Terug
Gepubliceerd op 03/10/2022

2022_CBS_07871 - Omgevingsvergunning - OMV_2022084320. Hofstadestraat 34. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 30/09/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Verontschuldigd

Annick De Ridder, schepen

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07871 - Omgevingsvergunning - OMV_2022084320. Hofstadestraat 34. District Berchem - Goedkeuring 2022_CBS_07871 - Omgevingsvergunning - OMV_2022084320. Hofstadestraat 34. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022084320

Gegevens van de aanvrager:

Medina en Dimitri  Vlaeymans - Torfs met als contactadres Strijdhoflaan 4 bus 3 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Hofstadestraat 34 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 22 sectie A nr. 311F

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

voorzien van een nieuwe achterbouw bij een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          19/03/1958: weigering (956#5031) voor vergrotings- en verbouwingswerken aan het huis;

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/10951

 

Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • wonen: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met plat dak; 
  • verhoogde begane grond;

-          gevelafwerking:

  • woning in nieuwe zakelijkheid;
  • parement in cementbezetting met  brede registervensters met ijzeren roeden;
  • poort naar inpandige keldergarage;

-          inrichting:

  • voortuinstrook voorzien van een hekwerk;
  • verharding naar oprit en toegangsdeur.

 

Bestaande toestand

-          functie en bouwvolume overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd:

  • gelijkvloerse bouwdiepte 18,20 m aan de linker- en 15,30 m aan de rechter perceelgrens;
  • bouwdiepte verdieping 9,20 m aan de linker- en 15,30 m aan de rechter perceelgrens;

-          gevelafwerking overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd:

  • witte gevelbepleistering op beton met lichtgroen stalen buitenschrijnwerk

-          inrichting overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd:

  • voortuinstrook zonder hekwerk;
  • terras van circa 24 m² aansluitend op de bestaande veranda.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • wonen: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • gelijkvloerse achterbouw van 1 bouwlaag onder plat groendak;
  • gelijkvloerse bouwdiepte circa 17 m;
  • bouwdiepte verdieping circa 9,20 m aan de linker- en circa12,40 m aan de rechter perceelgrens;
  • platte daken opgedikt met isolatie;

-          gevelafwerking:

  • donkergroen aluminium buitenschrijnwerk;
  • gelijkvloerse achterbouw in blauwe aluminium geprofileerde platen en donkergroen aluminium buitenschrijnwerk;

-          inrichting:

  • terras van circa 9 m² in rood gekleurd beton;
  • betonnen pad van circa 9 m².

 

Inhoud van de aanvraag

-          gedeeltelijke sloop van de bestaande achterbouw;

-          uitbreiden van het gelijkvloerse volume;

-          wijzigen buitenschrijnwerk in de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          uitbreiden dikte van de platte daken. 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

8 augustus 2022

7 september 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 19 Tuinafsluitingen:
    het is onduidelijk hoe de achtertuin worden afgesloten;
  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    • de nieuwe achterbouw heeft een minimale opstand van 0,15 m t.o.v. het hoogst aangrenzende dakvlak < 0,30 m;
    • de enkelvoudige scheidingsmuur van de nieuwe achterbouw heeft geen dikt van 0,18 m langs de eigen zijde van de perceelgrens;
  • Artikel 38 Groendaken:
    het reeds gewijzigde platte dak van het hoofdvolume van de woning werd niet als een groendak aangelegd;
  • Artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    de afvoerleidingen dienen conform dit artikel aangelegd te worden;
  • Artikel 41 Kenmerken aansluitingen van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    de aansluiting van de DWA en RWA moet conform dit artikel aangesloten worden op het openbaar rioolstelsel;
  • Artikel 43 Septische putten:
    de septische put wordt gesupprimeerd.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag heeft betrekking op een pand opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.

 

Gelet op deze erfgoedwaarde van het gebouw werd een advies gevraagd aan de stedelijke dienst monumentenzorg. De afweging in dit advies luidt alsvolgt: ‘Men wenst het pand aan te passen aan de hedendaagse noden, de functie als eengezinswoning blijft behouden.

Op basis van voorbesprekingen werd het schrijnwerkprofiel goedgekeurd, net zoals de kleur. De voordeur zal behouden blijven en gerestaureerd worden, net zoals de garagepoort. Indien hier toch vernieuwingen zouden gebeuren, dienen deze voorgelegd te worden voor verder advies.

Op het gevelplan staat vermeld dat de gevel is afgewerkt met witte crepi. De tuinmuurtjes zijn in baksteen geschilderd. Vermoedelijk wordt bedoeld dat de bepleistering geschilderd is en dat deze opnieuw geschilderd zal worden in een witte tint. Het plaatsen van een crepi op deze gevel is niet bespreekbaar, het strakke uitzicht zou hierdoor worden aangetast, wat net een kenmerk is van deze architectuurstijl. Herstel van de pleisterlaag of cementering en schilderen in een witte tint is aanvaardbaar.

De bakstenen tuinmuurtjes in de voortuin blijven wit geschilderd. De witte verflaag is niet kenmerkend, de baksteen was in oorsprong onbeschilderd. Deze verflagen dienen dan ook (op termijn) verwijderd te worden zodat er opnieuw een constrast ontstaat in het kleurgebruik en de architectuur wordt versterkt.

