Terug
Gepubliceerd op 03/10/2022

2022_CBS_07872 - Omgevingsvergunning - OMV_2022003452. Sint-Lambertusstraat 71. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 30/09/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Verontschuldigd

Annick De Ridder, schepen

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07872 - Omgevingsvergunning - OMV_2022003452. Sint-Lambertusstraat 71. District Berchem - Goedkeuring 2022_CBS_07872 - Omgevingsvergunning - OMV_2022003452. Sint-Lambertusstraat 71. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022003452

Gegevens van de aanvrager:

de heer Saylam Mehmetcam met als adres De Brouwerstraat 22 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Sint-Lambertusstraat 71 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 21 sectie B nr. 35C50

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van het hoekpand met een extra bouwlaag en omvormen naar 3 appartementen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          02/11/1995: vergunning (961#10520) voor voorgevel (deur) - 21.8.95;

-          28/05/1974: vergunning (961#3662) voor verbouwingswerken;

-          11/08/1948: toelating (961#5863) voor het bijbouwen verdieping.

 

Vergunde toestand

-          functie: meergezinswoning met 2 appartementen:

  • 1 appartement op gelijkvloers; 
  • 1 appartement op verdieping;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met plat dak; 
  • kroonlijsthoogte van circa 7,60 m;

-          gevelafwerking:

  • witte bezetting, blauwe steen en schrijnwerk;

-          inrichting:

  • open koer van circa 13,5 m².

 

Bestaande toestand

-          functie: eengezinswoning met reca:

  • reca op gelijkvloers;
  • 1 appartement op verdieping;

-          gevelafwerking:

  • witte bepleistering, bruine tegels, arduinen dorpels en buitenschrijnwerk in PVC;

-          inrichting:

  • gelijkvloers volledig bebouwd.

 

Nieuwe toestand

-          functie: meergezinswoning met 3 appartementen:

  • 1 een-slaapkamer-appartement met een netto vloeroppervlakte van circa 63 m² op het gelijkvloers;
  • 1 twee-slaapkamer-appartement met een netto vloeroppervlakte van circa 85 m² op de eerste verdieping;
  • 1 twee-slaapkamer-appartement met een netto vloeroppervlakte van circa 81 m² op de tweede verdieping;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak; 
  • kroonlijsthoogte van circa 10,40 m;

-          gevelafwerking:

  • witte bepleistering, witte beplanking, arduinen plint en buitenschrijnwerk in aluminium;
  • poort naar inpandige garage;

-          inrichting:

  • open koer van circa 7 m².

 

Inhoud van de aanvraag

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 3;

-          uitbreiden van het volume met een nieuwe bouwlaag;

-          wijzigen van de voorgevels;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

8 augustus 2022

25 augustus 2022

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

8 augustus 2022

13 september 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

8 augustus 2022

5 september 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht:
    • de kenmerkende vooruitstekende geveldetails verdwijnen, de kroonlijst steekt minder ver uit het voorgevelvlak naar voor dan kenmerkend is in het straatbeeld en de arrière corps wordt uitspringend (in plaats van terugspringend zoals kenmerkend) ten opzichte van de aanpalende woningen voorzien;
    • de materialisatie van de voorgevel van de daklaag wordt niet verduidelijkt:
  • Artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:

de natuurstenen elementen worden geïsoleerd, waardoor deze niet meer zichtbaar zijn in het straatbeeld;

  • Artikel 27 Open ruimte:
    er is een gelijkvloerse buitenruimte van circa 13 m² op het gelijkvloers (< 20% van de oppervlakte van het perceel), waarvan circa 7 m² onbebouwd.
  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    er is te weinig circulatieruimte om de fietsen veilig en comfortabel te stallen;
  • Artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    er wordt 1 autostalplaats voorzien en deze voldoet door de plaatsing van de fietsen niet aan de inrichtingsprincipes uit dit artikel;
  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    de dakranden hebben een opstand van circa 0,20 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak (< 0,30 m);
  • Artikel 38 Groendaken:
    het nieuwe dak wordt niet als groendak aangelegd;
  • Artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    er wordt geen gescheiden rioolstelsel voorzien conform dit artikel en artikel 41 van de bouwcode;
  • Artikel 43 Septische putten:
    de inhoud van de beerput wordt niet vermeld op de plannen, waardoor het onvoldoende duidelijk is of dit voor 8 gebruiksequivalenten voorzien wordt.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Het pand is gelegen in woongebied. In de Sint-Lambertusstraat zijn zowel eengezinswoningen als meergezinswoningen aanwezig. De aanvraag betreft het uitbreiden van de meergezinswoning van twee naar drie woonentiteiten. Het aantal woongelegenheden is verenigbaar met de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De Sint-Lambertusstraat wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door gebouwen met twee of drie bouwlagen onder plat dak of gebouwen met twee bouwlagen onder een daklaag (in de vorm van een zadeldak of mansardedak). De aanvraag betreft het uitbreiden van het gebouw van twee bouwlagen naar twee bouwlagen met een hedendaags mansardedak. De nieuwe daklaag neemt het gehele bestaande dak van de eerste verdieping in.

