Terug
Gepubliceerd op 03/10/2022

2022_CBS_07880 - Omgevingsvergunning - OMV_2022084057. Uitbreidingstraat 258. District Berchem - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 30/09/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Verontschuldigd

Annick De Ridder, schepen

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07880 - Omgevingsvergunning - OMV_2022084057. Uitbreidingstraat 258. District Berchem - Weigering 2022_CBS_07880 - Omgevingsvergunning - OMV_2022084057. Uitbreidingstraat 258. District Berchem - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022084057

Gegevens van de aanvrager:

BVBA Bruxistenz met als adres Gierstraat 6 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Uitbreidingstraat 258 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 22 sectie A nr. 14D4

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een meergezinswoning met 5 wooneenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/120661;

-          09/10/2014: weigering bij deputatie (20141107/3582#1107) voor het vernieuwen van een reclamevergunning;

-          22/06/2012: welstandscommissie;

-          22/06/2006: weigering bij deputatie (20052685/3220#100) voor het plaatsen van een publiciteitspaneel van 8 m2;

-          10/06/2005: weigering (2005868) voor het plaatsen van een reclamepaneel (trivision 16 m²);

-          28/05/2004: vergunning (961#678) voor het vervangen van 3 reclamepanelen door 1 paneel;

-          27/11/2002: vergunning (961#423) voor het plaatsen van een publiciteitsbord;

-          10/01/1980: aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/aanduidingsobjecten/6401.

 

Vergunde toestand

-          garage over 1 bouwlaag;

-          ommuurde tuinzone.

 

Bestaande toestand

-          niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • meergezinswoning met 5 wooneenheden;
    • op het gelijkvloers: 1 studio met een netto vloeroppervlakte van circa 34,7 m² (exclusief sanitair en inkom), aansluitend aan een tuin van 12,6 m²;
    • op verdieping 1 t.e.m. 4 telkens 1 tweeslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 76,5 à 78 m² en met een loggia van 6 m²;
    • de gemiddelde netto vloeroppervlakte van alle wooneenheden bedraagt circa 69 m²;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing van 4 bouwlagen + teruggetrokken daklaag onder plat dak;
  • bouwdiepten aansluitend aan de linker- en rechteraanpaler;
  • niet-overdekte, onverharde tuinzone van circa 8 m²;

-          gevelafwerking:

  • gelijkvloerse plint en daklaag in lichtgrijze baksteen/tegel en verdiepingen in beige baksteen, aluminium buitenschrijnwerk in donkerbruine tint, dorpels in lichtgrijze beton/cementering tint 1, valbescherming in lichtbruin gemoffeld staal, glas in loggia’s in lichtbruine tint;
  • achtergevel in baksteen/tegel in lichtgrijze tint met lichtbruin aluminium buitenschrijnwerk en lichtbruin gemoffeld stalen valberscherming;
  • zichtbaar blijvende scheidingsmuren afgewerkt in hout (ayous triple);
  • alle daken zijn aangelegd als groendak;

-          inrichting:

  • gemeenschappelijke inkom en fietsenberging op het gelijkvloers voor 14 fietsen;
  • inpandige autostalplaats;
  • gemeenschappelijke afvalberging van 3,5 m²;
  • nieuwe septische put van 5000 liter;
  • fotovoltaïsche cellen op het hoofddak.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van een garage;

-          bouwen van een meergezinswoning met 5 wooneenheden;

-          wijzigen van scheidingsmuren.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen

10 augustus 2022

5 september 2022

Voorwaardelijk gunstig

AQUAFIN NV

10 augustus 2022

26 augustus 2022

Ongunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

10 augustus 2022

2 september 2022

Ongunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

10 augustus 2022

13 september 2022

Voorwaardelijk gunstig

Onroerend Erfgoed

10 augustus 2022

15 september 2022

Ongunstig

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

10 augustus 2022

18 augustus 2022

Geen bezwaar

PROXIMUS/ Proximus

10 augustus 2022

26 augustus 2022

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

10 augustus 2022

26 augustus 2022

Ongunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

10 augustus 2022

6 september 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

10 augustus 2022

23 augustus 2022

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

10 augustus 2022

1 september 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

10 augustus 2022

7 september 2022

Stadsontwikkeling/ Team Stadsbouwmeester/ Integrale Kwaliteitskamer

10 augustus 2022

19 augustus 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-      Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-      Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:

uit het advies van de kwaliteitskamer blijkt het geheel niet te zijn afgestemd op de architectuur van de totale constructie als op de omgeving;

  • artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:
    • het bouwvolume van de plantenbakken links achteraan iedere verdieping sluit niet aan bij de achtergevel van de links aanpalende woning en hindert zo een ideale daglichttoetreding van de eigen woonentiteiten en de aanpalende eengezinswoning;
    • het bouwvolume achteraan de daklaag sluit niet aan bij het gabarit van de aanpalende gebouwen en hindert zo een optimale bezonning en een ideale daglichttoetreding van de aanpalende;
  • artikel 26 Afvalverzameling:
    de gemeenschappelijke afvalberging is slechts 3,5 m² groot en het is niet duidelijk hoe deze verlucht wordt;
  • artikel 27 Open ruimte:
    er is geen 20% open ruimte gelaten op het niveau van het maaiveld;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    er is een inpandige, gemeenschappelijke fietsstalplaats voorzien voor 14 fietsen die allemaal voldoen aan de inrichtingsprincipes uit dit artikel;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    • er is een inpandige autostalplaats voorzien voor slechts 1 wagen;
    • de inpandige autostalplaats heeft slechts een breedte van 2,5 m < 2,8 m;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    ter hoogte van de scheidingsmuren is niet overal een dakopstand van minstens 30 cm voorzien ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;
  • artikel 36 Zonnepanelen en zonnecollectoren:
    de zonnepanelen werden niet ingetekend in de terreinprofielen of snedes, waardoor niet kan worden beoordeeld of deze de hoogte van 1,5 m niet overschrijden;
  • artikel 39 Infiltratie- en buffervoorzieningen:
    het is niet duidelijk of het terras op het gelijkvloers zo is aangelegd dat deze aan 1 à 2% afhelt richting het omliggende groen opdat het aflopende regenwater op natuurlijke wijze kan infiltreren;
  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    het gebouw beschikt niet over een privaat gescheiden afvoerstelsel, aangeboden aan de straat conform artikel 41 van de bouwcode;
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    het is niet duidelijk hoe de afwatering uit de loggia's is voorzien. Waterspuwers zijn enkel toegestaan als het gaat om noodoverlopen.

 

Sectorale regelgeving

-      MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
 

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-      Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-      Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Het perceel is gelegen in woongebied. De omgeving wordt gekenmerkt door eengezinswoningen en meergezinswoningen. Tegen de functie wonen geen bezwaar.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

In de onmiddellijke omgeving zijn gebouwen tot maximaal 4 bouwlagen met bijkomend een teruggetrokken daklaag kenmerkend. De aanvraag voorziet een gebouw met 5 bouwlagen, waarbij de bovenste bouwlaag beperkt teruggetrokken voorzien wordt en in gevelontwerp voorzien wordt als een daklaag. De bouwdiepte van deze bovenste bouwlaag is echter achteraan even groot als de onderliggende verdiepingen.

 

Het overgrote aandeel van het perceel wordt bebouwd voorzien. Het grondplan beschrijft een koer/tuin van 12,7 m², maar in realiteit wordt enkel het onverharde gedeelte van 8,4 m² als niet bebouwd voorzien. Indien hier de gehele tuin van 12,7 m² als onbebouwd voorzien zou zijn, zou de afwijking op artikel 27 van de bouwcode (gelet op de aansluiting met de bouwdiepte van de aanpalende gebouwen en gelet op de context van een hoekperceel) gunstig geadviseerd kunnen worden. Gelet op het feit dat in de huidige aanvraag slechts 8,4 m² (circa 7 % van het perceel) onbebouwd voorzien wordt, wordt dit ongunstig geadviseerd.

 

Met uitzondering van een zone voor planten, sluit het bouwvolume van de eerste verdieping, tweede verdieping en derde verdieping voldoende aan bij het bouwvolume van de twee aanpalende gebouwen.

 

De zone voor planten (wat als een niet-toegankelijk balkon voorzien wordt) achteraan sluit onvoldoende aan bij het bouwvolume van de links aanpalende woning en hindert de ideale daglichttoetreding van zowel het aanpalende gebouw als de eigen appartementen.

 

De bovenste bouwlaag krijgt vooraan de uitstraling van een daklaag door materiaalgebruik en het terugspringende gevelvlak. Achteraan wordt dit echter voorzien als een volwaardige verdiepingslaag, conform de onderliggende bouwlagen. Dergelijke mengvorm tussen daklaag en verdiepingslaag wordt ongunstig geadviseerd. Bovendien komt deze bouwlaag rechts achteraan circa 4,4 meter dieper dan de daklaag van het rechts aanpalende appartementgebouw. Dit wordt ook vanuit de kwaliteitskamer ongunstig geadviseerd: ‘(…) Wat het volume betreft gaat de kwaliteitskamer niet akkoord met de bouwdiepte op de vierde verdieping rechts. Het volume dient beperkt te worden en aan te sluiten op het profiel van de rechter buur. Op deze verdieping kan beter een appartement met 1 (ruime) slaapkamer voorzien worden. (…)’

