2022_CBS_09807 - De Kringwinkel Antwerpen vzw -Uitbesteding Inboedels (na uithuiszetting) - Samenwerkingsovereenkomst. Ondertekening - Goedkeuring

De wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 “Goederen” van het burgerlijk wetboek schrijft de rechten en de plichten van steden en gemeenten voor met betrekking tot gevonden voorwerpen (waaronder ook inboedels). Steden en gemeenten zijn verplicht om wanneer na het vonnis van de vrederechter een inboedel door de gerechtsdeurwaarder op de openbare weg wordt geplaatst, de goederen zes maanden te stockeren. Na zes maanden mag de stad of de gemeente er op economisch verantwoorde wijze over beschikken. De eigenaar blijft echter vijf jaar eigenaar (zes maanden van de goederen en vervolgens van de vervangwaarde).

Deze taak werd tot op heden door de dienst Stadsbeheer/Bijzondere Opdrachten en Feestmateriaal (SB/BOF) opgenomen, conform de decretaal opgelegde taken.

In 2020 en 2021 voerde SB/BOF in samenwerking met de firma Möbius Business Redesign een onderzoek naar de dienstverlening en processen binnen SB/BOF, met het oog op strategische aanbevelingen voor de toekomstige bedrijfsvoering. Möbius adviseerde om het proces inboedels (na uithuiszetting) uit te besteden via sociale economie.

Zoals eerder reeds aangehaald, voerde de dienst SB/BOF in 2020-2021 in samenwerking met de firma Möbius Business Redesign een deepscan uit van haar dienstverlening en processen. Een strategische aanbeveling die voortkwam uit deze studie, is de uitbesteding van het volledige proces inzake inboedels via sociale economie, mede wegens de ervaring die deze sector heeft rond gevoelige kwesties en communicatie. Door het proces uit te besteden kan de dienst SB/BOF zich meer richten op haar kerntaak, namelijk de logistieke ondersteuning van evenementen.

De impact van dit strategisch advies is niet gering. Door het proces uit te besteden, vervallen alle jaarlijkse exploitatiekosten voor ophaling, opslag en eventuele verkoop. De totale kostprijs voor de uitbesteding is dan ook lager dan de huidige reguliere werkingskost.

Bovendien heeft De Kringwinkel Antwerpen vzw als missie het bieden van een tweede kans aan mensen en herbruikbare goederen. De stad Antwerpen wil via haar samenwerking met deze partij een voortrekkersrol spelen in het bevorderen van circulair gebruik via sociale economie.

Artikel 1344 quinquies van het Gerechtelijk wetboek voorziet dat de goederen die zich op het ogenblik van de uithuiszetting nog in de woning bevinden, op kosten van de uithuisgezette burger op de openbare weg zullen worden gezet.

Artikelen 3.58 en 3.59 van boek 3 “Goederen” NBW verplichten de gemeente om inboedels (na uithuiszetting) gedurende zes maanden in bewaring te nemen, tenzij het gaat om goederen onderhevig aan bederf of die schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid.

Artikel 5.1.7 Vlarema stuurt aan op maximale recyclage door de gemeenten op te leggen minstens een overeenkomst te sluiten met een door de OVAM erkend kringloopcentrum.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2005 legt de bijzondere regelen inzake de erkenning en de subsidiëring van kringloopcentra vast. Een kringloopcentrum kan een erkenning krijgen voor een bepaald verzorgingsgebied: “gebied dat door de OVAM bij de erkenning aan een kringloopcentrum wordt toegewezen voor de inzameling van afgedankte goederen die voor producthergebruik in aanmerking komen”. Voor verzorgingsgebied Antwerpen is dit Kringwinkel Antwerpen.

Artikel 56§3, 8 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 stelt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de daden van beschikking over roerende goederen, met uitzondering van het aangaan van de dadingen.