 

In tegenstelling tot de aangeleverde plannen van de architect, toont de werkelijke vergunde toestand een gelijkvloerse koer van circa 13,5 m². Door de uitbreiding van de eerste verdieping met een overkragend terras, wordt de open koer verkleint tot circa 7 m². Dit is niet aanvaardbaar.

 

Ook sluit het bouwvolume van het terras achteraan de eerste verdieping met bijhorende verhoogde scheidingsmuur onvoldoende aan bij het bouwvolume van de rechts aanpalende woning. Dit is niet aanvaardbaar.

 

De nieuwe bouwlaag wordt voorzien van inpandig terras dat deels overkragend voorzien wordt. Dit overkragend gedeelte blijft beperkt tot een diepte van circa 0,55 meter ten opzichte van de achtergevel. De invloed van dit beperkte gedeelte op daglichttoetreding van de koer en de aanpalende woning blijft voldoende beperkt. Dit is aanvaardbaar.

Ook voor de eerste verdieping zou dergelijk deels inpandig terras aanvaardbaar zijn.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De gemeenschappelijke ruimte wordt verkleind voor de bureauruimte van het gelijkvloers appartement. Hierdoor is er geen mogelijkheid meer minstens tot het stallen van de noodzakelijke fietsen van de bijkomende woongelegenheid. Deze uitbreiding wordt bijgevolg uitgesloten van vergunning.

 

Het appartement op de eerste verdieping wordt ingericht als een twee-slaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van 84 m² en uitkragend terras. De schaal van dit uitkragend terras is echter niet aanvaardbaar (zie hierboven bij schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid).

In voorwaarden zal worden opgelegd de indeling van dit appartement en het terras te voorzien conform het appartement op de tweede verdieping.

 

Het appartement op de tweede verdieping wordt voorzien als een twee-slaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van 79,5 m² met een deels inpandig terras van circa 6,3 m². De indeling van dit appartement is logisch en kwalitatief.

 

Visueel-vormelijke elementen

De bouwheer wenst de voorgevel te isoleren en te bepleisteren. Het na - isoleren van de gevels is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar. Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd. De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet.

 

Echter, de inname van het openbaar domein is een dwingend criterium binnen het afwegingskader. Er moet na de werken voldoende ruimte overblijven zodat een vlot voetgangersverkeer mogelijk blijft. Er wordt gestreefd naar een obstakelvrije ruimte van 1,80 meter, waarbij 1,50 meter (exclusief boordsteen) wordt gehanteerd als absoluut minimum.

 

De voetpadbreedte langs de Sint-Lambertusstraat is echter onvoldoende om in de straat het na-isoleren van de voorgevel toe te staan. Door het na-isoleren van de voorgevels komt de toegankelijkheid van het openbaar domein in gedrang. Gelet op dit dient het isoleren en wijzigen van de voorgevel in de Sint-Lambertusstraat uitgesloten te worden uit de vergunning.

 

Om vervlakking van het straatbeeld tegen te gaan, dient er vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit aandacht besteed aan een aantal ontwerpdetails bij het opnieuw afwerken van de gevel. Concreet dienen de afmetingen van de raamopeningen en de arrière-corps behouden te blijven en moet er gebruik worden gemaakt van hoekprofielen voor het pleisterwerk die niet zichtbaar zijn in de gevel.

 

De arrière-corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden. Ten opzichte van het gevelvlak van de aanpalende woningen wordt de arrière-corps meer naar voor voorzien. Dit wordt ongunstig geadviseerd.

 

Het toepassen van buitengevelisolatie leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen in natuursteen (raamdorpel, plint, deksteen…) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen in natuursteen. Deze details hebben immers ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen. Indien er voor het uitvoeren van de werken een plint aanwezig is, moet deze behouden blijven. Dit kan door de bestaande plint naar voren te plaatsen (en er achter isolatie aan te brengen) of de bestaande plint te vervangen door een nieuwe plint. Bij pleisterwerk is het noodzakelijk om een plint te plaatsen, ook al is deze niet aanwezig in de bestaande toestand.

 

De kroonlijst bovenaan de voorgevel die in vergunde toestand circa 0,3 meter uit het gevelvlak naar voor stak, wordt vervangen door een nieuwe kroonlijst die circa 0,16 meter uit het gevelvlak naar voor steekt. De schaal van de nieuwe kroonlijst is onvoldoende groot ten opzichte van het voorgevelontwerp en is niet in harmonie met de omgeving waar kroonlijsten met grotere diepte kenmerkend zijn.

 

Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie).

Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein.

 

Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.

 

Wanneer de nieuwe constructie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. Dit kan door de bestaande stoeptegel voor de werken weg te nemen en na de werken terug te plaatsen. 

