Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022063493 |
Gegevens van de aanvrager: | NV WINVEST I met als adres Jordaenskaai 25 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Diepestraat 36 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 5 sectie E nrs. 509R7 en 509B8 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Diepestraat 36 achteraan:
- Diepestraat 42 (gebouw zelf geen onderdeel van deze aanvraag):
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- de vergunde werken in 2015 werden gedeeltelijk niet uitgevoerd;
- de perceelgrens aan de rechterzijde is met circa 1 m ingekort en er werd een nieuwe tuinberging opgericht. De achterste tuinmuur werd rechts voorzien van een schuifpui;
- het volume met het toilet aan de linkerzijde is verbreed.
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van het wijzigen aan de aanbouw;
- uitbreiden van een eengezinswoning;
- toevoegen van ramen in de zijgevel;
- vergroten van dakramen;
- wijzigen van de interne indeling met structurele wijzigingen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 29 juni 2022 | 9 augustus 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie | 29 juni 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 29 juni 2022 | 23 juli 2022 |
Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties | 29 juni 2022 | Geen advies ontvangen |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 29 juni 2022 | 7 juli 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: overdruk - binnengebied, artikel 1 zone voor wonen - (wo) en artikel 2 zone voor detailhandel - (de).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- artikel 1.2.1 Bouwdiepte:
de percelen met kadastrale nummers 5E 509r7, 5E 509b8 en 5E 509a8 zijn onderling herverdeeld. Hierbij is de bouwdiepte van het perceel dat het onderwerp uitmaakt van de aanvraag aan de rechterzijde ingekort met circa 1 meter, tot een bouwdiepte van 13 m. Aan de linkerzijde wordt de aanbouw uitgebreid tot op de achterste perceelgrens. Door deze zaken wordt de maximale bouwdiepte tot op 5 m van de achterste perceelgrens niet gerespecteerd;
- artikel 1.7.1 Open ruimte, tuinen en terrassen:
volgens de perceelgrenzen NT hoort het perceel ten zuiden van de betreffende woning niet meer bij de woning en wordt in de plaats een stuk tuin afgescheiden van Diepestraat 42. Zodoende verkleint het percentage open ruimte/bebouwde ruimte horende bij het perceel met het pand Diepestraat 42.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Voorliggende aanvraag betreft het regulariseren en verbouwen van een eengezinswoning en herverdelen van percelen.
Er werd een bezwaar ingediend over het opnieuw niet correct intekenen van perceelgrenzen in afwijking van het goedgekeurde splitsingsplan dd.2011. Dit is deels gegrond.
De perceelgrenzen volgens het opmetingsplan van Patrick Verstrepen van 17/08/2011 moeten ten alle tijden gerespecteerd worden.
De vastgestelde afwijkingen zijn van die orde dat het aangeleverde planmateriaal wel beoordeelbaar is.
De afwijkingen van de bouwcode en het RUP 2060 worden in onderstaande paragrafen beoordeeld.
Functionele inpasbaarheid
De bestaande, vergunde eengezinswoning blijft behouden en is in overeenstemming met de kenmerkende woonfunctie in het binnengebied.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
In functie van het bekomen van voldoende buitenruimte wordt een herverdeling van percelen doorgevoerd. Een gedeelte van de tuinzone van Diepestraat 42 wordt afgestaan. Daarnaast zijn de in 2015 vergunde werken werden nog niet uitgevoerd, waardoor het bouwvolume er op vandaag nog uitziet als 2 aparte eengezinswoningen.
Het beoogde bouwvolume beschikt over 1 bouwlaag onder zadeldak, een voorgevelbreedte van circa 7 m en een gelijkvloerse bouwdiepte van 17,2 m links (over 3,3 m breedte) en 13 m rechts (over 3,2 m breedte). Aan de rechterzijde is de perceeldiepte met ongeveer 1 meter ingekort ten opzichte van de vergund geachte toestand.
De aanvraag wijkt af van artikel 1.2.1 van het RUP: de percelen met kadastrale nummers 5E 509r7, 5E 509b8 en 5E 509a8 zijn onderling herverdeeld. Hierbij wordt de bouwdiepte van het perceel dat het onderwerp uitmaakt van de aanvraag aan de rechterzijde ingekort met circa 1 meter, tot een bouwdiepte van 13 m. Aan de linkerzijde wordt de aanbouw uitgebreid tot op de achterste perceelgrens. Door deze zaken wordt de maximale bouwdiepte tot op 5 m van de achterste perceelgrens niet gerespecteerd, hetgeen ongeoorloofd is.
Het maximale bouwvolume is het bouwvolume volgens de bestaande toestand in 2015, waarbij de kleine bergingen/wc's in de tuinzone gesloopt moeten worden. De linkeruitbouw wordt daarom uitgesloten uit de aanvraag. Aan de rechterzijde van het perceel moet het bouwvolume minstens 3 m afstand houden van de achterste perceelgrens conform de afwijkingsmogelijkheden van het RUP. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning (zie aanduidingen in rood).
