gebouw op de 2de verdieping niet over deze minimale hoogte beschikt. Er wordt in deze ruimtes een interne hoogte voorzien van 2,35 meter. Het betreft hier echter een beperkt aandeel van de totale kantoorruimten waardoor in alle redelijkheid conform artikel 3 van de bouwcode een afwijking kan worden toegestaan op artikel 21.   

Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer (art.24):

  • Licht en lucht worden gezien als basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen langer verblijven. De bouwcode legt daarom duidelijke randvoorwaarden op voor de minimale lichttoetreding en voor verblijfsruimten. Dit wilt concreet zeggen dat iedere verblijfsruimte rechtstreekse toegang moet hebben tot natuurlijke verlichting en verluchting. Vergaderzalen 1.03 en 2.03 voldoen hier niet aan. Beide vergaderzalen worden voorzien van een groot raampartij wat evenwijdig ligt met de ramen in de gevel. Hierdoor kan deze ruimte voldoende natuurlijk verlicht worden. Mits deze ruimtes voorzien worden van afdoende mechanische ventilatie kan er een afwijking worden toegestaan op dit artikel.

Groendak (art.38):

  • De uitbreidingen worden niet uitgevoerd met een groendak zoals opgelegd in de bouwcode. In de aanvraag wordt er geen motivering voor deze afwijking aangedragen. Er is bijgevolg ook geen gegronde aanleiding om af te wijken van dit geldende voorschrift. Dus wordt  in voorwaarde opgenomen dat de kantoorruimte voorzien moeten worden van een groendak.

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op het regulariseren en uitbreiden van kantoorruimte horende bij een industriële site. De voorgestelde werkzaamheden werden ook gunstig geadviseerd door de stedelijke dienst business en bedrijvigheid. Er kan bijgevolg worden vastgesteld dat de aanvraag functioneel inpasbaar is in dit industriegebied. 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag heeft betrekking op het plaatsen van kantoorruimte horende bij een industriële site. De schaalgrootte van de uitbreiding is beperkt in het grotere geheel van de site. Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar. 

Visueel-vormelijke elementen

De gevels van deze kantoorruimte worden uitgevoerd in een blauwe gevelbekleding conform het hoofdvolume van de industriële hal. Dit materiaalgebruik is visueel inpasbaar in dit industriegebied.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits opvolging van de voorgestelde voorwaarde voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.

“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding. Er komt een kantoorgebouw over 3 verdiepingen bij. Deze wordt deels in de hal en deels uitspringend voorzien. Het kantoor breidt uit met 5,20 meter x 26,60 m x 3 verdiepingen = 414,96m².

De parkeerbehoefte voor kantoor is 4,14.96m²/100m² x 1,55 = 6,43 afgerond 6 parkeerplaatsen. De industriehal neemt af met 2,55m x 26.60 = 60,83m². Daarmee verminderd de parkeerbehoefte met 67,83m²/100m² x 1,35 = 0,92 afgerond 1 parkeerplaats

De werkelijke parkeerbehoefte is 5”

De plannen voorzien in geen nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5.

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein. 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 5.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. 

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 5.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 5 plaatsen.

 

Fietsvoorziening:

“Voor de uitbreiding zijn (414,96m – 67,83m) x 1,25 = 4,34 afgerond 4 bijkomende stalplaatsen nodig.”

Dit wordt mee opgenomen in de voorwaard. 

Advies van het college 

Het college beslist een voorwaardelijk gunstig advies te verlenen.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De dakstructuren van de kantoorruimtes moeten aangelegd worden met een groendak conform artikel 38 van de bouwcode.
  2. Vergaderzalen 1.03 en  2.03 moeten voorzien worden van natuurlijke ventilatie.
  3. Er moeten op de site 4 bijkomende fietsstalplaatsen voorzien worden conform de inrichtingsprincipes van artikel 29 van de bouwcode.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten. 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

25/10/2022

Start openbaar onderzoek

10/11/2022

Einde openbaar onderzoek

11/12/2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

14/12/2022


Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

10 november 2022

9 december 2022

Nvt.

Nvt.

Nvt.

0


Bespreking van de bezwaren

Wegens een cyberaanval op de stad Antwerpen werd het openbaar onderzoek geschaad en konden eventuele analoog ingediende bezwaarschriften niet meer worden verwerkt.

Gelieve ook rekening te houden met het feit dat de stad Antwerpen nog niet in de mogelijkheid is om onmiddellijk een nieuw openbaar onderzoek op te starten


Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.