Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
Projectnummer: | OMV_2021155430 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | Beheer Kunstensite vzw (0832101434) met als adres Jan Van Rijswijcklaan 155 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Jan Van Rijswijcklaan 155 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 9 sectie I nr. 2170 H9 |
waarvan: | ? |
- ? ? 20211004-0006 | afdeling 9 sectie I nr. 2170 H9 (De Singel) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de actualisatie van een vergunning voor de exploitatie van een kunstencentrum |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
VoorgeschiedenisDe aanvrager beschikt voor de exploitatie van het kunstencentrum De Singel over een vergunning in 2006 verleend door de deputatie (MLAV1/05-283). De vergunningstermijn loopt tot 27 juli 2026.
Inhoud van de aanvraagDe aanvraag omvat de actualisatie van de lopende vergunning aan de werkelijke toestand.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.2.2°a) | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van ander huishoudelijk afvalwater dan huishoudelijk afvalwater dat afkomstig is van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar; | 9.000 m³/jaar |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000?kVA; | - 2 x 1.000 kVA, + 2 x 630 kVA (nieuw totaal: |
12.3.1° | accumulatoren (gebruik van) vast opgestelde batterijen waarvan het product van de capaciteit, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000; | - 67.280 VAh |
16.3.2°a) | inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen): koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen, met uitzondering van inrichtingen die ingedeeld zijn in rubriek 16.9, c), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van: 5 kW tot en met 200 kW; | + 115,71 kW |
17.1.2.1.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van: 300 liter tot en met 1.000?liter; | - 6.228 liter |
17.3.2.1.1.1°b) | gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55 °C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20?ton voor andere inrichtingen dan een inrichting die hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | - 49,147 ton |
17.4 | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30?kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 1.000 liter |
19.3.1°b) | inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout en dergelijke, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; | + 4,80 kW |
29.5.2.1°b) | smederijen, andere dan deze vermeld in rubriek 29.5.1, en inrichtingen voor het mechanisch of fysisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; | - 138,015 kW |
43.1.3° | het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW. | - 2.987,60 kW |
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen ?
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het voorwerp van de aanvraag betreft de actualisatie van een kunstencentrum. De inrichting is gelegen in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening en stedenbouwkundig verenigbaar. Vanuit stedenbouwkundig standpunt is er geen bezwaar.?
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De Singel omvat naast de concert- en theaterzalen een onderwijsinstelling voor hoger kunstonderwijs (disciplines klassieke muziek, drama, dans en jazz).
Qua ingedeelde activiteiten gaat het uitsluitend om meldingsplichtige activiteiten met uitzondering van de verwarmingsinstallaties die vallen onder klasse 1.
Het totaal vermogen van de gasgestookte verwarmingsinstallaties neemt gevoelig af van 8.190 kW naar 5.200 kW. De oudste gasketels dateren van 2002, de nieuwste werd geplaatst in 2018. De ketels voldoen aan de emissiegrenzen behalve de nieuwste ketel die qua piekwaarden voor CO slecht scoort, een aandachtspunt.
De overige actualisaties betreffen meldingsplichtige activiteiten. Zo werden 2 oudere transformatoren van elk 1.000 kVA vervangen door twee nieuwere types van elk 630 kVA, dalen de opgeslagen gassen significant van 6.555 liter naar 327 liter en ook het geïnstalleerd vermogen van de metaalbewerking wordt teruggebracht tot circa 7 kW. De spuitcabine is niet langer opgenomen in de aanvraag om de eenvoudige reden dat ze nooit werd geplaatst.
Sinds de huidige vergunning werd toegestaan werden verschillende airco-systemen bijgeplaatst waardoor het totaal vermogen toeneemt tot 115 kW. De airco-toestellen werken met een toegelaten koelmiddel maar verschillende toestellen maken gebruik van een koelmiddel met een GWP van meer dan 2000.
In het kader van de globale hervergunning (2026) wordt toch best bekeken of er kan gewerkt worden met een koelmiddel dat een gevoelig lager GWP heeft dan R410a, de alternatieven bestaan ondertussen en zijn in de markt verkrijgbaar.
De beoogde actualisatie blijft qua impact beperkt in functie van de vergunde toestand. Er is dan ook geen reden om de vergunningsvoorwaarden aan te passen. Er is geen bezwaar tegen de gevraagde veranderingen.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorgesteld de gevraagde actualisatie gunstig te adviseren.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.2.2°a) | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van ander huishoudelijk afvalwater dan huishoudelijk afvalwater dat afkomstig is van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar; | 9.000 m³/jaar |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000?kVA; | - 2 x 1.000 kVA, + 2 x 630 kVA (nieuw totaal : 4?x 630 kVA) |
12.3.1° | accumulatoren (gebruik van) vast opgestelde batterijen waarvan het product van de capaciteit, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000; | - 67.280 VAh |
16.3.2°a) | inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen): | + 115,71 kW |
17.1.2.1.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van: 300 liter tot en met 1.000?liter; | - 6.228 liter |
17.3.2.1.1.1°b) | gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55 °C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20?ton voor andere inrichtingen dan een inrichting die hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | - 49,147 ton |
17.4 | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30?kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 1.000 liter |
19.3.1°b) | inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout en dergelijke, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; | + 4,80 kW |
29.5.2.1°b) | smederijen, andere dan deze vermeld in rubriek 29.5.1, en inrichtingen voor het mechanisch of fysisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; | - 138,015 kW |
43.1.3° | het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW. | - 2.987,60 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 31 oktober 2022 |
Start openbaar onderzoek | 10 november 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 9 december 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 20 december 2022 |
Onderzoek
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaarschriften |
10 november 2022 | 9 december 2022 (*) | 0 | 0 | 0 | 0 |
(*) Wegens een cyberaanval op de stad Antwerpen werd het openbaar onderzoek geschaad en konden eventuele analoog ingediende bezwaarschriften niet meer worden verwerkt. Gelieve ook rekening te houden met het feit dat de stad Antwerpen nog niet in de mogelijkheid is om onmiddellijk een nieuw openbaar onderzoek op te starten
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorgesteld de gevraagde actualisatie gunstig te adviseren.