De aanvraag wijkt af van artikel 1.7.1 van het RUP; volgens de perceelgrenzen van de nieuwe toestand hoort het perceel ten zuiden van de betreffende woning niet meer bij de woning en wordt in de plaats een stuk tuin afgescheiden van Diepestraat 42. Zodoende verkleint het percentage open ruimte/bebouwde ruimte horende bij het perceel met het pand Diepestraat 42, terwijl deze gelijk moet blijven of vergroten. Gezien er na de herverdeling op nummer 42 voldoende open ruimte overblijft in verhouding tot de totale perceelsoppervlakte (circa 54%), kan hiervan worden afgeweken. Als voorwaarde voor vergunning geldt dat de nieuw samengevoegde percelen 5E 509r7 en 5E 509b8 (woning en het van nummer 42 afgescheiden tuindeel) onsplitsbaar zijn.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe gevels worden voorzien in witte crepi met een plint in natuursteen, buitenschrijnwerk in antracietkleurig PVC met dorpels in blauwe hardsteen en dakbedekking in grijs-bruine dakpannen. De nieuwe materialen zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag wijkt af van artikel 19 van de bouwcode; de tuinmuren hebben een hoogte van circa 4 m (> 2,60 m). Als voorwaarde voor vergunning geldt dat alle tuinmuren in de achter- en zijtuin moeten worden teruggebracht tot maximum 2,6 m hoogte.
De aanvraag wijkt af van artikel 24 van de bouwcode; slaapkamer 3 heeft een veluxopening van circa 0,8 m² (< 1 m²). Als voorwaarde voor vergunning moet deze verblijfsruimte voorzien worden van een opengaand raam van minstens 1 m2.
De aanvraag wijkt af van artikel 27 van de bouwcode; de volledige voortuin/gemeenschappelijke koer is verhard. Gezien deze zone onbereikbaar is voor een wagen, dient deze maximaal onthard te worden. In deze zone mag enkel een toegangspad van 1,5 m breedte vanaf de straat naar de voordeur voorzien worden. Uitzonderlijk wordt ook een verharding in een waterdoorlatende en grasdoorgroeibare verharding toegestaan, omwille van de aanwezigheid van meerdere toegangsdeuren.
Als voorwaarde voor vergunning dient te worden voldaan aan één van voorgaande mogelijkheden. Het voorzien als terras zal bijgevolg worden uitgesloten.
De aanvraag wijkt af van artikel 34 van de bouwcode; de scheidingsmuren van de achterbouw hebben een opstand van circa 0,25 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak (< 0,30 m). Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Deze 30 cm kan bekomen worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren of het volledige dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren. Deze opstand is echter niet vereist indien de dakbekleding onder brandreactie klasse BROOF (t1) valt of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.) OF (in het geval van groendaken) indien tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed wordt voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm.
Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat het aangevraagde dient te worden uitgevoerd conform één van de bovenstaande mogelijkheden.
De aanvraag wijkt af van artikel 41 van de bouwcode; de RWA-afvoer is niet voorzien van een private toezichtsput op eigen perceel en zo dicht mogelijk bij de voorste perceelgrens. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden bevat de woning voldoende actueel gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
3. Het maximale bouwvolume is als volgt:
- de linkeruitbouw is uitgesloten uit de aanvraag en dient beperkt te worden tot de bestaande toestand in 2015, waarbij de bestaande aangebouwde toilet/bergingen zijn te slopen;
- de rechteruitbouw moet minstens 3 m afstand houden van de achterste perceelgrens conform de afwijkingsmogelijkheden van artikel 1.2.1 het RUP 2060.
4. De percelen 509r7 en 5E 509b8 (woning en het van nummer 42 afgescheiden tuindeel) zijn bij het verlenen van deze vergunning onsplitsbaar.
5. De tuinmuren zijn terug te brengen tot maximaal 2,6 m hoogte conform artikel 19 van de bouwcode.
6. Slaapkamer 3 is te voorzien van minstens 1 m2 beglaasd en opengaand geveloppervlak conform artikel 24 van de bouwcode.
7. De voortuin voorzien als terras wordt uitgesloten van vergunning. De voortuinzone is conform artikel 27 van de bouwcode aan te leggen volgens één van onderstaande mogelijkheden:
- volledig te ontharden op een toegangspad van maximaal 1,5 m breedte vanaf de straat naar de voordeur na, OF;
- in zijn geheel aan te leggen in een waterdoorlatende en grasdoorgroeibare verharding.
8. De scheidingsmuren met de aanpalende eigendommen moeten conform artikel 34 van de bouwcode ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding uitgevoerd worden volgens één van onderstaande mogelijkheden:
a) een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak door ter hoogte van de scheimuur het dakpakket minder dik uit te voeren;
b) de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of, bij platte niet-groendaken mag de dakbekleding voorkomen op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
c) 3° tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak wordt een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm.