 

Visueel-vormelijke elementen

Er wordt een onvoldoende logische samenhang voorzien tussen de geveluitwerking van de gelijkvloerse verdieping en de geveluitwerking van de bovenliggende verdiepingen. Dit is het gevolg van een onvoldoende constructieve logica in het gevelontwerp, met moeilijke aansluitingen tot gevolg. Bovendien loopt het gevelmateriaal van het gelijkvloers door tot voorbij de onderkant van de ramen op de eerste verdieping, zonder dat er een logische overgang of aansluiting tussen de materialen voorzien wordt.

 

Het huidige ontwerp beschikt niet over een detailleringsgraad en afwerkingsgraad die kenmerkend is in deze omgeving.

 

Dit stedenbouwkundig advies wordt ook bevestigd in het advies van de kwaliteitskamer architectuur in het advies van 19/08/2022:  “(…) De constructieve logica lijkt momenteel nog niet helemaal zuiver en dient verder onderzocht te worden om de moeilijke aansluitingen (erker, terras, dakrand,…) die het ontwerp in zich draagt op een gedegen manier op te lossen. De nota verwijst naar Horta, maar de kwaliteitskamer betwijfelt momenteel dat de structuur zoals voorgesteld de zuiverheid en de logica van de gebouwen van Horta benadert. 

 

Wat het gevelopzet betreft vraagt de kwaliteitskamer om de hoogte van de plint in tegels te beperken tot de onderzijde van de ramen van verdieping 1. Eventueel kan hier een lijst toegevoegd worden die de overgang tussen de 2 materialen (baksteen-tegels) opvangt.

 

Gezien de waardevolle context van het project vraagt de kwaliteitskamer om de materiaal en kleurkeuzes verder te bestuderen. Zurenborg en de rijkelijk geornamenteerde en goed gedetailleerde panden in de omgeving gelden hierbij als referentiekader. (…)”

 

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag heeft betrekking op een perceel dat deel uitmaakt van het bouwkundig geheel Zurenborg, opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.

 

Bijkomend is het perceel ook gelegen in het beschermd stadgezicht Zurenborg.

 

Gelet op de erfgoedwaarde van de wijk werd een advies gevraagd aan het Vlaamse Agentschap Onroerend Erfgoed en de stedelijke dienst monumentenzorg.

Het advies van het Vlaams Agentschap is ongunstig.

 

De afweging in het advies van de stedelijke dienst monumentenzorg luidt alsvolgt: Men wenst het braakliggende perceel te bebouwen. Principieel is er geen bezwaar tegen bebouwing waardoor het gat in deze straatwand wordt ingevuld en de huidige storende leegte verdwijnt uit het straatbeeld.

In het herwaarderingsplan voor dit beschermd stadgezicht is het volgende opgenomen over nieuwbouw: In het beschermde stadsgezicht zijn er nog enkele braakliggende percelen. Bovendien is het mogelijk dat een waardevol pand vernietigd wordt, bijvoorbeeld door brand. Bij de invulling van deze percelen moet er rekening gehouden worden met de harmonieregel om een breuk met het historisch karakter van het stadsgezicht te vermijden. Ook met de oorspronkelijke percelering moet rekening gehouden worden. De harmonieregel bepaalt dat de gebouwen zodanig worden ontworpen dat hun plaatsing, hun vorm, hun afmetingen, de gebruikte materialen en kleuren, de kenmerken van de gevels, dakbedekkingen, dakhellingen, openingen, deuren, vensters, versieringsmotieven en dakgoten harmoniëren met de bestaande gebouwen die door hun uiterlijk en aantal de traditionele architectuur van de wijk of de straatwand bepalen. Kenmerkend voor de omgeving zijn eengezinswoningen met twee of drie bouwlagen van overwegend drie traveeën breed meestal onder plat dak soms met een mansardedak. Op verschillende plaatsen komt wel groepsbebouwing voor. Kenmerkend hierbij is de overeenkomst in bijvoorbeeld materiaalgebruik maar met kleine variaties in de kroonlijsthoogte en/of ornamentiek. Bij vervangbouw is het niet de bedoeling dat verschillende percelen worden samengevoegd om een groot complex te realiseren. De korrelgrootte en bestemming van het weefsel dienen bewaard te worden. Bij groepsbebouwing wordt de percelering door subtiele variaties in het ontwerp duidelijk gemaakt.