Er wordt een aanbouw voorzien achteraan, op de eerste verdieping wordt het volume van het sanitair verwijderd. De uitbouw achteraan is aanvaardbaar. Het voorgestelde materiaalgebruik in aluminium geprofileerde platen in blauwe kleur is een materiaal dat niet aansluit bij de stijl van de overige architectuur van het pand. In de nota wordt ook melding gemaakt van herbruik van de bestaande balustrade op de eerste verdieping. Deze balustrade is enkel in aanzicht getekend op het gevelplan van de achtergevel, maar niet op de overige plannen. Het is ons ook niet duidelijk waar deze juist wordt geplaatst aangezien er geen toegang is op de verdieping tot het platte dak via een raam en door afbraak van het volume op de eerste verdieping ook geen afmetingen meer aanwezig zijn waar deze op aansluiten.  Bijkomend werd de balustrade foutief opgetekend.’

 

Gelet hierop zullen volgende voorwaarden worden opgelegd:

-          De wijzigingen aan het schrijnwerk van voordeur en garage voor te leggen aan de stedelijke dient monumentenzorg.

-          De voorgevel plaatselijk te herstellen en te schilderen in een witte tint. Het wijzigen van de pleisterdelen in de voorgevel wordt uitgesloten uit de vergunning.

-          Het schilderen van de bakstenen muurtjes in de voortuin wordt uitgesloten uit de vergunning.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het gelijkvloers wordt uitgebreid tot circa 17 meter. De gelijkvloerse wanden worden deels verwijderd, waardoor er een doorzontypologie ontstaat. De achtergevel achteraan wordt maximaal beglaasd en er wordt een wintertuin met dakraam ingericht. Deze wijzigingen komen de ideale daglichttoetreding en leefkwaliteit van de woning ten goede.

 

Het bouwvolume rechts achteraan de eerste verdieping werd reeds in het verleden gedeeltelijk afgebroken. Deze bouwdiepte tot circa 12,5 meter blijft behouden. Dit is aanvaardbaar.

 

Het dak van de woning wordt verdikt tot een totale hoogte van 7,65 meter. Indien dit als groendak aangelegd, is hiertegen geen bezwaar.

 

Achteraan het gelijkvloers werd een verhoogd terras van circa 8,6 m² aangelegd. Dit bevindt zich op 2,14 meter van de linker perceelgrens en bevindt zich op 2,1 meter van de rechter perceelgrens. Gelet op de voldoende afstand tot de buren en gelet op het feit dat dit slechts een klein aandeel van de totale tuin betreft, kan dit gunstig geadviseerd worden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe aanbouw wordt voorzien in blauw aluminium plaatmateriaal op een rode betonnen sokkel. Het schrijnwerk en dakrand wordt in zelfde donkergroen schrijnwerk voorzien als het schrijnwerk achteraan de eerste verdieping. De nieuwe aanbouw vormt zo een doordacht contrast met de originele en beschermde delen van het gebouw. Gelet op de context van de achtergevel, hiertegen geen bezwaar.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De wijzigingen aan het schrijnwerk van voordeur en garage voor te leggen aan de stedelijke dient monumentenzorg.

2. De voorgevel plaatselijk te herstellen en te schilderen in een witte tint. Het wijzigen van de pleisterdelen in de voorgevel wordt uitgesloten uit de vergunning.

3. Het schilderen van de bakstenen muurtjes in de voortuin wordt uitgesloten uit de vergunning.

4. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

5. De achtertuinafsluiting te voorzien conform de bepalingen van artikel 19 van de bouwcode.

6. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

7. De enkelvoudige scheidingsmuren van de nieuwe aanbouw moet voorzien worden van een dragende dikte van minimaal 0,18 meter langs de eigen zijde van de perceelgrens, conform artikel 34 van de bouwcode.

8. Het rioolstelsel en de afvoerleidingen moeten gescheiden voorzien worden tot aan de straat, conform artikel 40 en 41 van de bouwcode.

9. Het supprimeren van de septische put wordt uitgesloten van vergunning. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

17 juni 2022

Volledig en ontvankelijk

8 augustus 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

7 oktober 2022

Verslag GOA

20 september 2022

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De wijzigingen aan het schrijnwerk van voordeur en garage voor te leggen aan de stedelijke dient monumentenzorg.

2. De voorgevel plaatselijk te herstellen en te schilderen in een witte tint. Het wijzigen van de pleisterdelen in de voorgevel wordt uitgesloten uit de vergunning.

3. Het schilderen van de bakstenen muurtjes in de voortuin wordt uitgesloten uit de vergunning.

4. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

5. De achtertuinafsluiting te voorzien conform de bepalingen van artikel 19 van de bouwcode.

6. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

7. De enkelvoudige scheidingsmuren van de nieuwe aanbouw moet voorzien worden van een dragende dikte van minimaal 0,18 meter langs de eigen zijde van de perceelgrens, conform artikel 34 van de bouwcode.

8. Het rioolstelsel en de afvoerleidingen moeten gescheiden voorzien worden tot aan de straat, conform artikel 40 en 41 van de bouwcode.

9. Het supprimeren van de septische put wordt uitgesloten van vergunning.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.