9. De RWA-afvoer is te voorzien van een private toezichtsput op eigen perceel en zo dicht mogelijk bij de voorste perceelgrens conform artikel 41 van de bouwcode.
10. De perceelgrenzen volgens het opmetingsplan van Patrick Verstrepen van 17/08/2011 moeten ten alle tijden gerespecteerd worden.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 2 juni 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 29 juni 2022 |
Start openbaar onderzoek | 7 juli 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 5 augustus 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 12 oktober 2022 |
Verslag GOA | 19 september 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
7 juli 2022 | 5 augustus 2022 | 1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werd 1 bezwaarschrift ingediend omtrent foutieve opmetingen en uitspraken:
De beschrijvende nota omvat onwaarheden aangaande opgetekende afmetingen die afwijken ten opzichte van het opmetingsplan dd. 17/08/2011 van landmeter Verstrepen, die destijds de basis vormde voor de splitsing:
a) de perceelgrens tussen de tuin achter Diepestraat 36 en de afgesplitste tuin van het project Diepestraat 42 bedraagt 9,02 m conform de opmeting uitgevoerd door landmeter Verstrepen en geen 8,85 m zoals aangegeven in de aanvraag en opgemeten in een recenter opmetingsplan. Het volgens de aanvrager beperkte verschil van 7 cm, noch het gegeven van een correcter opgemeten bestaande muur kan aanleiding geven tot een afwijking van de destijds opgemeten en overeengekomen afstand van 9,02 m;
b) de perceelgrens rechts achteraan ligt conform het opmetingsplan van landmeter Verstrepen op 2 m van de bestaande achtergevel en niet 2,14 m volgens het opgetekende plan. Een nieuwe tuinmuur met dikte 14 cm moet dus op 1,86 m van de bestaande achtergevel opgetrokken worden;
c) “(…) in 2022 heeft een opmeting uitgevoerd met een 3D scanner. Het staat vast dat een opmeting op deze manier in 2022 veel nauwkeuriger en gedetailleerder kan gebeuren dan een opmeting in 2011.” Dat nieuwe opmetingstechnieken nieuwe mogelijkheden bieden doet er niet toe; de oorspronkelijke opmeting was de basis voor de verkoopakte, wat maakt dat dit de te respecteren afmetingen zijn, ongeacht eventueel op vandaag vaststelbare afwijkingen;
d) Het schuifraam en de tuinmuur rechts achteraan vallen niet binnen de perceelgrenzen.
Evaluatie: De vaststellingen zijn grotendeels terecht. De perceelgrenzen volgens het opmetingsplan van Patrick Verstrepen van 17/08/2011 moeten ten alle tijden gerespecteerd worden. Het bezwaar is deels gegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
3. Het maximale bouwvolume is als volgt:
- de linkeruitbouw is uitgesloten uit de aanvraag en dient beperkt te worden tot de bestaande toestand in 2015, waarbij de bestaande aangebouwde toilet/bergingen zijn te slopen;
- de rechteruitbouw moet minstens 3 m afstand houden van de achterste perceelgrens conform de afwijkingsmogelijkheden van artikel 1.2.1 het RUP 2060.
4. De percelen 509r7 en 5E 509b8 (woning en het van nummer 42 afgescheiden tuindeel) zijn bij het verlenen van deze vergunning onsplitsbaar.
5. De tuinmuren zijn terug te brengen tot maximaal 2,6 m hoogte conform artikel 19 van de bouwcode.
6. Slaapkamer 3 is te voorzien van minstens 1 m2 beglaasd en opengaand geveloppervlak conform artikel 24 van de bouwcode.
7. De voortuin voorzien als terras wordt uitgesloten van vergunning. De voortuinzone is conform artikel 27 van de bouwcode aan te leggen volgens één van onderstaande mogelijkheden:
- volledig te ontharden op een toegangspad van maximaal 1,5 m breedte vanaf de straat naar de voordeur na, OF;
- in zijn geheel aan te leggen in een waterdoorlatende en grasdoorgroeibare verharding.
8. De scheidingsmuren met de aanpalende eigendommen moeten conform artikel 34 van de bouwcode ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding uitgevoerd worden volgens één van onderstaande mogelijkheden:
a) een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak door ter hoogte van de scheimuur het dakpakket minder dik uit te voeren;
b) de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of, bij platte niet-groendaken mag de dakbekleding voorkomen op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
c) 3° tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak wordt een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm.
9. De RWA-afvoer is te voorzien van een private toezichtsput op eigen perceel en zo dicht mogelijk bij de voorste perceelgrens conform artikel 41 van de bouwcode.
10. De perceelgrenzen volgens het opmetingsplan van Patrick Verstrepen van 17/08/2011 moeten ten alle tijden gerespecteerd worden.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.