 

De materialisatie van de daklaag wordt onvoldoende verduidelijkt. Dit dient voorzien te worden in een materialisatie dat aansluit bij de context van een mansardedak. In voorwaarden wordt opgelegd de daklaag in leien te voorzien.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.

 

Bij meergezinswoningen tot 5 woonentiteiten betreft de parkeerbehoefte 1 per woonentiteit.

Het aantal woonentiteiten wordt verhoogt van 2 naar 3.

De bijkomende parkeerbehoefte betreft 1.

 

De plannen voorzien in 0 bijkomende nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. Door het voorzien van de fietsenstalling in deze garage kan ze niet meer als nuttig worden beschouwd.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

In voorwaarden wordt opgelegd de fietsenstalling niet in de garage te voorzien, waardoor ze wel als nuttige autostalplaats kan worden beschouwd.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Fietsstalplaatsen

De nieuwe woonentiteit voorziet twee slaapkamers. Dit betreft een parkeerbehoefte van 3 fietsstalplaatsen.

 

De fietsstalplaatsen worden voorzien in de garage. Hierdoor zijn zowel de fietsstalplaatsen als de autostalplaats onvoldoende kwalitatief en veilig te gebruiken.

 

De ruimte achter de trappenhal (aangeduid als bureau) dient als gemeenschappelijke fietsenberging ingericht te worden. De 2 fietsstalplaatsen moeten zodanig voorzien worden dat ze voldoen aan de inrichtingsprincipes uit de bouwcode.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het isoleren en wijzigen van de voorgevel langs de Sint-Lambertusstraat wordt uitgesloten uit de vergunning.

2. De gevels van de daklaag af te werken in dakleien.

3. De uitbreiding achteraan de eerste verdieping in de vorm van een terras met verhoogde scheidingsmuur, wordt uitgesloten uit de vergunning.

4. De indeling van het appartement op de eerste verdieping en het terras van de eerste verdieping te voorzien conform het appartement en terras van de tweede verdieping.

5. De ruimte achter de trappenhal (aangeduid op de plannen als ‘bureau) te voorzien als een gemeenschappelijke fietsenberging voor minstens 3 fietsstalplaatsen, die voldoet aan de inrichtingsprincipes uit artikel 29 van de bouwcode, in plaats van bureau.

6. Het platte dak van de daklaag als groendak te voorzien, conform artikel 38 van de bouwcode.

7. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

8. Het rioolstelsel en de afvoerleidingen moeten gescheiden voorzien worden tot aan de voorgevel, conform artikel 40 en 41 van de bouwcode.

9. Een septische put te voorzien met een minimale inhoud voor 8 gebruiksequivalenten, conform artikel 43 van de bouwcode.

10. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

11. De isolatie plus afwerkingsmateriaal in de Woeringenstraat met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn uit te voeren.

12. De arrière-corps te behouden. De arrière-corps moet vrij blijven van materiaal en isolatie.

13. De bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.

14. De uitstekende delen van de gevel (plint, raamdorpels, kroonlijst, …) te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.

15. De elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen.

16. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren.

17. De nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.


Standpunt college

Het college sluit zicht grotendeels aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het college stelt vast dat de voetpadbreedte langs de Sint-Lambertusstraat op korte termijn zal worden verbreed ter hoogte van dit pand en van het aanpalende pand.

Het college schrapt dan ook de uitsluiting omtrent deze gevelwerken.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

15 juni 2022

Volledig en ontvankelijk

8 augustus 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

7 oktober 2022

Verslag GOA

19 september 2022

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De gevels van de daklaag af te werken in dakleien.

2. De uitbreiding achteraan de eerste verdieping in de vorm van een terras met verhoogde scheidingsmuur, wordt uitgesloten uit de vergunning.

3. De indeling van het appartement op de eerste verdieping en het terras van de eerste verdieping te voorzien conform het appartement en terras van de tweede verdieping.

4. De ruimte achter de trappenhal (aangeduid op de plannen als ‘bureau) te voorzien als een gemeenschappelijke fietsenberging voor minstens 3 fietsstalplaatsen, die voldoet aan de inrichtingsprincipes uit artikel 29 van de bouwcode, in plaats van bureau.

5. Het platte dak van de daklaag als groendak te voorzien, conform artikel 38 van de bouwcode.

6. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

7. Het rioolstelsel en de afvoerleidingen moeten gescheiden voorzien worden tot aan de voorgevel, conform artikel 40 en 41 van de bouwcode.

8. Een septische put te voorzien met een minimale inhoud voor 8 gebruiksequivalenten, conform artikel 43 van de bouwcode.

9. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

10. De isolatie plus afwerkingsmateriaal met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn uit te voeren.

11. De arrière-corps te behouden. De arrière-corps moet vrij blijven van materiaal en isolatie.

12. De bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.

13. De uitstekende delen van de gevel (plint, raamdorpels, kroonlijst, …) te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.

14. De elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen.

15. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren.

16. De nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.