Terug
Gepubliceerd op 03/10/2022

2022_CBS_07895 - Omgevingsvergunning - OMV_2022076468. Huisblokstraat 12. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 30/09/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Verontschuldigd

Annick De Ridder, schepen

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07895 - Omgevingsvergunning - OMV_2022076468. Huisblokstraat 12. District Wilrijk - Goedkeuring 2022_CBS_07895 - Omgevingsvergunning - OMV_2022076468. Huisblokstraat 12. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022076468

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Elke Crauwels met als adres Huisblokstraat 12 te 2610 Antwerpen

Ligging van het project:

Huisblokstraat 12 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 43 sectie A nr. 106V7

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van een tuinmuur en een serre

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          14/03/2022: proces-verbaal (11002¬_2022_15723_VPV) voor het uitvoeren van werken zonder voorafgaandelijke schriftelijke omgevingsvergunning van het college van burgemeester en schepenen;

-          19/06/1997: vergunning (222#13481) voor het oprichten van een tuinhuis;

-          20/01/1994: vergunning (222#13479) voor het bouwen van een half open eengezinswoning.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met zadeldak en gelijkvloerse uitbreiding;

-          inrichting:

  • tuinhuis in achtertuin.

 

Bestaande toestand

-          functie en bouwvolume eengezinswoning overeenkomstig vergunde toestand;

-          inrichting:

  • serre met berging aan de Berkenrijslaan;
  • het nieuwe volume heeft een lengte van 23,40 m met kroonlijsthoogte van 2,10 m en nokhoogte van 3,50 m.

 

Nieuwe toestand

-          conform bestaande toestand.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van bestaande tuinberging;

-          bouwen van een tuinmuur aan de Berkenrijslaan;

-          bouwen van een serre met berging.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

24 juni 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

24 juni 2022

4 juli 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 22 bis Valaar, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 23 december 1993. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor tuinen en zone voor woningen.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgende punten:

-          artikel 3 Zone voor tuinen – 3.02. Voor- en zijtuinen
in de bouwvrije zijtuinstrook kan een bijgebouw voorzien worden met een maximale hoogte van 3,00 meter. De aanvraag voorziet een nokhoogte van 3.50 meter;

-          artikel 3 Zone voor tuinen – 3.03. Binnentuinen:
gevels van bijgebouwen in tuinen van hoekpercelen dienen op de perceelgrens geplaatst te worden. De aanvraag voorziet een strook van 0.30 meter tussen de gevel en het openbare domein.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-      Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-      Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:
    de nieuwe tuinmuur heeft een hoogte van 2,10 m (> 1 m);
  • artikel 27 Open ruimte:
    de serre en berging worden in de voortuin gebouwd.
     

Sectorale regelgeving

-      MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-      Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-      Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg. In artikel 0.01 (terminologie en definities) van het BPA wordt omschreven welke strook grond aanzien wordt als een bouwvrije voortuinstrook of een bouwvrije zijtuinstrook. Uit deze definities kan afgeleid worden dat het nieuwe volume zich deels in de bouwvrije zijtuinstrook bevindt en grotendeels in de zone voor tuinen.

 

Aan de straatzijde wordt er een volume voorzien met een muur van 2,10 meter hoog. Dit volume staat deels in de bouwvrije zijtuinstrook. Dit omdat er voor gekozen is om dit gelijk te zetten met de gelijkvloerse uitbreiding van de woning. Hierdoor ontstaat er tussen deze uitbouw en het nieuwe volume een duidelijke toegang tot de tuinzone.

Aangezien het hier gaat om een hoekpand heeft dit volume geen negatief effect op aanpalende.

Het BPA laat ook toe dat er een bergplaats voorzien kan worden in de bouwvrije zijtuinstrook als de inplanting de goede stedenbouwkundige aanleg niet in het gedrang brengt.

De inplanting kan vanuit stedenbouwkundig oogpunt gunstig beoordeeld worden.

Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening kan na het voeren van een openbaar onderzoek een afwijking op artikel 3.02 van het BPA toegestaan worden.

 

Artikel 3.03 van het BPA bepaald dat bijgebouwen in tuinzones van hoekpercelen op de perceelgrens geplaatst moeten worden. De aanvraag voorziet echter een strook van 0,30 meter om ruimte te hebben voor de aanplanting van klimplanten. Hierdoor zal de voorziene muur vergroenen. Er wordt geoordeeld dat deze uitwerking positief is voor het straatbeeld en niet onaanvaardbaar in relatie met de publieke ruimte.

 

Verder wijkt de aanvraag af op artikel 19 en 27 van de bouwcode. Gelet op bovenstaande motivatie kan, mits toepassing van artikel 3 van de bouwcode, een afwijking toegestaan worden.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De achtertuin heeft een oppervlakte van circa 327 m². Het gedeelte van de serre in de achtertuin heeft een overdekte oppervlakte van circa 40 m².

Dit is minder dan 15% van de tuinzone en bijgevolg in overeenstemming met artikel 3.03 van het BPA.

Deze beperkte overdekte constructie heeft geen onaanvaardbaar negatief effect op de kwaliteit van de tuinzone. Door de serre aan de straatzijde te voorzien wordt er voor vermindering van omgevingslawaai gezorgd waardoor de kwaliteit zelfs verbetert.

Er wordt geoordeeld dat de draagkracht van het perceel, noch de omgeving wordt overschreden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De serre wordt aan de zijde van de Berkenrijslaan voorzien van een muur in gevelsteen. Dit is in overeenstemming met artikel 3.03 van het BPA dat bepaald dat bijgebouwen in hetzelfde materiaal voorzien moeten worden als het hoofdgebouw, namelijk een gevelsteen.

De voorgestelde materialisatie voor de serre is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De woning voldoet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande serre is niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

31 mei 2022

Volledig en ontvankelijk

24 juni 2022

Start openbaar onderzoek

4 juli 2022

Einde openbaar onderzoek

2 augustus 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

7 oktober 2022

Verslag GOA

20 september 2022

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

4 juli 2022

2 augustus 2022

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.