In het verslag van de kwaliteitskamer wordt duidelijk gesteld dat het gevoerde onderzoek wordt geaprrecieerd maar dat nog verder onderzoek dient te gebeuren naar het volume en naar de geveluitwerking. Dit wordt eveneens in het herwaarderingsplan aangehaald: het nieuwbouwvoorstel moet harmoniëren met de bestaande bebouwing. Dit houdt niet in dat er een nieuwbouw moet gebouwd worden die een historiserende gevel heeft, maar de geveluitwerking dient voldoende gedetailleerd te zijn als verwijzing naar de waardevolle historische context waarin de nieuwbouw zich bevindt.

Ons advies sluit dan ook aan bij het advies van de kwaliteitskamer en is ongunstig.”

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project voor het gelijkvloers appartement, waardoor deze woongelegenheid onvoldoende wooncomfort biedt.

Het gelijkvloerse appartement wordt als studio benoemd, maar betreft in planvorm een appartement. Het appartement betreft namelijk niet 1 doorlopende verblijfsruimte, maar is opgedeeld in een slaap-en-leefvertrek achteraan en een keuken-eetkamer vooraan. Het grondplan toont dus niet hetzelfde flexibel ruimtegebruik wat kenmerkend is voor een studio, waardoor de beperkte tot oppervlakte verblijfsruimte (circa 34,5 m²) onvoldoende leefkwaliteit betreft. Een oplossing zou kunnen zijn het ‘sanitair’ en de ‘slaapzone’ te verwisselen waardoor er links een doorzontypologie ontstaat zonder gangen.

 

De verwevenheid van functies is een essentieel kenmerk van een binnenstedelijk gebied. Maar een te grote mix van verschillende functies of een te grote concentratie van één bepaalde functie kan tevens voor conflicten en overlast zorgen. Voorbeelden van overlast hierbij zijn geluidsproductie, parkeerdruk, mobiliteitsgeneratie, laden en lossen, dag- of nachtactiviteiten. Ook een te hoge concentratie meergezinswoningen kan overlast met zich meebrengen. De impact van een appartementsgebouw is bijvoorbeeld heel anders dan dat van een rijhuis voor één gezin. De typologie en schaal kunnen overlast genereren door middel van concentraties. Het verschil tussen verschillende typologieën kan niet steeds via de functiebeperkingen in een bestemmingsplan kunnen worden opgevangen en moeten daarom steeds concreet worden nagegaan in de aanvraag in functie van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

Om bovenstaande hinderaspecten aanvaardbaar te houden en tegelijk de woonkwaliteit te garanderen, is het bijgevolg noodzakelijk om de juiste verhoudingen te zoeken tussen verschillende woningtypes enerzijds en de omvang (oppervlakte) van de verschillende functies binnen de woningen anderzijds. Het voorliggende project met 1 studio en 4 twee-slaapkamerappartementen is een onaanvaardbare mix.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 6 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw van 5 wooneenheden.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

Er verdwijnt door de verbouwing 1 parkeerplaats. Deze wordt bijgeteld bij de parkeerbehoefte. Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden.

De werkelijke parkeerbehoefte is 6.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Dit perceel betreft een hoekperceel. De grootte en vorm van het perceel laten het bouwen meer plaatsen niet toe.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 5.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van het ongunstig advies van de brandweer en het ongunstig advies het agentschap Onroerend Erfgoed én de onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

18 juli 2022

Volledig en ontvankelijk

10 augustus 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

9 oktober 2022

Verslag GOA

20 september 2022

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

 

1. Onduidelijkheid plannen: Het bezwaar dat de plannen achteraan verschillend geïnterpreteerd kunnen worden: ofwel als een terras, ofwel als een balkon met planten. En het bezwaar dat het niet duidelijk is of dit bereikbaar is van een raam of een deur;

Evaluatie: De plannen zijn voldoende duidelijk. Het bezwaar is ongegrond. De uitbreiding links achteraan wordt als een zone voor planten aangevraagd die niet toegankelijk is. Het is niet verboden hier een deur te voorzien, aangezien dit onderhoud van het dak (plantenzone) toelaat.

 

2. Privacy: Het bezwaar tegen de privacy-hinder vanuit het balkon achteraan;

Evaluatie: De plannen zijn voldoende duidelijk. Het bezwaar is ongegrond. De uitbreiding links achteraan wordt als een zone voor planten aangevraagd die niet toegankelijk is. Dit betreft dus geen privacy-conflict.

 

3. Schade: Het bezwaar tegen eventuele schade aan de eigendom van de bezwaarindiener;

Evaluatie: Het bezwaar tegen schade aan het aanpalende eigendom betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de aanvrager/bouwheer zich te ontzien van burgerrechtelijke afspraken vóór en tijdens de uitvoer der werken. Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.